ECLI:NL:RBLIM:2023:24
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de schending van de inlichtingenplicht bij de aankoop van een auto door een bijstandsontvanger
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg op 3 januari 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een waarschuwing van het dagelijks bestuur van de intergemeentelijke sociale dienst Brunssum Landgraaf (ISDBOL) beoordeeld. Eiseres, die sinds 27 augustus 2018 een uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet, had niet gemeld dat zij sinds 21 september 2020 in het bezit was van een andere auto, een Opel Corsa, die zij had geruild voor haar oude auto, een Seat Arosa. Het dagelijks bestuur had eiseres een waarschuwing opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht, maar eiseres betwistte dit en stelde dat de waarde van de nieuwe auto gelijk was aan de waarde van de oude auto, waardoor haar vermogen niet was veranderd.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is. De rechtbank stelt vast dat de aanschafwaarde van de Opel Corsa overeenkomt met de verkoopopbrengst van de Seat Arosa, wat betekent dat er sprake is van een vervangingsvermoeden. Dit houdt in dat eiseres niet verplicht was om de aankoop van de auto te melden, omdat de waarde van haar vermogen niet was gewijzigd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het dagelijks bestuur en herroept het primaire besluit, waardoor eiseres gelijk krijgt. Tevens wordt het dagelijks bestuur veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 2.868,-.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het dagelijks bestuur om zorgvuldig te toetsen of een wijziging in de situatie van een bijstandsontvanger daadwerkelijk invloed heeft op het recht op bijstand. De rechtbank concludeert dat in dit geval geen schending van de inlichtingenplicht heeft plaatsgevonden, en dat eiseres recht heeft op terugbetaling van het griffierecht en vergoeding van haar proceskosten.