ECLI:NL:RBLIM:2022:4266

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
2 juni 2022
Zaaknummer
03/164698-21, 03/060316-22, 03/060320-22 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belagingen en bedreigingen met gevangenisstraf en tbs

Op 2 juni 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meerdere belagingen en bedreigingen heeft gepleegd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, met aftrek van voorarrest, en heeft de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden opgelegd. De verdachte is beschuldigd van het bedreigen van politieagenten en hulpverleners, alsook van stalking van jeugdbeschermers en medewerkers van een advocatenkantoor. De rechtbank oordeelde dat de verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers, wat leidde tot ernstige gevoelens van angst en onveiligheid. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen volledig toegewezen, waarbij de slachtoffers schadevergoeding hebben gekregen voor de immateriële schade die zij hebben geleden door de gedragingen van de verdachte. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het advies van een forensisch psycholoog, die heeft geconcludeerd dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank heeft besloten dat tbs met voorwaarden de beste optie is voor behandeling van de verdachte, om herhaling van dergelijk gedrag in de toekomst te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers : 03/164698-21, 03/060316-22, 03/060320-22 (ttz.gev.)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 2 juni 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
gedetineerd in P.I. Grave te Grave.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. L.M.E. Kleczewski, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 19 mei 2022. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
in de zaak met parketnummer 03/164698-21:
Feit 1:twee politiemensen heeft bedreigd;
Feit 2:meerdere leden van de ondersteuningsgroep politie Limburg heeft bedreigd met een stanleymes;
Feit 3:een jeugdbeschermer van het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming met het pseudoniem [slachtoffer 1] heeft belaagd (stalking). Subsidiair is ten laste gelegd dat de verdachte hem heeft bedreigd;
Feit 4:een kernfunctionaris van het Landelijk Hoog Risico Team van de Raad voor de Kinderbescherming heeft belaagd (stalking). Subsidiair is ten laste gelegd dat de verdachte hem heeft bedreigd;
Feit 5:meerdere werknemers van het kantoor [naam advocatenkantoor] heeft belaagd (stalking);
in de zaak met parketnummer 03/060316-22:
[slachtoffer 2] heeft bedreigd;
in de zaak met parketnummer 03/060320-22:
een jeugdbeschermer van het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming met het pseudoniem [slachtoffer 3] heeft bedreigd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
in de zaak met parketnummer 03/164698-21:
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. Bij de feiten 3 en 4 acht de officier van justitie het primair ten laste gelegde (belaging) bewezen.
Ten aanzien van feit 2, de bedreiging van vier agenten met een stanleymes, ziet de officier van justitie geen reden om aan de juistheid van de verklaringen van de agenten te twijfelen. Zij verklaren allen dat de verdachte een stanleymes in zijn hand hield en dat zij zich hierdoor bedreigd voelden. Volgens vaste jurisprudentie is dit voldoende om te spreken van een strafbare bedreiging.
in de zaken met parketnummers 03/060316-22 en 03/060320-22:
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring. De bewoordingen passen in een patroon van verbale bedreigingen die de verdachte onder parketnummer 03/164698-21 worden verweten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
in de zaak met parketnummer 03/164698-21:
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit. Uit het dossier volgt enkel dat de verdachte het mes aan de agenten heeft getoond. Dit is onvoldoende om te spreken van een strafbare bedreiging.
De raadsvrouw heeft ook vrijspraak bepleit van de feiten 3 en 4 primair, de belaging van twee jeugdbeschermers onder de respectievelijke pseudoniemen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] . Gezien de frequentie van het contact is er volgens de raadsvrouw niet voldaan aan het vereiste van stelselmatigheid. Evenmin heeft de verdachte een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de aangevers.
Ook van feit 5 heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit. Primair omdat niet voldaan is aan de eisen die gelden voor een klachtdelict; subsidiair omdat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte veelvuldig heeft gebeld naar het advocatenkantoor; meer subsidiair omdat de verdachte geen opzet had op de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer.
in de zaak met parketnummer 03/060316-22:
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat niet wettig bewezen kan worden dat de verdachte de woorden “Pedofiel, Kinderverkachter, ik ga je keel doorsnijden” heeft geuit richting [slachtoffer 2] , zodat hiervan partiële vrijspraak moet volgen. Dat de verdachte deze woorden aan [slachtoffer 2] zou hebben toegevoegd, volgt namelijk enkel uit de aangifte.
in de zaak met parketnummer 03/060320-22:
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van dit feit, omdat de aangifte van [slachtoffer 3] niet wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Inleiding
Aan de verdachte zijn meerdere belagingen (stalkingen) en bedreigingen ten laste gelegd. De rechtbank komt ten aanzien van de meeste feiten tot een bewezenverklaring en zal daarom eerst de gebruikte bewijsmiddelen weergeven. Vervolgens zal de rechtbank, waar nodig, ingaan op de verweren van de verdediging. Tot slot zal de rechtbank overwegen waarom de verdachte van het ten laste gelegde onder parketnummer 03/060320-22, te weten de bedreiging van [slachtoffer 3] , wordt vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] (aangever 1734144)
Op 7 september 2020 heeft aangever 1734144, jeugdbeschermer bij het Landelijk Expertise Team Jeugdbescherming (LET JB) met het pseudoniem ‘ [slachtoffer 1] ’ (hierna: [slachtoffer 1] ), aangifte gedaan tegen de verdachte. [slachtoffer 1] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij op 1 september 2020 omstreeks 11.00 uur werd gebeld door de verdachte. De verdachte schreeuwde hierbij onder andere:
- ‘ jij bent bekend met zedendelicten. Ik heb veel verhalen over zedenmisbruik van jou
gehoord. U pleegt seksueel misbruik heb ik gehoord, wat ben jij een viezerik’;
- ‘ u verspreidt leugens in de rechtbank’;
- ‘ u heeft effectief meegeholpen om ons het huis uit te werken. Mijn ouders zeggen
ook dat zij de handen eraf trekken’;
- ‘ ik ga er alles aan doen dat jij geen andere gezinnen meer kunt beschadigen. Vieze
gore pedofiel, ik daag je uit. U heeft altijd die ja knikker bij u. Als u nog 1 keer
in de buurt van mijn kinderen komt dan kom ik bij jou thuis, als je aan mij kinderen
komt dan kom ik aan jou jullie zijn geen instelling maar een bedrijf. Jullie krijgen
betaald om kinderen uit huis te halen’;
- ‘ ik weet waar je woont en anders kom ik daar zo achter’;
- ‘ jij komt niet meer bij een gesprek want ik doe jou wat aan’. [2]
Diezelfde dag, op 1 september 2020 omstreeks 14.55 uur, werd [slachtoffer 1] anoniem gebeld door de verdachte. De verdachte zei: 'zo [slachtoffer 1] de kinderverkrachter'. Hierop heeft [slachtoffer 1] aangegeven dat hij het gesprek ging beëindigen en vervolgens het gesprek beëindigd. Hierop heeft de verdachte nog vijf keren anoniem gebeld. Tevens heeft de verdachte in dezelfde tijd een collega van [slachtoffer 1] en de bereikbaarheidsdienst gebeld en hun voicemail ingesproken.
Op de voicemail van de bereikbaarheidsdienst heeft de verdachte onder meer gezegd: ‘het LET moet minder mensen in dienst nemen die bekend staan als kinderverkrachters’. [3]
Ook heeft de verdachte op 1 september 2020 een e-mail over [slachtoffer 1] naar het informatie
e-mailadres van het LET gestuurd, met een cc naar [slachtoffer 1] , waarin hij een klacht indient tegen [slachtoffer 1] . [4]
Op woensdag 2 september 2020 ontving [slachtoffer 1] wederom meerdere e-mailberichten van de verdachte. [5]
Op 3 september heeft de verdachte wederom een e-mail over [slachtoffer 1] gestuurd, die hij in cc naar [slachtoffer 1] zelf en naar het informatie e-mailadres van het LET stuurde. [6]
In het dossier zijn twee voicemailberichten uitgewerkt die [slachtoffer 1] op 1 september 2020 heeft ontvangen. Deze voicemails zijn afkomstig van de verdachte. Deze zegt hierin onder andere:
‘Jaaa, wat een held ben jij weer hè, dat kon je niet goed hebben, maar dit is wel een goede spiegeling voor jou hè. Dit is een goede spiegel voor jou, denk daar maar eens over na. Ik hoor dingen, ik neem ze voor waarheid aan en ik gooi ze de wereld in. Zoals u dingen hoort en dat voor waarheid aanneemt en de wereld ingooit. Alleen u verpest er gezinnen mee.”’,
‘Goeiedag hufter, ik wou jou even laten weten dat ik ons laatste gesprek heb opgenomen. Al jouw leugentjes die jij vertelt om jouw eigen hachje te redden, die gaan niet op. Ik ga jou nu net zo lastigvallen, als dat jij mij de hele tijd lastigvalt.’, Ik ga er alles aan doen, maar dan ook alles aan doen, maar dan ook alles, dat iemand zoals jou, die met zijn handjes van kleine kindertjes kan afblijven’, ‘Ik ga er alles aan doen dat jij daar weg bent uit die functie wat jij hebt. Want jij bent gewend, dat je overal mee wegkomt. Dat is duidelijk en jij gaat er vanuit dat je overal mee wegkomt smeerlap. Maar ik ga er alles aan doen, dat jij ook belandt waar jij thuishoort en dat is achter de tralies waar een stuk schorem die alleen maar met zichzelf bezig is en alleen maar met eigen belangen en niet met zijn handjes van kindertjes kan afblijven, thuishoort’ en ‘En ik mag jou dan misschien geen kinderverkrachter noemen, maar ik weet ook niet hoe je iemand anders moet noemen die zedelijk gedrag vertoont naar kleine kinderen toe. Vertel mij het maar, hoe moe ik jou noemen. In ieder geval tot die tijd, blijf jij met je vieze handjes uit de buurt van mijn kinderen. Heel, heel, heel ver, misselijkmakend ventje, stuk tuig dat je bent.’ [7]
Op 3 juni 2021 heeft [slachtoffer 1] wederom aangifte gedaan tegen de verdachte. Hij heeft in zijn aangifte verklaard dat de verdachte met name de bereikbaarheidsdienst lastigvalt door veelvuldig te bellen. Als de telefoon dan beantwoord wordt, zegt de verdachte onder andere dat ze viespeuken en kinderverkrachters zijn. Ook wordt er in de maand april 2021 op telefoonnummers van medewerkers van het LET JB veelvuldig gebeld met een anoniem nummer.
Op 25 mei 2021 is [slachtoffer 1] zelf anoniem gebeld. Hij herkent de stem van de beller als de stem van de verdachte en hoort de verdachte zeggen dat hij, [slachtoffer 1] , een viespeuk en een kinderverkrachter is. [slachtoffer 1] heeft uiteindelijk de verbinding verbroken, waarna hij wederom twee keer anoniem is gebeld. Ook op 20 mei 2021 is [slachtoffer 1] anoniem gebeld door de verdachte. [slachtoffer 1] nam de telefoon op en de verdachte begon direct te schelden, waarna [slachtoffer 1] de verbinding verbrak en nog drie keer anoniem werd gebeld. Ook op 26 mei 2021 werd [slachtoffer 1] anoniem gebeld door de verdachte. De verdachte zei tegen [slachtoffer 1] dat collega [naam collega] een kinderverkrachter was. Vervolgens is [slachtoffer 1] die dag nog acht keer anoniem gebeld.
Uit onderzoek van KPN is gebleken dat de als ongewenst ervaren verbindingen alle afkomstig zijn van één aansluiting.
Op 16 juni 2021 ontving [slachtoffer 1] een voicemailbericht van de verdachte. De verdachte belde met een anoniem telefoonnummer en zei onder andere ‘dag pedofiel [slachtoffer 1] ’ en ‘en als ik erachter kom dat jij met je gore kinderverkrachterhandjes aan mijn kinderen hebt gezeten of komt, dan is het te laat, dan kun je erop rekenen dat ik een keer achter je staat om je keel door te snijden voor je gezin, dat is geen bedreiging maar een belofte, ga daar maar weer aangifte van doen pedofiel’. [8]
[slachtoffer 4] (aangever 1792407)
Op 21 januari 2021 heeft aangever 1792407, kernfunctionaris van het Landelijk Hoog Risico Team van de Raad voor de Kinderbescherming (HRT-team), met het pseudoniem ‘ [slachtoffer 4] ’ (hierna: [slachtoffer 4] ), aangifte gedaan tegen de verdachte. Hij heeft in zijn aangifte verklaard dat de verdachte hem in de periode van 21 december 2020 tot en met 6 januari 2021 dagelijks heeft gebeld, soms wel 30 keer per dag. De verdachte belde zowel overdag als in de avond tot middernacht. Ook belde de verdachte naar het spoedtelefoonnummer van het HRT-team. In de beginperiode belde de verdachte anoniem en begon hij direct te schreeuwen en schelden zodra er opgenomen werd. Ook belde hij een aantal keren met zijn eigen telefoonnummer. Als er niet werd opgenomen, sprak de verdachte de voicemail in en zei hij onder meer: ‘je bent corrupt, je bent een crimineel, je faciliteert een pedofielennetwerk, je bent een hufter, je bent een stuk tuig, je bent een lul, je bent een stuk gezwel’. De verdachte gaf hierbij meerdere keren aan dat hij zou blijven bellen tot hij zou krijgen wat hij wilde, namelijk contact met zijn kinderen. Tevens bleef de verdachte vragen naar de naam van de persoon bij wie hij een klacht kon indienen over [slachtoffer 4] . Hij zei dat hij er alles aan zou gaan doen om te zorgen dat [slachtoffer 4] zijn taak niet meer zou kunnen uitvoeren.
In e-mailberichten van 30 december 2020, 31 december 2020 en 24 februari 2021 werd aan de verdachte kenbaar gemaakt dat hij moest stoppen met bellen. De verdachte stopte hier in eerste instantie echter niet mee. [9]
Op 25 februari 2021 heeft [slachtoffer 4] aanvullend verklaard dat hij sinds 21 januari 2021 opnieuw dagelijks meerdere malen, soms wel twintig keer, wordt gebeld door de verdachte. De verdachte gebruikt dan meerdere scheldwoorden en wordt steeds dreigender in het contact. [slachtoffer 4] schrijft in deze aanvullende verklaring: Zo laat hij weten dat hij niet zal stoppen totdat ik er helemaal ziek van word. Hij zal er persoonlijk voor zorgen dat ik nooit meer mijn huidige werk kan doen. Geen aangifte zal hem kunnen tegenhouden. Op 24 februari 2021 heeft [slachtoffer 4] een stopbrief naar de verdachte gestuurd, maar vervolgens belde de verdachte hem die dag toch vele malen. [10]
[slachtoffer 4] heeft voicemailberichten aan de politie laten horen, waarop te horen is dat meermaals de volgende termen worden gezegd: achterlijke, crimineel, stalking, laster en smaad, stalker, tuig, pisvlek en machtsmisbruik. [11]
Op 14 juni 2021 heeft [slachtoffer 4] wederom aangifte gedaan tegen de verdachte. Hij heeft in zijn aangifte verklaard dat hij sinds 10 juni 2021 opnieuw gestalkt wordt door de verdachte. [slachtoffer 4] verklaart dat de verdachte gemiddeld tien keer per dag belt op zijn werktelefoon en naar de bereikbaarheidsdienst van het HRT-team. De verdachte belt dan met een anoniem telefoonnummer. [slachtoffer 4] beschrijft dat de verdachte de volgende momenten heeft gebeld:
- donderdag 10 juni 2021 - 16 keer;
- vrijdag 11 juni 2021 - 20 keer;
- zaterdag 12 juni 2021 - 4 keer;
- zondag 13 juni 2021 - 8 keer;
- maandag 14 juni 2021 (tussen 09:00 uur en 10:00 uur) - 2 keer.
In de gesprekken begint de verdachte direct te schelden en dreigen. Zo zegt hij: ‘ik ga je keeltje opensnijden’ en dreigt hij met de woorden: ‘ik weet waar je woont, ik zal net zolang zoeken tot dat ik je gevonden heb. Ik kom je thuis opzoeken en zal voor de ogen van je gezin je keel opensnijden. Ik zal je keel langzaam opensnijden zodat je zoveel mogelijk pijn zult lijden. Je moet je voorbereiden om te sterven, het zal bloederig worden. Je moet dagelijks achterom kijken want onverwachts zal ik voor je deur staan.’ [12]
[slachtoffer 2]
Op 17 maart 2021 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan tegen de verdachte. [slachtoffer 2] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij de verdachte niet persoonlijk kent, maar dat hij via
social mediamet hem in contact is gekomen. Vervolgens heeft de verdachte hem meerdere malen, zowel per e-mail als per telefoon, bedreigd.
Zo heeft de verdachte hem op 15 maart 2021 onder meer de woorden toegevoegd: ‘Hou je bek jongen, jij spamt mij niet meer, jij belt mij niet meer, jij mailt mij niet meer en is dat wel zo, dan zijn de consequenties voor jou menneke. En dan bedoel ik niet dat jij een paar boksen krijgt, maar dat je niet meer opstaat, snap je me?!’. [slachtoffer 2] heeft dit gesprek opgenomen. De politie heeft de opname beluisterd en letterlijk uitgewerkt. De verbalisant hoorde dat de stem op het geluidsfragment, de stem van [verdachte] was. [13]
Nadat [slachtoffer 2] op 23 maart 2021 meldde dat hij zijn aangifte wilde intrekken, omdat hij liever had dat de verdachte geholpen werd voor zijn psychische problemen, [14] heeft hij op 2 juni 2021 laten weten dat hij de aangifte toch wilde doorzetten. Op 15 mei 2021 is hij namelijk gebeld door de verdachte, die riep: ‘Pedofiel, Kinderverkrachter, ik ga je keel doorsnijden’. [15]
[naam advocatenkantoor]
Op 21 juni 2021 heeft [aangever] aangifte gedaan namens [naam advocatenkantoor] . [aangever] heeft verklaard dat de verdachte een voormalig cliënt van het kantoor is en dat hij hen sinds een discussie over een factuur stelselmatig lastigvalt. Op 6 mei 2021 heeft advocaat [naam advocaat] een e-mail aan de verdachte gestuurd, waarin zij onder meer mededeelt: ‘Ik verbied u hierbij uitdrukkelijk nog verder contact op te nemen met mij of met mijn medewerkers’ en ‘indien u onverhoopt geen gevolg geeft aan mijn sommatie ons kantoor nog verder te belagen en ons te bedreigen zal ik zonder verder aankondiging de politie inschakelen.’
De verdachte bleef echter twee tot drie keer per week anoniem naar het kantoor bellen. Hij bleef dan vaak vijf minuten lang achter elkaar bellen. Eerst belde de verdachte met zijn eigen telefoonnummer maar sinds dit telefoonnummer door het kantoor geblokkeerd is, belde hij anoniem. Ook heeft hij op 6 juni 2021 op de mobiele telefoon van mevrouw [naam advocaat] gebeld en haar voicemail ingesproken met de woorden: ‘Ik weet waar je woont’. Ook heeft hij diverse voicemailberichten achtergelaten waarin hij mevrouw [naam advocaat] uitmaakt voor dief, oplichter en crimineel. [16]
In totaal is er in de periode 3 mei 2021 tot en met 18 juli 2021, 26 keer gebeld naar het advocatenkantoor en zijn er drie voicemailberichten ingesproken door de verdachte. [17]
Stopgesprek op 2 juni 2021
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] wilden op 2 juni 2021 naar aanleiding van bedreiging een stopgesprek voeren met de verdachte en zijn naar de woning van de verdachte in [woonplaats] gegaan. Na het aanbellen hoorden zij via de intercom een manspersoon spreken. Dit bleek de verdachte te zijn. Toen de verbalisanten mededeelden dat zij van de politie waren, begon hij met stemverheffende toon te schreeuwen. Ook begon de verdachte vanaf het balkon te schreeuwen naar de verbalisanten. Op het balkon keek hij de verbalisanten recht in de ogen aan en wees hij met zijn vinger in de richting van de verbalisanten, terwijl hij schreeuwde: ‘Zijn jullie nog hier opgekankerd nu. Kale flikker met een bril, de kankerfascist. Vieze kankerlijers, Kankerfascisten. Ik kom zo naar buiten en sla ik jullie kop van de romp’. De verdachte heeft deze teksten meermaals herhaald. De verbalisanten voelden zich door deze teksten bedreigd. [18]
Aanhouding verdachte op 22 juni 2021
Op 22 juni 2021 waren vier verbalisanten van de Ondersteuningsgroep van de politie Limburg, te weten de verbalisanten met dienstnummers 174296, 124716, 174192 en 173821, belast met de aanhouding van de verdachte. Tijdens de briefing voorafgaand aan de aanhouding van de verdachte werd medegedeeld dat de verdachte meerdere hulpverleners had bedreigd waarvan aangifte is gedaan, dat hij recent voor de politie was gevlucht en dat zijn vriendin toen zou hebben verklaard dat de verdachte een mes had gepakt waarmee hij de politie wilde aanvallen. Bij het betreden van de woning van de verdachte in [woonplaats] werd de voordeur geforceerd en meermaals geroepen dat het de politie betrof die de woning betrad. [19]
Verbalisant 174296 heeft beschreven dat de verdachte in de woonkamer voor de bank, stond en dat hij in zijn rechterhand een mes, dreigend, voor zijn borst, met de punt in de richting van de verbalisanten, vasthield. De verdachte stond op dat moment op ongeveer 1,5 meter afstand van hem. Verbalisant 174296 voelde zich hierdoor ernstig bedreigd en hield zijn vuurwapen in het holster vast. Gezien de eerdere uitspraak van de vriendin van de verdachte vreesde de verbalisant voor zijn leven en voor het leven van zijn collega. Verbalisant 174296 beschrijft dat de verdachte niet reageerde op mededelingen dat hij het mes moest laten vallen. [20]
Verbalisant 124716 heeft beschreven dat hij zag dat de verdachte een zilverkleurig stanleymes vasthield in zijn rechterhand. Hij hield het mes op schouderhoogte en wees daarmee in de richting van de verbalisanten. De verdachte schreeuwde, terwijl hij voor de bank in de woonkamer stond. Gezien de gemoedstoestand van de verdachte en omdat hij een mes vasthield, vreesde de verbalisant dat de verdachte hen te lijf wilde gaan. Verbalisant 124716 was bang dat hij of een van zijn collega’s gewond zouden raken. Hij vond de situatie dreigend. Verbalisant 124716 richtte zijn vuurwapen op de verdachte en riep dat de verdachte zijn mes moest laten vallen. Dit deed de verdachte in eerste instantie niet. [21]
Verbalisant 174192 heeft beschreven dat hij zag dat de verdachte in zijn rechterhand een stanleymes vasthield. De verdachte was aan het schreeuwen en liet het mes, ondanks dat hij door meerdere collega’s werd aangesproken, niet vallen. De verdachte hield zijn rechterhand met daarin het mes hoog in de lucht en dreigde daarmee in de richting van de verbalisanten. Verbalisant 174192 beschrijft de situatie als bijzonder gevaarlijk, omdat de verdachte gelijk het mes vasthield. [22]
Verbalisant 173821 heeft beschreven dat hij de verdachte aantrof in de woonkamer. De verdachte hield in zijn rechterhand een stanleymes vast. Hij hield het stanleymes op schouderhoogte, het lemmet was uitgeschoven en het mes was naar voren gericht. Verbalisant 173821 riep dat de verdachte het mes moest laten vallen en richtte zijn dienstwapen op de verdachte. De verdachte gilde en schreeuwde en deed vervolgens een stap naar achteren. Verbalisant 173821 was bang dat de verdachte de confrontatie met hem zou aangaan en hem met het mes zou steken of snijden. De afstand tussen hem en de verdachte bedroeg op dat moment ongeveer 2 meter. Verbalisant 173821 zag dat collega 174296 de woonkamer binnenstapte, terwijl de verdachte voor de bank bleef staan en het mes op schouderhoogte meermaals naar voren en achteren haalde. De verdachte maakte een steekbeweging. [23]
De verbalisanten hebben alle vier aangifte gedaan van bedreiging. [24] In de woning van de verdachte werd een stanleymes in beslag genomen. [25]
De bewijsoverwegingen
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen acht de rechtbank de feiten onder parketnummer 03/164698-21 (de bedreiging van politieagenten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , de bedreiging van vier leden van de ondersteuningsgroep en de belagingen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en de medewerkers van [naam advocatenkantoor] ) alsmede het ten laste gelegde onder parketnummer 03/060316-22 (de bedreiging van [slachtoffer 2] ) bewezen. De rechtbank overweegt ten aanzien van het bewijs in het bijzonder het volgende.
Feit 2 onder parketnummer 03/164698-21
Onder dit feit is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij vier leden van de ondersteuningsgroep van de politie heeft bedreigd. De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat de verdachte een stanleymes aan de politieagenten heeft getoond, dat hij met het stanleymes in de richting van de agenten voor hen heeft gestaan en dat hij steekbewegingen heeft gemaakt in de richting van de agenten. De rechtbank ziet geen reden om aan de waarnemingen van de agenten te twijfelen, ook al verklaart slechts een van de agenten expliciet gezien te hebben dat de verdachte met het mes steekbewegingen maakte. De politieagenten hebben verklaard dat zij zich bedreigd voelden door dit handelen van de verdachte en dit handelen levert ook een strafbare bedreiging op, zodat de rechtbank feit 2 bewezen acht zoals dit ten laste is gelegd.
Feiten 3 en 4 onder parketnummer 03/164698-21
Onder de feiten 3 en 4 (in de zaak met parketnummer 03/164698-21) wordt de verdachte primair verweten dat hij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] heeft belaagd. Volgens de verdediging kan niet bewezen worden dat de verdachte stelselmatig met hen contact heeft gezocht en heeft de verdachte ook geen inbreuk gemaakt op hun levenssfeer.
De rechtbank stelt voorop dat bij de beoordeling of er sprake is van stelselmatigheid relevant zijn de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen, de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de slachtoffers (HR 15 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3495). Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] vaak meerdere keren per dag belde, e-mails stuurde en hun voicemail insprak, terwijl zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 4] aan de verdachte duidelijk hadden gemaakt dat zij dit contact niet wensten. Door aldus in een kort tijdsbestek meerdere keren per dag contact te zoeken, waarbij dit contact ook gezien de inhoud ervan steeds specifieker en indringender werd, is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan het vereiste van stelselmatigheid (zie ook HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3625).
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank ook af dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] geen andere keuze liet dan het al dan niet aanvaarden van contact met de verdachte. Dit betekent dat de verdachte hen feitelijk heeft gedwongen te dulden dat de verdachte stelselmatig contact had met hen en dat de verdachte aldus inbreuk heeft gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer (zie HR 31 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU7080). Dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] kent vanuit een zakelijke relatie, doet hier niet aan af, temeer niet nu bij de veelvuldige contacten ook sprake was van bedreigingen aan de persoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] . Dit betekent dat sprake is van belaging, zodat de rechtbank het onder 3 en 4 primair ten laste gelegde bewezen acht.
Feit 5 onder parketnummer 03/164698-21
Aan de verdachte wordt verweten dat hij de medewerkers van [naam advocatenkantoor] heeft belaagd. De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat niet is voldaan de vereisten die gelden voor een klachtdelict. De rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank begrijpt de aangifte die [aangever] namens het kantoor [naam advocatenkantoor] heeft gedaan zo dat hij aangifte heeft gedaan namens alle medewerkers van het kantoor, dus namens de individuele personen. Dat dit ook de bedoeling van [aangever] was en dat ook de overige werknemers van [naam advocatenkantoor] vervolging van de verdachte wensten, leidt de rechtbank ook af uit de e-mail die [naam advocaat] op 6 mei 2021 naar de verdachte heeft gestuurd. Hierin geeft zij aan dat zij de verdachte uitdrukkelijk verbiedt om nog verder contact op te nemen met haar of een van haar medewerkers, omdat anders zonder verdere aankondiging de politie ingeschakeld zal worden. Aan de vereisten voor een klachtdelict is dan ook voldaan.
Bij de beoordeling of de gedragingen van de verdachte jegens de medewerkers van [naam advocatenkantoor] belaging opleveren, is het volgende van belang. Uit de aangifte met bijlagen blijkt dat het de verdachte moet zijn geweest die veelvuldig naar [naam advocatenkantoor] heeft gebeld. Door aldus in een korte periode vaak meerdere keren per dag contact te zoeken, waarbij dit contact ook gezien de inhoud ervan steeds specifieker en indringender werd, is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan het vereiste van stelselmatigheid (zie ook hier HR 13 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3625). Ook levert dit handelen een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de medewerkers van [naam advocatenkantoor] op. De verdachte liet hen immers geen keuze in het al dan niet aanvaarden van contact met de verdachte. Dit betekent dat de verdachte hen feitelijk heeft gedwongen te dulden dat de verdachte stelselmatig contact had met hen en dat de verdachte aldus inbreuk heeft gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer (zie het hierboven reeds aangehaalde arrest HR 31 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU7080). Dat er een zakelijke relatie bestond tussen de verdachte en het kantoor, doet hieraan niet af en neemt op zichzelf de wederrechtelijkheid van het handelen van de verdachte niet weg. Dit betekent dat sprake is van belaging, zodat de rechtbank feit 5 bewezen acht.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig bewijs bevat dat de verdachte uitwerpselen heeft achtergelaten op de parkeerplaats van het kantoor en dat hij ’s nachts met de brievenbus heeft geklepperd. Van deze delen van de tenlastelegging zal de verdachte daarom vrijgesproken worden.
Het ten laste gelegde onder parketnummer 03/060316-22
De verdachte wordt verweten dat hij [slachtoffer 2] heeft bedreigd. De rechtbank acht ook bewezen dat de verdachte de bedreiging die onder het tweede gedachtestreepje staat vermeld, heeft geuit richting [slachtoffer 2] . Dit zijn namelijk specifieke bedreigende termen zoals door onder anderen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] in hun aangiften genoemd. Dat de verdachte ook in andere zaken bewoordingen als ‘pedofiel’ en ‘kinderverkrachter’ heeft geuit en gedreigd heeft om de geadresseerde de keel door te snijden, biedt naar het oordeel van de rechtbank dan ook steun aan de verklaring van [slachtoffer 2] dat de verdachte deze bewoordingen richting hem geuit heeft. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de verdachte deze bedreiging heeft geuit.
Vrijspraak in de zaak met parketnummer 03/060320-22
In de zaak met parketnummer 03/060320-22 is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij [slachtoffer 3] heeft bedreigd door hem dreigend de woorden toe te voegen ‘en als ik erachter kom dat jij met je gore kinderverkrachterhandjes aan mijn kinderen hebt gezeten of komt, dan is het te laat, dan kun je erop rekenen dat ik een keer achter je staat om je keel door te snijden voor je gezin, dat is geen bedreiging maar een belofte, ga daar maar weer aangifte van doen pedofiel’.
[slachtoffer 3] verklaart in zijn aangifte dat hij zich bedreigd voelde door de woorden van de verdachte, die inhielden: ‘ik ben nog niet klaar met jou, ik zal jou vinden en ik zal jouw keel komen doorsnijden en kijken hoe je doodbloedt en stikt’. Dit zijn niet de woorden die in de tenlastelegging vermeld staan. De woorden zoals tenlastegelegd komen voor in het dossier met parketnummer 03-164698-21, maar dan als de tekst van een voicemail gericht aan een andere aangever. Nu de woorden in de tenlastelegging zo afwijken van de woorden in de aangifte van [slachtoffer 3] , met name door de woorden pedofiel en kinderverkrachter waarover de aangever in het geheel niet rept, kan de rechtbank evenmin concluderen dat de verdachte woorden van een ‘gelijke dreigende aard of strekking geeft geuit’. Om die reden moet de verdachte van het tenlastegelegde vrijgesproken worden.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
in de zaak met parketnummer 03/164698-21:
1.
op 2 juni 2021 te Heerlen, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , beiden ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, aldaar ter plaatse om een STOP-gesprek te voeren met verdachte naar aanleiding van steeds toenemendere bedreigingen in de richting van hulpverleners, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen: ‘Zijn jullie nog niet opgekankerd nu. Kale flikker met een bril, de kankerfascist. Vieze kankerlijers, Kankerfascisten. Ik kom zo naar buiten en sla ik jullie kop van de romp’;
2.
op 22 juni 2021 te Heerlen, meerdere leden van de ondersteuningsgroep Politie Limburg (betreffende collega's met dienstnummers: 174296, 124716, 174192 en 173821), allen ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, aldaar ter plaatse om verdachte naar aanleiding van steeds toenemendere bedreigingen in de richting van hulpverleners aan te houden met de wetenschap dat hij kennelijk steekwapengevaarlijk is ten opzichte van mensen met een veilige publieke taak, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door op zeer korte afstand tot de leden van de Ondersteuningsgroep Politie Limburg,
- een stanleymes dreigend te tonen en
- met een stanleymes steekbewegingen te maken in de richting van leden van de Ondersteuningsgroep Politie Limburg;
3.
op meerdere tijdstippen in de periode van 29 juni 2020 tot en met 17 juni 2021 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ), Jeugdbeschermer bij het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming gedurende de rechtmatige uitoefening van diens bediening, door
- veelvuldig e-mailberichten te versturen naar het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming met lasterlijke/smadelijke, althans beledigende teksten over die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) en
- veelvuldig e-mailberichten te versturen met verwijtende, dreigende en dwingende inhoud en
- veelvuldig, al dan niet anoniem, vloekend, tierend en met beledigende en bedreigende woorden, te bellen naar het werktelefoonnummer van die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) en naar de (spoed) bereikbaarheidslijn van het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming alwaar die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) op dat moment werkzaam is en
- meermalen voicemailberichten in te spreken met smadelijke/lasterlijke, althans beledigende en bedreigende teksten en
- meermalen via voicemailberichten (al dan niet ingesproken bij en bekend geworden via derden) - direct en/of indirect - te bedreigen met enig misdrijf tegen het leven gericht door die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) dreigend de woorden toe te voegen: ‘en als ik erachter kom dat jij met je gore kinderverkrachterhandjes aan mijn kinderen hebt gezeten of komt, dan is het te laat, dan kun je erop rekenen dat ik een keer achter je staat, om je keel door te snijden voor je gezin, dat is geen bedreiging maar een belofte, ga daar maar weer aangifte van doen pedofiel’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
telkens met het oogmerk die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) vanuit zijn functie als Jeugdbeschermer bij het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
4.
op meerdere tijdstippen in de periode van 21 december 2020 tot en met 14 juni 2021 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van aangever 1792407 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] ), kernfunctionaris van het Landelijke Hoog Risico Team van de Raad voor de Kinderbescherming, gedurende de rechtmatige uitoefening van diens bediening, door
- veelvuldig, al dan niet anoniem, vloekend, tierend en met beledigende en/of bedreigende woorden, te bellen naar het werktelefoonnummer van aangever 1792407 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] ) met onder meer teksten dat hij, verdachte, niet zal stoppen totdat [slachtoffer 4] er helemaal ziek van wordt. Hij, verdachte, zal er persoonlijk voor
zorgen dat [slachtoffer 4] nooit meer zijn huidige werk kan doen. Geen aangifte zal hem kunnen tegenhouden, en
- veelvuldig - al dan niet anoniem - vloekend, tierend en met beledigende en/of bedreigende woorden, te bellen naar het spoednummer van het Hoog Risico Team en
- meermalen voicemailberichten in te spreken met dreigende en/of beledigende teksten als: ‘je bent corrupt, je bent een crimineel, je faciliteert een pedofielennetwerk, je bent een hufter, je bent een stuk tuig, je bent een lul, je bent een stuk gezwel’ en/of
- meermalen via voicemailberichten en telefonisch (al dan niet bekend geworden via derden) direct en/of indirect te bedreigen met enig misdrijf tegen het leven gericht door die aangever 1792407 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] ) de woorden toe te voegen: ‘Ik weet waar je woont, ik zal net zolang zoeken tot dat ik je gevonden heb. Ik kom je thuis opzoeken en zal voor de ogen van je gezin je keel opensnijden. Ik zal je keel langzaam opensnijden zodat je zoveel mogelijk pijn zult lijden. Je moet je voorbereiden om te sterven, het zal bloederig worden. Je moet dagelijks achterom kijken want onverwachts zal ik voor je deur staan’,
telkens met het oogmerk die aangever 1792407 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] ) vanuit zijn functie als kernfunctionaris van het Landelijke Hoog Risico Team van de Raad voor de Kinderbescherming, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
5.
in de periode van 6 mei 2021 tot en met 21 juni 2021 te Heerlen en/of Sittard, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [aangever] , [naam advocaat] en meerdere medewerkers werkzaam bij kantoor [naam advocatenkantoor] , door
- veelvuldig, al dan niet anoniem, te bellen met het oogmerk die [aangever] , [naam advocaat] en meerdere medewerkers werkzaam bij kantoor [naam advocatenkantoor] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
in de zaak met parketnummer 03/060316-22:
in de periode van 15 maart 2021 tot en met 15 mei 2021, te Heerlen, gemeente Heerlen en/of Leiden, [slachtoffer 2] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen:
- ‘ hou je bek jongen, jij spamt mij niet meer, jij belt mij niet meer, jij mailt mij niet meer en is dat wel zo, dan zijn de consequenties voor jou menneke. En dan bedoel ik niet dat jij een paar boksen krijgt, maar dat je niet meer opstaat, snap je me?!’ en
- ‘ Pedofiel, Kinderverkrachter, ik ga je keel doorsnijden’,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
t.a.v. de feiten 1 en 2 onder parketnummer 03-164698-21 en t.a.v. feit 1 onder parketnummer 03-060316-22:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
t.a.v. de feiten 3 primair, 4 primair en 5 onder parketnummer 03-164698-21:
belaging
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Forensisch klinisch psycholoog Mr.drs. R.A. Sterk heeft op 25 april 2022 een rapport over de verdachte uitgebracht. In dit rapport komt hij tot het advies om de feiten aan de verdachte in verminderde mate toe te rekenen. Ook overigens zijn er geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte geheel uitsluiten. De verdachte is derhalve strafbaar.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van één jaar met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie de oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna: tbs met dwangverpleging) gevorderd.
De officier van justitie gaat er, gelet op het rapport van de psycholoog, vanuit dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Gelet op de ernst van de feiten en de impact die de feiten op de slachtoffers heeft gehad, acht de officier van justitie een gevangenisstraf voor de duur van een jaar passend.
Daarnaast dient ter bescherming van de maatschappij voorkomen te worden dat de verdachte dergelijke feiten opnieuw pleegt. Daarvoor is langdurige behandeling noodzakelijk. De zorgmachtiging biedt onvoldoende waarborgen om de verdachte langdurig te behandelen, te meer nu de zorgmachtiging in duur is beperkt. De maatregel van tbs met voorwaarden wordt door de reclassering onuitvoerbaar bevonden omdat zij geen werkbare relatie met de verdachte voor zich zien. Bovendien is onduidelijk of de verdachte echt bereid en in staat is om zich aan de voorwaarden te houden. De officier van justitie acht tbs met dwangverpleging nodig omdat dit de beste manier van behandelen biedt en om te voorkomen dat de verdachte in de toekomst opnieuw slachtoffers maakt.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat gekozen moet worden voor de weg van de zorgmachtiging, omdat de zorgmachtiging volgens de psycholoog de meest passende en minst ingrijpende manier is om de verdachte te behandelen en het risico op herhaling te verkleinen. De maatregel van tbs met voorwaarden acht de verdediging niet zinvol, omdat de kans op omzetting naar tbs met dwangverpleging op dit moment te groot is. De kans op herhaling kan bovendien ondervangen worden met een deels voorwaardelijke straf en een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de schorsing van het onderzoek gevorderd, omdat zij naar aanleiding van de rapporten en hetgeen ter terechtzitting naar voren was gebracht nog vragen wilde stellen aan de psychiater, met name over eventueel voor te schrijven medicatie. De raadsvrouw heeft zich hiertegen verzet. De rechtbank heeft de vordering afgewezen en met de officier van justitie en raadsvrouw besproken dat, indien zij daarvoor aanleiding zou zien, de behandeling van de zaak zou kunnen heropenen. De rechtbank ziet naar aanleiding van hetgeen ter terechtzitting is besproken geen reden om het onderzoek te heropenen: zij acht zich met de door de forensisch psycholoog en psychiater en door de reclassering uitgebrachte rapporten en de toelichting en aanvulling hierop van de reclasseringswerker en de psycholoog ter terechtzitting voldoende voorgelicht over de persoon van de verdachte.
Bij het bepalen van de op te leggen straf en maatregel is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De straf
De rechtbank is allereerst van oordeel dat aan de verdachte een straf moet worden opgelegd. De verdachte heeft meerdere personen bedreigd, onder wie medewerkers van de politie. Daarnaast heeft de verdachte meerdere hulpverleners en instanties gedurende een lange periode belaagd (gestalkt) en bedreigd. De verdachte heeft hiermee op zeer indringende wijze inbreuk gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer en hen veel angst aangejaagd. De grote impact van het handelen van de verdachte op niet alleen het slachtoffer maar ook diens gezinsleden, is in de slachtofferverklaring van [slachtoffer 4] , die namens hem ter terechtzitting is voorgelezen, pakkend verwoord. Dat de verdachten het leven van diverse personen zo heeft beïnvloed, neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk. Deze gebeurtenissen zorgen bovendien niet alleen voor ernstige gevoelens van angst en onveiligheid bij de direct betrokkenen, maar ook voor gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij.
Gelet op de ernst van de feiten en de impact ervan op de slachtoffers, kan naar het oordeel van de rechtbank slechts worden volstaan met een vrijheidsbenemende straf van aanzienlijke duur. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan onder meer laten meewegen dat de verdachte reeds meermalen voor soortgelijke feiten gericht tegen hulpverleners is veroordeeld.
Ook houdt de rechtbank ermee rekening dat de psycholoog heeft geconcludeerd dat het ten laste gelegde in verminderde mate aan de verdachte toegerekend kan worden. De rechtbank neemt deze conclusie van de psycholoog over.
Alles afwegend acht de rechtbank met het oog op vergelding en generale preventie een gevangenisstraf voor de duur van één jaar passend voor de door de verdachte gepleegde feiten. De tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, dient hierop in mindering gebracht te worden.
De rechtbank ziet, mede gelet op de hierna volgende overwegingen, geen aanleiding om een voorwaardelijk strafdeel aan de verdachte op te leggen. Wel is de rechtbank gelet op de kans op herhaling wanneer de verdachte niet zou worden behandeld, van oordeel dat een gevangenisstraf alleen niet volstaat.
De maatregel
Het rapport van de psycholoog
In zijn hiervoor onder 5 genoemde rapport beschrijft de forensisch psycholoog dat er bij de verdachte sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met paranoïde en narcistische trekken, dat het risico op herhaling hoog is en dat de verdachte nauwelijks in staat is om zijn vooral verbale agressie te beheersen jegens autoriteitsfiguren zoals politie en justitie, hetgeen mede is ingegeven door waanachtige ideeën. Om het recidivegevaar te beperken, is het volgens de psycholoog nodig dat de persoonlijkheidsproblematiek van de verdachte in aanvang klinisch wordt behandeld, waarna de behandeling ambulant vervolgd kan worden. De psycholoog beschrijft dat het niet wenselijk is om de behandeling in de vorm van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel aan de verdachte op te leggen, omdat de verdachte dan de behandeling eenvoudig zou kunnen ontlopen door te kiezen voor detentie in plaats van behandeling.
De psycholoog noemt de tbs-maatregel als mogelijkheid voor behandeling van de verdachte. De tbs-maatregel biedt volgens de psycholoog de meeste waarborgen dat de behandeling tot stand komt en dat het recidivegevaar wordt geminimaliseerd. Een tbs met voorwaarden waarbij de eerste behandelfase in een kliniek met een verhoogd beveiligingsniveau plaatsvindt, zou passend kunnen zijn, aldus de psycholoog.
Ook benoemt de psycholoog in zijn rapport de mogelijkheid van behandeling in het kader van een zorgmachtiging. Indien de verdachte van de behandeling zou profiteren, zou dit kader het minst ingrijpende zijn. Wel merkt de psycholoog daarbij op dat vanuit strafrechtelijk oogpunt het nadeel is dat binnen de zorgmachtiging vooral het herstel van de psychische problematiek wordt nagestreefd en een goede risicotaxatie minder aandacht krijgt dan bij een strafrechtelijke maatregel. Ter terechtzitting heeft de psycholoog zijn voorkeur uitgesproken voor de zorgmachtiging, omdat dat het enige kader is waarbinnen de verdachte gedwongen kan worden om medicatie in te nemen. De psycholoog verwacht dat het toedienen van de juiste medicatie ertoe leidt dat het paranoïde deel van de stoornis van de verdachte afneemt. Dat is noodzakelijk om een basis te creëren voor (verdere) behandeling van zijn problematiek. Wanneer de paranoïde gedachten wegvallen, wordt het pas mogelijk om een werkrelatie met de verdachte op te bouwen. Na de zorgmachtiging dient de behandeling voortgezet te worden in een ambulant kader, al kan de verdachte dan niet meer gedwongen worden om medicatie te nemen.
De psychiater heeft ter terechtzitting desgevraagd enkele voorwaarden geformuleerd die hij, mocht de rechtbank besluiten tot het opleggen van tbs met voorwaarden, noodzakelijk acht. Van belang acht hij met name dat de verdachte eerst langdurig klinisch wordt behandeld. Het verdere traject zal afhangen van hoe de behandeling verloopt en of met passende medicatie de paranoïde gedachten afdoende zullen zijn bestreden.
De psychiater
De forensisch psychiater Dr. T. W. D. P. van Os heeft op 23 april 2022 een rapport over de verdachte uitgebracht. De psychiater beschrijft hierin dat op basis van de gestructureerde risicotaxatie naar voren komt dat veel risicofactoren gescoord kunnen worden. Daarnaast kan geconcludeerd worden dat er relatief weinig beschermende factoren zijn. Alles overziend kan gesteld worden dat op basis van de risicotaxatie instrumenten het risico op gewelddadig gedrag als hoog moet worden ingeschat. De psychiater heeft geen advies kunnen uitbrengen, omdat de verdachte beperkt heeft meegewerkt aan het onderzoek.
Het standpunt van de reclassering
De reclassering beschrijft in haar rapport van 14 april 2022 dat zij, gezien de weigerende en afwerende houding van de verdachte en eerdere dynamiek met de reclassering en andere betrokken instanties, geen mogelijkheden ziet om de verdachte in het kader van tbs met voorwaarden te begeleiden. In een later rapport, dat op 26 april 2022 aan de rechtbank is verstrekt, komt de reclassering tot eenzelfde conclusie. De reclassering heeft er geen vertrouwen in dat er tot een constructieve werkrelatie kan worden gekomen. Ook is niet de verwachting dat de verdachte zich langdurig aan strikte voorwaarden kan houden.
De reclassering heeft desondanks een aantal voorwaarden geformuleerd voor het geval de rechtbank toch tbs met voorwaarden aan de verdachte wil opleggen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is met de psycholoog van oordeel dat de verdachte om te beginnen een klinisch traject moet volgen om te voorkomen dat hij in de toekomst opnieuw strafbare feiten pleegt.
Anders dan de psycholoog, acht de rechtbank het van belang dat de verdachte in een forensisch klinisch kader wordt behandeld. Voor een reguliere kliniek lijkt de problematiek van de verdachte zich niet te lenen. Daarnaast geldt dat de zorgmachtiging in principe is beperkt tot de duur van zes maanden. Nog daargelaten dat in de meeste reguliere klinieken geen plek is voor forensische patiënten, is van belang dat het weliswaar mogelijk is om de zorgmachtiging te verlengen, maar dat voor deze verlenging een heel ander toetsingskader geldt dan in het strafrecht. De zorgmachtiging is namelijk gericht op herstel van de psychische problematiek en er is hierbij minder aandacht voor een goede risicotaxatie en voor beveiliging van de maatschappij. Al deze feiten en omstandigheden maken dat de rechtbank de zorgmachtiging in deze zaak niet passend vindt.
De rechtbank stelt vast dat aan de voorwaarden voor de oplegging van een tbs-maatregel is voldaan. Gelet op het door de beide deskundigen beschreven hoge recidiverisico indien de verdachte niet wordt behandeld, eist de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dat de verdachte naast een gevangenisstraf ook ter beschikking wordt gesteld. Op basis van het rapport van de psycholoog en de toelichting hierop ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat de verdachte ten tijde van de bewezenverklaarde feiten leed aan een ziekelijke stoornis zoals bedoeld in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De bewezenverklaarde feiten vallen ook onder hetgeen bepaald is in artikel 37a, eerste lid, sub 2 Sr. De officier van justitie heeft de oplegging van tbs met dwangverpleging gevorderd, omdat tbs met voorwaarden volgens de reclassering niet uitvoerbaar zou zijn.
De rechtbank volgt de officier van justitie daarin niet. Zij acht tbs met dwangverpleging op dit moment een te vergaande stap. De psycholoog heeft ter terechtzitting uiteengezet dat, indien de paranoïde gedachten in een klinische setting met passende medicatie zijn bestreden, het voor de reclassering wel degelijk mogelijk zou moeten zijn om een behandelrelatie met de verdachte op te bouwen. De rechtbank ziet dan ook aanleiding om in deze zaak te kiezen voor tbs met voorwaarden.
De rechtbank zal bij de bijzondere voorwaarden bepalen dat de verdachte de aanwijzingen van de kliniek moet opvolgen, ook als dat inhoudt dat hij medicatie inneemt, al dan niet in de vorm van een depot. Het vooruitzicht dat, indien hij weigert de medicatie in te nemen, de tbs wordt omgezet naar een tbs met dwangverpleging, zou voldoende moeten zijn om de verdachte bij het ontbreken van intrinsieke motivatie toch tot medicatiegebruik te bewegen. De verdachte heeft zich ter terechtzitting ook in deze zin uitgelaten.
Bij de invulling van de voorwaarden sluit de rechtbank aan bij de voorwaarden die de reclassering in de schriftelijke aanvulling op haar laatste rapport heeft geformuleerd, met uitzondering van het contactverbod met de slachtoffers. De rechtbank ziet geen meerwaarde in het opleggen van contactverboden met de slachtoffers. Ter terechtzitting heeft de verdachte zich bereid verklaard tot naleving van de voorwaarden. De rechtbank zal de reclassering opdracht geven de verdachte bij de naleving van de voorwaarden te begeleiden en zal de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren. De dadelijke uitvoerbaarheid gaat in op het moment dat de tenuitvoerlegging van de in deze zaak opgelegde gevangenisstraf eindigt.
Nu de tbs-maatregel niet wordt opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van personen, is deze in duur beperkt.
De rechtbank zal de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar. Daarnaast let zij de verdachte de maatregel van tbs met voorwaarden op.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partijen
Twee slachtoffers hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd.
De benadeelde partij [slachtoffer 4] 1792407, bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] , vordert een bedrag van € 2.500,00 ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij verbalisant nummer 173821 vordert een bedrag van € 367,00 ter vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen volledig toegewezen kunnen worden.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om de verbalisant 173821 niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, gelet op de door haar bepleite vrijspraak.
De vordering van [slachtoffer 4] 1792407 dient volgens de raadsvrouw gematigd te worden, omdat geen sprake is van belaging (het primair ten laste gelegde) maar van bedreiging (het subsidiair ten laste gelegde) en het gevorderde bedrag te hoog is voor een bedreiging.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Beide benadeelde partijen maken aanspraak op vergoeding van immateriële schade. Artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geeft een limitatieve opsomming van de gevallen waarin de wet recht geeft op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] 1792407
Een van de gevallen waarin de wet recht geeft op vergoeding van immateriële schade is wanneer de verdachte het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen (sub a). Daarvan is in het onderhavige geval, gelet op het bewezenverklaarde feit, sprake. Tevens is er in deze zaak sprake van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ (sub b). De vordering is door de benadeelde voldoende onderbouwd - hij heeft immers duidelijk naar voren gebracht welke invloed het handelen van de verdachte op hem heeft gehad – en de verdediging heeft onvoldoende verweer gevoerd tegen deze vordering, zodat de rechtbank de vordering volledig zal toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2021. De rechtbank zal over dit bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De vordering van de benadeelde partij verbalisant nummer 173821
Ook in dit geval is sprake van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ (sub b). De vordering is door de benadeelde partij voldoende onderbouwd en de verdediging heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen deze vordering, zodat de rechtbank ook deze vordering volledig zal toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag waarop het feit is gepleegd, te weten 22 juni 2021. De rechtbank zal over dit bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 38, 38a, 57, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 03/060320-22 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder parketnummers 03/164698-21 en 03/060316-22 tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat onder parketnummers 03/164698-21 en 03/060316-22 meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Gevangenisstraf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 1 jaar;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Tbs-maatregel
- gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden, waar de verdachte zich gedurende de duur van de maatregel aan dient te houden:
1. de veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
2. de veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- de veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- de veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de veroordeelde vast te stellen;
- de veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
- de veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- de veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
- de veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- de veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- de veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
3. de veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
4. de veroordeelde verblijft in een forensische zorginstelling (FPC, FPK of FPA) en zal zich houden aan de daar geldende huis- en leefregels c.q. voorwaarden die daar aan hem gesteld worden, stelt zich hierin begeleidbaar op en conformeert zich aan de geboden behandeling, ook als deze inhoudt inname van voorgeschreven medicatie. De opname start aansluitend aan de detentie;
5. de veroordeelde conformeert zich aan een ambulante (vervolg)behandeling bij een forensische polikliniek of een soortgelijke instelling, na het afronden van klinische opname, ook als dit inhoudt inname van voorgeschreven medicatie. De behandeling start aansluitend aan de klinische opname;
6. de veroordeelde verblijft, indien door de reclassering noodzakelijk geacht, in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname en het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. de veroordeelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
8. de veroordeelde zorgt ervoor dat hij altijd bereikbaar is voor zijn begeleiders en behandelaren;
- geeft opdracht aan de reclassering de terbeschikkinggestelde bij de naleving van die aanwijzingen hulp en steun te verlenen;
- bepaalt dat de maatregel tot terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is, met dien verstande dat de dadelijke uitvoerbaarheid ingaat op het ogenblik dat de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf eindigt;
Benadeelde partij [slachtoffer 4] 1792407 en de schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] 1792407 volledig toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 2.500,00 aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 14 juni 2021 tot aan de dag der gehele voldoening;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] 1792407 van een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening, en bij niet-betaling en verhaal te vervangen door 35 dagen gijzeling, met dien verstande dat deze gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Benadeelde partij verbalisant nummer 173821 en de schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij verbalisant nummer 173821 volledig toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 367,00 aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 22 juni 2021 tot aan de dag der gehele voldoening;
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer verbalisant nummer 173821 van een bedrag van € 367,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening, en bij niet-betaling en verhaal te vervangen door 7 dagen gijzeling, met dien verstande dat deze gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.E.M. Hendriks, voorzitter, mr K.G. Witteman en
mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.H.J. Muijlkens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 juni 2022.
Buiten staat
Mr. L. Feuth is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. 03-164698-21 feit 1:
hij, op of omstreeks 2 juni 2021 te Heerlen,
[verbalisant 1] en [verbalisant 2] , beide ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, aldaar ter plaatse om een STOP-gesprek te voeren met verdachte naar aanleiding van steeds toenemendere bedreigingen in de richting van hulpverleners, heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen "Zijn jullie nog hier opgekankerd nu. Kale flikker met een bril, de kankerfacist.
Vieze kankerleijers, Kankerfascisten. Ik kom zo naar buiten en sla ik jullie kop van de romp", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. 03-164698-21 feit 2:
hij, op of omstreeks 22 juni 2021 te Heerlen, in de gemeente Heerlen, althans bij de provincie Limburg,
een of meer leden van de ondersteuningsgroep Politie Limburg (betreffende collega's met dienstnummers: 174296, 124716, 174192 en 173821), allen ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, aldaar ter plaatse om verdachte naar aanleiding van steeds toenemendere bedreigingen in de richting van hulpverleners aan te houden met de wetenschap dat hij kennelijk steekwapengevaarlijk is ten opzichte van mensen met een veilige publieke taak, heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door, telkens, op zeer korte afstand tot een of meer leden van de Ondersteuningsgroep Politie Limburg,
- met een stanleymes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, in de lucht te zwaaien en/of deze (dreigend) te tonen en/of
- met een stanleymes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, steekbewegingen te maken naar en/of in de richting van (een of meer) leden van de Ondersteuningsgroep Politie Limburg;
T.a.v. 03-164698-21 feit 3 primair:
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks 29 juni 2020 tot en met 17 juni 2021 te Heerlen en/of Utrecht, althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ), Jeugdbeschermer bij het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming gedurende de rechtmatige uitoefening van diens bediening,
door
- veelvuldig (een) e-mailbericht(en) te versturen naar het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming met lasterlijke/smadelijke, althans beledigende teksten over die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) en/of
- veelvuldig e-mailberichten te versturen met verwijtende, dreigende en dwingende inhoud en/of
- veelvuldig, - al dan niet anoniem -, vloekend, tierend en met beledigende en/of bedreigende woorden, te bellen naar het werktelefoonnummer van die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) en/of naar de (spoed) bereikbaarheidslijn van het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming alwaar die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) op dat moment werkzaam is en/of
- meermalen voicemailberichten in te spreken met smadelijke/lasterlijke, althans beledigende en/of bedreigende teksten en/of
- meermalen, althans eenmaal, via (een) voicemailbericht(en) (al dan niet ingesproken bij en bekend geworden via derden) - direct en/of indirect - te bedreigen met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling door die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) dreigend de woorden toe te voegen: ‘en als ik erachter kom dat jij met je gore kinderverkrachterhandjes aan mijn kinderen hebt gezeten of komt, dan is het te laat, dan kun je erop rekenen dat ik een keer achter je staat, om je keel door te snijden voor je gezin, dat is geen bedreiging maar een belofte, ga daar maar weer aangifte van doen pedofiel’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, (telkens)
met het oogmerk die aangever 1734144 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 1] ) vanuit zijn functie als Jeugdbeschermer bij het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
T.a.v. 03-164698-21 feit 4 primair:
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks 21 december 2020 tot en met 14 juni 2021 te Heerlen en/of Utrecht, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van aangever 1792407 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] ), kernfunctionaris van het Landelijke Hoog Risico Team van de Raad voor de Kinderbescherming, gedurende de rechtmatige uitoefening van diens bediening, door
- veelvuldig - al dan niet anoniem, vloekend, tierend en met beledigende en/of bedreigende woorden, te bellen naar het werktelefoonnummer van aangever 1792407 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] ) met onder meer teksten dat hij, verdachte, niet zal stoppen totdat [slachtoffer 4] er helemaal ziek van wordt. Hij, verdachte, zal er persoonlijk voor
zorgen dat [slachtoffer 4] nooit meer zijn huidige werk kan doen. Geen aangifte zal hem kunnen tegenhouden, en/of
- veelvuldig - al dan niet anoniem - vloekend, tierend en met beledigende en/of bedreigende woorden, te bellen naar het spoednummer van het Hoog Risico Team en/of
- meermalen, althans eenmaal, (een) voicemailbericht(en) in te spreken met dreigende en/of beledigende teksten als: ‘je bent corrupt, je bent een crimineel, je faciliteert een pedofielennetwerk, je bent een hufter, je bent een stuk tuig, je bent een lul, je bent een stuk gezwel.' en/of
- meermalen, althans eenmaal, via (een) voicemailbericht(en) en/of telefonisch (al dan niet bekend geworden via derden) - direct en/of indirect - te bedreigen met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling door die aangever 1792407 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] ) de woorden toe te voegen: ‘ik weet waar je woont, ik zal net zolang zoeken tot dat ik je gevonden heb. Ik kom je thuis opzoeken en zal voor de ogen van je gezin je keel opensnijden. Ik zal je keel lanzaam open snijden zodat je zoveel mogelijk pijn zult lijden. Je moet je voorbereiden om te sterven, het zal bloederig worden. Je moet dagelijks achterom kijken want onverwachts zal ik voor je deur staan.’,
(telkens) met het oogmerk die aangever 1792407 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 4] ) vanuit zijn functie als kernfunctionaris van het Landelijke Hoog Risico Team van de Raad voor de Kinderbescherming, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
T.a.v. 03-164698-21 feit 5:
hij, in of omstreeks 6 mei 2021 tot en met 21 juni 2021 te Heerlen en/of Sittard, althans in Nederland,
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [aangever] , [naam advocaat] en/of een of meerdere medewerkers werkzaam bij kantoor [naam advocatenkantoor] ,
door
- veelvuldig, al dan niet anoniem, te bellen en/of
- meermalen, althans eenmaal, (een) voicemailbericht(en) in te spreken met dreigende en/of beledigende teksten als: 'u bent een oplichter en u bent een crimineel' en/of 'dan los ik het zelf op, maar het geld komt terug kankerhoer...godverdomme al... voor', en/of
- zich - gedurende de nachtelijke uren - op te houden bij het advocatenkantoor en/of aldaar met de brievenbus te klepperen en/of
- menselijke uitwerpselen te plaatsen en/of achter te laten op de parkeerplaats van het advocatenkantoor,
(telkens) met het oogmerk die [aangever] , [naam advocaat] en/of een of meerdere medewerkers werkzaam bij kantoor [naam advocatenkantoor] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
T.a.v. 03-060316-22 feit 1:
hij, op een of meer tijdstippen in de periode van 15 maart 2021 tot en met 15 mei 2021, te Heerlen, gemeente Heerlen en/of Leiden, althans in Nederland,
[slachtoffer 2] , heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen:
- " hou je bek jongen, jij spamt mij niet meer, jij belt mij niet meer, jij mailt mij niet meer en is dat wel zo, dan zijn de consequenties voor jou menneke. En dan bedoel ik niet dat jij een paar boksen krijgt, maar dat je niet meer opstaat, snap je me?!" en/of
- " Pedofiel, Kinderverkrachter, ik ga je keel doorsnijden",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. 03-060320-22 feit 1:
hij, op of omstreeks 16 mei 2021, te gemeente Heerlen, althans in Nederland,
aangever 1836223 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 3] ), Jeugdbeschermer bij het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming gedurende de rechtmatige uitoefening van diens bediening heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die aangever 1836223 (bekend onder het pseudoniem [slachtoffer 3] ) dreigend de woorden toe te voegen "en als ik erachter kom dat jij met je gore kinderverkrachterhandjes aan mijn kinderen hebt gezeten of komt, dan is het te laat, dan kun je erop rekenen dat ik een keer achter je staat, om je keel door te snijden voor je gezin, dat is geen bedreiging maar een belofte, ga daar maar weer aangifte van doen pedofiel",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, district Parkstad-Limburg, Basisteam Heerlen, proces-verbaalnummer 2021083067, gesloten d.d. 25 juli 2021, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 183.
2.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pagina 12-14.
3.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pagina 12-14.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 17 en 23.
5.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pagina 12-14.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 17 en 23-24.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 28-29.
8.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 68-70, en het proces-verbaal van bevindingen, pagina 75.
9.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 32-33, en het proces-verbaal van bevindingen, pagina 36.
10.De bijlagen bij het proces-verbaal van bevindingen, pagina 39 en 42.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, 44-46.
12.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 111-113.
13.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 168-171, en het proces-verbaal van bevindingen, pagina 177.
14.Het proces-verbaal van verhoor, pagina 173.
15.Het proces-verbaal van verhoor, pagina 179.
16.Het proces-verbaal van aangifte, pagina 88-89, en de e-mail, pagina 95.
17.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 92-94.
18.Het proces-verbaal van aangifte door [verbalisant 2] , pagina 79, het proces-verbaal van aangifte door [verbalisant 1] , pagina 81, en het proces-verbaal van bevindingen, pagina 83-84.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 117-118, het proces-verbaal van aangifte door verbalisant 124716, pagina 119, het proces-verbaal van bevindingen, pagina 121-122, het proces-verbaal van aangifte door verbalisant 174296, pagina 123, het proces-verbaal van bevindingen, pagina 125-126, het proces-verbaal van aangifte door verbalisant 173821, pagina 127, Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 129-131, het proces-verbaal van aangifte door verbalisant 174192, pagina 132.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 121-122.
21.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 117-118.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 129-131.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 125-126.
24.Het proces-verbaal van aangifte door verbalisant 124716, pagina 119, het proces-verbaal van aangifte door verbalisant 174296, pagina 123, het proces-verbaal van aangifte door verbalisant 173821, pagina 127, en het proces-verbaal van aangifte door verbalisant 124716, pagina 132.
25.De kennisgeving van inbeslagneming, pagina 161.