ECLI:NL:RBLIM:2024:1861
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs wegens drugsmisbruik en de rol van het CBR
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 16 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) beoordeeld. Eiser, die zich laat bijstaan door mr. B.H.A. Augustin, heeft zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen op basis van een rapport van een psychiater dat drugsmisbruik vaststelde. Het CBR had eerder, op 12 april 2023, besloten dat eiser ongeschikt was om te rijden na een melding van de Koninklijke Marechaussee over zijn rijvaardigheid. Eiser heeft in zijn beroep aangevoerd dat het CBR onvoldoende rekening heeft gehouden met het feit dat hij medische wiet gebruikt en dat hij inmiddels een nieuw geschiktheidsonderzoek heeft ondergaan waaruit blijkt dat hij nu wel rijgeschikt is. De rechtbank oordeelt echter dat het CBR terecht het rapport van de psychiater heeft gebruikt om de ongeldigverklaring te onderbouwen. De rechtbank stelt vast dat er geen bewijs is dat eiser ten tijde van het onderzoek medicinale cannabis voorgeschreven kreeg en dat het gebruik van cannabis, zelfs als het medicinaal is, niet automatisch betekent dat er geen gevaar voor de verkeersveiligheid is. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.