6.3Op grond van artikel 4:84 van de Awb handelt het bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Hierbij neemt de voorzieningenrechter het toetsingskader in acht zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) die in de uitspraak van 28 augustus 2019(hierna: de overzichtsuitspraak) uiteen heeft gezet. Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding dient dan beoordeeld te worden in hoeverre sluiting van een woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde. Als sluiting van de woning noodzakelijk is, dan moet de sluiting ook nog evenredig te zijn.
Is de burgemeester bevoegd om tot sluiting van de woning over te gaan?
7. De voorzieningenrechter stelt hierover vast dat verzoekster de bevoegdheid van de burgemeester om de woning te sluiten niet betwist. De gronden van verzoekster zijn gericht op de noodzaak en evenredigheid van de sluiting.
Is sluiting van de woning noodzakelijk?
8. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling volgt dat bij de beoordeling van de noodzaak van een sluiting de vraag aan de orde is of de burgemeester met een minder ingrijpend middel had kunnen en moeten volstaan, omdat het beoogde doel ook daarmee had kunnen worden bereikt. In de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28 augustus 2019 is ingegaan op de beoordeling van de noodzaak van sluiting. Nadien is het toetsingskader verduidelijkt.Daaruit volgt dat alle relevante omstandigheden in ogenschouw moeten worden genomen. Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding moet worden beoordeeld in hoeverre sluiting van de woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde. Daarbij gaat het om de vraag of vanuit de woning werd gehandeld, maar ook om andere omstandigheden, zoals het aantreffen van harddrugs, een recidive situatie of de ligging van een pand in een voor drugscriminaliteit kwetsbare wijk.
9. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester de sluiting van de woning noodzakelijk heeft mogen achten en geen aanleiding had hoeven zien om te volstaan met een minder ingrijpende maatregel (waarschuwing). Ook wanneer verzoekster gevolgd wordt in haar standpunt dat de in de bestuurlijke rapportage genoemde aangetroffen hoeveelheid softdrugs (12,26 gram) voor eigen gebruik is, is eveneens een handelshoeveelheid harddrugs (18,36 gram) aangetroffen in de woning. Daarnaast zijn er verschillende wapens, een groot bedrag aan cashgeld en 88 prepaid simkaarten in de woning aangetroffen, die kunnen worden aangemerkt als handelsindicatoren. Gelet op het voorgaande is aannemelijk dat verzoeksters woning een rol speelde in het drugscircuit. Dat levert op zichzelf al een belang op bij sluiting, ook als er geen overlast is geconstateerd. Verder heeft de burgemeester ook belang mogen toekennen aan het feit dat de woning een connectie heeft met een ander pand in [woonplaats] waar ook een grote hoeveelheid soft- en harddrugs is aangetroffen en er sprake is van een netwerk.
10. De burgemeester heeft zich – gelet op het voorgaande – redelijkerwijs op het standpunt kunnen stellen dat sluiting van de woning noodzakelijk is.
Is de sluiting van de woning evenredig?
11. Bij de beoordeling van de evenwichtigheid zijn verschillende omstandigheden van belang, zoals de mate van verwijtbaarheid van de aangeschreven persoon, een bijzondere binding met het pand en de mogelijkheid om weer van het pand gebruik te kunnen maken. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat verweerder een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.