In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 23 september 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Sylvan Nederland B.V. en de curator van Substraatbedrijf Horst B.V. Sylvan vorderde inzage in de administratie van de failliete onderneming, omdat zij meende dat er gefraudeerd was met het broed voor de teelt van paddenstoelen. De rechtbank oordeelde dat Sylvan voldoende aannemelijk had gemaakt dat er een onrechtmatige daad had plaatsgevonden, maar dat de vordering op basis van artikel 3:15j BW werd afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat Sylvan rechtmatig belang had bij inzage in bepaalde bescheiden, met name die betrekking hebben op de inkopen en verkopen van Substraatbedrijf Horst in de jaren 2016 en 2017. De curator werd veroordeeld om binnen twee weken inzage te verlenen in de gevraagde documenten en om kopieën daarvan te verstrekken. Tevens werd de curator in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.