Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
‘doen opnemen’
4.De beoordeling van het bewijs
compos mentisis en dat zij de formele en juridische teksten van de drie in de Nederlandse taal opgestelde notariële akten kon begrijpen of doorgronden. De verdachte wist dat mevrouw [slachtoffer] leed aan dementie en onder bewind stond. Dat de verdachte door het stellen van enkele vragen, ten antwoord waarop werd geknikt, heeft kunnen vaststellen dat [slachtoffer] desalniettemin wilsbekwaam was, is volgens de officieren van justitie niet alleen ongeloofwaardig, maar daarmee zou bovendien evenmin sprake zijn van een afdoende onderzoek gericht op de vaststelling van de wilsbekwaamheid. Zij concluderen dat de verdachte de wil van [slachtoffer] niet op onafhankelijke en deugdelijke wijze heeft vastgesteld.
(de rechtbank begrijpt: [medeverdachte] en [echtgenoot medeverdachte] )hebben erbij gezeten. Het klopt dat ik mevrouw [slachtoffer] niet alleen heb gesproken. Het is een omissie van mijn kant dat ik niet heb vastgelegd dat ik de aktes met haar in het Duits heb besproken. Ik ben geen beëdigd tolk-vertaler. Ik weet niet of ze het niet kon lezen. Ik zeg niet dat ik de akten in het Duits heb voorgelezen. Ik heb het uitgelegd en toegelicht in het Duits.
compos mentiswas.
ernstigheeft veronachtzaamd. Notariële kernwaarden als ‘onafhankelijkheid’, ‘onpartijdigheid’ en ‘zorgvuldigheid’ zijn door de notaris op grove wijze geschonden. Bij de totstandkoming van het testament, het levenstestament en de algehele volmacht heeft de notaris niet aan zijn informatie- en Belehrungsplicht voldaan. De notaris heeft niet met de in dit geval vereiste hoge mate van zorgvuldigheid onderzocht of moeder wilsbekwaam was en of zij haar wil vrij kon vormen en uiten. Juist in een zaak als deze had hij dat wel moeten doen. Zijn cliënte, de moeder, was een kwetsbare persoon, die op leeftijd was en niet de taal waarin de akten zijn gesteld beheerste. Alles wees erop dat haar geestelijke gezondheid ernstig was aangetast en dat zij dementerend was en volledig afhankelijk van haar dochter en de huisarts. De notaris heeft op geen enkele wijze oog gehad voor de kwetsbare positie van de moeder, laat staan dat hij zijn handelen daarop heeft afgestemd. Door enkel en alleen af te gaan op de informatie van de dochter en de huisarts/schoonzoon, nota bene twee (in)direct belanghebbenden bij de betreffende akten, heeft hij zich niet kritisch opgesteld ten opzichte van diensten die van hem worden verlangd.
ernstigheeft veronachtzaamd. Bij de totstandkoming van de drie akten heeft de verdachte de plichten die in dat verband aan een notaris worden gesteld niet nageleefd en hij heeft niet met de in dit geval vereiste hoge mate van zorgvuldigheid onderzocht of [slachtoffer] wilsbekwaam was en of zij haar wil vrij kon vormen en uiten. Dit terwijl daar gelet op de voor hem kenbare omstandigheden wel de noodzaak toe bestond. Ten eerste het feit dat het initiatief tot het laten opmaken van de drie akten naar eigen zeggen van de verdachte niet bij mevrouw [slachtoffer] zelf lag, maar bij de direct begunstigde, namelijk haar dochter. De input die geleid heeft tot de opgestelde concepten kwam dus niet van comparante zelf en de verdachte heeft – in tegenstelling tot hetgeen bijvoorbeeld in de algehele volmacht is opgenomen – aan mevrouw [slachtoffer] voorafgaand aan het verlijden van de akten ook geen mogelijkheid geboden om van die inhoud (die haar wil diende te weerspiegelen) kennis te nemen. Ten tweede wist de verdachte dat mevrouw [slachtoffer] leed aan dementie, dat zij in verpleeghuis Martha Flora verbleef, dat zij onder bewind en mentorschap stond en dat zij de taal waarin de akten waren opgesteld niet (voldoende) beheerste. De verdachte heeft slechts eenmaal – ten tijde van het verlijden van de akten – met mevrouw [slachtoffer] over deze akten gesproken, waarbij de begunstigde nota bene aanwezig was en welk gesprek plaatsvond in een andere taal (Duitse taal) dan die waarin de akten zijn verleden (Nederlandse taal). Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de verdachte niet zorgvuldig en adequaat heeft onderzocht of [slachtoffer] op 13 juni 2016 wilsbekwaam was en of zij haar wil vrij kon vormen en uiten. Door dat na te laten, kon de verdachte niet vaststellen wat de wil van
- in het testament en de algehele volmacht de opgaven dat [slachtoffer] wenste dat [medeverdachte] als enig erfgenaam dan wel gevolmachtigde werd aangewezen;
- in het levenstestament de opgave dat [slachtoffer] wenste dat [medeverdachte] als algemeen gevolmachtigde werd aangewezen en voor het geval [medeverdachte] hier geen gebruik van kon of wilde maken, [echtgenoot medeverdachte] werd aangewezen als algemeen gevolmachtigde;
- in het levenstestament de opgave dat [slachtoffer] de maatregelen in dit levenstestament trof om te voorkomen dat over haar goederen beschermingsbewind of mentorschap werd ingesteld;
- in het levenstestament de opgave dat zij zo lang mogelijk thuis wilde blijven wonen;
- in het levenstestament de opgave dat de volmacht ook gold voor beslissingen over plaatsing in en overplaatsing van en naar medische en/of verzorgingsinstellingen.
- een testament op naam van mevrouw [slachtoffer] , gedateerd 13 juni 2016 en
- een algehele volmacht op naam van mevrouw [slachtoffer] , gedateerd 13 juni 2016 en
- een levenstestament op naam van mevrouw [slachtoffer] , gedateerd 13 juni 2016
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De straf
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- een testament op naam van mevrouw [slachtoffer] , gedateerd 13 juni 2016 en/of
- een algehele volmacht op naam van mevrouw [slachtoffer] , gedateerd 13 juni 2016 en/of
- een levenstestament op naam ven mevrouw [slachtoffer] , gedateerd 13 juni 2016,