3.1De rechtbank heeft van de burgemeester en het college een geheel leesbare versie gekregen van documenten die zij (gedeeltelijk) openbaar hebben gemaakt (de 8:29-documenten). Zij heeft van het college de 8:29-documenten gekregen waar de besluiten van 23 juni 2020 en 5 augustus 2020 over gaan. De rechtbank heeft deze documenten, voor zover nodig, bij de beoordeling betrokken. De rechtbank mist 8:29-documenten waar het besluit van 3 november 2020 over gaat. De rechtbank is ambtshalve bekend dat één van die documenten (de brief van voormalig burgemeester [naam 3] van 5 januari 2018) bij de 8:29-documenten zit die zij van de Commissaris van de Koning (CvdK) heeft gekregen in de beroepszaak van eiser met zaaknummer ROE 21/632 waarin de rechtbank vandaag ook uitspraak doet. Omdat het niet efficiënt is om het onderzoek over het bestreden besluit (2) te heropenen om de brief van [naam 3] nog bij het college te kunnen opvragen, terwijl de rechtbank de brief heeft en van eiser mag bekijken, heeft de rechtbank de brief van [naam 3] van 5 januari 2018 die zij van de CvdK heeft gekregen bij de beoordeling van het beroep van eiser tegen het bestreden besluit (2) betrokken. Om uitspraak te kunnen doen heeft de rechtbank een ander document dat ze niet heeft (de brief van [naam 3] van 17 januari 2018) niet per se nodig en daarom niet alsnog bij het college opgevraagd.
Bij de 8:29-documenten van de CvdK zit ook het volledige rapport integriteitsrisico’s. Voor zover nodig heeft de rechtbank dat rapport, ook uit efficiëntieoverwegingen, bij de beoordeling van het bestreden besluit (1) betrokken.
4. De rechtbank is van oordeel dat eiser geen procesbelang heeft bij de uitkomst van een deel van het beroep tegen het bestreden besluit (2), de burgemeester het bezwaar van eiser tegen het bestreden besluit (1) terecht voor een deel niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat beide bestreden besluiten gedeeltelijk niet kunnen blijven bestaan. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot haar oordelen komt en welke gevolgen haar oordelen hebben.
5. Voor zover nog nodig staat in de bijlage bij de uitspraak wat in artikelen staat die de rechtbank in de uitspraak noemt. Daar waar de rechtbank in de uitspraak de Wob noemt bedoelt de rechtbank de inmiddels vervallen wet.
6. Het beroep over het bestreden besluit (1) gaat ook over openbaarmaking van de documenten die aan G&I zijn verstrekt om de risico-inventarisatie te doen die geleid heeft tot het rapport integriteitsrisico’s
.Eiser is het er niet mee eens dat de burgemeester zegt dat zijn Wob-verzoek niet over deze documenten gaat. De rechtbank stelt vast dat documenten die G&I heeft gekregen om de risico-inventarisatie te doen openbaar waren toen eiser het beroep op 16 december 2020 instelde. Het college heeft namelijk documenten die G&I heeft gekregen om de risico-inventarisatie te doen met het besluit van 23 juni 2020 openbaar gemaakt. Eiser heeft daarom geen procesbelang bij de uitkomst van het beroep voor zover het over de openbaarmaking van deze documenten gaat. De rechtbank gaat het beroep voor zover het over deze documenten gaat daarom niet beoordelen.
7. Het beroep tegen het bestreden besluit (2) gaat (onder meer) over openbaarmaking van de ontslagbrief van [naam 1] en het rapport integriteitsrisico’s. De rechtbank stelt vast dat de ontslagbrief al openbaar was toen eiser het beroep op 13 januari 2021 instelde en dat het rapport toen al gedeeltelijk openbaar was. De rechtbank is (ambtshalve) bekend dat de CvdK de ontslagbrief met het besluit van 13 juli 2020 en de burgemeester het rapport integriteitsrisico’s met het besluit van 23 juni 2020 (gedeeltelijk) openbaar hebben gemaakt. Eiser kon opkomen tegen de openbaarmaking van documenten die aan G&I zijn verstrekt om de risico-inventarisatie te doen in de beroepsprocedure tegen het bestreden besluit (2) en tegen de openbaarmaking van het rapport integriteitsrisico’s in de beroepsprocedure over het bestreden besluit (1). Eiser heeft dat (deels) ook gedaan. De ontslagbrief is openbaar en valt daarom niet meer onder de Wob. Eiser heeft dan ook geen procesbelang bij de uitkomst van het beroep voor zover het over de openbaarmaking van deze documenten gaat. De rechtbank gaat het beroep voor zover het over deze documenten gaat daarom niet beoordelen.
Beroepsgrond 1 (aangevoerd tegen het bestreden besluit (1))
8. Eiser twijfelt eraan of op het rapport integriteitsrisico’s geheimhouding is gelegd. Eiser leidt uit een e-mail van een ambtenaar van de gemeente van de burgemeester aan het kabinet van de CvdK van 2 februari 2018 af dat er geheimhouding op het rapport is gelegd en vindt het wenselijk dat aan zijn verzoek om de geheimhouding op te heffen tegemoet wordt gekomen.
9. De rechtbank vat deze beroepsgrond zo op dat eiser het er niet mee eens is dat de burgermeester zijn bezwaar, voor zover het gaat over de opheffing van de geheimhouding, waarvan eiser denkt dat die op het rapport integriteitsrisico’s zou kunnen liggen, niet-ontvankelijk heeft verklaard. De burgemeester heeft gezegd dat op het rapport geen geheimhouding is gelegd. Dat de burgemeester hiervan ook uitgaat blijkt de rechtbank uit de beoordeling van de burgemeester over de openbaarmaking van het rapport. De burgemeester heeft bij die beoordeling er namelijk geen rekening mee gehouden dat op het rapport geheimhouding is gelegd. Daarom ziet de rechtbank in de e-mail waar eiser het over heeft geen reden om eraan te twijfelen dat op het rapport geen geheimhouding is gelegd en is zij van oordeel dat de burgemeester het bezwaar van eiser, voor zover het over de geheimhouding van het rapport integriteitsrisico’s gaat, terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het bezwaar van eiser is namelijk in zoverre niet gericht tegen een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waartegen eiser bezwaar kon maken.
Beroepsgrond 1 slaagt daarom niet.
Beroepsgronden over het proces
Beroepsgrond 2 (aangevoerd tegen het bestreden besluit (2))
10. Eiser voert aan dat de standpunten die het college in het verweerschrift van
20 augustus 2020 en tijdens de hoorzitting van 3 september 2020 heeft ingenomen geen deel uitmaken van het bestreden besluit (2). De standpunten zijn namelijk niet in het bestreden besluit (2) opgenomen en er ook niet aan toegevoegd. Het is volgens eiser daarom in strijd met het rechtszekerheids-, vertrouwens- en motiveringsbeginsel om het bestreden besluit (2) ook op die standpunten te baseren.
11. Uit het bestreden besluit (2) blijkt dat het college bij alle standpunten die het in het verweerschrift van 20 augustus 2020 en tijdens de hoorzitting van 3 september 2020 heeft ingenomen blijft en dat deze standpunten geheel deel uitmaken van het bestreden besluit (2). Op de zitting is duidelijk geworden dat eiser een kopie heeft gekregen van het verweerschrift en van het verslag van de hoorzitting vóórdat het college het bestreden besluit (2) heeft genomen. Onder deze omstandigheden staan de genoemde beginselen niet in de weg aan het in het bestreden besluit (2) alleen noemen van het verweerschrift en van wat op de hoorzitting is gezegd als motivering van dat besluit.
Beroepsgrond 2 slaagt daarom niet.
Beroepsgrond 3 (aangevoerd tegen beide bestreden besluiten)
12. Eiser voert ook aan dat de motivering van de bestreden besluiten (ook overigens) onvoldoende is. Eiser vindt (onder meer) dat de burgemeester en het college hadden moeten motiveren dat ze met persoonlijke beleidsopvattingen ook feitelijke gegevens niet openbaar hebben gemaakt. Eiser vindt ook dat het college niet duidelijk genoeg heeft gemaakt met welke weigeringsgrond het informatie heeft geweigerd openbaar te maken.
13. De burgemeester en het college hebben in de bestreden besluiten niet uitgelegd dat ze met persoonlijke beleidsopvattingen ook feitelijke gegevens niet openbaar hebben gemaakt terwijl dit wel het geval is. De rechtbank heeft dit in de 8:29-documenten gezien. De bestreden besluiten zijn daarom op dit punt niet goed gemotiveerd en in strijd met artikel 7:12 van de Awb. Gelet ook op het besluit van 26 mei 2020, het besluit van 23 juni 2020 en de adviezen van de commissie voor de bezwaarschriften die onderdeel zijn van de bestreden besluiten, zijn de bestreden besluiten voor het overige goed gemotiveerd.