ECLI:NL:RBLIM:2023:2353

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
03.062024.22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot aanranding door tennisleraar met minderjarige slachtoffers

Op 4 april 2023 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een tennisleraar, die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met twee minderjarige slachtoffers. De verdachte heeft in de periode van 1 juni 2021 tot en met 30 september 2021 geprobeerd om een minderjarige, genaamd [benadeelde partij 1], te dwingen tot het verrichten van seksuele handelingen, waaronder het masturberen voor de camera en samen douchen. De rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar, ondersteund door screenshots van berichten die de verdachte had gestuurd. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van het aanranden van een andere minderjarige, [benadeelde partij 2], tijdens een carnavalsfeest in februari 2020. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan poging tot aanranding en aanranding, maar sprak hem vrij van andere tenlastegelegde feiten. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een taakstraf van 120 uren. Tevens werd schadevergoeding toegewezen aan beide slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.062024.22
tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 4 april 2023
in de strafzaak tegen
[naam verdachte] ,
geboren te [Geboorteplaats verdachte] op [Geboortedatum verdachte] 1993,
wonende te [Woonadres verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 21 maart 2023. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De slachtoffers [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. De gemachtigden van de benadeelde partijen zijn op de zitting gehoord. De rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:in de periode van 1 juni 2021 tot en met 30 september 2021 heeft geprobeerd om de minderjarige [benadeelde partij 1] , die aan zijn zorg en/of opleiding was toevertrouwd, aan te randen (primair), dan wel heeft geprobeerd om [benadeelde partij 1] te verleiden (subsidiair), dan wel heeft geprobeerd om hem te dwingen iets te doen of te dulden (meer subsidiair).
Feit 2:in de periode van [Geboortedatum benadeelde 2] 2017 tot en met 31 december 2020 [benadeelde partij 2] heeft aangerand (primair), dan wel ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding toevertrouwde [benadeelde partij 2] , terwijl zij op dat moment minderjarig was (subsidiair).
Feit 3:in de periode van [Geboortedatum benadeelde 2] 2015 tot en met 3 december 2017 ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding toevertrouwde [benadeelde partij 2] , terwijl zij op dat moment de leeftijd van 16 jaren nog niet heeft bereikt (primair) dan wel ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding toevertrouwde minderjarige [benadeelde partij 2] (subsidiair).

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft tot een bewezenverklaring gerekwireerd van het primair ten laste gelegde onder feit 1. Hiertoe heeft hij verwezen naar de aangifte van [benadeelde partij 1] (hierna [benadeelde partij 1] ) die de officier van justitie betrouwbaar en consistent acht. Voorts heeft de officier van justitie verwezen naar de whatsappberichten in het dossier die de verdachte naar [benadeelde partij 1] heeft gestuurd en de verklaring van getuige [Getuige] , die de berichten van de verdachte aan [benadeelde partij 1] heeft gezien op de telefoon van [benadeelde partij 1] . Verder verwijst de officier van justitie naar de verklaring van getuige [Getuige 2] die verklaart dat hij vergelijkbare berichten van de verdachte heeft ontvangen en de verklaring van getuige [Getuige 3] , de moeder van [benadeelde partij 1] , die in de zomer 2021 een gedragsverandering zag bij [benadeelde partij 1] . Ten aanzien van de dwang heeft de officier van justitie verwezen naar het verschil in positie, het grote leeftijdsverschil en de toon van de berichten. De verklaring van verdachte dat hij slechts advies gaf over masturbatie nadat hem daarom was gevraagd acht de officier van justitie volstrekt onaannemelijk.
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 acht de officier van justitie ook het primair ten laste gelegde bewezen. Voor de bewezenverklaring van feit 2 primair heeft hij verwezen naar de aangifte van [benadeelde partij 2] (hierna: [benadeelde partij 2] ), die hij betrouwbaar en consistent acht en naar de verklaring van getuige [Getuige 4] . Daarnaast heeft getuige [Getuige 5] verklaard dat zij kort na het gebeuren op het Knaltibal heeft waargenomen dat [benadeelde partij 2] aan het huilen was. De officier van justitie acht ook bewezen dat de verdachte [benadeelde partij 2] heeft gemasseerd (feit 3). Haar verklaring vindt op dat punt ondersteuning in de verklaring van getuige [Getuige 6] die heeft verklaard dat hij van [benadeelde partij 2] heeft gehoord dat zij vroeger massages kreeg van haar tennisleraar. Getuige [Getuige 7] verklaart dat de verdachte haar ook heeft gemasseerd in het verleden. Ook het wrijven over het bovenbeen van [benadeelde partij 2] acht de officier van justitie bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde onder de feiten 1, 2 en 3, omdat er geen wettig en overtuigend bewijs is.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verklaringen van [benadeelde partij 1] niet consistent zijn en daarmee niet betrouwbaar.
Ten aanzien van de feiten 2 en 3 heeft de raadsvrouw eveneens aangevoerd dat de verklaringen van [benadeelde partij 2] zeer wisselend zijn en op verschillende punten innerlijk tegenstrijdig, hetgeen haar verklaringen onbetrouwbaar en ongeloofwaardig maakt.
Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het dossier onvoldoende steunbewijs bevat om tot een bewezenverklaring van de feiten te kunnen komen. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw daarnaast aangevoerd dat geen bewezenverklaring kan volgen langs de weg van schakelbewijs, omdat geen sprake is van soortgelijke handelingen of een modus operandi.
Meer subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van feit 1 niet kan worden bewezen dat sprake is geweest van dwang. Het enkele feit dat de verdachte de tennisleraar was van [benadeelde partij 1] en ouder is dan [benadeelde partij 1] , is onvoldoende om dwang bewezen te verklaren.
Ten aanzien van feit 2 subsidiair heeft de raadsvrouw zich meer subsidiair op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van dit feit omdat gedragingen die niet resulteren in het plegen van een feitelijke seksuele handeling of begin van uitvoering daartoe, buiten de reikwijdte van artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht vallen.
Ten aanzien van het masseren en aanrakingen van [benadeelde partij 2] heeft de raadsvrouw meer subsidiair aangevoerd dat, mocht de rechtbank bewezen achten dat dit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, dit niet als ontuchtig handelen kan worden aangemerkt en dat geen sprake is van dwang (feit 3).
Ten aanzien van de vraag of het knijpen in de billen van [benadeelde partij 2] als ontuchtige handeling kan worden aangemerkt, heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van feit 1 primair (de poging aanranding van [benadeelde partij 1] ) en feit 2 primair (aanranding van [benadeelde partij 2] ), met dien verstande dat naar het oordeel van de rechtbank alleen de aanranding op 22 februari 2020 bewezen kan worden. Ten aanzien van feit 3 (ontucht met [benadeelde partij 2] in de periode van 4 december 2015 tot en met 3 december 2017 ) komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring en daarvan zal de verdachte worden vrijgesproken.
De rechtbank zal hieronder uitleggen hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
Juridisch kader
In een zedenzaak doet zich vaak de situatie voor dat alleen het slachtoffer en de verdachte aanwezig zijn geweest bij de ten laste gelegde handelingen en dat zij allebei iets anders verklaren over wat er is gebeurd. Alleen de verklaring van de aangever is, zelfs als die betrouwbaar is, onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Daar staat tegenover dat – op grond van inmiddels vaste rechtspraak – in zedenzaken een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de verklaringen van het slachtoffer voldoende wettig bewijs kan opleveren. Of sprake is van voldoende steunbewijs is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat de aanranding als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangeefster of aangever, als die betrouwbaar wordt bevonden, op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen die afkomstig zijn van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (slachtoffer) heeft afgelegd. Enkel een de auditu-verklaring (“van horen zeggen”) levert op zichzelf niet voldoende steunbewijs op. Wél kan een verklaring van een getuige die (mede) een zelfstandige, eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van de aangeefster/aangever op het moment dat het strafbare feit plaatsvindt, of vlak daarna, voldoende steunbewijs opleveren voor het bewezen verklaarde. [2]
Vrijspraak feit 3
In dit geval bevat het dossier, naast de verklaringen van [benadeelde partij 2] , ook verklaringen van getuigen [Getuige 7] , [Getuige 6] en [Getuige] . Weliswaar ondersteunen sommige van deze verklaringen de verklaringen van [benadeelde partij 2] op onderdelen, maar de getuigen hebben over de ten laste gelegde feiten alleen verklaard wat zij van [benadeelde partij 2] zelf hebben gehoord. Hierdoor is de informatie die zij geven afkomstig uit één en dezelfde bron, namelijk, [benadeelde partij 2] . Dit betekent, nu de verdachte uitdrukkelijk ontkent, dat onvoldoende steunbewijs is voor de verklaringen van [benadeelde partij 2] over het masseren van haar rug, het kussen en het aanraken aan of op de billen in de tenlastegelegde periode.
Hoewel de rechtbank op basis van de verklaringen in het dossier wel kan vaststellen dat verdachte in zijn functie als tennistrainer - ook al in de periode dat [benadeelde partij 2] de leeftijd van 16 nog niet had bereikt - bepaalde grenzen van professionaliteit flink heeft overschreden – wat hij zelf ook heeft toegegeven – kan de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte ten aanzien van feit 3 een strafrechtelijk relevante grens heeft overschreden. Zelfs als het zo zou zijn dat de verdachte in die periode [benadeelde partij 2] wel eens een tik op/tegen haar billen heeft gegeven, dan nog -hoe onprofessioneel dan ook in zijn functie- kan de rechtbank niet vaststellen dat dit een ontuchtig karakter heeft gehad. Vandaar dat de rechtbank de verdachte zal vrijspreken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde onder feit 3.
Dit is anders voor de feiten 1 en deels voor feit 2
Feit 1
Bewijsmiddelen
Naar aanleiding van een melding namens tennisvereniging [Naam tennisvereniging] van een overtreding overeenkomstig het reglement seksuele intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak (hierna: ISR), heeft er een onderzoek plaatsgevonden waarbij meerdere onderzoeksgesprekken hebben plaatsgevonden. Deze gesprekken zijn opgenomen in het onderzoeksrapport van het ISR.
Op 14 september 2021 heeft een gesprek plaatsgevonden met [benadeelde partij 1] , waarin hij onder meer het volgende heeft verklaard.
Het gaat over [naam verdachte] (hierna: de verdachte). Ik ken de verdachte al heel lang. Op mijn 14e ben ik overgestapt naar tennisvereniging [Naam tennisvereniging] en werd de verdachte mijn tennisleraar. Ik had 3 keer per week les van de verdachte, 2 keer per week privé les en 1 keer in een groep. Alles was super leuk tot aan het begin van de zomervakantie 2021. Ik was toen 16 jaar oud. Ik kreeg iedere dag berichtjes van de verdachte via Snapchat. De verdachte wilde dat ik me 2 á 3 keer per dag aftrok. Tijdens het Summer Event wilde hij daar zelfs bij zijn. Hij wilde ook dat ik daar foto’s en filmpjes van stuurde. De verdachte heeft ook voorgesteld om samen te douchen, ik zei hem dat ik thuis ging douchen. Er zijn nog meer voorbeelden van, onder andere dat ik me moest aftrekken voordat ik ging slapen. Hij vroeg ook of ik me wilde aftrekken waar hij bij was. Ik zag ook dat hij meerdere keren in de nacht had gebeld. Op donderdag 2 september 2021 heeft hij in de ochtend gestuurd: ‘mij blind vertrouwen dat je weet je’. Het waren allemaal appjes waar ik nooit nee op durfde zeggen. Ik heb nooit foto’s of filmpjes gestuurd en ik heb ook nooit samen gedoucht. Dat sloeg ik allemaal af. Donderdagavond op de club wilde hij dat ik tussen 21:00 en 23:00 uur me zou aftrekken op de club. Verder appte hij ‘en je doet het ook he, geen gezeik’. [3] Ik heb er die avond niet meer op gereageerd. In de ochtend stuurde de verdachte dan weer een bericht: ‘echt boos gemaakt, afspraak maken en verzetten en dan vervolgens thuis komen en niet nakomen en mij laten wachten. Dus ik maak een laatste poging om te shinen jongen. Douchen op de club doe je waar ik bij ben’. [4] Ik was heel bang om met hem alleen te zijn, hij kwam altijd heel dichtbij. [5]
Hij wilde dat ik iedere dag 2 tot 3 keer seksuele handelingen verrichtte. Ik heb er altijd smoesjes voor bedacht. Hij wilde weten hoe lang ik het deed en hoe ik het deed. Hij kwam aan met onnozele tips, zoals doe het met 2 vingers of je hele hand gebruiken. [6]
Diverse berichten zijn tijdens het onderzoeksgesprek voorgelezen en als bijlage bijgevoegd en bevinden zich in het dossier. In de screenshots van de berichten die de verdachte naar [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 1] naar verdachte heeft gestuurd staat het volgende vermeld:

[naam verdachte]: En je doet het ook hé. Geen gezoek. Gezeik. Yo. Langzaam Ready?’

[naam verdachte]: Echt boos gemaakt, afspraak maken en verzetten en dan vervolgens thuis komen en niet nakomen en mij laten wachten. Dus ik maak er laatste poging van om te shinen jongen? Douche op de club doe je en bij mij ergens vanavond ik bij ben’

Ik: Ik douche vandaag niet op de club, thuis’

[naam verdachte]: Okay. Maar dan wat je zou doen voor je ging slapen en gewoon mij laat wachten voor niks… Doe je dat dan. En bij mij erna ergens komt wel goed kijken we eventjes’

Ik: Ja heb hele avond niet meer op m’n tel gezeten. Ik kijk op m’n telefoon in de ochtend en denk wtf is aan de hand waarom heeft hij zo vaak gebeld’

[naam verdachte]: Ja dat is geen excuus toch? Jij met mij wat afspreekt en wacht tot half 2 ofzo en ik zeg ja klopt maar was vergeten zat niet meer op telefoon.. toch ook niet echt leuk? Snap je toch wel hoop ik’. [7]
Daarnaast bevat het onderzoeksrapport van de ISR een screenshot van gemiste oproepen van [naam verdachte] via Snapchat-audio en WhatsApp-audio om 01:29, 01:35 en 01:36. [8]
Op 22 februari 2022 heeft [benadeelde partij 1] aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard.
Het is in het begin van de zomervakantie van 2021 begonnen. Het heeft geduurd tot het einde van de vakantie. [9]
De verdachte heeft mij gevraagd om mezelf af te trekken en daar filmpjes en foto’s van te maken, ook waar hij bij was. Hij wilde samen douchen bij de tennisclub. Dit was op het tenniskamp. De verdachte appte mij dan de hele dag door. Dit deed de verdachte zo’n 6 á 7 weken achter elkaar. Ik moest het altijd doen en zeker 2 á 3 keer per dag. [10] Hij vroeg altijd, 6 a 7 weken lang, stuur mij als je begint en klaar bent. Ik heb dat nooit gedaan. Ik stuurde wel berichtjes dat ik begon en direct daarna dat ik klaar was. Ik zat dan op het terras of zo. [naam verdachte] stuurde dan een berichtje terug dat dat wel heel snel was. Ik stuurde dat berichtje dan om er maar vanaf te komen. [11]
Ook moest ik douchen met hem. Hij noemde het nooit bij naam, maar altijd ‘shinen’ of ‘boosten’. Als ik dat namelijk deed dan kreeg ik een boost en ging ik beter tennissen. Ik heb dat aftrekken nooit gedaan omdat hij dat vroeg. Ook heb ik nooit samen met hem gedoucht. Eén keer stond ik op de tennisclub te douchen en toen kwam hij binnen. Ik heb mij toen snel afgedroogd en ben weggegaan terwijl ik nog niet eens klaar was met douchen. Dit was aan het einde van de zomervakantie, ik denk begin september 2021. Ik was ook bang. Hij kwam heel dicht bij mij staan. Hij zocht heel veel fysiek contact met mij. [12]
Op 21 september 2021 heeft een eveneens een onderzoeksgesprek plaatsgevonden met
getuige [Getuige 2] , waarin hij onder meer het volgende heeft verklaard.
Ik ben hier omdat mijn trainer [naam verdachte] (de verdachte) ook naar mij ongepaste berichten heeft gestuurd en dingen wilde doen. Vanaf mijn 11e jaar ben ik lid van tennisvereniging [Naam tennisvereniging] . Tijdens het Summer Event sprak ik [benadeelde partij 1] . Hij gaf aan dat de verdachte had aangegeven met hem te willen douchen. Hij wilde daar foto’s en filmpjes van hebben waarbij hij zat te masturberen en dat soort dingen. Bij mij heeft hij ook gevraagd naar mijn masturbeer leven en zo. Dat is gezond voor je, dat moet je zeker twee keer per dag doen daar gaat je tennisniveau op vooruit en dergelijke dingen. Ik heb twee jaar een vriendin en ook over ons seksleven wilde hij dingen weten. [13]
Op 22 februari 2022 heeft getuige [Getuige 2] , de moeder van [benadeelde partij 1] , een verklaring afgelegd, waarin zij onder meer het volgende heeft verklaard.
Tijdens het tennistoernooi in de zomer in 2021 had ik de indruk dat het niet helemaal goed verliep tussen [benadeelde partij 1] en de verdachte. [benadeelde partij 1] begon af en toe negatiever te praten. Hij was vaker aan het mopperen over de verdachte. Ik merkte hieraan dat het niet lekker ging tussen hun. Verder is mij nog opgevallen dat [benadeelde partij 1] tijdens het Summer Event bij zijn eigen tennisclub de eerste twee dagen wel op de club deed douchen. De laatste dag wilde hij absoluut niet douchen op de club en heb ik [benadeelde partij 1] naar huis gebracht zodat hij thuis kon douchen en daarna weer terug gebracht. [14]
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij in de tenlastegelegde periode [benadeelde partij 1] ’s tennisleraar was en dat hij inderdaad de berichten, waarvan de screenshots zich in het dossier bevinden, heeft verstuurd naar [benadeelde partij 1] .
Bewijsoverwegingen
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [benadeelde partij 1] .
[benadeelde partij 1] heeft twee verklaringen afgelegd over hetgeen tijdens het Summer Event in de zomer van 2021 heeft plaatsgevonden. Zijn verklaring tijdens het gesprek in het onderzoek van ISR op 14 september 2021, stemt niet alleen op essentiële, maar ook op schijnbaar ondergeschikte onderdelen overeen met de inhoud van zijn aangifte bijna vijf maanden later.
Dat de inhoud van de aangifte van [benadeelde partij 1] niet gehéél overeenkomt met zijn eerdere verklaring bij ISR doet daaraan niet af.
De rechtbank vindt hierbij van belang dat [benadeelde partij 1] aangaf het moeilijk te vinden om aangifte tegen de verdachte te doen, omdat hij zijn leven niet kapot wilde maken. [benadeelde partij 1] spreekt ook in zeer positieve zin over de verdachte. Zo heeft [benadeelde partij 1] verklaard dat de verdachte altijd heel betrokken was en veel deed voor de club. [benadeelde partij 1] zocht een nieuwe trainer en de verdachte doet altijd alles voor iedereen en daarom is [benadeelde partij 1] naar [Naam tennisvereniging] , de club waar de verdachte tennislessen gaf, gegaan. Gedurende zijn verklaringen heeft [benadeelde partij 1] zijn weergave van de gebeurtenissen en de rol van verdachte niet veranderd en ook niet groter of kleiner gemaakt.
Door de verdachte is nog ter zitting naar voren gebracht dat alles een “opzetje” van het toenmalige bestuur van de tennisclub is geweest, bedoeld om hem uit de club te werken, omdat hij -aldus de verdachte- te groot zou zijn geworden. Voor zover de verdachte hiermee bedoelt dat [benadeelde partij 1] en anderen door het bestuur zijn gevraagd of gestuurd om voor de verdachte negatieve verklaringen af te leggen, verwerpt de rechtbank dit verweer, nu voor deze gang van zaken geen begin van aannemelijkheid is gemaakt.
De rechtbank acht de verklaringen van [benadeelde partij 1] derhalve betrouwbaar.
Steunbewijs
[benadeelde partij 1] heeft verklaard dat hij veel berichten van de verdachte heeft ontvangen waarin deze aan hem vroeg om zich af te trekken en daar foto’s en filmpjes van te maken. De inhoud van de berichten waarvan [benadeelde partij 1] een screenshot heeft kunnen maken zijn volledig consistent met hetgeen [benadeelde partij 1] verklaart. Zijn verklaringen vinden, althans in hun context, bovendien ondersteuning in de verklaring van de getuige [Getuige 2] , die heeft verklaard dat hij ongeveer dezelfde berichten van de verdachte heeft ontvangen. De verklaring van [benadeelde partij 1] vindt daarnaast in belangrijke mate steun in de verklaring van zijn moeder, getuige [Getuige 3] , die verklaart over de plotselinge gedragsverandering van [benadeelde partij 1] in de tenlastegelegde periode, namelijk het gegeven dat hij plots niet meer wilde douchen op de club en dat hij in korte tijd van mening veranderde over de verdachte.
Alternatief scenario
De verdachte heeft ter terechtzitting een alternatief scenario geschetst, inhoudende dat de inhoud van de berichtjes zo moet worden gelezen dat [benadeelde partij 1] de verdachte om tips vroeg over masturberen en dat de verdachte daar in algemene zin antwoord op gaf. De reden dat de verdachte [benadeelde partij 1] ’s nachts heeft gebeld en berichten heeft gestuurd zou zijn omdat hij met [benadeelde partij 1] had afgesproken dat [benadeelde partij 1] foto’s of filmpjes zou sturen van vrouwen waarop hij viel en daar zat de verdachte op te wachten. De verdachte zag het als plagen en hij belde [benadeelde partij 1] ’s nachts omdat hij wilde weten of [benadeelde partij 1] goed was thuis gekomen.
De rechtbank acht deze verklaring volstrekt onaannemelijk. Nog daargelaten dat het onaannemelijk is dat een 16-jarige jongen zijn tennisleraar om advies over masturberen vraagt, geldt dat de verklaring van verdachte haaks staat op de inhoud van de berichten. Hieruit blijkt immers dat geen sprake is van een grap. De verdachte beveelt [benadeelde partij 1] om te douchen op de club en om iets te doen voor het slapengaan. De verdachte geeft bovendien te kennen dat hij boos is.
Ontuchtige handelingen en dwang
Uit bovenstaande volgt dat de verdachte [benadeelde partij 1] onder meer heeft gevraagd/bevolen zich af te trekken voor een camera en/of in het bijzijn van de verdachte, en aan [benadeelde partij 1] heeft gevraagd om samen met hem te douchen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte [benadeelde partij 1] ook willen dwingen tot het verrichten van deze ontuchtige handelingen. De verdachte is de tennisleraar van [benadeelde partij 1] en is aanzienlijk ouder dan [benadeelde partij 1] . [benadeelde partij 1] keek enorm tegen hem op. De verdachte heeft gedurende meerdere weken tijdens het Summer Event elke dag op [benadeelde partij 1] druk uitgeoefend. De toon van de berichten die de verdachte aan [benadeelde partij 1] stuurde was, blijkens de berichten waarvan screenshots zijn, zéér dwingend. De verdachte belde [benadeelde partij 1] bovendien midden in de nacht tot driemaal toe, toen hij zijn zin niet kreeg. De verdachte heeft, kortom, misbruik gemaakt van zijn autoriteit als tennisleraar en volwassene, heeft zeer aanzienlijke psychische druk op [benadeelde partij 1] uitgeoefend teneinde zijn zin te krijgen en heeft op die wijze [benadeelde partij 1] gepoogd te dwingen tot het verrichten van ontuchtige handelingen.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde onder feit 1 wettig en overtuigend is bewezen.
Feit 2
Bewijsmiddelen
Op 14 september 2021 heeft tijdens het onderzoek van ISR een gesprek plaatsgevonden met [benadeelde partij 2] , waarin zij onder meer het volgende heeft verklaard.
Ik ben begonnen met tennissen bij tennisvereniging [Naam tennisvereniging] toen ik acht jaar oud was. [naam verdachte] (de verdachte) is altijd een hele goede trainer geweest. Hij zorgde voor een hechte band met alle tennisleden. Ik wil nu iets zeggen over carnaval 2020. Het was carnaval en het was in de Music Dome in Kerkrade. Ik was daar met mijn vriendin en het was op het einde van de avond. Ik wilde al naar huis gaan met mijn vriendin en wij kwamen hem (de rechtbank begrijpt: de verdachte) net onder aan de trap tegen. Hij begroette mij met ‘He [benadeelde partij 2] , kom drankje doen’. ‘Is jouw vriend hier?’ Ik zei ‘nee’. Hij zei oke en hij begon mij onmiddellijk aan te raken. Hij begon mijn kont vast te houden, gewoon knijpen, kusjes geven en dichtbij en vies. Mijn connecties zagen dat en kwamen mij meteen halen. Ik zei tegen de verdachte ‘ik ga weg’. Hij vroeg waar ik ging slapen. Ik zei dat ik bij mijn vriendinnen zou gaan slapen. Hij vroeg aan mij ‘kom bij mij slapen, ik regel wel een taxi’. Ik zei dat ik niet bij hem hoefde te slapen en dat ik bij mijn vriendinnen zou slapen. Hij zei dat ik wist dat hij een lekker bedje had en hij bleef zeggen dat hij een taxi zou regelen en dat ik bij hem moest blijven slapen. Ik zei ‘nee, ik ga nu naar huis’. Hij gaf mij weer een knuffel en weer een kusje op mijn wang en toen fluisterde hij in mijn oor: ‘jammer hoor, want je weet hoe leuke deze avond was afgelopen als je geen vriend had’. Ik liep naar buiten met mijn vriendinnen en ik begon onmiddellijk te huilen. Heel eerlijk: ik was natuurlijk ook wat dronken, maar ik was helemaal in paniek ‘mijn trainer zit aan mij’. […] Ik had volgens mij een kort rokje aan. Het was zelfs een beetje onder mijn rokje. [15]
Op 8 november 2021 heeft [benadeelde partij 2] aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard.
De aanranding is gebeurd tijdens het Knaltibal op 22 februari 2020, ergens tussen 03:00 uur en 05:00 uur. Het was op het einde van het feestje. Op weg naar de uitgang kwam ik de verdachte tegen. Hij zag mij ook en zei ‘Hé [benadeelde partij 2] ’. Hij was heel enthousiast, ik kreeg kusjes op mijn wangen en toen begon hij ook meteen met knijpen in mijn billen. Meteen hierna vroeg hij of mijn vriend er was. Ik zei: ‘nee’. Hierna bood hij mij een drankje aan. Ik heb samen met hem een drankje gedronken. Hierna zei de verdachte meteen: ‘waar slaap je vanavond, kom bij mij slapen, ik heb een lekker bedje, ik betaal de taxi, dan kun je met mij mee naar huis’. Hij bleef daarna de hele tijd aan mij vragen of ik die avond bij hem bleef slapen. Hij bleef ook aan mij zitten, aan mijn kont en zo. Ik zei dat ik niet met hem naar huis ging omdat ik met mijn vriendinnen naar huis ging. Terwijl ik nog bij de verdachte stond, bleef ik een beetje seinen naar een vriend van mij, zo van: "help, help".
Die vriend die zag dat gelukkig en kwam naar ons toe. Die vriend deed zijn arm om mij heen en zei iets van: "kom, we gaan". Ik ben met die vriend naar buiten gelopen. Op het moment dat ik wegliep zei de verdachte: ’Jammer, dat je een vriend hebt, want je weet hoe leuk deze avond had kunnen aflopen’. Ik heb daar niks meer op gezegd. Ik had de tranen in mijn ogen staan en toen ik buiten stond heb ik meteen met mijn vriend gebeld.
Op het moment dat we aan het praten waren, stond de verdachte heel dicht bij. Hij praatte ook in mijn oren. Op dat moment kneep hij met een van zijn handen in mijn billen. Eigenlijk bleef hij constant die knijpende beweging met zijn handen maken. Hij bleef dus eigenlijk de hele tijd in mijn billen knijpen.
De verdachte kuste een van mijn wangen, met zijn lippen. Dat was ook gedurende dat gesprek een paar keer. Regelmatig, als hij dan iets in mijn oren zei, dan kuste hij mij ook op mijn wang. Ik weet nog wel dat ik dacht: "ik moet hier echt weg". Ik durfde dat gewoon niet. Misschien was ik toch een beetje bang van hem. Hij was mijn trainer, stond toch wat boven mij. Dat is altijd al zo geweest. [16]
Op 16 december 2021 is [Getuige 3] als getuige door de politie gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard.
Ik was op het Knaltibal in Kerkrade. Op een gegeven moment zag ik [benadeelde partij 2] daar staan. Ik zag een man bij haar staan, die zat de hele tijd aan haar, van achteren, aan haar kont en hing steeds over haar heen. Die man leek mij een stuk ouder. [benadeelde partij 2] keek me de hele tijd aan, een beetje bang. Ik zag aan de manier hoe ze naar mij keek dat de situatie waarin ze was niet helemaal klopte. [benadeelde partij 2] keek steeds naar me alsof ze wilde zeggen "help me help me". Op een gegeven moment ben ik er heen gelopen en heb ik [benadeelde partij 2] meegenomen naar de kluisjes.
Ik zag dat die man de hele tijd met zijn hand aan haar kont zat. [benadeelde partij 2] stond aan een tafel en die man hing een beetje over haar heen, met zijn hoofd over haar schouder. Die man was een stuk groter dan [benadeelde partij 2] dus hij stond een beetje voorover gebukt met zijn hoofd over haar schouder dicht tegen haar aan. Ik zag dat de hand van die man bewoog, dat hij over de kont van [benadeelde partij 2] wreef en dat hij in haar billen kneep. [17]
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij die avond in februari 2020 inderdaad met vrienden op het Knaltibal in Kerkrade was. Tegen het einde van het feest kwam hij [benadeelde partij 2] tegen en hebben ze samen een drankje gedronken. Hij heeft [benadeelde partij 2] een kusje op haar wang gegeven. De verdachte heeft aangeboden om haar thuis te brengen, omdat ze veel alcohol had gedronken.
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [benadeelde partij 2] .
[benadeelde partij 2] heeft twee verklaringen afgelegd over hetgeen tijdens het Knaltibal in de nacht van 21 op 22 februari 2020 is gebeurd. Haar verklaring tijdens het gesprek in het onderzoek van ISR op 14 september 2021, stemt niet alleen op essentiële, maar ook op schijnbaar ondergeschikte onderdelen overeen met de inhoud van haar aangifte bijna twee maanden later. Dat de aangifte van [benadeelde partij 2] niet geheel overeenkomt met haar eerdere verklaring bij ISR doet daaraan niet af.
Wat de rechtbank hierover bij het bespreken van de betrouwbaarheid van de verklaring van [benadeelde partij 1] heeft overwogen ten aanzien van het door de verdachte gestelde “opzetje” van het toenmalige bestuur geldt eveneens ten aanzien van de verklaring van [benadeelde partij 2] .
De rechtbank acht haar verklaringen derhalve betrouwbaar.
Steunbewijs
De verklaringen van [benadeelde partij 2] vinden in belangrijke mate steun in de verklaring van getuige [Getuige 4] , die verklaart dat de verdachte heel dicht tegen [benadeelde partij 2] stond, over haar heen hing en steeds aan haar billen zat en dat het duidelijk was dat [benadeelde partij 2] hier niet van was gediend.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband bezien, is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde onder feit 2 wettig en overtuigend is bewezen. De dwang volgt duidelijk uit de verklaringen van zowel [benadeelde partij 2] als de getuige [Getuige 4] en het ontuchtige karakter volgt uit de plekken waar de verdachte [benadeelde partij 2] , tegen haar wil, heeft aangeraakt.
Partiële vrijspraak feit 2
Onder feit 2 zijn nog meer handelingen over een langere periode tenlastegelegd. Voor het merendeel wordt de verklaring van [benadeelde partij 2] hierover niet ondersteund door ander bewijs in het dossier. Dit geldt voor het masseren/strelen van haar onderrug, het geven van kussen anders dan op 22 februari 2020, het aanraken van haar billen anders dan op 22 februari 2020 en het brengen van zijn handen onder haar rok, anders dan op 22 februari 2020. Getuigen hebben alleen verklaard over dingen die zij van [benadeelde partij 2] hebben gehoord. Hierdoor is de informatie afkomstig uit één en dezelfde bron
[benadeelde partij 2] verklaart nog over een situatie die zich heeft voorgedaan toen zij 19 jaar oud was. Ze vertelt hierover in het gesprek met ISR dat ze toen- samen met anderen- bij de verdachte thuis was en dat de verdachte haar steeds aan de binnenkant van haar bovenbeen aanraakte en dat zij zijn hand steeds wegsloeg. Deze verklaring wordt ondersteund door de verklaring van [Getuige] afgelegd bij ISR. [Getuige] zegt dit te hebben waargenomen. De rechtbank vindt echter dat niet is komen vast te staan dat deze handeling, zoals die door [benadeelde partij 2] en [Getuige] wordt beschreven als ontuchtig kan worden bestempeld.
Om die reden zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het masseren van de rug van [benadeelde partij 2] en het aanraken/betasten van het bovenbeen. Ten aanzien van de overige gedachtestreepjes geldt dat de verdachte zal worden vrijgesproken voor zover die handelingen niet hebben plaatsgevonden op 22 februari 2020.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1 primair
in de periode van 01 juni 2021 tot en met 30 september 2021 in Nederland,
meermalen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door een andere feitelijkheid een aan zijn zorg en opleiding toevertrouwde minderjarige, genaamd [benadeelde partij 1] (geboren op [Geboortedatum benadeelde 1] 2005) te dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen, te weten het
- masturberen (voor een in werking gestelde camera) en
- masturberen in het bijzijn van hem, verdachte, en
- samen met hem, verdachte, douchen,
meermalen,
- aan die [benadeelde partij 1] heeft gevraagd of deze zich af wilde trekken en of die [benadeelde partij 1] daar foto's en filmpjes van wilde maken en of die [benadeelde partij 1] zich af wilde trekken in het bijzijn van hem, verdachte, en of die [benadeelde partij 1] met hem, verdachte, samen wilde douchen en
- tegen die [benadeelde partij 1] heeft gezegd dat hij zich twee of drie keer per dag moest aftrekken en dat als die [benadeelde partij 1] dat zou doen, die [benadeelde partij 1] een boost zou krijgen en beter zou gaan tennissen en dat die [benadeelde partij 1] zich moest aftrekken voordat hij ging slapen en
- de doucheruimte bij tennisvereniging [Naam tennisvereniging] heeft betreden, terwijl die [benadeelde partij 1] daar stond te douchen en
- via WhatsApp en/of Snapchat een of meer chatberichten naar die [benadeelde partij 1] heeft gestuurd met daarin de woorden van de strekking: "En je doet het ook hè, geen gezeik!" en "Echt boos gemaakt, afspraak maken en verzetten en dan vervolgens thuis komen en niet nakomen en mij laten wachten. Dus ik maak er laatste poging van om te shinen jongen! Douche op de club doe je en bij mij ergens vanavond ik bij ben." en "Okay. Maar dan wat je zou doen voor je ging slapen en gewoon mij laten wachten voor niks ..... Doe je dat dan. En bij mij erna ergens komt wel goed kijken we eventjes." en "Ja dat is geen excuus toch? Jij met mij wat afspreekt en wacht tot half 2 ofzo en ik zeg ja klopt maar was vergeten zat niet meer op de telefoon. Toch ook niet echt leuk? Snap je toch wel hoop ik." en "Mij blind vertrouwen, dat weet je." en
- telkens als die [benadeelde partij 1] niet op zijn, verdachtes, chatberichten reageerde, naar die [benadeelde partij 1] heeft gebeld ook midden in de nacht en
- aan die [benadeelde partij 1] heeft gevraagd hoe hij masturbeerde en hoe lang en
- aan die [benadeelde partij 1] tips heeft gegeven m.b.t. het masturberen en (via chatberichten) aan die [benadeelde partij 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): "Doe het met twee vingers of gebruik je hele hand." en
- daarbij telkens misbruik heeft gemaakt van het psychisch overwicht dat hij, verdachte, op die [benadeelde partij 1] o.a. gezien het aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [benadeelde partij 1] en
- daarbij telkens misbruik heeft gemaakt van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, dat hij als tennnisleraar/trainer/instructeur van die [benadeelde partij 1] , op die [benadeelde partij 1] had en in die hoedanigheid misbruik heeft gemaakt van de gezagsverhouding die hij dientengevolge ten aanzien van die [benadeelde partij 1] had en van de vertrouwensband die hij met die [benadeelde partij 1] in de loop der jaren had opgebouwd en van de loyaliteit van die [benadeelde partij 1] , die daardoor in de loop der jaren ten aanzien van hem, verdachte, is ontstaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 2 primair
op 22 februari 2020 in de gemeente Kerkrade, door een andere feitelijkheid [benadeelde partij 2] , heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het
- kussen van die [benadeelde partij 2] en
- brengen van zijn, verdachtes, hand onder de rok van die [benadeelde partij 2] en
- aanraken en betasten en strelen van en wrijven over of knijpen in de billen van die [benadeelde partij 2] , bestaande die een andere feitelijkheid hierin dat verdachte
- heel dicht bij die [benadeelde partij 2] is gaan staan en
- zijn, verdachtes, hoofd en mond naar en in de richting van en dicht bij het gezicht en het oor van die [benadeelde partij 2] heeft gebracht en
- aan die [benadeelde partij 2] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): "Waar slaap je vanavond?" en "Kom je bij mij slapen, ik heb een lekker bedje, ik betaal de taxi, dan kun je met mij mee naar huis." en "Jammer dat je een vriend hebt, want je weet hoe leuk deze avond had kunnen aflopen!" en
- die [benadeelde partij 2] (terwijl hij met haar in gesprek was) onverhoeds heeft gekust en
- zijn verdachtes hand(en) onverhoeds heeft gebracht onder de rok en van die [benadeelde partij 2] en
- de bil(len) van die [benadeelde partij 2] onverhoeds heeft aangeraakt en /of betast en/of gestreeld en/of onverhoeds over de bil(len) van die [benadeelde partij 2] heeft gewreven en/of onverhoeds in de bil(len) van die [benadeelde partij 2] heeft geknepen en/of
- ( vervolgens) (constant) knijpende bewegingen in de bil(len) van die [benadeelde partij 2] is blijven maken en/of is blijven knijpen in de bil(len) van die [benadeelde partij 2] en
- daarbij misbruik heeft gemaakt van het psychisch en lichamelijk overwicht dat hij, verdachte, op die [benadeelde partij 2] o.a. gezien het aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [benadeelde partij 2] had en
- misbruik heeft gemaakt van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, dat hij als tennnisleraar/trainer/instructeur van die [benadeelde partij 2] , op die [benadeelde partij 2] had en (in die hoedanigheid) misbruik heeft gemaakt van de gezagsverhouding die hij (dientengevolge) ten aanzien van die [benadeelde partij 2] had en van de vertrouwensband die hij met die [benadeelde partij 2] in de loop der jaren had opgebouwd en van de loyaliteit van die [benadeelde partij 2] , die in de loop der jaren ten aanzien van hem, verdachte, is ontstaan,
waardoor verdachte die [benadeelde partij 2] in een bedreigende situatie heeft gebracht, waarin zij zich niet kon en durfde te verzetten tegen of te onttrekken aan die ontuchtige handelingen en daaraan geen of onvoldoende weerstand kon en durfde te bieden en een zodanige situatie voor die [benadeelde partij 2] heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handelingen niet kon of wist te voorkomen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1 primair:
poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid, begaan tegen een aan zijn zorg en opleiding toevertrouwde minderjarige
feit 2 primair:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daaraan de volgende bijzondere voorwaarden gekoppeld: een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan totstandkoming van een diagnose,
behandeling en begeleiding indien de reclassering dat nodig acht.
Gelet op de omstandigheid dat de verdachte nog altijd als tennisleraar werkzaam is en hij vanaf september 2023 weer junioren mag trainen, dienen de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd aan de verdachte een taakstraf van 240 uren op te leggen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met het blanco strafblad van de verdacht en de gevolgen die de feiten voor de verdachte en zijn carrière hebben gehad. De raadsvrouw acht een voorwaardelijke taakstraf in onderhavige zaak passend.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van de feiten
De verdachte was al sinds jonge leeftijd tennisleraar bij [Naam tennisvereniging] . Kennelijk was hij ook een goede leraar, want zo wordt hij in het dossier door heel veel mensen beschreven. Slechts een enkeling kan zich niet vinden in zijn manier van lesgeven.
Tennis was zijn lust en zijn leven en dat probeerde hij ook over te brengen op zijn pupillen.
Die pupillen liepen met hem weg. Zo verklaart [benadeelde partij 1] dat de verdachte alles voor iedereen over had en niets te veel voor hem was. Hij beschrijft hem als een heel fijn persoon, die hem super goed heeft opgenomen in de club. [benadeelde partij 1] , die zegt moeite te hebben mensen te vertrouwen, vertrouwde de verdachte helemaal.
Ook [benadeelde partij 2] beschrijft de verdachte als een hele blije, zorgzame man. Iemand die altijd aandacht had voor hoe het met haar ging en ook zag als het niet zo goed met haar ging.
Ook anderen dan aangevers verklaren in die zin over de verdachte.
Duidelijk komt ook uit het dossier naar voren dat de verdachte in zijn betrokkenheid bij zijn pupillen wel heel ver gaat. Zo nodigt hij geregeld pupillen bij hem thuis uit om, zoals hij het verklaart, “te chillen”, waarbij ook alcohol geschonken wordt.
Ook vraagt hij aan pupillen of ze naar bepaalde feestjes gaan om daar vervolgens zelf ook te verschijnen.
Hij communiceert met zijn pupillen o.a. via whatsapp en snapchat op een wijze die op sommige momenten verre van professioneel te noemen is. Zo spreekt hij [benadeelde partij 2] geregeld aan met “popje” en worden er over en weer ook vaak digitale kusjes uitgewisseld.
Ondanks deze manier van omgang met zijn pupillen, waarbij het lijkt alsof de verdachte deel wilde uitmaken van hun “peergroup”, bleef de verdachte toch hun tennisleraar, iemand waartegen werd opgekeken en die fors ouder was dan zij waren.
Zijn pupillen (en hun ouders) vertrouwden hem en zijn pupillen zijn -zo blijkt uit hun aarzeling om aangifte te doen- loyaal aan hem.
Van dit vertrouwen, dat hij door zijn positie genoot en die loyaliteit heeft de verdachte op grove wijze misbruik gemaakt.
Bij [benadeelde partij 1] door op een zeer dwingende wijze te proberen hem zover te krijgen om foto’s en filmpjes van zichzelf te sturen terwijl hij aan het masturberen was en erop aan te sturen om samen met hem, de verdachte, te douchen, Bij [benadeelde partij 2] door haar op een carnavalsfeest vast te pakken, te zoenen en in haar billen te knijpen. Veelzeggend was de inhoud van de ter zitting voorgelezen slachtofferverklaringen. Beide slachtoffers worstelen enorm met de vraag of ze nog ooit iemand kunnen vertrouwen, omdat door de verdachte van het grote vertrouwen dat hij van beiden genoot, schandelijk misbruik is gemaakt. Beiden hebben ook nu nog veel last van hetgeen hen is overkomen. Zo geeft [benadeelde partij 1] aan dat hij niet meer tennist, omdat door het gebeuren, hij zijn interesse in die sport totaal verloren heeft.
Minderjarigen en jongvolwassenen bevinden zich in een gevoelige ontwikkelingsfase van hun leven. Zij moeten gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht worden niet of in onvoldoende mate in staat te zijn zelf hun seksuele integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien. Zij genieten daarom op seksueel gebied bescherming tegen oudere, verder ontwikkelde volwassenen, zoals de verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte zich had moeten realiseren dat sprake was van een ongelijkwaardige en voor de slachtoffers (psychisch) schadelijke situatie. Tussen de verdachte en beide slachtoffers bestond een aanzienlijk leeftijdsverschil en was, omdat de verdachte hun tennisleraar was, sprake van een afhankelijkheidsrelatie. [benadeelde partij 2] verklaart hierover bij haar aangifte, dat ze tijdens het gebeuren een beetje bang was, omdat de verdachte haar tennisleraar was en toch boven haar stond.
De rechtbank neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij verklaart dat niet hij, maar [benadeelde partij 1] degene was die het initiatief nam om met hem over masturberen te praten. Daarmee schuift hij alle verantwoordelijkheid voor zijn handelen af. Ten aanzien van [benadeelde partij 2] zegt de verdachte dat hij niet altijd professioneel met haar heeft gecommuniceerd, maar ontkent hij dat hij iets strafrechtelijks heeft gedaan. Ook daarmee iedere verantwoordelijkheid voor het gebeuren op 22 februari 2020 afschuivend. Sterker nog: hij doet het voorkomen alsof hij [benadeelde partij 2] wilde beschermen door haar, omdat zij volgens de verdachte erg dronken was, aan te bieden naar huis te brengen.
Persoon van de verdachte
De verdachte heeft alleen maar aangegeven dat het hele gebeuren -en daarmee bedoelt hij het onderzoek van ISR en de aangifte- veel nadelige gevolgen voor hem heeft gehad, maar hij heeft op geen enkel moment aangegeven dat hij zich bewust is van het gegeven dat zijn handelen schade bij [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] heeft veroorzaakt.
Uit onderzoek van de psycholoog en het rapport van de reclassering komt niets naar voren waarmee rekening bij een eventuele strafoplegging moet worden gehouden. Er wordt echter wel aangegeven dat het lijkt alsof de verdachte niet het achterste van zijn tong laat zien en dat hij zich sociaal wenselijk opstelt. Dit werd -naar het oordeel van de rechtbank-
bevestigd door het onderzoek ter terechtzitting en de wijze waarop de verdachte aldaar verklaarde.
De verdachte heeft een schikkingsaanbod van ISR geaccepteerd, waardoor hij tot september 2023 geen les mag geven aan minderjarigen. Voor het overige kan hij zijn werkzaamheden als tennisleraar gewoon voortzetten en dat heeft hij ook gedaan.
Gepaste straf
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte door zijn handelen een serieuze inbreuk heeft gemaakt op de psychische en lichamelijke integriteit van [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 1] . Echter zij acht die inbreuk niet dermate ernstig dat gesproken kan worden van een situatie als bedoeld in artikel 22b Sr. Dat betekent dat er ruimte is om aan de verdachte een taakstraf op te leggen. Dit vindt de rechtbank echter niet voldoende om de ernst van de feiten te benadrukken. Daarom zal zij, naast de taakstraf ook een gevangenisstraf opleggen, echter in voorwaardelijke vorm. De voorwaardelijke gevangenisstraf vindt de rechtbank ook noodzakelijk omdat de verdachte er nog steeds niet van overtuigd is dat hij strafrechtelijk heeft gehandeld, bij de psycholoog en de reclassering niet het achterste van zijn tong lijkt hebben laten zien en gelet op het gegeven dat de schorsing, die is opgelegd door ISR in september 2023 afloopt en de verdachte dan weer tennisles aan minderjarigen kan gaan geven.
De rechtbank zal, gelet op de inhoud van beide eerder genoemde rapporten, geen bijzondere voorwaarden verbinden aan de voorwaardelijke veroordeling.
Conclusie
Bovengenoemde omstandigheden tezamen hebben de rechtbank er toe doen besluiten om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren alsmede een taakstraf van 120 uren.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij 1]
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] vordert schadevergoeding ten bedrage van € 1.000,00, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente te berekenen vanaf
30 september 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening.
[benadeelde partij 2]
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert schadevergoeding ten bedrage van € 3.000,00, bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente te berekenen vanaf
31 december 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
[benadeelde partij 1]
De officier van justitie acht de vordering geheel toewijsbaar. Voorts vordert hij de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte op te leggen voor het door de benadeelde gevorderde bedrag.
[benadeelde partij 2]
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag aan immateriële schade moet worden gematigd.
Voorts heeft de officier van justitie gevraagd het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
[benadeelde partij 1]
De raadsvrouw heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de vordering aangezien zij vrijspraak heeft bepleit. Subsidiair is de raadsvrouw van oordeel dat de vordering moet worden gematigd, gelet op de bedragen die in vergelijkbare zaken worden toegewezen.
[benadeelde partij 2]
De raadsvrouw heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de vordering aangezien zij vrijspraak heeft bepleit. Subsidiair is de raadsvrouw van oordeel dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, nu het gesteld psychisch letsel niet is onderbouwd.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde partij 1]
De rechtbank acht aannemelijk dat [benadeelde partij 1] immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van het bewezen verklaarde. Met het door hem gepleegde zedendelict heeft de verdachte inbreuk gemaakt op de integriteit en de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde partij 1] , waardoor hij in zijn persoon is aangetast. Gelet op het bepaalde in artikel 6:106 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek kan de vordering worden toegewezen.
De rechtbank zal de gevorderde schadevergoeding van € 1.000,00 geheel toewijzen. Dit bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal overeenkomstig de vordering daartoe, de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte opleggen voor het hiervoor vastgestelde bedrag van de schade van [benadeelde partij 1] .
[benadeelde partij 2]
Vast staat dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde immateriële schade is toegebracht. Op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade aangezien inbreuk is gemaakt op haar lichamelijke integriteit. De hoogte van de vordering is ter terechtzitting betwist. Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, begroot de rechtbank de immateriële schadevergoeding naar billijkheid op
€ 1.000,00. Dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente, te berekenen over de periode vanaf 22 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank zal overeenkomstig de vordering daartoe, de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte opleggen voor het hiervoor vastgestelde bedrag van de schade van [benadeelde partij 2] .

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 45, 57, 246 en 248 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het primair en subsidiair tenlastegelegde onder feit 3.
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een
  • veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
60 dagen;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staatten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde partij 1] , van
    € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 30 september 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
  • verklaart verzoekster voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staatten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde partij 2] , van
    € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 22 februari 2020 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter, mr. W. Loof en
mr. J.A.A.C. Claessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.M.J.G.A. van Hinsberg, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 4 april 2023.
Buiten staat
Mr. Claessen is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2021 tot en met 30 september 2021 in de gemeente Landgraaf en/of in de gemeente Brunssum, in elk geval in Nederland, meermalen, athans eenmaal, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid een aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, althans een persoon genaamd [benadeelde partij 1] (geboren op [Geboortedatum benadeelde 1] 2005) te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het
- masturberen (voor een in werking gestelde camera) en/of
- masturberen in het bijzijn van hem, verdachte, en/of
- samen met hem, verdachte, douchen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( heel dicht) bij die [benadeelde partij 1] is gaan en/of blijven staan en/of
- aan die [benadeelde partij 1] heeft gevraagd of deze zich af wilde trekken en/of of die [benadeelde partij 1] daar foto's en filmpjes van wilde maken en/of of die [benadeelde partij 1] zich af wilde trekken in het bijzijn van hem, verdachte, en/of of die [benadeelde partij 1] met hem, verdachte, samen wilde douchen en/of
- tegen die [benadeelde partij 1] heeft gezegd dat hij zich twee of drie keer per dag moest aftrekken en/of dat als die [benadeelde partij 1] dat zou doen, die [benadeelde partij 1] een boost zou krijgen en beter zou gaan tennissen en/of dat die [benadeelde partij 1] zich moest aftrekken voordat hij ging slapen en/of
- de doucheruimte bij tennisvereniging [Naam tennisvereniging] heeft betreden, terwijl die [benadeelde partij 1] daar stond te douchen en/of
- ( via WhatsApp en/of Snapchat) een of meer chatbericht(en) naar die [benadeelde partij 1] heeft gestuurd met daarin (de) woorden (van de strekking): "En je doet het ook hè, geen gezeik!" en/of "Echt boos gemaakt, afspraak maken en verzetten en dan vervolgens thuis komen en niet nakomen en mij laten wachten. Dus ik maak er laatste poging van om te shinen jongen! Douche op de club doe je en bij mij ergens vanavond ik bij ben." en/of "Okay. Maar dan wat je zou doen voor je ging slapen en gewoon mij laten wachten voor niks ..... Doe je dat dan. En bij mij erna ergens komt wel goed kijken we eventjes." en/of "Ja dat is geen excuus toch? Jij met mij wat afspreekt en wacht tot half 2 ofzo en ik zeg ja klopt maar was vergeten zat niet meer op de telefoon. Toch ook niet echt leuk? Snap je toch wel hoop ik." en/of "Mij blind vertrouwen, dat weet je." en/of "Vergeet je douchespullen niet!" en/of "Ik al komen douchen, of vind je dat nog te spannend." en/of "Je doet het maar tussen 9 en 11." en/of
- ( telkens) als die [benadeelde partij 1] niet op zijn, verdachtes, chatberichten reageerde, naar die [benadeelde partij 1] heeft gebeld (ook midden in de nacht) en/of
- aan die [benadeelde partij 1] heeft gevraagd hoe hij masturbeerde en/of hoe lang en/of
- aan die [benadeelde partij 1] tips heeft gegeven m.b.t. het masturberen en/of (via chatberichten) aan die [benadeelde partij 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): "Doe het met twee vingers of gebruik je hele hand." en/of
- ( daarbij) (telkens) misbruik heeft gemaakt van het psychisch en/of lichamelijk overwicht dat hij, verdachte, op die [benadeelde partij 1] (o.a. gezien het aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [benadeelde partij 1] ) had en/of
- ( daarbij) (telkens) misbruik heeft gemaakt van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, dat hij als tennnisleraar/trainer/instructeur van die [benadeelde partij 1] , op die [benadeelde partij 1] had en/of (in die hoedanigheid) misbruik heeft gemaakt van de gezagsverhouding die hij (dientengevolge) ten aanzien van die [benadeelde partij 1] had en/of van de vertrouwensband die hij met die [benadeelde partij 1] in de loop der jaren had opgebouwd en/of van de loyaliteit van die [benadeelde partij 1] , die (daardoor) in de loop der jaren ten aanzien van hem, verdachte, is ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art. 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
T.a.v. feit 2 primair:
Hij in of omstreeks de periode van [Geboortedatum benadeelde 2] 2017 tot en met 31 december 2020 in de gemeente Landgraaf en/of in de gemeente Kerkrade en/of in de gemeente Maastricht en/of in de gemeente Brunssum, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [benadeelde partij 2] , heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- masseren en/of betasten en/of strelen van en/of wrijven over (de onderrug van) die [benadeelde partij 2] en/of
- kussen van die [benadeelde partij 2] en/of
- aanraken en/of betasten en/of strelen van en/of wrijven over een (boven)been van die [benadeelde partij 2] en/of
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, hand(en) onder de rok, althans de kleding, van die [benadeelde partij 2] en/of
- aanraken en/of betasten en/of strelen van en/of wrijven over en/of (blijven) knijpen in en/of tikken op/tegen de bil(len) van die [benadeelde partij 2] , bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- tegen een persoon genaamd [benadeelde partij 2] , toen deze rugklachten had, heeft gezegd dat zij een keer een massage moesten doen en/of dat zij naar de tennisvereniging [Naam tennisvereniging] moest komen op (een) moment(en) dat er geen andere personen aanwezig waren en/of
- ( in de herenkleedkamer van de tennisvereniging [Naam tennisvereniging] ) het shirt en/of het topje van die [benadeelde partij 2] (gedeeltelijk) omhoog heeft gedaan en/of de rok en/of de string van die [benadeelde partij 2] (gedeeltelijk) omlaag heeft gedaan en/of
- ( de onderrug van) die [benadeelde partij 2] (gedurende een uur of 1,5 uur) heeft gemasseerd en/of betast en/of gestreeld en/of over (de onderrug van) die [benadeelde partij 2] heeft gewreven en/of
- die [benadeelde partij 2] onverhoeds heeft gekust en/of
- de bil(len) van die [benadeelde partij 2] onverhoeds heeft aangeraakt en/of betast en/of onverhoeds een tik op/tegen de bil(len) van die [benadeelde partij 2] heeft gegeven en/of
- ( heel dicht) bij en/of naast die [benadeelde partij 2] is gaan en/of blijven zitten en/of
- aan die [benadeelde partij 2] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): "Het is beter dat het uit is met je vriend." en/of "Ik kan dan veel meer voor jou betekenen in de toekomst." en/of
- onverhoeds het (boven)been van die [benadeelde partij 2] heeft aangeraakt en/of betast en/of gestreeld en/of over het (boven)been van die [benadeelde partij 2] heeft gewreven en/of
- ( heel dicht) bij en/of naast en/of tegen die [benadeelde partij 2] (aan) is gaan en/of blijven staan en/of
- zijn, verdachtes, hoofd en/of mond naar en/of in de richting van en/of dicht bij het gezicht en/of het oor en/of over een schouder van die [benadeelde partij 2] heeft bewogen en/of gebracht en/of
- aan die [benadeelde partij 2] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): "Waar slaap je vanavond?" en/of "Kom je bij mij slapen, ik heb een lekker bedje, ik betaal de taxi, dan kun je met mij mee naar huis." en/of "Jammer dat je een vriend hebt, want je weet hoe leuk deze avond had kunnen aflopen!" en/of
- die [benadeelde partij 2] (terwijl hij met haar in gesprek was) onverhoeds heeft gekust en/of
- zijn verdachtes hand(en) onverhoeds heeft gebracht onder de rok, althans de kleding, en/of op een heup van die [benadeelde partij 2] en/of
- de bil(len) van die [benadeelde partij 2] onverhoeds heeft aangeraakt en/of betast en/of gestreeld en/of onverhoeds over de bil(len) van die [benadeelde partij 2] heeft gewreven en/of onverhoeds in de bil(len) van die [benadeelde partij 2] heeft geknepen en/of
- ( vervolgens) (constant) knijpende bewegingen in de bil(len) van die [benadeelde partij 2] is blijven maken en/of is blijven knijpen in de bil(len) van die [benadeelde partij 2] en/of
- ( daarbij) misbruik heeft gemaakt van het psychisch en/of lichamelijk overwicht dat hij, verdachte, op die [benadeelde partij 2] (o.a. gezien het aanzienlijke leeftijdsverschil tussen hem, verdachte, en die [benadeelde partij 2] ) had en/of
- ( daarbij) misbruik heeft gemaakt van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, dat hij als tennnisleraar/trainer/instructeur van die [benadeelde partij 2] , op die [benadeelde partij 2] had en/of (in die hoedanigheid) misbruik heeft gemaakt van de gezagsverhouding die hij (dientengevolge) ten aanzien van die [benadeelde partij 2] had en/of van de vertrouwensband die hij met die [benadeelde partij 2] in de loop der jaren had opgebouwd en/of van de loyaliteit van die [benadeelde partij 2] , die (daardoor) in de loop der jaren ten aanzien van hem, verdachte, is ontstaan,
waardoor verdachte (aldus) voor die [benadeelde partij 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/of die [benadeelde partij 2] in een situatie heeft gebracht, waarin zij zich niet kon en/of durfde te verzetten tegen en/of te onttrekken aan die ontuchtige handelingen en/of daaraan geen of onvoldoende weerstand kon en/of durfde te bieden en/of een zodanige situatie voor die [benadeelde partij 2] heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handelingen niet kon of wist te voorkomen;
T.a.v. feit 3 primair:
hij in of omstreeks de periode van 04 december 2015 tot en met 03 december 2017 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland.
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
met een aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, althans met een persoon genaamd [benadeelde partij 2] , geboren op [Geboortedatum benadeelde 2] 2001, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( gedeeltelijk) omhoog doen van het shirt en/of het topje van die [benadeelde partij 2] en/of (gedeeltelijk) omlaag doen van de rok en/of de string van die [benadeelde partij 2] en/of
- masseren en/of betasten en/of strelen van en/of wrijven over (de onderrug van) die [benadeelde partij 2] en/of
- kussen van die [benadeelde partij 2] en/of
- aanraken en/of betasten van en/of geven van een tik op/tegen de bil(len) van die [benadeelde partij 2] ;
( art 248 lid 2 Wetboek van Strafrecht )
T.a.v. feit 3 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 04 december 2015 tot en met 03 december 2017 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
ontucht heeft gepleegd met een aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [benadeelde partij 2] , geboren op [Geboortedatum benadeelde 2] 2001,
door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- het shirt en/of het topje van die [benadeelde partij 2] (gedeeltelijk) omhoog te doen en/of de rok en/of de string van die [benadeelde partij 2] (gedeeltelijk) omlaag te doen en/of
- ( de onderrug van) die [benadeelde partij 2] te masseren en/of te betasten en/of te strelen en/of over (de onderrug van) die [benadeelde partij 2] te wrijven en/of
- die [benadeelde partij 2] te kussen en/of
- de bil(len) van die [benadeelde partij 2] aan te raken en/of te betasten en/of een tik op/tegen de bil(len) van die [benadeelde partij 2] te geven;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, afdeling thematische opsporing, team zeden, proces-verbaalnummer PL2300-2022024420, gesloten d.d. 11 maart 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 240, alsmede de niet-doorgenummerde stukken.
2.HR 13 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2452 en HR 10 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1117.
3.Het onderzoeksrapport ISR, screenshot Snapchatbericht, dossierpagina 219.
4.Het onderzoeksrapport ISR, screenshot Snapchatbericht, dossierpagina 219.
5.Het onderzoeksrapport ISR, gespreksverslag [benadeelde partij 1] , dossierpagina’s 88 tot en met 90.
6.Het onderzoeksrapport ISR, gespreksverslag [benadeelde partij 1] , dossierpagina’s 88 tot en met 93.
7.Het onderzoeksrapport ISR, screenshot Snapchatbericht, dossierpagina’s 220 en 221.
8.Het onderzoeksrapport ISR, screenshot meldingen op telefoon, dossierpagina 218.
9.Het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 1] , dossierpagina 32.
10.Het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 1] , dossierpagina 31.
11.Het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 1] , dossierpagina 33.
12.Het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 1] , dossierpagina 31.
13.Het onderzoeksrapport ISR, gespreksverslag [benadeelde partij 1] , dossierpagina’s 142 tot en met 144.
14.Het proces-verbaal van verhoor getuige [Getuige 2] , dossierpagina 37.
15.Het onderzoeksrapport ISR, gespreksverslag [benadeelde partij 2] , dossierpagina 101.
16.Het proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 2] , dossierpagina’s 7 tot en met 9.
17.Het proces-verbaal van verhoor getuige J [Getuige 4] , dossierpagina’s 16 en 17.