Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,
Procesverloop
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 10 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw uit een onbekende woonplaats, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de beëindiging van haar WIA-uitkering. Eiseres had eerder een WIA-uitkering ontvangen, maar het UWV had op 28 september 2023 besloten deze uitkering te beëindigen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn, met een vastgestelde mate van 24,18%. Dit besluit volgde op een tussenuitspraak van de rechtbank van 15 juni 2023, waarin het UWV was opgedragen om de motivering van het bestreden besluit te herstellen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV in zijn nieuwe besluit, bestreden besluit II, de medische en arbeidskundige grondslagen onvoldoende had onderbouwd. De verzekeringsarts B&B had de klachten van eiseres niet volledig meegenomen in zijn beoordeling, en de rechtbank oordeelde dat er een zorgvuldigheidsgebrek was. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het UWV een nieuw medisch en arbeidskundig onderzoek moet verrichten, waarbij de datum in geding op 28 september 2023 moet worden vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, bestreden besluit II vernietigd en het UWV opgedragen om een nieuw besluit te nemen op bezwaar, met inachtneming van de uitspraak.
De rechtbank heeft ook bepaald dat het UWV het door eiseres betaalde griffierecht van € 49,- moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.