Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 september 2022;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
€ 135,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert Dexia Nederland B.V. een verklaring voor recht dat zij niets meer aan de gedaagde partij verschuldigd is met betrekking tot effectenleaseovereenkomsten. De gedaagde, die een vordering op Dexia aanvoert vanwege verboden advisering door een tussenpersoon, concludeert tot afwijzing van de vordering. De kantonrechter oordeelt dat, hoewel de gedaagde geen schade heeft geleden, er mogelijk nog resterende termijnen in rekening zijn gebracht die aanleiding geven tot een vordering op Dexia. De rechtbank wijst de vorderingen van Dexia af, omdat er onvoldoende debat heeft plaatsgevonden over de resterende termijnen en de gedaagde als consument moet worden beschouwd. Dexia wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, die zijn vastgesteld op € 677,00. Het vonnis is gewezen op 30 mei 2024.