ECLI:NL:RBLIM:2022:6436

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 augustus 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
C/03/289626 / HA ZA 21-132
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vorderingen tegen verkoopster en taxateur wegens onjuiste bestemming van aangekochte woning

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 17 augustus 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiseres in conventie en meerdere gedaagden, waaronder de verkoopster van een woning en taxateurs. De eiseres had een woning gekocht die volgens haar als bedrijfswoning was bestemd, maar zij was niet op de hoogte van deze bestemming. De eiseres vorderde schadevergoeding en ontbinding van de koopovereenkomst, omdat zij meende dat de gedaagden haar niet correct hadden geïnformeerd over de bestemming van de woning. De rechtbank oordeelde dat de eiseres op de hoogte was van de bestemming bedrijfswoning en dat de gedaagden niet tekortgeschoten waren in hun informatieplicht. De vorderingen van de eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. In reconventie vorderde de gedaagde in conventie een gebruiksvergoeding en opheffing van beslag, wat ook werd toegewezen. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet had aangetoond dat de gedaagden in hun verplichtingen tekortgeschoten waren, en dat zij zelf verantwoordelijk was voor het verifiëren van de gebruiksmogelijkheden van de woning.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/289626 / HA ZA 21-132
Vonnis van 17 augustus 2022
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. L. Isenborghs te Heerlen,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. R.J.H.M. Crombaghs te Heerlen,
2. commanditaire vennootschap
[gedaagde in conventie 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
gedaagde in conventie,
hierna te noemen: “ [gedaagde in conventie 1] ”
3. de besloten vennootschap
[gedaagde in conventie 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
4. de besloten vennootschap
[gedaagde in conventie 3],
gevestigd te [vestigingsplaats 3] ,
gedaagde in conventie,
advocaat: mr. M.C. Franken-Schoemaker te Houten.
Eiseres zal aangeduid worden als “ [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ”, gedaagde sub 1 als “ [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ” en gedaagden sub 2 tot en met 4 gezamenlijk als “ [gedaagden in conventie] ”.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 maart 2021 met de producties 1 tot en met 12,
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens voorwaardelijke eis in reconventie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met de producties 0 tot en met 13,
  • de conclusie van antwoord van [gedaagden in conventie] ,
  • de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
  • de akte van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met productie 13,
  • de akte van [gedaagden in conventie] , waarbij 10 ongenummerde pagina’s zijn overgelegd,
  • de akte houdende aanvulling/wijziging van eis in reconventie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met productie 14,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 25 januari 2022 en de schriftelijke reactie daarop van [gedaagden in conventie]
1.2.
Ten slotte is vonnis (nader) bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] was eigenaar van een woonhuis aan het adres [adres 1] te [plaats 1] (hierna: “de woning”). De woning ligt op een bedrijventerrein. Achter de woning ligt een loods die voor 1/3 deel eigendom is van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en voor 2/3 deel van haar kinderen.
2.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] was (samen met haar partner [partner] ) op zoek naar een woning met bedrijfsmatige bestemming en had interesse in de woning en de loods. [1] [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft op 28 januari 2019 een schriftelijke koopovereenkomst met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gesloten met betrekking tot de woning. Tussen partijen is ook gesproken over aankoop van de loods door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , maar aankoop van die loods heeft niet plaatsgevonden. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] werden niet bijgestaan door een makelaar. In de koopovereenkomst, die is opgemaakt door [gedaagde in conventie 1] , staat, voor zover van belang, in artikel 1:

Verkoper verkoopt aan koper, die van koper koopt de eigendom van het perceel grond met woning en verdere aanhorigheden.
2.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft op 27 december 2018 de opdracht tot taxatie verstrekt aan [gedaagden in conventie] hebben de woning op 3 januari 2019 getaxeerd. Het concept taxatierapport dateert van 8 februari 2019 en het definitieve taxatierapport van 12 februari 2019. Op 29 januari 2019 heeft het NWWI bericht dat de taxatie niet door haar kon worden gevalideerd, omdat de bestemming ten onrechte als ‘wonen’ in plaats van ‘bedrijfswoning’ was aangemerkt. [2]
2.4.
De woning is op 1 maart 2019 geleverd aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft nadien de woning verbouwd.
2.5.
De woning is gelegen binnen het bestemmingsplan [bestemmingsplan] en kent de bestemming Bedrijventerrein -1, met de bedrijfsaanduiding ‘bedrijfswoning’. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] was voorafgaand aan 29 januari 2019 op de hoogte van de bestemming bedrijfswoning. [3] De omschrijving van een bedrijfswoning binnen de begripsbepaling van het bestemmingsplan luidt:

Een woning in of bij een gebouw of op/bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (een gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming of het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk c.q. gewenst is.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]:
primair
  • voor recht verklaart dat de koopovereenkomst d.d. 28 januari 2019 buitengerechtelijk is ontbonden, althans de koopovereenkomst d.d. 28 januari 2019 bij vonnis ontbindt;
  • [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot medewerking aan alle handelingen nodig voor de ongedaanmaking van de koopovereenkomst en overdracht binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis;
  • indien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dit nalaat, verklaart dat dit vonnis in de plaats komt van alle handelingen aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die nodig zijn voor de ongedaanmaking van de koopovereenkomst en overdracht;
  • voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aansprakelijk is voor als gevolg daarvan geleden schade zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
  • [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen:
• een bedrag ter grootte van € 84.560,65 (schadebedrag), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
• een bedrag ter grootte van € 9.600,-- (ter zake de te verwachten naheffingsaanslag overdrachtsbelasting), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
• een bedrag van € 1.179,75 ter zake de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemaakte taxatiekosten.
- [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 1.725,--.
subsidiair
- de koopovereenkomst d.d. 28 januari 2019 vernietigt;
- voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aansprakelijk is voor als gevolg daarvan geleden schade zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ;
- [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om binnen 14 dagen na het in dezen te wijzen vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te betalen:
• een bedrag ter grootte van € 240.000,-- (aankoopprijs), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
• een bedrag ter grootte van € 84.560,65 (schadebedrag), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
• een bedrag ter grootte van € 9.600,-- (ter zake de te verwachten naheffingsaanslag overdrachtsbelasting), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van verzuim, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening;
• een bedrag van € 1.179,75 ter zake de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemaakte taxatiekosten.
- [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 1.725,-.
Jegens [gedaagden in conventie]:
  • voor recht verklaart dat [gedaagden in conventie] toerekenbaar tekortgeschoten zijn in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst (van opdracht) en dat [gedaagden in conventie] aansprakelijk zijn voor als gevolg daarvan zijdens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geleden schade, nader op te maken bij staat dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
  • [gedaagden in conventie] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 1.725,--.
Jegens alle gedaagden:
- alle gedaagden veroordeelt in de kosten van deze procedure alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag der indiening van de dagvaarding, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wist wel dat de bestemming bedrijfswoning op de woning rustte, maar wist zij niet dat de woning zonder aankoop van de loods niet bewoond mocht worden en zij wist ook niet van het geldende bestemmingsplan. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wist dat wel en zij had [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarover moeten informeren. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft deze bijzondere last/beperking niet uitdrukkelijk aanvaard. [gedaagden in conventie] hadden [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daar ook over moeten informeren, althans dat in het taxatierapport moeten vermelden. De woning is immers verkocht als woning en niet als bedrijfswoning. Gedaagden sub 3 en 4 zijn als vennoot van [gedaagden in conventie] in de procedure betrokken.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [gedaagden in conventie] voeren verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert, na wijziging van eis in (voorwaardelijke) reconventie, dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te voldoen het bedrag ad € 42.500,- aan ‘gebruiksvergoeding’ dan wel een ander in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de kosten van de procedure.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt om binnen zeven dagen na het te dezen te wijzen vonnis het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten laste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 15 juni 2021 gelegde beslag (op het onverdeeld aandeel van de beslagene) op de onroerende zaak, kadastraal omschreven als wonen, staande en gelegen te [plaats 2] , [adres 2] op te heffen, op verbeurte van een dwangsom ten bedrage van € 1.000,- per dag of dagdeel dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, althans op een termijn en op verbeurte van een dwangsom door de rechtbank in goede justitie te bepalen, eveneens met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in reconventie in de kosten van deze procedure.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft de vordering sub 1 in reconventie ingesteld onder de voorwaarde dat de rechtbank de koopovereenkomst met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ontbindt of vernietigt. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] legt daaraan ten grondslag dat, indien de koopovereenkomst wordt ontbonden of vernietigd, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor het gebruik van de woning in de periode tussen het moment van levering en het moment van ontbinding of vernietiging een gebruiksvergoeding moet voldoen. De vordering sub 2 in reconventie heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] onvoorwaardelijk ingesteld. Aan die vordering legt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ten grondslag dat, nu de vorderingen in conventie moeten worden afgewezen, het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gelegde beslag moet worden opgeheven.
3.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
De vorderingen in conventie jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] staan of vallen met het antwoord op de vraag of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] had moeten informeren over de beweerdelijke door het bestemmingsplan beperkte gebruiksmogelijkheden van de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verkochte woning, omdat daar de bestemming bedrijfswoning op rust. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend en overweegt daartoe als volgt.
4.2.
Het staat, na de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] genomen conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, de door [gedaagden in conventie] in het geding gebrachte e-mailcorrespondentie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en de toelichting van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij gelegenheid van de mondelinge behandeling, vast dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot in 2019 heeft onderhandeld over overdracht van de woning én de loods, alhoewel zij dat bij dagvaarding nog enigszins anders (vgl. randnummer 3.3 van de dagvaarding) heeft doen voorkomen. Het staat verder vast dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , voor het sluiten van de koopovereenkomst, wist dat de bestemming bedrijfswoning op de woning rustte. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt immers zelf dat zij reeds voorafgaand aan 29 januari 2019 op de hoogte was van de bestemming bedrijfswoning, terwijl uit het dossier blijkt dat de koopovereenkomst met betrekking tot de woning op 28 januari 2019 door beide partijen is ondertekend. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over de bestemming bedrijfswoning niet onvolledig of onjuist geïnformeerd. Daar doet niet aan af dat in de koopovereenkomst zelf de term “bedrijfswoning” niet wordt gebezigd. Tegen de achtergrond van de onderhandelingen tussen partijen en de bedoelingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , moet de koopovereenkomst aldus worden uitgelegd dat met ”woning” en “de feitelijke eigenschappen die nodig zijn voor een normaal gebruik als woonhuis” bedoeld werd de feitelijke eigenschappen die nodig zijn voor een normaal gebruik als bedrijfswoning. Dat de woning niet geschikt te maken is als bedrijfswoning, is niet gesteld. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft dus in zoverre niets anders aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verkocht dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] mocht verwachten. Er is geen sprake van een non-conforme woning.
4.3.
De rechtbank begrijpt dat de onderhandelingen tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] enerzijds en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de overige eigenaren van de loods niet tot het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gewenste resultaat hebben geleid, maar die onderhandelingen zijn geen onderwerp van dit geschil. Door eerst alleen het huis te kopen heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een zeker risico genomen, van welk risico zij zich bewust was, getuige haar email aan [gedaagden in conventie] van 17 januari 2019, waarin zij schrijft:

Loods komt nog wel, zijn we mee bezig. We nemen het risico en willen graag gaan verbouwen en beginnen daar.
en haar toelichting tijdens de mondelinge behandeling:

Ik nam het risico dat het huis wel weer te verkopen zou zijn, als het niet lukte met de aankoop van de loods.”.
4.4.
Het lag onder de hiervoor in rechtsoverweging 4.2 en 4.3 geschetste omstandigheden op de weg van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om na te gaan en zich ervan te verzekeren of dat het door haar voorgenomen gebruik in overeenstemming was met het bestemmingsplan. Daarom is irrelevant de vraag of de gestelde beperkte gebruiksmogelijkheden inderdaad, zoals [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt, aan de orde zijn. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] immers niet verkeerd voorgelicht, noch relevante feiten en gegevens verzwegen voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Daarop standt het beroep op dwaling.
4.5.
Van een ‘bijzondere’ publiekrechtelijke last of beperking in de zin van art. 7:15 BW is ook geen sprake, nu daarvan immers alleen sprake is indien deze haar grondslag vindt in een specifiek (mede) tot (een rechtsvoorganger van) de rechthebbende van de desbetreffende zaak gericht besluit (zie HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:159, NJ 2016/76, waarin de Hoge Raad gedeeltelijk is teruggekomen van HR 27 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9072, NJ 2004/635). Een bestemmingsplan vindt niet zijn grondslag in een specifiek tot de (rechtsvoorganger van) rechthebbende op de desbetreffende onroerende zaak gericht besluit. Bestemmingsplannen zijn besluiten van algemene strekking en worden – meer in het algemeen – bekendgemaakt langs elektronische weg en in de Staatscourant, derhalve niet door toezending of uitreiking van het besluit op grond van artikel 3:41 lid 1 Awb aan enig rechthebbende. Het is dus niet relevant of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het geldende bestemmingsplan en/of de al dan niet beperkte gebruiksmogelijkheden expliciet heeft aanvaard.
4.6.
Dan resteert in conventie nog de vraag of [gedaagden in conventie] [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over de planologische mogelijkheden en beperkingen hadden moeten informeren. Ook die vraag beantwoordt de rechtbank ontkennend en overweegt als volgt.
4.7.
Wanneer [gedaagden in conventie] als aankoopmakelaar van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hadden gefungeerd, dan rustte op hen in beginsel wel de verplichting om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarover te informeren. In het onderhavige geval heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , voor het eerst bij conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie overigens, gesteld dat [gedaagden in conventie] toch niet als aankoopmakelaar zijn opgetreden, maar slechts de taxatie van de woning hebben verricht. De rechtbank is van oordeel dat het in zijn algemeenheid niet tot de taak van een taxateur behoort om de bestemming van en eventuele vergunningen met betrekking tot het te taxeren object zelfstandig te controleren, tenzij daarvoor een specifieke aanleiding bestaat. Hoewel van een dergelijke specifieke aanleiding niets is gebleken, staat vast dat [gedaagden in conventie] [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over bijzondere gebruiks- en/of verkoopbelemmerende bepalingen wel hebben geinformeerd. Op pagina 11 van het taxatierapport valt immers achter
“Bijzondere gebruiks- en/of verkoopbelemmerende bepalingen:”te lezen:
“Woning mag voor bewoning worden gebruikt wanneer er een relatie is met het achtergelegen terrein en loods.”
Het kan dus niet door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] worden volgehouden dat [gedaagden in conventie] tekortgeschoten zijn in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht tot taxatie. Daar komt overigens nog bij dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , zoals zij zelf heeft betoogd, al voor 29 januari 2019 op de hoogte was van het feit dat op woning de bestemming bedrijfswoning rustte (vgl. rechtsoverweging 4.2) en zij al op 17 januari 2019 aan [gedaagden in conventie] berichtte dat zij het risico nam van het niet verkrijgen van de loods. Onder die omstandigheden lag het op de weg van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , indien zij de consequenties van de aanduiding bedrijfswoning niet kon overzien, zoals zij stelt, om daarover nadere vragen te stellen en zich ervan te vergewissen of het door haar voorgenomen gebruik in overeenstemming was met het bestemmingsplan. Dat zij dit heeft nagelaten, kan niet aan [gedaagden in conventie] worden verweten. De vorderingen jegens [gedaagden in conventie] moeten daarom ook worden afgewezen.
Op 5 december 2018 laat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [gedaagde in conventie 1] weten:
“Prijs wat ze vragen is dus Oke
4.8. 12
december: afzien van het pand op eth [bestemmingsplan]
4.9. 31
december 2018: zijn tot overeenstemming gekomen met betrekking tot de aankoop van de loods op het [bestemmingsplan] .
4.10.
Bungelow op naam [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en loods op naam [partner] .
4.11. 17
januari 2019: loods komt nog wel
4.12.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten zullen als door zowel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als [gedaagden in conventie] gevorderd (en niet weersproken) uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
4.13.
De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden begroot op:
- griffierecht 952,00
- salaris advocaat
2.228,00(2,0 punt × tarief € 1.114,00)
Totaal € 3.180,00
Voor de gevorderde wettelijke handelsrente over dit bedrag is geen plaats. In plaats daarvan zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen zoals gevorderd.
4.14.
De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden begroot op:
- griffierecht 2.076,00
- salaris advocaat
2.228,00(2,0 punt × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.304,00
4.15.
De gevorderde wettelijke rente zal als niet weersproken worden toegewezen. De door [gedaagden in conventie] gevorderde nakosten zullen eveneens als niet weersproken op de in het dictum bepaalde wijze worden toegewezen.
in reconventie
4.16.
Uit de beslissing in conventie volgt dat niet is voldaan aan de voorwaarde waaronder de vordering sub 1 in reconventie is ingesteld. Die vordering hoeft daarom niet meer besproken te worden.
4.17.
De vordering sub 2 in reconventie zal als niet weersproken worden toegewezen, met dien verstande dat aan de gevorderde dwangsom een maximum van € 50.000,00 zal worden verbonden.
4.18.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Nu de vordering in reconventie voortvloeit uit het verweer in conventie, wordt aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] 0,5 punt van het betreffende liquidatietarief toegekend. De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] worden begroot op:
- salaris advocaat
557,00(0,5 punt × tarief € 1.114,00)
Totaal € 557,00

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten,
5.2.1. aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot op heden begroot op € 3.180,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de achtste dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening, en
5.2.2. aan de zijde van [gedaagden in conventie] tot op heden begroot op € 4.304,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, aan de zijde van [gedaagden in conventie] begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart de proceskostenveroordeling onder 5.2-5.3 uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.5.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om binnen zeven dagen na heden het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten laste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 15 juni 2021 gelegde beslag (op het onverdeeld aandeel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ) op de onroerende zaak, kadastraal omschreven als wonen, staande en gelegen te [plaats 2] , [adres 2] , kadastraal bekend [kadasternummer] , groot 526 m2, op te heffen, op verbeurte van een dwangsom ten bedrage van € 1.000,- per dag of dagdeel dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,00,
5.6.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot op heden begroot op € 557,00,
5.7.
verklaart de veroordeling onder 5.5-5.6 uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2022. [4]

Voetnoten

1.Conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, randnummer 10 in samenhang met randnummer 6 en randnummer 14.
2.Conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, randnummer 10 en conclusie van antwoord [gedaagden in conventie] randnummer 22.
3.Conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, randnummer 14.
4.type: MD