Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
[naam notaris] . Daaruit volgt dat zij niet op de hoogte was van de plannen van [eiser] met het door hem van [naam 1] geleende geld en dat er geen enkele aanleiding voor haar was om te veronderstellen dat makelaar [naam 2] zelf enig belang bij de overeenkomst tussen [naam 1] en [eiser] zou kunnen hebben. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] verwezen naar een e-mailbericht van [naam 2] aan de kandidaat-notaris van 18 december 2008. De rechtbank ziet daarin echter geen bewijs dat de notaris op de hoogte was van de doorlening aan [naam 2] . Dat [naam 2] partij was bij een van de leenconstructies blijkt namelijk niet uit deze e-mail. Andere bewijsstukken heeft [eiser] niet overgelegd. Gelet hierop is niet komen vast te staan dat de notaris wist van de geldleningsovereenkomst met [naam 2] .
5.De beslissing
16 augustus 2023.