ECLI:NL:RBLIM:2023:5998
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending van de inlichtingenplicht met betrekking tot pgb-inkomsten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Limburg het beroep van eiseres tegen het besluit van het Uwv van 8 september 2021, dat betrekking heeft op de herziening en terugvordering van de WIA-uitkering die eiseres ontving over de jaren 2016 tot en met 2019. Eiseres heeft sinds 14 november 2014 een WIA-uitkering, laatstelijk berekend naar een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80-100%. Gedurende deze periode heeft zij pgb-gelden ontvangen voor de zorg van haar minderjarige zoon, maar deze inkomsten niet gemeld bij het Uwv. Het Uwv stelt dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden, wat heeft geleid tot de terugvordering van in totaal € 51.221,95.
De rechtbank heeft het beroep op 8 mei 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren. Eiseres betwist de schending van de inlichtingenplicht en stelt dat zij altijd openhartig is geweest over het ontvangen van pgb-gelden. De rechtbank oordeelt dat eiseres inderdaad haar verplichtingen niet is nagekomen, aangezien zij de pgb-inkomsten niet heeft doorgegeven, wat van invloed had moeten zijn op haar recht op WIA-uitkering. De rechtbank concludeert dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, ondanks de financiële gevolgen voor eiseres en haar gezin.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de besluiten van het Uwv om de WIA-uitkering te herzien en de ten onrechte ontvangen bedragen terug te vorderen, rechtmatig zijn. De rechtbank wijst erop dat eiseres de bescherming van de beslagvrije voet geniet en dat het Uwv na tien jaar kan besluiten om van verdere terugvordering af te zien. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 10 oktober 2023.