Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
Haags Betekeningsverdrag
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 15
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 oktober 2023 met de daarbij gevoegde spreekaantekeningen en de producties 47 en 48 van de Curator
- de akte overlegging schriftelijke spreekaantekeningen en producties 18 en 19 van Lloyds
2.De feiten
27 september 2018 een rapport uitgebracht over de financiële positie van PLC (productie 13 van de Curator, hierna: het KRE Rapport). Na het uitbrengen van het KRE Rapport is Deloitte door de Beta Group als externe adviseur ingeschakeld.
lees: Lloyds, toevoeging rechtbank) is monitoring ongoing trade of Beta carefully. In these circumstances, and particularly the appointment of the administrators to Plc and Services (
lees: UK, toevoeging rechtbank), the Bank reserves all of its rights in connection with the RFA’.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Lloyds benoemt de financiële situatie en malversaties binnen de Beta Group, de afhankelijkheid van Beta NL en de zorgwekkende conclusies in het KRE Rapport.
de door Lloyds aangevoerde opzeggingsgronden zien niet op een tekortkoming
Beta NL zelf kwam haar verplichtingen onder de RFA [..] jegens Lloyds steeds en
Lloyds had ten tijde van de Beëindiging geen aanwijzingen dat Beta NL in de
Lloyds had een zeer comfortabele verhaalspositie, o.a. vanwege de werking van de financiering (IDF) en de aan Lloyds verstrekte zekerheidspositie.
25 oktober 2018, door Lloyds geregistreerde pandakte vermelde een debiteurenstand van ruim € 3.400.000,00. De zekerheidspositie van Lloyds was daarmee, aldus de Curator, voor Lloyds kenbaar zeer comfortabel. Hij verwijst daarbij ook naar het KRE Rapport waarin staat dat in het geval van insolventie van Beta NL wordt verwacht dat Lloyds haar vordering volledig kan innen. Verder haalt hij aan dat de constructie van de financiering middels de RFA inhield dat Lloyds zich te allen tijde kon verhalen op de saldi op het Current Account en (geblokkeerde) Collection Account.
Ten tijde van de Beëindiging [was] de vordering van Lloyds op Beta NL geslonken tot circa EUR 161.000 [..].
Als gevolg van de Beëindiging met onmiddellijke ingang [..] heeft Beta NL nimmer een reële kans gehad om een alternatieve financiering aan te trekken.
Lloyds had minder vergaande maatregelen kunnen (zelfs moeten) treffen om
Als gevolg van de Beëindiging en de daaraan voorafgaande Ontzegging
De Engelse entiteiten van Beta Group waren in administration en bleken levensvatbaar noch herfinancierbaar.
) Beta NL fungeerde slechts als Europese verkooporganisatie van Beta Group en was voor haar bedrijfsvoering aantoonbaar afhankelijk van Beta Group. Beta Group kon deze noodzakelijke dienstverlening/ondersteuning niet langer aan Beta NL bieden.
De verplichtingen van Beta NL werden gegarandeerd door PLC en UK. De RFA NL als zodanig vormde een onderdeel en uitvloeisel van de met Beta Plc gesloten financiering, en was daarmee onlosmakelijk verbonden.
moestleiden tot het einde van die relatie met Beta NL.
De Management Accounts van Beta NL over de periode tot en met 30 september 2018 waarover Lloyds kwam te beschikken toonden aan dat Beta NL verlieslatend was (productie 16 Lloyds).
In de loop van oktober en begin november 2018 bleek verder dat de activiteiten van Beta NL waren stilgelegd en het management ( [naam 3] ) kennelijk geen sturing meer gaf aan de onderneming.
oktober 2018 leveranciers, het personeel en de belastingdienst betaald. Er was nog een voorraad aanwezig, die later door de curator verkocht is. Vanaf 15 oktober 2018 zijn voor
€ 394.904,82 aan nieuwe debiteurenvorderingen ontstaan. Sturing door het management was er tot het laatste moment.
Bij de Engelse Beta Group entiteiten was sprake geweest van financiële onregelmatigheden en onjuiste financiële rapportages. De hiervoor verantwoordelijke Managing Director [naam 3] was tevens bestuurder bij Beta NL. Lloyds had daarmee gerechtvaardigde vrees dat ook bij Beta NL sprake was geweest van dergelijke onregelmatigheden en onjuistheden. Het vertrouwen van Lloyds in [naam 3] (en de rest van het management) was volledig verdwenen. Continuering van de financiering was daarmee geen
bewijstdat hij schade heeft geleden (Hoge Raad 30 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX6246). De Hoge Raad acht voor een veroordeling tot vergoeding van schade op te maken bij staat voldoende dat eiser de
mogelijkheiddat schade is geleden
aannemelijkheeft gemaakt (Hoge Raad 8 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR7435). Deze “aannemelijkheidstoets” geldt ook voor de onderwerpen die direct van invloed zijn op de aansprakelijkheidsvraag, zoals bijvoorbeeld de vragen of er enig causaal verband bestaat tussen de verweten gedraging (of nalaten) en de schade. De rechtbank acht de mogelijkheid van schade en het bestaan van aansprakelijkheid ten gevolge van de Ontzegging Toegang en de Beëindiging voldoende aannemelijk gemaakt. De gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure zal daarom worden toegewezen. In die procedure kan worden gekeken naar de door Lloyds aangevoerde verweren ten aanzien van het bestaan van schade, causaliteit met de schade en eigen schuld.