Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- mr. Weermeijer-Patist, namens de moeder,
- de vader, bijgestaan door mr. Stam,
- een vertegenwoordiger van de raad.
2.De feiten
- hun hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de vader;
- in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, verder te noemen: de zorgregeling, bij de moeder zullen verblijven onder begeleiding van een door het jeugdteam van de woongemeente van de kinderen aan te wijzen professionele jeugdhulpverlenende instantie, waarbij die professionals de regie hebben over de contacten en onder meer de duur, frequentie en de plaats in Nederland van die contacten bepalen;
- voor wat betreft de hoofdverblijfplaats bekrachtigd en uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- ten aanzien van de zorgregeling aangehouden.
3.Het verzoek
4.Het verweer
- het verzoek tot erkenning van de Poolse beslissing primair niet-ontvankelijk te verklaren en subsidiair ongegrond te verklaren dan wel af te wijzen;
- het verzoek tot wijziging van het hoofdverblijfplaats af te wijzen;
- het verzoek tot ontzegging van de omgang althans stopzetting van de omgang tussen de vader en de kinderen althans in goede justitie zodanige beslissingen in de lijn van de verzoeken van de moeder te nemen, niet-ontvankelijk te verklaren dan wel dit verzoek af te wijzen;
5.Het advies van de raad
6.De beoordeling
7.De beslissing
- [de vader] , geboren op [geboortedatum 3] 1984 in [geboorteplaats 2] ,
over:
- [minderjarige 1] , geboren in [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2013,