ECLI:NL:RBLIM:2023:2473
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Ongeschiktheidsontslag van een politieambtenaar met verzoek tot voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 12 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een politieambtenaar die ongeschikt was bevonden voor zijn functie. De verzoeker, die sinds 29 juli 2019 in dienst was, had tegen een besluit van de korpschef bezwaar gemaakt, waarbij hem met ingang van 1 maart 2023 eervol ontslag was verleend op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, omdat de verweten gedragingen onvoldoende gemotiveerd waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat de korpschef niet voldoende had aangetoond dat de verzoeker ongeschikt was voor zijn functie, ondanks dat er meerdere meldingen en aangiften tegen hem waren gedaan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker in een financiële noodsituatie verkeert door het ontslag en dat hij niet in staat is om de beslissing op bezwaar af te wachten. De voorzieningenrechter heeft het bestreden besluit geschorst en bepaald dat de korpschef de loonbetaling aan de verzoeker moet hervatten tot de beslissing op bezwaar is genomen. Tevens is de korpschef veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker.