ECLI:NL:RBLIM:2022:7163

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
ROE 22/82
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering van eiseres na herbeoordeling door UWV

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 21 september 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV over haar WIA-uitkering. Eiseres, die sinds 2011 arbeidsongeschikt is, had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar arbeidsongeschiktheidspercentage, dat door het UWV was vastgesteld op 69,32%. Eiseres was van mening dat haar medische beperkingen niet correct waren ingeschat en dat zij volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft de processtukken en de medische rapporten van de verzekeringsartsen van het UWV bestudeerd. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres op 1 januari 2021 voor 69,32% arbeidsongeschikt is. De rechtbank oordeelt dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig zijn opgesteld en voldoen aan de vereisten van zorgvuldigheid, begrijpelijkheid en consistentie. Eiseres heeft onvoldoende medische onderbouwing gepresenteerd om aan te tonen dat haar beperkingen ernstiger zijn dan door het UWV is vastgesteld. De rechtbank wijst het verzoek van eiseres om een onafhankelijke medische deskundige in te schakelen af, omdat de medische beoordeling van het UWV voldoende onderbouwd is. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de beslissing van het UWV om de WIA-uitkering te berekenen op basis van 69,32% arbeidsongeschiktheid wordt bevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 22/82

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. W.C. de Jonge),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, het UVW
(gemachtigde: mr. D.E.C. Veugen).

Procesverloop

Met het besluit van 29 april 2021 (het primaire besluit) heeft het UWV de uitkering van eiseres op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) met ingang van 1 januari 2021 aangepast, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 68,81%.
Met het besluit van 7 december 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres gegrond verklaard, het besluit van 29 april 2021 deels herroepen en bepaald dat de WIA-uitkering van eiseres met ingang van 1 januari 2021 wordt berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 69,32%.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is bij de rechtbank behandeld op de Teams-zitting van 13 september 2022. Eiseres was aanwezig samen met haar gemachtigde. Het UWV heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Wat ging er aan deze procedure vooraf?

1. Eiseres werkte als verpleegkundige bij Stichting Viecuri Medisch Centrum voor Noord-Limburg (hierna: (ex)werkgever) voor gemiddeld 29,18 uur per week. Zij heeft zich op 13 augustus 2011 wegens gezondheidsklachten ziekgemeld voor dit werk. In het kader van haar re-integratie heeft eiseres bij haar (ex)werkgever hervat in andere werkzaamheden, namelijk die van applicatiebeheerder.
2. Eiseres ontving vanaf 11 augustus 2014 een loongerelateerde Werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) op grond van de Wet WIA, waarbij haar mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 47,38%. De mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres is in 2016 verhoogd naar 50,07%. Naar aanleiding van een aanvraag van de (ex)werkgever om een herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres heeft het UWV een medisch en arbeidskundig onderzoek verricht. Op grond van de resultaten hiervan is het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiseres per 30 mei 2017 vastgesteld op 51,15%. Vanaf 11 juni 2017 ontving eiseres een WGA-vervolguitkering.
3. Met de brief (met bijlagen) van 3 maart 2021 heeft eiseres verzocht om een herbeoordeling van haar mate van arbeidsongeschiktheid. Naar aanleiding hiervan heeft het UWV een medisch en arbeidskundig onderzoek verricht.
4. Een verzekeringsarts van het UWV heeft eiseres onderzocht en aan de hand van alle beschikbare medische gegevens beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn. Deze beperkingen heeft de verzekeringsarts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 29 maart 2021. Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat eiseres (nog steeds) niet geschikt is voor haar eigen werk als verpleegkundige, maar dat er drie functies (en twee restfuncties) zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog wel zou kunnen uitvoeren. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van deze drie voor de schatting gebruikte functies 31,19% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 68,81%. Volgens de arbeidsdeskundige kan eiseres een bedrag van € 1.134,78 bruto per maand verdienen. Daarom is de WIA-uitkering van eiseres per 1 januari 2021 aangepast, berekend naar dit arbeidsongeschiktheidspercentage.
5. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de beperkingen niet juist vastgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft daarom op 24 november 2021 een gewijzigde FML opgesteld. In verband met de gewijzigde FML heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep opnieuw het CBBS geraadpleegd. Van de drie – aan de schatting ten grondslag gelegde – functies bleken twee functies in verband met de gewijzigde FML niet langer geschikt te zijn. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft daarom twee nieuwe functies geduid. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres met de middelste van deze drie functies 30,68% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is bepaald op 69,32%. Volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep kan eiseres een bedrag van € 1.123,63 verdienen. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat vindt eiseres?

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij verwijst in eerste instantie naar al hetgeen zij in bezwaar naar voren heeft gebracht. Zij vindt dat haar medische beperkingen zijn onderschat. Ook baseert het UWV zich op medische gegevens die een onvolledig beeld geven van haar gezondheidstoestand. Eiseres wijst op de medische informatie in het dossier, in het bijzonder op het rapport van Ergatis van 31 december 2020 en het rapport met betrekking tot de in Zwitserland verrichte psychiatrische en neurologische expertise. Eiseres vindt het onbegrijpelijk dat de conclusie van het Zwitserse onderzoek, dat zij volledig arbeidsongeschikt is en dat haar lange tijd adequate behandelingen zijn ontnomen, niet wordt overgenomen door het UWV en dat de Centrale Raad van Beroep dit ook nog goedkeurt. Het arrest Korosec wordt hierdoor onjuist toegepast. Eiseres vindt dat haar mate van arbeidsongeschiktheid moet worden vastgesteld op 80 tot 100%, dan wel dat zij in aanmerking dient te worden gebracht voor een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA-uitkering), omdat er geen behandelingen meer zijn die redelijkerwijs een verbetering van de belastbaarheid kunnen geven. Eiseres claimt dat zij vanaf 13 augustus 2011 volledig arbeidsongeschikt is op medische en arbeidskundige gronden. Eiseres onderbouwt haar standpunt met een brief van het centrum voor neuropsychiatrie van 23 november 2020, een brief van een psychiater en psycholoog van Lionarons van 12 april 2021, een brief van een psychiater en psycholoog van Lionarons van 22 december 2021 en een vragenlijst ingevuld door eiseres gedateerd op 21 december 2021. Tijdens de zitting heeft eiseres verzocht om een onafhankelijke medische deskundige in te schakelen.

Waarover gaat het gaat in deze?

7. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres op 1 januari 2021 voor 69,32% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht.

Wat vindt de rechtbank?

8
.De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 1 januari 2021 voor 69,32% arbeidsongeschikt is. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
9. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
10. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. De verzekeringsarts heeft eiseres op het spreekuur gezien en psychisch onderzocht. Verder is betrokken de inhoud van het rapport van Ergatis. De verzekeringsarts beschrijft onder andere de klachten van eiseres, de diagnose en de prognose.
11. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport heroverwogen. Hij heeft het dossier met daarin informatie van de behandelaars bestudeerd en kennisgenomen van het rapport van Ergatis. Ook heeft hij eiseres gesproken op de hoorzitting en na de hoorzitting heeft een medisch (lichamelijk en psychisch) onderzoek plaatsgevonden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft een gewijzigde FML van 24 november 2021 opgesteld met beperkingen op het vlak van persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
12. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars en de expertise van Ergatis betrokken in zijn beoordeling. Er is geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep aspecten van de gezondheidstoestand van eiseres heeft gemist. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
De medische beoordeling
13. De verzekeringsarts gaat uit van de diagnose depressieve episode/aanpassingsproblematiek met depressieve stemming en pijnklachten bewegingsapparaat. Bij het onderzoek zijn (deels) toegenomen gezondheidsproblemen geconstateerd. Deze zijn grotendeels rechtstreeks het gevolg van ziekte en/of gebrek. In de FML neemt de verzekeringsarts beperkingen op voor persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft aan dat de FML, die is opgesteld door de verzekeringsarts van Ergatis, inzichtelijk en beargumenteerd is. Dat de FML van 29 maart 2021 daarvan afwijkt is volgens hem niet beargumenteerd. Dit samen gezien met zijn eigen onderzoek is hij van mening dat de door Ergatis vastgestelde beperkingen plausibel en correct zijn en grotendeels dienen te worden overgenomen. De FML wordt dan ook op deze punten aangepast. Bovendien volgt uit zijn eigen onderzoek dat een beperking nodig is voor knielen en hurken, heeft eiseres bij het overeind komen uit geknielde of gehurkte houding een steunpunt voor de handen nodig en is het dragen van beschermende middelen beperkt. Eiseres heeft in bezwaar de door Ergatis vastgestelde urenbeperking van 6 uur per dag/30 uur per week betwist omdat deze beperking onvoldoende zou zijn. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet in de medische gegevens echter geen aanleiding een forsere urenbeperking aan te nemen. De in de FML van 24 november 2021 vastgelegde urenbeperking komt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep tegemoet aan een zekere mate van medisch plausibele vergrote rustbehoefte en geven gecombineerd met de uitsluiting van nachtelijk en avond werk en het uitsluiten van onregelmatige werktijden voldoende tijd voor (extra) rust en recuperatie, zodat tegemoet gekomen wordt aan een zekere mate van een energetische beperking, het garanderen van regelmaat en het voorkomen van klachten toename. De psychische en lichamelijke klachten van eiseres maken deze urenbeperking wel plausibel. Met betrekking tot de beschikbaarheid is per datum in geding geen urenbeperking te stellen, omdat de behandeling bij Lionarons destijds nog niet begonnen was. Voor verdere aanpassingen van de door Ergatis geadviseerde beperkingen ziet de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanleiding. De bevindingen van zijn onderzoek wijzen niet op aanwezigheid van nog andere beperkingen.
15. Eiseres stelt dat uit het Zwitsers onderzoek volgt dat zij vanaf 13 augustus 2011 volledig arbeidsongeschikt is en dat de verzekeringsartsen dat hadden moeten overnemen. Eiseres claimt dat zij vanaf 13 augustus 2011 dan ook volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Voorop staat dat de datum 13 augustus 2011 hier niet in geding is. Over de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres per deze datum en data hierna zijn eerder besluiten genomen door het UWV en daartegen heeft eiseres procedures gevoerd, laatstelijk nog bij de Centrale Raad van Beroep (inzake de datum 30 mei 2017). De Centrale Raad van Beroep heeft in die uitspraak [1] al een oordeel gegeven over dit rapport en de vraag in hoeverre de conclusies uit die psychiatrische en neurologische expertise van invloed zijn op de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres. De rechtbank ziet geen aanleiding om daar nu een andere visie op te hebben. Daarbij is ook het arrest Korosec betrokken. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat uit het arrest Korosec niet volgt dat verzekeringsartsen van het UWV gegevens uit brieven of rapporten van behandelaars of expertiseonderzoeken (in zijn geheel) moeten overnemen. De rechtbank overweegt verder dat de verzekeringsartsen voldoende hebben gemotiveerd dat eiseres duurzaam benutbare mogelijkheden heeft en daarom niet volledig arbeidsongeschikt is op medische gronden. Terecht hebben de verzekeringsartsen een FML opgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft nagenoeg alle door Ergatis voorgestelde beperkingen overgenomen in de FML van 24 november 2021 en daar bovendien nog twee beperkingen aan toegevoegd. Daarbij is genoegzaam gemotiveerd waarom de andere door Ergatis voorgestelde beperkingen niet zijn overgenomen. De stelling van eiseres, dat de door Ergatis voorgestelde en door de verzekeringsarts overgenomen urenbeperking onvoldoende is, wordt evenmin gevolgd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom kan worden volstaan met de urenbeperking zoals aangenomen. Dat een verdere urenbeperking had moeten worden aangenomen heeft eiseres niet met medische gegevens onderbouwd. De medische gegevens die eiseres in beroep heeft overgelegd maken niet voldoende aannemelijk dat zij op medische gronden volledig arbeidsongeschikt is dan wel forsere beperkingen heeft tot het verrichten van arbeid. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 9 september 2022 aangegeven dat de diagnose PTSS wel is erkend. De informatie van de behandelaars in combinatie met zijn eigen onderzoeksbevindingen geven voldoende argumenten om ervan uit te kunnen gaan dat eiseres per de datum in geding geen beperkingen had op cognitief belastende aspecten in de FML. De informatie van Lionarons is van na de datum in geding en bevat geen onderzoeksbevindingen. De depressie die hierin wordt genoemd is door het UWV erkend en meegenomen in de beoordeling van de verzekeringsartsen en de FML. Tijdens de zitting heeft eiseres voor het eerst aangevoerd dat zij niet in staat is om met gevaarlijke machines te werken en auto te rijden in verband met de medicatie die zij gebruikt. Dat de medicatie tot dit risico kan leiden heeft eiseres onvoldoende onderbouwd, waardoor dit geen aanleiding geeft om de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet te volgen in zijn beoordeling. Daarnaast is in de FML van 24 november 2021 een beperking aangenomen voor persoonlijk risico met betrekking tot werk aan of met gevaarlijke machines. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing van de klachten die eiseres ervaart.
16. Eiseres vindt dat de rechtbank een onafhankelijk medisch deskundige moet benoemen omdat er twijfel is over de medische beoordeling. De rechtbank vindt, zoals overwogen onder rechtsoverweging 15, dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de medische grondslag van het bestreden besluit voldoende heeft onderbouwd en waarom de medische stukken die eiseres heeft toegestuurd niet tot meer of andere beperkingen moeten leiden. De rechtbank heeft dan ook geen reden om te twijfelen aan de medische
beoordeling. Dit maakt dat de rechtbank het verzoek om een deskundige te benoemen afwijst.
17. De rechtbank komt tot de slotsom dat eiseres op de datum in geding in staat moet worden geacht arbeid te verrichten die in overeenstemming is met de voor haar vastgestelde medische belastbaarheid, zoals verwoord in de FML van 24 november 2021.
De arbeidskundige beoordeling
18. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen, zoals weergegeven in de FML van 24 november 2021, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken. De arbeidsdeskundigen hebben in hun rapporten en de resultaat functiebeoordeling voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. Daarbij zijn de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De beroepsgrond van eiseres, dat het UWV in redelijkheid geen technische beroepen kan duiden, omdat zij geen technische achtergrond heeft, volgt de rechtbank dan ook niet. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 7 september 2022 voldoende toegelicht waarom in geen van de geduide functies een technische opleiding dan wel technische ervaring wordt vereist. De rechtbank vindt dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres met de middelste van de drie geduide functies 30,68% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als verpleegkundige, zodat eiseres voor de overige 69,32% arbeidsongeschikt is. Omdat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 80 tot 100% is, komt de rechtbank niet toe aan de claim van eiseres dat zij een IVA-uitkering moet krijgen.
20. Zowel tijdens de zitting als uit het dossier is voor de rechtbank duidelijk naar voren gekomen dat eiseres veel heeft meegemaakt omtrent haar gestelde rol als klokkenluider en de problemen die zij heeft ervaren met (de re-integratie bij) haar (ex-)werkgever. Hoezeer de rechtbank de door eiseres ervaren situatie betreurt doet dit niet af aan de medische en arbeidskundige onderbouwing van het bestreden besluit.
21. Tot slot heeft eiseres gewezen op alles wat zij in bezwaar naar voren heeft gebracht en zij verzoekt dat in beroep als herhaald en ingelast te beschouwen. De rechtbank stelt vast dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de argumenten van eiseres in bezwaar kenbaar hebben betrokken bij hun overwegingen. Eiseres heeft niet aangegeven dat zij daarbij bepaalde argumenten niet hebben besproken dan wel dat de reactie op haar bezwaargronden volgens haar tekortschiet, zodat de rechtbank geen grond heeft gezien om hiervoor alsnog op de bezwaargronden in te gaan.

De conclusie van de rechtbank

22. Het UWV heeft de WIA‑uitkering van eiseres terecht berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 69,32%.
23. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 21 september 2022 door mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Maas, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op 21 september 2022.
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Uitspraak van 6 mei 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1239.