ECLI:NL:RBLIM:2022:605

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 januari 2022
Publicatiedatum
27 januari 2022
Zaaknummer
C/03/287293 / HA ZA 21-27
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de nalatenschap tussen broer en zus met betrekking tot hypothecaire lening en schenking

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om de verdeling van de nalatenschap van de ouders van twee kinderen, een broer en een zus. De ouders hadden een hypothecaire lening afgesloten ten behoeve van de woning van de dochter, wat door de broer als een schuld aan de nalatenschap wordt beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat deze lening geen schenking was, maar een schuld die op het erfdeel van de dochter moet worden toegerekend. De ouders zijn overleden in 2018, en na het overlijden is er een akte van erfrecht opgesteld. De kinderen hebben de nalatenschap zuiver aanvaard en hebben geprobeerd tot een verdeling te komen, maar zijn er niet in geslaagd om overeenstemming te bereiken. De broer heeft conservatoir beslag laten leggen op de woning van de zus voor een vordering die hij stelt te hebben uit hoofde van de nalatenschap. De rechtbank heeft de vorderingen van de broer toegewezen, waarbij de zus werd veroordeeld om een bedrag van € 28.909,56 te betalen en de helft van de kosten van de afwikkeling van de nalatenschap aan de notaris te voldoen. Tevens is bepaald dat de helm en het zwaard aan de broer worden toebedeeld, met een bindende taxatie van de waarde.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/287293 / HA ZA 21-27
Vonnis van 5 januari 2022
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. C. Mohr te Maastricht,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.M.J. Janssen te Maastricht.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 10 en de daarbij overgelegde beslagstukken, genummerd 1 tot en met 3
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 3
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte houdende vermeerdering en wijziging van eis en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 3
  • de mondelinge behandeling van 4 november 2021 en het daarvan opgemaakte proces-verbaal met de aangehechte pleitaantekeningen van de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , alsmede de aangehechte opmerkingen van beide partijen die na het opmaken van het proces-verbaal zijn ingezonden.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.
2.
De feiten
2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn broer en zus. Zij zijn de kinderen die zijn geboren uit het huwelijk van de heer [erflater] en mevrouw [erflaatster] . De vader van partijen is overleden op [overlijdensdatum 1] 2018 en hun moeder is op [overlijdensdatum 2] van datzelfde jaar overleden.
2.2.
Na het overlijden van de moeder van partijen is op 28 augustus 2018 een akte van erfrecht opgesteld door notaris Pas te Beek. Blijkens deze verklaring hadden de ouders geen andere afstammelingen dan de voornoemde uit hun huwelijk geboren kinderen. Beide ouders hadden een langstlevende testament opgemaakt waarbij zij niet zijn afgeweken van de wettelijke erfopvolging en hun echtgenoot en de beide kinderen tot erfgenamen hebben benoemd. Na het overlijden van moeder waren de kinderen ieder gerechtigd tot een evenredig aandeel in de nalatenschap. Zij hebben beide de nalatenschap zuiver aanvaard.
2.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hebben geprobeerd tot een verdeling van de nalatenschap te komen. In dat verband is door notaris Pas een berekening opgesteld met een voorstel tot verdeling (productie 3 bij dagvaarding).
PASSIVA (nog te voldoen)⃰
Af: kosten afwikkeling nalatenschap
Waarin ieder kind voor de helft is gerechtigd ofwel €
103.435,82
[eiser in conventie, verweerder in reconventie]:
Bij: Contanten
4.427,71
Bij: Helft netto verkoopopbrengst woning
74.784,84
Totaal ontvangen
79.212,55
Gerechtigd in nalatenschap voor
103.435,82
Nog te ontvangen
24.223,28
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] :
Bij: Helft netto verkoopopbrengst woning
74.784,84
Gerechtigd in nalatenschap voor
103.435,82
Af: Lening van óuders vermeerderd met rente vanaf 2018
56.960,54
Nog te betalen
-28.309,56
Controle:
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betaalt
€ -28.309,56
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] ontvangt
€ 24.223,28
-4.086,28
Nog te voldoen Notariaat Pas⃰
€ -4.086,28
Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over dit voorstel en zijn tot op heden slechts ten dele tot een verdeling gekomen.
2.4.
Tot de nalatenschap hoorde, zoals blijkt uit voormeld voorstel, onder meer de ouderlijke woning. Deze woning is door partijen in 2020 verkocht aan een derde voor een koopsom van € 230.000,-. De netto-opbrengst van de woning is tussen partijen verdeeld. Blijkens de door notarissen Zuidervaart en Verstegen opgestelde nota van afrekening van 3 september 2020 (productie 7 bij dagvaarding) resteerde, na verrekening van lasten en kosten en na aflossing van de op het pand rustende hypotheek bij BLG Hypotheekbank (hierna: BLG), de door partijen te verdelen somma van € 149.569,67. De notaris heeft op 4 september 2020 de helft van dit bedrag, aldus € 74.784,83, overgemaakt naar de rekening van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en de andere helft naar de rekening van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
2.5.
Op de ouderlijke woning rustte de hiervoor genoemde hypotheek bij BLG, die op het moment van aflossing € 80.128,44 bedroeg. De hypotheek is door de ouders in 2008 opgenomen en had een looptijd van 10 jaar; kort voor het verlopen van die termijn is de hypotheek overgesloten. Van de hypotheek is een bedrag van € 53.750,54 gebruikt ter aflossing van de lopende hypotheek op de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zodat zij na haar echtscheiding haar voormalige echtelijke woning kon overnemen. Op 23 maart 2008 is door de vader van partijen en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een overeenkomst (van hypotheekbetaling) ondertekend (productie 5 bij dagvaarding) waarin het volgende is bepaald:
OVEREENKOMST
(voor hypotheekbetaling)
Mevrouw [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , wonende adres: [adres 1] , [woonplaats 1] , betaalt met ingang van d.d. 6 februari 2008 maandelijks een hypotheekbetaling van 240 euros aan de heer [erflater] , wonende adres: Op den [adres 2] te [woonplaats 2] . Deze hypotheekbetaling heeft betrekking op een gedeelte hypotheek welke de heer [erflater] voor mevrouw [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft opgenomen bij de bank (BLG) als aanvulling voor de gekochte woning van mevrouw [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] . Deze maandelijkse hypotheekbetaling van 240 euros, welke de heer [erflater] rechtstreeks betaalt aan de bank (BLG) betaalt mevrouw [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de heer [erflater] maandelijks dat gedeelte aan hypotheekbetaling van 240 euros terug. (Over de gehele hypotheekbetaling, welke mevrouw [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zelf ook nog een maandelijkse directe hypotheekbetaling heeft van 650 euros bij de bank (BLG) heeft zij samen met het gedeelte aan hypotheekbetaling van 240 euros aan de heer [erflater] het volledige fiscale voordeel).
Deze overeenkomst is door mevrouw [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en de heer [erflater] naarwaarheid
overeengekomen, in 2- voud opgemaakt en ondertekend op 23 maart 2008 te Beek Lb.
Ondergetekenden,
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [erflater]
(schuldenaar) (schuldeiser)
2.6.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft, overeenkomstig het daartoe verleende verlof, op 5 januari 2021 conservatoir beslag laten leggen op de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voor een vordering die hij op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt te hebben uit hoofde van de nalatenschap en die is begroot op een bedrag van € 31.490,26. Het verzoekschrift en het proces-verbaal van de beslaglegging zijn op 7 januari 2021 aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betekend.

3.Het geschil

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert, na vermeerdering en wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om onverwijld na het in deze te wijzen vonnis medewerking te verlenen aan de verdeling (eis onder III alsmede familiefoto’s en sieraden) van de nalatenschap van erflaatster, moeder van partijen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel, met een maximum van € 50.000,- dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hiermee in gebreke blijft,
II. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] primair een bedrag van € 31.139,63 en subsidiair een bedrag van € 27.911,92 (€ 31.139,63 minus de bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aanwezige contanten ad € 3.227,71), althans een bedrag dat na correcte en actuele informatie, nader te bepalen door de rechtbank, toe te bedelen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , zulks met de bepaling dat het bedrag door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wordt overgemaakt op het bankrekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dit alles met het voorschrift dat een en ander binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis gerealiseerd is,
III. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om over te gaan tot een keuze van de bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in bezit zijnde foto’s en sieraden, waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in ieder geval vordert de bij partijen welbekende manchetknopen alsmede het gouden armband, zulks met het voorschrift dat een en ander binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis gerealiseerd is,
IV. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om inzicht te geven in de administratie, waarna partijen de nog openstaande kosten der nalatenschap ieder bij helfte voldoen,
V. bepaalt dat het bij partijen welbekende zwaard en de helm aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt toebedeeld,
Vl. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure tegen behoorlijk bewijs van kwijting, inclusief de gevorderde nakosten met de uitdrukkelijke bepaling dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zal zijn als de proceskosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis worden voldaan.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer en vordert bij eis in reconventie: PRIMAIR
te bepalen op welke wijze de gemeenschap ontstaan uit de opengevallen nalatenschap van mevrouw [erflaatster] , overleden op [overlijdensdatum 2] te [overlijdensplaats] verdeeld moet worden,
een deskundige te benoemen teneinde de waarde vast te stellen van de tot te verdelen gemeenschap behorende goederen en zaken, voorzover partijen daaromtrent geen overeenstemming bereiken,
SUBSIDIAIR
Als wijze van verdeling te gelasten dat:
de financiële ondersteuning van de ouders van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen onderdeel uitmaakt van de te verdelen nalatenschap van mevrouw [erflaatster] alsmede de vermeende achterstallige rente van € 1.390,00, € 1.092,00 en
€ 728,00,
de contanten ten bedrage van respectievelijk € 16.000,- alsmede de nog nader te bepalen contanten behoren tot de nalatenschap en dat de erfgenaam [eiser in conventie, verweerder in reconventie] deze contanten moet inbrengen in de te verdelen nalatenschap,
de kosten van de notaris dan wel de medewerker van de notaris ten bedrage van
€ 84,20 en € 4.002,08 ten laste komen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en niet ten laste van de
nalatenschap,
alsmede [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen in de kosten van het geding in conventie en de kosten in reconventie, met de bepaling dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de wettelijke rente over de kosten verschuldigd is, indien deze niet binnen 14 dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn voldaan, met inbegrip van de forfaitaire nakosten, met het verzoek een bevelschrift af te geven zoals bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv.
3.3.
Op de standpunten van partijen zal hierna, voor zover relevant, worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen vorderen beiden dat door de rechtbank de wijze van verdeling van de nalatenschap wordt bepaald. De rechtbank zal daarom nu, zowel in conventie als in reconventie, overgaan tot een beoordeling van de punten waarover partijen in het bijzonder van mening verschillen.
Inbreng [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] :
De lening /schenking
4.2.
Tussen partijen bestaat met name verschil van mening over de aard van de tussen de ouders van partijen en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gesloten overeenkomst ter zake de hypothecaire lening. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat het bedrag dat de ouders aan hypotheek hebben opgenomen ten behoeve van de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een schuld van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de nalatenschap vormt, die op haar erfdeel moet worden toegerekend bij de verdeling van de nalatenschap. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat zij een geldlening is aangegaan bij haar ouders en dat zij die vermeende geldlening moet inbrengen in de nalatenschap. Zij stelt dat de financiële ondersteuning die zij van haar ouders heeft gekregen een schenking was.
4.3.
Ter onderbouwing van zijn stelling is door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verwezen naar een aantal door hem bij dagvaarding overgelegde producties. Met name uit de inhoud van de overeenkomst (voor hypotheekbetaling) van 23 maart 2008 (productie 5) en de vermelding van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als schuldenaar blijkt volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat sprake is van een geldlening. Daarnaast verwijst hij naar een brief van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de notaris (productie 6), waarin zij onder punt 11 schrijft dat de extra hypotheek kan worden verrekend met de nalatenschap. Indien geen sprake was van een geldlening, zou zij dit nimmer hebben gesteld, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is als productie 12 de afrekening van notaris Pas inzake de ontvangst van het hypotheekbedrag van BLG overgelegd. Op deze afrekening zijn bij het netto te ontvangen bedrag van € 53.750,54 met de hand de volgende aantekeningen gemaakt: “lening aan dochter” en “verrekenen via elke
afrekening.” Daaronder zijn de handtekeningen geplaatst van de ouders van partijen. Hieruit blijkt volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat aan dochter een bedrag is van € 53.750,54 is geleend; uit niets blijkt dat dit bedrag aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geschonken is, zo stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.4.
Door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is aangevoerd dat er tussen haar en haar ouders bewust geen afspraken zijn gemaakt over aflossing van de verhoging van de hypothecaire geldlening van de ouders. De financiële ondersteuning werd gezien als een ondersteuning die niet hoefde te worden terugbetaald. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft de vader meerdere keren tegen haar gezegd dat zij deze “nooit hoeft terug te betalen” De ouders wisten dat zij daar financieel niet toe in staat was. Voor zover zij weet is de ondersteuning nooit als een vordering opgenomen in de aangiften inkomstenbelasting van haar ouders.
4.5.
Ten aanzien van de producties waar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich op beroept, stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het volgende. De onderhandse overeenkomst inzake de hypotheekbetalingen had alleen betrekking op betaling van rente. Deze overeenkomst zijn zij aangegaan, omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet wilde dat haar ouders jaarlijks financieel nadeel zouden lijden door de rentebetalingen. Na het oversluiten van de hypotheek was de rente nog maar € 91,- en daarom hoefde zij vanaf 2018 geen rente meer te betalen van haar vader. Hij heeft gezegd dat de overeenkomst kwam te vervallen. Zij betwist op grond daarvan dat zij nog rente moet betalen over de jaren 2018, 2019 en 2020 (tot en met augustus).
Met betrekking tot productie 6 onder punt 11 stelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dat zij inderdaad heeft geschreven dat de extra hypotheek kan worden verrekend met de nalatenschap, maar dat zij dit deed in het kader van de onderhandelingen en om van de zaak af te zijn. Zij werd ook onder druk gezet. Naderhand heeft zij dit aanbod ingetrokken.
Het exemplaar van de als productie 12 overgelegde afrekening zoals zij dat in haar bezit heeft, is zonder handgeschreven toevoegingen. Het handschrift is ook niet van één van de ouders. Zij gaat ervan uit dat iemand dit later erbij heeft geschreven.
4.6.
De rechtbank overweegt naar aanleiding van de stellingen van partijen het volgende.
Uit artikel 4:228, eerste lid BW volgt dat tot de schulden van een erfgenaam behoort hetgeen hij aan de erflater schuldig is gebleven. Die schulden worden bij de verdeling op verlangen van een of meer der overige erfgenamen op zijn aandeel toegerekend. Een vergelijkbare bepaling kent artikel 3:184, eerste lid BW ten aanzien van de verdeling van een gemeenschap. Ieder der deelgenoten van een gemeenschap kan bij een verdeling verlangen dat op het aandeel van een andere deelgenoot wordt toegerekend hetgeen deze aan de gemeenschap schuldig is.
4.7.
Ter beoordeling staat nu of tot het oordeel kan worden gekomen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het bedrag van de door haar ouders opgenomen hypothecaire lening schuldig is aan de nalatenschap. Daar, zoals blijkt uit de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde producties 5 en 12 en zoals [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zelf heeft verklaard, van de door de ouders opgenomen hypothecaire lening een bedrag van € 53.750,54 is gebruikt ten behoeve van een aflossing op de hypotheekschuld op de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , ligt het in de rede om aan te nemen dat dit inderdaad het geval is. De aflossing op haar hypotheek strekt immers ten gunste van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , terwijl de aflossing
verdeling van de nalatenschap is dat de kinderen ieder gerechtigd zijn tot een evenredig aandeel in de nalatenschap. Van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] mag daarom een goede onderbouwing worden verwacht van haar stelling dat de ouders van partijen de bedoeling hebben gehad het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van hen ontvangen bedrag aan haar te schenken en dit bedrag daarom niet toegerekend hoorde te worden op haar aandeel in de nalatenschap. Die onderbouwing ontbreekt echter. Door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat sprake is van een schenking. Zo is er geen akte waarin is bepaald dat de ouders het bedrag hebben willen schenken, noch enig ander stuk waarin dit schriftelijk is vastgelegd. Weliswaar kan gelet op de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] getoonde versie van de bij dagvaarding overgelegde productie 12 niet worden vastgesteld wie en wanneer de vermeldingen “lening aan dochter” en “verrekenen via elke afrekening” heeft gemaakt op het exemplaar dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft aangetroffen, maar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft naar het oordeel van de rechtbank voor het overige aan de hand van de hiervoor aangehaalde stukken zijn stelling dat er sprake is van een schuld, genoegzaam onderbouwd. De rechtbank onderschrijft zijn stelling dat het niet aannemelijk is dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in het kader van de onderhandelingen haar standpunt dat sprake is van een schenking loslaat, indien daar daadwerkelijk sprake van zou zijn.
4.8.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot het oordeel dat het bedrag dat de ouders aan hypotheek hebben opgenomen ten behoeve van de woning van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een schuld van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan de nalatenschap vormt, die op haar erfdeel moet worden toegerekend bij de verdeling van de nalatenschap.
4.9.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal tevens de rente over de door haar nog niet vergoede hypotheekrente moeten inbrengen over de jaren 2018, 2019 en 2020 (tot en met augustus). Dat vader deze heeft kwijtgescholden vanaf 2018 en de overeenkomst heeft ontbonden is niet onderbouwd. Na het overlijden van beide ouders was [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] deze rente echter verschuldigd aan de gemeenschap.
Inbreng [eiser in conventie, verweerder in reconventie] :
De enveloppe met contanten
4.10.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat tot de nalatenschap een bedrag van € 16.000,- aan contant geld behoort. Zij baseert deze stelling op de mededeling die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] na het overlijden van vader heeft gedaan. Hij heeft haar een enveloppe laten zien en gezegd dat daar € 16.000,- in zat volgens vader. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft niet voldaan aan haar verzoek om de inhoud na te tellen en heeft daar zonder haar toestemming over beschikt.
4.11.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft erkend dat hij deze mededeling heeft gedaan. Hij meende van zijn vader op diens sterfbed aldus te hebben begrepen dat hij zei dat er € 16.000,- in een enveloppe zat. Waarschijnlijk heeft hij dat verkeerd verstaan en is € 13.000,- gezegd; als productie 15 heeft hij een kopie van de enveloppe overgelegd, waarop door vader het bedrag van € 13.050,- is geschreven. Uiteindelijk bleek dat bij natelling € 12.800,- te zijn. Van die contanten heeft hij de kosten van de nalatenschap voldaan, waaronder het aanzuiveren van de bankrekeningen van de ouders. Er resteert volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nog een bedrag van
€ 3.227,71.
4.12.
Gelet op het feit dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het bedrag van € 16.000,- uitsluitend baseert op de mededeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , na het overlijden van vader (
overigens voor het overlijden van moeder) kan niet worden vastgesteld dat een bedrag aan contanten van die omvang tot de nalatenschap behoorde. Beide partijen hebben de inhoud van de enveloppe niet nageteld in bijzijn van de ander. Verder heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ongemotiveerd betwist dat van deze contanten uitgaves zijn gedaan voor de nalatenschap. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft als productie 14 een e-mail aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] overgelegd, waarin hij onder meer heeft aangekondigd dat de contanten zullen moeten worden gebruikt om de betaalrekening van de ouders aan te zuiveren ten behoeve van het betalen van rekeningen. De rechtbank acht het aannemelijk dat er nog enige tijd vaste lasten en andere kosten van de nalatenschap dienden te worden voldaan. Dit kan onder meer worden vastgesteld aan de hand van de betaalrekeningen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kan dan ook niet volstaan met een ongemotiveerde betwisting
Opbrengst inboedel en overige contanten
4.13.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt voorts dat zij onvoldoende inzage heeft gekregen in de opbrengst van de onderhandse verkoop van de inboedelgoederen die tot nalatenschap behoren, alsmede dat zij informatie heeft door een tip van een familielid dat er mogelijk nog meer contanten bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn die tot de nalatenschap behoren.
4.14.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft beide punten betwist, waarbij hij ten aanzien van de inboedel heeft verwezen naar zijn producties 14 en 17.
4.15.
De rechtbank stelt aan de hand van de hiervoor genoemde email bij productie 14 vast dat het als productie 17 door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde overzicht van de opbrengst van de verkoop aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is toegezonden. Zij is hier dus reeds over geïnformeerd. In de door de notaris voorgestelde verdeling is de inboedel ook niet meegenomen, vanwege het feit dat, zo is vermeld in de als productie 13 overgelegde brief, partijen hebben medegedeeld dat de inboedel reeds is verdeeld of verkocht.
Voor de stelling dat er nog andere bedragen zouden zijn, is geen enkele onderbouwing gegeven, zodat deze wordt gepasseerd.
4.16.
De rechtbank ziet gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen aanleiding om vast te stellen dat meer dan het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoemde restantbedrag van € 3.227,71 dient te worden ingebracht door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
Kosten afwikkeling nalatenschap: de rekening van de notaris
4.17.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt zich op het standpunt dat de kosten van de bemiddeling bij de afwikkeling van de nalatenschap door notaris Pas door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] moeten worden gedragen, omdat zij hiertoe geen opdracht aan de notaris heeft verstrekt. Zij heeft de factuur die de notaris haar heeft gezonden, ten aanzien van haar deel van de kosten, niet voldaan en terugverwezen naar [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat de opdracht aan de notaris
4.18.
In de als productie 13 door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde brief van notaris Pas van 23 januari 2020, welke is gericht aan de erfgenamen, is in de aanhef door de notaris vermeld dat beide partijen er akkoord mee zijn gegaan dat de notaris de afwikkeling van de nalatenschap begeleidt en de kosten ten laste van de nalatenschap komen en daarmee gelijkelijk tussen de erfgenamen worden verdeeld. Uit de correspondentie die door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij productie 6 is overgelegd blijkt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft gereageerd op voorstellen die haar in dat kader door of via de notaris zijn voorgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond hiervan worden aangenomen dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] wel heeft ingestemd met de begeleiding bij de afwikkeling door de notaris en daartoe opdracht aan de notaris heeft gegeven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de helft van deze kosten dient te dragen en dient te voldoen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zijn deel van de rekening van de notaris reeds voldaan.
Verdeling sieraden en foto’s, helm en zwaard, familiestamboek
4.19.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert tevens de verdeling van de sieraden van de ouders en de familiefoto’s. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft zich op het standpunt gesteld dat de helm en zwaard van opa moeten worden ingebracht en de waarde moet worden getaxeerd en verrekend, alsmede dat haar een duplicaat van het familiestamboek wordt verschaft en dat ook daarvan de waarde wordt getaxeerd en verrekend.
4.20.
Aan de hand van hetgeen door partijen is gesteld met betrekking tot de sierraden en foto’s is niet duidelijk geworden welke sieraden en foto’s de ouders exact hebben nagelaten, bij wie van partijen deze zijn en wat er daarvan nog niet is verdeeld. Zolang hier geen duidelijkheid over bestaat acht de rechtbank het niet zinvol om een deskundige te benoemen die de waarde van de sieraden dient te bepalen. De rechtbank komt tot het oordeel dat zij gelet op de ontbrekende informatie niet tot een verdeling van de sieraden en foto’s kan komen. De vordering zal daarom worden afgewezen.
4.21.
Het staat tussen partijen vast dat de helm en het zwaard bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn. Hij vordert deze aan hem toe te bedelen, omdat door vader is beloofd dat deze aan zijn zoon Dylan toekomen. Daar [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hier geen bezwaar tegen maakt, maar de inbreng van de waarde vordert, zal worden bepaald dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de helm en het zwaard krijgt. Die waarde zal bindend worden bepaald door een door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan te wijzen taxateur, te kiezen uit drie door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoemde officiële en als zodanig geregistreerde taxateurs in de gemeente Maastricht; de kosten van deze taxatie zullen door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden gedragen.
Nu door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet is betwist dat hij het familiestamboek in bezit heeft, zal worden bepaald dat hij een duplicaat daarvan aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dient te verstrekken.
4.22.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot het oordeel dat de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onder I en II kunnen worden toegewezen, met dien verstande dat gelet op hetgeen is overwogen omtrent de in te brengen inhoud van de enveloppe met contant geld, de sub II gevorderde bedragen dienen te
met dien verstande dat thans wordt uitgegaan van een door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in te brengen bedrag aan contanten van € 3.227,71 uit de enveloppe.
Het bedrag waarvoor partijen ieder gerechtigd zijn in de nalatenschap wordt dan: € 206.871,64 – (4.427,71- 3.227,71=) € 1.200 = 205.671,64: 2 = € 102.835,82.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie]:
Bij: Contanten
3.227,71
Bij: Helft netto verkoopopbrengst woning
74.784,84
Totaal ontvangen
78.012,55
Gerechtigd in nalatenschap voor
102.835,82
Nog te ontvangen
24.823,27
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] :
Bij: Helft netto verkoopopbrengst woning
74.784,84
Gerechtigd in nalatenschap voor
102.835,82
Af: Lening van ouders vermeerderd met rente vanaf 2018
56.960,54
Nog te betalen
-28.909,56
Daarnaast dient [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zoals hierboven overwogen, de factuur van notaris Pas, met betrekking tot haar aandeel in de kosten van de notaris, alsnog te voldoen. Gelet hierop hoeft niet meer te worden beslist op de vordering [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om inzicht te geven in de administratie, waarna partijen de nog openstaande kosten der nalatenschap ieder bij helfte voldoen. Overigens volgt deze verplichting tot het verstrekken van inzicht voor ieder der deelgenoten ook uit de wet.
4.23.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
bepaalt dat partijen medewerking dienen te verlenen aan de verdeling van de nalatenschap van erflaatster, moeder van partijen, overeenkomstig hetgeen is overwogen onder 4.23,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op grond van het bepaalde onder 5.1, binnen vierweken na betekening van dit vonnis, aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een bedrag van € 28.909,56 te betalen, zulks door overmaking van dat bedrag op het bankrekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op grond van het bepaalde onder 5.1, binnen vier weken na betekening van dit vonnis, de helft van de nog openstaande kosten van de afwikkeling van de nalatenschap aan notaris Pas te voldoen,
5.4.
bepaalt dat indien niet binnen vierweken na betekening van het vonnis is voldaan aan het bepaalde onder 5.2 en 5.3, [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een dwangsom verbeurt van € 500,- per dag of dagdeel dat zij hiermee in gebreke blijft, tot een maximum van € 50.000,- is bereikt,
5.5.
bepaalt dat het bij partijen welbekende zwaard en de helm aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wordt toebedeeld, tegen vergoeding door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de waarde hiervan aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , bindend te bepalen door een door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan te wijzen taxateur, te kiezen uit drie door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoemde officiële en als zodanig geregistreerde taxateurs in de gemeente Maastricht, zulks onder vergoeding van de kosten van deze taxatie door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
5.6.
bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een duplicaat van het familiestamboek aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dient te verstrekken, onder vergoeding van de kosten van het vervaardigen van het duplicaat,
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2022.