In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 8 september 2022, wordt het beroep van PSI Support B.V. tegen de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming onder de derde tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW-3) behandeld. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden is gebeurd, omdat op de peildatum van 26 augustus 2020 een nulaangifte bekend was. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep, waarin is vastgesteld dat een nulaangifte loongegevens bevat waar de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vanuit moet gaan. De rechtbank concludeert dat er geen ruimte is om van deze peildatum af te wijken en dat de loongegevens die op die datum beschikbaar waren, bepalend zijn voor de beoordeling van de aanvraag.
De procedure begon met de aanvraag van eiseres op 11 december 2020, die op 23 december 2020 door de minister werd afgewezen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd op 26 februari 2021 ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 18 augustus 2022 heeft de rechtbank de argumenten van eiseres en de minister gehoord. Eiseres betoogde dat zij in juni 2020 loonkosten had gemaakt, maar de rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft afgezien van de correcties die na de peildatum zijn ingediend. De rechtbank bevestigt dat de peildatum een harde datum is, die al vanaf de eerste tranche van de NOW als zodanig wordt beschouwd.
De rechtbank concludeert dat de minister bij het bepalen van de loonsom gebruik moest maken van de loongegevens die op de peildatum beschikbaar waren. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond van eiseres over het gebruik van de nulaangifte niet slaagt en dat de keuze voor de harde peildatum niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft en eiseres geen recht heeft op de tegemoetkoming NOW-3.