Uitspraak
[naam] , wonende te [woonplaats] , verzoeker
de minister van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
26 september 2023 (00:04 uur) op teruggekomen.
26 september 2023 (met spoed) ingetrokken, omdat hem het voorhanden hebben van wapens en munitie niet langer kon worden toevertrouwd. Dit besluit is op gelijke datum aan verzoeker in persoon uitgereikt, waarbij door de agenten direct het wapen en wapenverlof in bewaring zijn genomen.
Dit omdat er aanwijzingen zijn, dat aan u het onder zich hebben van (vuur) wapens en/of munitie niet langer kan worden toevertrouwd.”Los van het feit dat in de fase van administratief beroep een volledige heroverweging plaatsvindt en aan de intrekking een andere wettelijke grondslag had mogen worden toegekend, is de voorzieningenrechter met de minister van oordeel dat in deze specifieke situatie sprake was van een kennelijke verschrijving. Deze beroepsgrond van verzoeker kan daarom niet slagen. Dat er sprake is van een kennelijke verschrijving is bovendien ook door de korpschef zelf onderkend in het verweerschrift op het administratief beroep. [1]
Geringe twijfelaan het kunnen toevertrouwen van het onder zich hebben van wapens of munitie is reeds voldoende grond om het wapenverlof in te trekken of te weigeren. Hoewel al geringe twijfel aan het verantwoord zijn van het wapenverlof voldoende reden is om het in te trekken, moet deze twijfel wel onderbouwd en objectief toetsbaar zijn. [3]
9 oktober 2023 blijkt dat er geen strafbare bedreigingen of andere strafbare feiten konden worden geconstateerd. Anders dan verzoeker is de voorzieningenrechter met de minister van oordeel dat de geringe twijfel daarmee niet als vanzelf is weggenomen. Dat het onderzoek is gestaakt, betekent immers niet dat verzoeker niet (langer) onder druk staat en zich niet langer bedreigd voelt. De minister heeft daaraan dan ook niet de waarde hoeven toekennen die verzoeker aan het staken van het onderzoek toegekend wenst te zien.