ECLI:NL:RBLIM:2023:2101
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en nevenverzoeken met betrekking tot huwelijksgoederenregime en draagplicht bij helfte
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 20 maart 2023 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op 22 juli 2022 in Brunssum zijn gehuwd. De vrouw heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, stellende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De man heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen, aangezien het niet is weersproken en op de wet is gegrond.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om het huurrecht van de woning aan [adres 1] te [woonplaats] toe te kennen. Dit verzoek is eveneens toegewezen, omdat het niet is weersproken. De vrouw heeft ook verzocht om de verdeling van de gemeenschap van goederen, waarbij zij heeft aangegeven dat, indien partijen niet tot overeenstemming komen, zij een bevel tot verdeling wenst. De rechtbank heeft de beslissing hierover aangehouden in afwachting van verdere informatie van de vrouw.
Een belangrijk aspect van de zaak betreft de draagplicht voor schulden. De vrouw heeft verzocht om een 100% draagplicht voor de man voor zijn vóór het huwelijk ontstane schulden. De rechtbank heeft echter aangegeven dat zij onvoldoende informatie heeft om te beoordelen of deze schulden gemeenschapsschulden zijn of privéschulden van de man. De rechtbank heeft de vrouw de gelegenheid geboden om binnen vier weken nadere informatie te verstrekken. De rechtbank heeft de beslissing over de proceskosten aangehouden, gezien de aanhouding van een onderdeel van het verzoek.
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de vrouw in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken te reageren op de beslissing. De man krijgt ook de gelegenheid om te reageren op de akte van de vrouw. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan voor de duur van twee maanden.