De vader voert, samengevat, het volgende aan.
Op de verzoeken van de vader is Nederlands recht van toepassing. De vader heeft in de periode dat de kinderen in Nederland woonden een belangrijk aandeel gehad in de verzorging en opvoeding.
Uit het verslag van de omgangsmomenten blijkt dat de moeder niet coöperatief is geweest met betrekking tot de contacten tussen de kinderen en de vader. Vanaf januari 2020 heeft de vader geen enkel fysiek contact meer gehad met de kinderen.
De vader heeft grote vrees dat als de kinderen niet terugkeren naar Nederland, hij ze nooit meer zal mogen zien. De moeder slaat alle advies volkomen in de wind; ook na de uitspraak van de rechtbank is er geen enkel fysiek contact geweest tussen vader en de kinderen. Onjuist is dat hij geen contact heeft opgenomen met de curator om de omgangsmomenten voort te zetten. De moeder heeft aangegeven dat zij geen nieuwe omgangsmomenten toestaat zolang er geen nieuwe beschikking is waarin de omgangsmomenten zijn vastgelegd.
De vader ontkent dat hij de moeder in 2014 fysiek zou hebben mishandeld. Zolang er geen uitspraak is in de procedure bij het Poolse hof, kan dit geen argument zijn. Bovendien zegt het niets over het ouderschap, maar meer over de relatie die de ouders met elkaar hebben gehad. De moeder is na de vermeende mishandeling met de vader getrouwd.
Het beroep op tijdsverloop kan geen doorslaggevend argument zijn om de kinderen definitief in Polen te laten wonen. “Misdaad” moet niet lonen. De moeder is immers zonder overleg en zonder toestemming van de vader en de betrokken autoriteiten vertrokken naar Polen, terwijl dit verbod nog eens uitdrukkelijk als extra voorwaarde in de rapportage bij Veilig Thuis is opgenomen.
De kinderen zijn loyaal naar de moeder en als zij maar voldoende van de moeder en grootouders te horen krijgen dat het contact tussen de vader en hen niet goed is, en de vader een slechte man zou zijn, dan zullen zij zich ook zo gaan gedragen. Dat bepaalde voorwaarden aan het contact met hem moeten worden opgelegd, heeft de moeder niet nader onderbouwd en daarmee niet aannemelijk gemaakt.
Tijdens het incident in 2018 was alleen sprake van verbaal geweld, zo blijkt ook uit de verslagen van Veilig Thuis. Onjuist is dat de familie van de vader de moeder meermaals heeft bedreigd. Ook uit de verklaring van de huisarts volgt dat er nooit aanwijzingen zijn geweest voor enige vorm van huiselijk geweld.
Als de kinderen weer in Nederland zijn, kunnen zij naar de vertrouwde “oude” basisschool. De familie van de vader wil graag ondersteuning bieden. Zowel de vader als zijn familie vinden ook dat de kinderen op een normale manier contact moeten kunnen hebben met hun moeder. De vader wil graag een co-ouderschap waarbij beide ouders een gelijk deel in de zorg hebben voor de kinderen. De hulpverlenende instanties dienen zich daarover uit te spreken. De vader zal de kinderen voorlopig niet buiten de aanwezigheid van een derde overdragen aan de moeder, nu zij blijft herhalen dat de vader agressief zou zijn. De kinderen moeten door beide ouders worden voorbereid op hun vertrek naar Nederland.
De overeenkomst waarop moeder zich beroept dateert uit 2014 toen [minderjarige 2] nog niet geboren was en is door de vader na intimidatie van de familie van de moeder ondertekend om moeder met [minderjarige 1] mee terug te krijgen naar Nederland. Partijen hebben het goed gehad de vier jaar daarna. De moeder kan deze oude overeenkomst die niet ziet op de nieuwe situatie niet gebruiken om daarmee te legitimeren dat zij terecht naar Polen is vertrokken zonder toestemming van de vader. Bovendien is de moeder zelf ook haar verplichtingen niet nagekomen en heeft zij zich ook misdragen.
Er zijn voor de moeder voldoende banen in Nederland waarop zij kan solliciteren. Er zijn veel Poolse mensen in Nederland die allemaal werk hebben. De moeder kan ook opnieuw Nederlandse les nemen.