3.3Het oordeel van de rechtbank
De aangifte van [slachtoffer] vermeldt – zakelijk weergegeven – het volgende:
Ik ben de eigenaresse van het Griekse restaurant gelegen aan de [adres 1] te Roermond. Ik woon in het appartement boven het restaurant. De ingang van het restaurant is tevens de ingang naar mijn woning. Ik heb ‘s ochtends een vast ritueel. Ik ga elke ochtend omstreeks 08.15 uur naar beneden om het rolluik omhoog te doen. Op maandag 20 februari 2023 deed ik dit niet, omdat de poetsvrouw later kwam in verband met carnaval. Ik was boven toen ik een heel harde knal hoorde. Ik dacht dat er iets was ontploft. Ik keek op de camera boven in de woning, die zicht heeft op de binnenzijde van het restaurant. Ik meende een soort rook te zien en ik zag rook via de trap omhoogkomen. Ik hoorde ook het brand- of rookalarm af gaan in het restaurant en het halletje van de woning naar boven.
Verbalisant [verbalisant 1] komt ter plaatse en relateert het volgende:
Ik zag dat de voorpui van het pand was ontzet en dat de ramen van de voor- en binnendeur eruit waren. In het halletje achter de voordeur was wat ravage. Het leek alsof er iets ontploft was.
Door medewerkers van de afdeling forensische ondersteuning werd ter plaatse een onderzoek ingesteld. Zij relateren het volgende:
In de hal werden onder andere snippers papier/karton aangetroffen van zeer
waarschijnlijk een stuk vuurwerk genaamd Super Cobra 6. Sommige varianten van dit stuk vuurwerk zijn voorzien van (een) kunststof dop(pen). Gezien de aangetroffen
kunststof doppen niet waren voorzien van een opening voor een lont waren deze
varianten van de Super Cobra 6 waarschijnlijk voorzien van 1 kunststof dop. Op een
van de snippers papier met de kenmerken van dit stuk vuurwerk werd grijze tape
aangetroffen. Mogelijk waren 2 stuks vuurwerk met elkaar verbonden middels tape
waardoor er een sympathische reactie optrad. Met een sympathische reactie wordt
het mee reageren van het ene stuk vuurwerk met het andere stuk vuurwerk bedoeld.
Dit vindt tegelijkertijd plaats en niet achter elkaar. Hierdoor is het mogelijk dat er
maar 1 explosie gehoord werd.
Door de ontstane drukgolf werden materialen zoals het glas in de gevelelementen naar buiten gedrukt waardoor er gevaar voor (ernstig) letsel ontstond voor eventuele
personen die zich dichtbij, in het pand bevinden alsmede voor voorbijgangers op de
openbare weg.
Verbalisant [verbalisant 2] relateert over het vuurwerk het volgende:
Wanneer er twee stuks vuurwerk zoals de Cobra met elkaar door middel van tape worden verbonden, kan er volgens het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut "deskundigenverklaring gevaarzetting Super Cobra 6 en vergelijkbare artikelen" een omstandigheid optreden waarin de Cobra's zich massa-explosief gedragen. Vuurwerk van het type Cobra is in Nederland illegaal vuurwerk.
Door vuurwerken met elkaar te verbinden en te gebruiken tegen personen of zaken
verandert men de bestemming en is het geen pyrotechnisch middel ter vermaak, maar
wordt de bestemming het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing.
Strafbaarstelling: wapens van de categorie II sub 7, Wet wapens en munitie, zijn strafbaar gesteld in: artikel 26 lid 1 juncto, artikel 55 lid 7 van de Wet wapens en munitie.
Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut "deskundigenverklaring gevaarzetting Super Cobra 6 en vergelijkbare artikelen" vermeldt – zakelijk weergegeven – het volgende:
Een Super Cobra 6 kan simultaan met één of meerdere andere Super Cobra 6 artikelen ontploffen, doordat ze zich bij elkaar in de buurt bevinden. Dit aspect draagt bij aan een grotere gevaarzetting.
Wanneer een Super Cobra 6 (2G) ontploft, levert dit gevaar op voor personen en
goederen die zich nabij de ontploffende Cobra 6 bevinden.
De camerabeelden van de horecazaak [naam horecazaak] , gelegen aan de [adres 2] te Roermond, van 20 februari 2023 zijn door een verbalisant onderzocht en beschreven. Deze relateert het volgende:
Om 08:12:12 uur verschijnt een tweewielig voertuig rechts in beeld. Dit voertuig rijdt vervolgens langzaam over de [straatnaam 1] . Om 08:13:24 uur komt dezelfde scooter uit de [straatnaam 3] en slaat weer rechtsaf de [straatnaam 1] in.
Om 08:14:12 uur verschijnt de scooter weer in beeld. Dezelfde twee personen zitten er dan nog steeds op. De scooter komt uit de [straatnaam 2] en rijdt in de richting van de [straatnaam 1] .
Om 08:15:01 uur komt de passagier vanuit de [straatnaam 3] de [straatnaam 1] ingelopen. Te zien is dat die persoon vervolgens loopt naar de ingang van wat lijkt op een horeca instelling. Deze persoon blijft daar om 08:15:33 uur kort staan en brengt zijn/haar armen naar de richting van het gebouw.
Om 08:15:45 uur loopt deze persoon weg bij het gebouw. Deze persoon loopt verder in de richting van de kruising en als deze persoon net daar is, is er om 08:15:52 uur een flinke steekvlam in beeld te zien bij het gebouw, de plek waar deze persoon een paar seconden eerder heeft gestaan. Deze persoon steekt de kruising over en verdwijnt op de [straatnaam 2] uit beeld.
Voorts zijn de camerabeelden van stadstoezicht en particulieren in de omgeving onderzocht en beschreven door een verbalisant. Deze relateert het volgende:
Op de [straatnaam 3] stapt de passagier af en loopt vanaf de [straatnaam 3] terug naar de [straatnaam 1] .
De bestuurder van de snorfiets kwam om 08:16:05 uur – zonder passagier – de [straatnaam 2] ingereden. Beide personen en de snorfiets komen dan niet meer in beeld bij de camera’s die zicht hebben op het deel van de [straatnaam 2] en de [straatnaam 2] zijde [straatnaam 4] en [straatnaam 2] zijde [straatnaam 5] . Ongeveer 3 uur later, om 11:12 uur, loopt een persoon die voor wat betreft kleding lijkt op de bestuurder vanuit de [straatnaam 2] naar de [straatnaam 6] .
Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] is onderzocht en blijkt in gebruik bij [verdachte] .
De historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] ( [verdachte] ) zijn onderzocht. Hieruit blijkt – zakelijk weergegeven – dat:
[verdachte] op de dag van de ontploffing, 20 februari 2023, 5 telefonische contacten had met [medeverdachte] ( [telefoonnummer 2] ). Om 08:16:21 uur, 09:04:00 uur, 10:56:31 uur en daarna nog een paar keren.
Uit de telefoonchats tussen [verdachte] en anderen blijkt het volgende:
Op 20 februari 2023 om 10:00:37 uur appt [verdachte] naar [medeverdachte] dat de burger auto op de loer staat, ze aan het zoeken zijn en ‘staat op L1’.Die zelfde middag appt [verdachte] of [medeverdachte] naar buiten durft en dat ze haar roze jas aan moet doen waarop [medeverdachte] antwoordt dat ze naar buiten durft, dat ze haar andere jas al heeft gewassen en dat er een woute busje buiten voor de flat staat.
Op 20 februari 2023 om 15:21 uur schrijft [verdachte] naar [naam 1] neef, staat nog niks op, zodra het erop staat bel ik je’.
Op 21 februari 2023 om 00:50 uur schrijft [verdachte] naar [naam 1] Broeder, zal zeker 100% morgen erop komen. Pa zei is carnaval maandag.’
[naam 1] schrijft dan terug ‘Ja toch. Dat dacht ik ook al.’
Op 21 februari 2023 om 01:14 uur schrijft [verdachte] naar [naam 1] Kijk naar L1’.
[verdachte] schrijft op 21 februari 2023 om 18:50 uur ook nog dat hij met die meid in
de flat zit en niet naar buiten durft. [verdachte] schrijft ook nog dat haar hand open
ligt van gisteren. Direct daarna stuurt [verdachte] een foto waarop de onderarm
zichtbaar is van vermoedelijk [medeverdachte] . Op de foto is een verwonding te
zien op de linker onderarm.
Op 20 februari 2023 om 22:51:30 uur schrijft [verdachte] naar [naam 2] ’ik ben stad maar moet ongezien weg hier waar IK NU BEN’, waarop [naam 2] reageert ‘Waarbenje’. [verdachte] stuurt vervolgens ‘ [straatnaam 2] maar ik moet met trein of met in Sittard komen’. [naam 2] reageert met ‘ik kan na Sittard rijden met je ma kost 60’. [verdachte] reageert vervolgens ‘ik heb 30 kan ik je dan aankomende week die andere 30 betalen je weet betaal altijd netjes’, ‘ik leg je zo dan uit waarom dit moet’.
Op 20 april 2023 werd [verdachte] aangehouden en werd onder hem een telefoon Apple XR in beslag genomen. Uit de telefoon van [verdachte] blijkt dat:
op 16 februari 2023 4x geraadpleegd is op "Griek in de stad van Roermond"
op 18 februari 2023 5x geraadpleegd is op "Griek in de stad van Roermond"
op 19 februari 2023 5x geraadpleegd is op "Griek in de stad van Roermond"
op 20 februari 2023 2x geraadpleegd is op "Griek in de stad van Roermond"
De laatste raadpleging was op 20 februari 2023 om 07:46 uur, een half uur voor de aanslag op het Grieks restaurant [naam restaurant] . Voor 16 februari 2023 staan geen vermeldingen in de telefoon waarin het woord "Griek" voor komt.
Op 20 februari 2023 staan 7 zoekslagen vermeld, zoals "L1 nieuws", "11nieuws", "L1", l1 nieuws", "l1 nieuws van vandaag".
Op 21 februari 2023 werd 1 maal gezocht op "l1 nieuws".
Op 27 februari 2023 werd ‘s nachts tussen 03:32 uur en 04:18 uur 10x geraadpleegd op "11 nieuws" en “11nieuws bom bij Griek".
Vanaf 4 februari 2023 tot 5 april 2023 werd 35 geraadpleegd op "p2000" "p2000roermond", “p2000venlo” en "p2000 Maastricht".
Daarvan werd 4x geraadpleegd op 20 februari 2023 tussen 07:07 uur en 21:08 uur.
Tussen 21 februari 2023 en 28 februari 2023 werd 11 maal gezocht op "opsporing verzocht". Daarvan was 6 maal op 21 februari 2023.
Voor of op 21 februari 2023 werd slechts 1 maal geraadpleegd op “Opsporing verzocht" .
Na 28 februari 2021 werd niet meer gezocht naar "Opsporing verzocht".
Op 10 juni 2023 is in de penitentiaire inrichting waar [medeverdachte] verbleef een telefoongesprek van [medeverdachte] afgetapt. In dat gesprek zegt [medeverdachte] dat de andere partij ook genaaid is en dat de andere partij “ [naam 3] ” is.
Op 10 augustus 2023 is nog een telefoongesprek van [medeverdachte] afgetapt. Daarin geeft [medeverdachte] aan dat ze een verjaardagskaart heeft gekregen zonder afzender waarop staat: ‘hartelijk gefeliciteerd en denk na met wat je zegt en gaat zeggen kus kus kus”.
Op 21 september 2023 is een telefoongesprek afgetapt tussen [medeverdachte] en [naam 4] :
[medeverdachte] : het staat in de krant van de zitting afgelopen keer. [medeverdachte] en [verdachte] uit Roermond.
[medeverdachte] : hij pist waarschijnlijk lekker langs de boot en komt er makkelijk vanaf
en ik zit er mee.
[medeverdachte] : het heeft voor mij geen nut om te vertellen wat hij er wel of niet mee te maken heeft want mij geeft het geen strafvermindering.
Op 25 september 2023 is een telefoongesprek afgetapt tussen [medeverdachte] en [naam 5] :
[naam 5] : dat jij zo dom bent geweest om dat ding naar binnen te gooien voor hem ja daar heb je jezelf mee gepakt
[medeverdachte] : ja dat weet ik
[naam 5] : Je moet gewoon degene die dat allemaal op plan heeft gezet een oor aannaaien, want zo is het gewoon, die verdient het gewoon om lang vast te zitten en als die buiten komt maakt die toch weer slachtoffers
[medeverdachte] : ja dat weet ik maar daarom krijgen we waarschijnlijk ook een contactverbod met elkaar.
Op 29 september 2023 is een telefoongesprek afgetapt tussen [medeverdachte] en [naam 4] :
[medeverdachte] : we zijn allebei stom geweest, maar ik bedoel ben dan ook mans genoeg en vent genoeg om dat zelf te doen en niet iemand anders te laten doen.
[medeverdachte] : hij zit zelf ook nu, hij zit nu drie maanden binnen.
[naam 4] : Jij was gewoon een zwakke schakel.
[medeverdachte] : Ja, en daar heeft hij behoorlijk misbruik van gemaakt.
Ook telefoongesprekken in de penitentiaire inrichting waar [verdachte] verbleef zijn afgetapt. Hierin zegt [verdachte] onder meer “Dat meisje moet gewoon die verklaring afleggen en niet zeggen dat ik...”, “Ik moet gewoon mensen hebben die getuigen dat zij dat zelf heeft gedaan zonder dat ik iets wist. Snap je”, “dat Pap maar eens even langs die mensen gaat, dat die maar gewoon een getuigenverklaring af moeten gaan leggen”, “ik geef je even die gegevens door en dan ga je, dan stuur je haar maar een kaart op, een felicitatie kaart, mijn zuster heeft die anderen ook al opgestuurd en dan schrijf je er maar in dat ze goed na moet denken met wat ze gaat zeggen allemaal. Dat is [medeverdachte] ”.
[verdachte] heeft bij de politie verklaard dat zijn bijnaam “ [naam 3] ” is.Dit wordt bevestigd door getuige [naam 4] . Zij verklaart over [verdachte] : “iedereen in Roermond kent hem. Hij staat bekend als “ [naam 3] ”.
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de bestuurder van de scooter is geweest en dat hij in de nacht van 19 op 20 februari 2023 samen was met [medeverdachte] . Ook heeft [verdachte] verklaard dat hij de verjaardagskaart naar [medeverdachte] heeft laten sturen.
[medeverdachte] heeft bij de politie – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik heb het vuurwerk door de brievenbus gegooid. Ik zou er 200 euro voor krijgen en ik heb er 50 euro voor gekregen.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat er op 20 februari 2023 om 08:15 uur in een pand (restaurant [naam restaurant] ) gelegen aan de [adres 1] te Roermond een ontploffing heeft plaatsgevonden. De ontploffing is teweeggebracht met twee aan elkaar getapete Cobra’s. Op basis van de camerabeelden is vast te stellen dat twee personen op een scooter vlak voor de ontploffing drie keer langs het restaurant zijn gereden, te weten om 08:12:12 uur, 08:13:24 uur en 08:14:12 uur. Uit de camerabeelden blijkt vervolgens dat de passagier handelingen bij het pand verricht waarna een steekvlam bij het pand zichtbaar is. Zowel de passagier als de bestuurder van de scooter verdwijnen erna de [straatnaam 2] in.
[medeverdachte] heeft verklaard dat zij het vuurwerk door de brievenbus heeft gegooid en [verdachte] heeft verklaard dat hij de bestuurder van de scooter was.
In het licht van de tenlastelegging dient de vraag beantwoord te worden of en zo ja, welke, rol [verdachte] bij het teweegbrengen van de ontploffing heeft gehad. Kan hij als medepleger worden gekwalificeerd?
Medeplegen?
Betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het ten laste gelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] als bestuurder en met [medeverdachte] als bijrijder op de scooter vlak voor de ontploffing drie keer langs het Grieks restaurant is gereden. Dit gebeurde in een tijdsbestek van twee minuten en één seconde. Ook kan worden vastgesteld dat [verdachte] vervolgens [medeverdachte] in de straat ( [straatnaam 3] ) naast de straat van het Grieks restaurant ( [straatnaam 1] ) heeft afgezet. Verder staat vast dat [verdachte] en [medeverdachte] om 8:15 uur respectievelijk 8:16 uur (dus net na de ontploffing) de [straatnaam 2] in verdwijnen en zij beiden de [straatnaam 2] niet hebben verlaten (pas rond 11:12 uur wordt vermoedelijk [verdachte] weer gezien). Ook staat vast dat zij op de dag van de ontploffing 5 telefonische contacten met elkaar hadden, waarvan één belcontact om 8:16:21 uur (dus net na de ontploffing) is geweest.
Ook stelt de rechtbank vast dat [verdachte] de dagen voor de ontploffing 16 zoekslagen heeft verricht op “Griek in de stad Roermond”– waarvan de laatste zoekslag een klein halfuur voor de ontploffing was. De dagen na de ontploffing heeft [verdachte] veelvuldig gezocht op L1 nieuws – en meer specifiek: op 27 februari 2023 heeft [verdachte] 10 zoekslagen op ‘L1nieuws bom bij Griek’ verricht. Ook heeft [verdachte] op de dag van de ontploffing en de dagen erna meermalen gezocht naar ‘Opsporing Verzocht’.
Verder staat vast dat [verdachte] op de dag van de ontploffing vanaf 10:00 uur appcontact heeft gehad met [medeverdachte] waarin wordt genoemd dat de burger auto op de loer staat, ze aan het zoeken zijn, ‘staat op L1’ en er een ‘woute busje’ voor de flat staat. [verdachte] heeft diezelfde dag tegen ene [naam 2] gezegd dat hij ongezien uit de [straatnaam 2] moet komen en dat hij later nog tegen deze [naam 2] zal zeggen waarom dit moest.
Tot slot concludeert de rechtbank uit de afgetapte telefoongesprekken dat [medeverdachte] het plan en de opdracht toedicht aan [verdachte] , maar daar geen officiële verklaring over wil afleggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is er maar één scenario dat al dit bewijsmateriaal op een logische manier kan verklaren: [verdachte] is medepleger van de tenlastegelegde misdrijven. Het scenario van [verdachte] dat hij alleen maar drugs rondbracht en [medeverdachte] die ochtend toevallig een lift gaf, wordt weerlegd door dit bewijsmateriaal en kan dus niet waar zijn. Uit de zoekslagen in de telefoon van [verdachte] concludeert de rechtbank dat hij vanaf enkele dagen tot een half uur voor de ontploffing met het plan bezig is geweest. De rechtbank gelooft niet dat hij gewoon een restaurant zocht om te gaan eten en zijn telefoon soms even had uitgeleend aan iemand anders. Uit de camerabeelden concludeert de rechtbank dat [verdachte] in de minuten voor de ontploffing het pand en de omgeving heeft verkend. De rechtbank gelooft niet dat hij drie keer in twee minuten naar dezelfde koper van drugs moest rijden. Uit de belcontacten en de berichten in de telefoons van beide verdachten concludeert de rechtbank dat zij vlak voor en vlak na de ontploffing samen optrokken en communiceerden over de ontploffing. De rechtbank gelooft niet dat al die berichten gingen over een diefstal bij een tuincentrum. Uit de tapgesprekken concludeert de rechtbank tot slot dat [verdachte] nauw betrokken was bij het plan en het vuurwerk in de brievenbus heeft laten stoppen door [medeverdachte] .
Daarom oordeelt de rechtbank dat de verdachte voorafgaande aan het plegen van de feiten betrokken was bij de planvorming, en dus wetenschap had van wat er ging gebeuren, diens opzet daarop ook was gericht, betrokken was bij de feitelijke uitvoering van de ontploffing door het onmisbare vervoer te faciliteren voor medeverdachte [medeverdachte] . Deze bijdrage is naar het oordeel van de rechtbank van een zodanige aard (intellectueel en materieel) dat die kan worden gekwalificeerd als medeplegen van het opzettelijk teweegbrengen van de ontploffing.
Gevaar voor levensgevaar en/of zwaar lichamelijk letsel?
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of er door de ontploffing gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer] (eigenaresse van het restaurant, zij woonde boven het getroffen restaurant en was op het moment van de aanslag in de bovenwoning aanwezig) te duchten is geweest.
Dat er door de ontploffing aan de [adres 1] gemeen gevaar voor goederen is ontstaan staat vast. Dat is door de verdediging ook niet betwist. Of door de ontploffing ook gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of levensgevaar te duchten was voor [slachtoffer] , hangt af van het antwoord op de vraag of dat gevaar ten tijde van de ontploffing naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is geweest. Uit het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut "deskundigenverklaring gevaarzetting Super Cobra 6 en vergelijkbare artikelen" blijkt dat wanneer een Super Cobra 6 ontploft, dit in z’n algemeenheid gevaar oplevert voor personen die zich in de nabijheid van de Cobra bevinden. Ook blijkt dat wanneer een Super Cobra 6 simultaan ontploft met één andere Super Cobra 6 een omstandigheid kan optreden waarin de Cobra’s zich massa-explosief gedragen, waardoor de impact en gevaarzetting groter is. Dit in combinatie met de kracht van de explosie die af te leiden is uit de schade (voorpui ontzet, ramen voor- en binnendeur die eruit waren), het tijdstip waarop de ontploffing teweeg is gebracht (in de vroege ochtend), de locatie waar de ontploffing plaatsvond (achter de voordeur in een halletje dat toegang geeft tot het restaurant en de trap naar de bovenwoning) en de aanwezigheid van een bewoner ( [slachtoffer] in de bovenwoning),
maakt dat het gevaar op zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer] op het moment van de ontploffing naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is geweest. De rechtbank kan echter, op grond van de inhoud van het dossier, niet vaststellen dat er door de ontploffing ook levensgevaar voor [slachtoffer] te duchten is geweest. Daarvoor zijn volgens de deskundigenverklaring zodanig uitzonderlijke omstandigheden nodig (bijvoorbeeld: dat de bewoner richting de brievenbus bukt en met haar nek in de buurt van het vuurwerk komt precies op het moment dat dit ontploft) dat dit gevaar niet naar algemene ervaringsregels voorzienbaar was. Van dat onderdeel zal de verdachte worden vrijgesproken.
Medeplegen voorhanden hebben Cobra’s?
Bij de feitelijke toedracht die de rechtbank hierboven overtuigend bewezen heeft geacht, is ook sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking die was gericht op het voorhanden hebben van het vuurwerk. [verdachte] was zich bewust was van de aanwezigheid van het vuurwerk en heeft tezamen met [medeverdachte] feitelijke macht over het vuurwerk kunnen uitoefenen. De rechtbank acht daarom bewezen dat hij deze samen met [medeverdachte] voorhanden heeft gehad.