3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Aan de verdachte zijn meerdere belagingen (stalkingen) en bedreigingen ten laste gelegd. De rechtbank komt ten aanzien van de meeste feiten tot een bewezenverklaring en zal daarom eerst de gebruikte bewijsmiddelen weergeven. Vervolgens zal de rechtbank, waar nodig, ingaan op de verweren van de verdediging. Tot slot zal de rechtbank overwegen waarom de verdachte van het ten laste gelegde onder parketnummer 03/060320-22, te weten de bedreiging van [slachtoffer 3] , wordt vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] (aangever 1734144)
Op 7 september 2020 heeft aangever 1734144, jeugdbeschermer bij het Landelijk Expertise Team Jeugdbescherming (LET JB) met het pseudoniem ‘ [slachtoffer 1] ’ (hierna: [slachtoffer 1] ), aangifte gedaan tegen de verdachte. [slachtoffer 1] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij op 1 september 2020 omstreeks 11.00 uur werd gebeld door de verdachte. De verdachte schreeuwde hierbij onder andere:
- ‘ jij bent bekend met zedendelicten. Ik heb veel verhalen over zedenmisbruik van jou
gehoord. U pleegt seksueel misbruik heb ik gehoord, wat ben jij een viezerik’;
- ‘ u verspreidt leugens in de rechtbank’;
- ‘ u heeft effectief meegeholpen om ons het huis uit te werken. Mijn ouders zeggen
ook dat zij de handen eraf trekken’;
- ‘ ik ga er alles aan doen dat jij geen andere gezinnen meer kunt beschadigen. Vieze
gore pedofiel, ik daag je uit. U heeft altijd die ja knikker bij u. Als u nog 1 keer
in de buurt van mijn kinderen komt dan kom ik bij jou thuis, als je aan mij kinderen
komt dan kom ik aan jou jullie zijn geen instelling maar een bedrijf. Jullie krijgen
betaald om kinderen uit huis te halen’;
- ‘ ik weet waar je woont en anders kom ik daar zo achter’;
- ‘ jij komt niet meer bij een gesprek want ik doe jou wat aan’.
Diezelfde dag, op 1 september 2020 omstreeks 14.55 uur, werd [slachtoffer 1] anoniem gebeld door de verdachte. De verdachte zei: 'zo [slachtoffer 1] de kinderverkrachter'. Hierop heeft [slachtoffer 1] aangegeven dat hij het gesprek ging beëindigen en vervolgens het gesprek beëindigd. Hierop heeft de verdachte nog vijf keren anoniem gebeld. Tevens heeft de verdachte in dezelfde tijd een collega van [slachtoffer 1] en de bereikbaarheidsdienst gebeld en hun voicemail ingesproken.
Op de voicemail van de bereikbaarheidsdienst heeft de verdachte onder meer gezegd: ‘het LET moet minder mensen in dienst nemen die bekend staan als kinderverkrachters’.
Ook heeft de verdachte op 1 september 2020 een e-mail over [slachtoffer 1] naar het informatie
e-mailadres van het LET gestuurd, met een cc naar [slachtoffer 1] , waarin hij een klacht indient tegen [slachtoffer 1] .
Op woensdag 2 september 2020 ontving [slachtoffer 1] wederom meerdere e-mailberichten van de verdachte.
Op 3 september heeft de verdachte wederom een e-mail over [slachtoffer 1] gestuurd, die hij in cc naar [slachtoffer 1] zelf en naar het informatie e-mailadres van het LET stuurde.
In het dossier zijn twee voicemailberichten uitgewerkt die [slachtoffer 1] op 1 september 2020 heeft ontvangen. Deze voicemails zijn afkomstig van de verdachte. Deze zegt hierin onder andere:
‘Jaaa, wat een held ben jij weer hè, dat kon je niet goed hebben, maar dit is wel een goede spiegeling voor jou hè. Dit is een goede spiegel voor jou, denk daar maar eens over na. Ik hoor dingen, ik neem ze voor waarheid aan en ik gooi ze de wereld in. Zoals u dingen hoort en dat voor waarheid aanneemt en de wereld ingooit. Alleen u verpest er gezinnen mee.”’,
‘Goeiedag hufter, ik wou jou even laten weten dat ik ons laatste gesprek heb opgenomen. Al jouw leugentjes die jij vertelt om jouw eigen hachje te redden, die gaan niet op. Ik ga jou nu net zo lastigvallen, als dat jij mij de hele tijd lastigvalt.’, Ik ga er alles aan doen, maar dan ook alles aan doen, maar dan ook alles, dat iemand zoals jou, die met zijn handjes van kleine kindertjes kan afblijven’, ‘Ik ga er alles aan doen dat jij daar weg bent uit die functie wat jij hebt. Want jij bent gewend, dat je overal mee wegkomt. Dat is duidelijk en jij gaat er vanuit dat je overal mee wegkomt smeerlap. Maar ik ga er alles aan doen, dat jij ook belandt waar jij thuishoort en dat is achter de tralies waar een stuk schorem die alleen maar met zichzelf bezig is en alleen maar met eigen belangen en niet met zijn handjes van kindertjes kan afblijven, thuishoort’ en ‘En ik mag jou dan misschien geen kinderverkrachter noemen, maar ik weet ook niet hoe je iemand anders moet noemen die zedelijk gedrag vertoont naar kleine kinderen toe. Vertel mij het maar, hoe moe ik jou noemen. In ieder geval tot die tijd, blijf jij met je vieze handjes uit de buurt van mijn kinderen. Heel, heel, heel ver, misselijkmakend ventje, stuk tuig dat je bent.’
Op 3 juni 2021 heeft [slachtoffer 1] wederom aangifte gedaan tegen de verdachte. Hij heeft in zijn aangifte verklaard dat de verdachte met name de bereikbaarheidsdienst lastigvalt door veelvuldig te bellen. Als de telefoon dan beantwoord wordt, zegt de verdachte onder andere dat ze viespeuken en kinderverkrachters zijn. Ook wordt er in de maand april 2021 op telefoonnummers van medewerkers van het LET JB veelvuldig gebeld met een anoniem nummer.
Op 25 mei 2021 is [slachtoffer 1] zelf anoniem gebeld. Hij herkent de stem van de beller als de stem van de verdachte en hoort de verdachte zeggen dat hij, [slachtoffer 1] , een viespeuk en een kinderverkrachter is. [slachtoffer 1] heeft uiteindelijk de verbinding verbroken, waarna hij wederom twee keer anoniem is gebeld. Ook op 20 mei 2021 is [slachtoffer 1] anoniem gebeld door de verdachte. [slachtoffer 1] nam de telefoon op en de verdachte begon direct te schelden, waarna [slachtoffer 1] de verbinding verbrak en nog drie keer anoniem werd gebeld. Ook op 26 mei 2021 werd [slachtoffer 1] anoniem gebeld door de verdachte. De verdachte zei tegen [slachtoffer 1] dat collega [naam collega] een kinderverkrachter was. Vervolgens is [slachtoffer 1] die dag nog acht keer anoniem gebeld.
Uit onderzoek van KPN is gebleken dat de als ongewenst ervaren verbindingen alle afkomstig zijn van één aansluiting.
Op 16 juni 2021 ontving [slachtoffer 1] een voicemailbericht van de verdachte. De verdachte belde met een anoniem telefoonnummer en zei onder andere ‘dag pedofiel [slachtoffer 1] ’ en ‘en als ik erachter kom dat jij met je gore kinderverkrachterhandjes aan mijn kinderen hebt gezeten of komt, dan is het te laat, dan kun je erop rekenen dat ik een keer achter je staat om je keel door te snijden voor je gezin, dat is geen bedreiging maar een belofte, ga daar maar weer aangifte van doen pedofiel’.
[slachtoffer 4] (aangever 1792407)
Op 21 januari 2021 heeft aangever 1792407, kernfunctionaris van het Landelijk Hoog Risico Team van de Raad voor de Kinderbescherming (HRT-team), met het pseudoniem ‘ [slachtoffer 4] ’ (hierna: [slachtoffer 4] ), aangifte gedaan tegen de verdachte. Hij heeft in zijn aangifte verklaard dat de verdachte hem in de periode van 21 december 2020 tot en met 6 januari 2021 dagelijks heeft gebeld, soms wel 30 keer per dag. De verdachte belde zowel overdag als in de avond tot middernacht. Ook belde de verdachte naar het spoedtelefoonnummer van het HRT-team. In de beginperiode belde de verdachte anoniem en begon hij direct te schreeuwen en schelden zodra er opgenomen werd. Ook belde hij een aantal keren met zijn eigen telefoonnummer. Als er niet werd opgenomen, sprak de verdachte de voicemail in en zei hij onder meer: ‘je bent corrupt, je bent een crimineel, je faciliteert een pedofielennetwerk, je bent een hufter, je bent een stuk tuig, je bent een lul, je bent een stuk gezwel’. De verdachte gaf hierbij meerdere keren aan dat hij zou blijven bellen tot hij zou krijgen wat hij wilde, namelijk contact met zijn kinderen. Tevens bleef de verdachte vragen naar de naam van de persoon bij wie hij een klacht kon indienen over [slachtoffer 4] . Hij zei dat hij er alles aan zou gaan doen om te zorgen dat [slachtoffer 4] zijn taak niet meer zou kunnen uitvoeren.
In e-mailberichten van 30 december 2020, 31 december 2020 en 24 februari 2021 werd aan de verdachte kenbaar gemaakt dat hij moest stoppen met bellen. De verdachte stopte hier in eerste instantie echter niet mee.
Op 25 februari 2021 heeft [slachtoffer 4] aanvullend verklaard dat hij sinds 21 januari 2021 opnieuw dagelijks meerdere malen, soms wel twintig keer, wordt gebeld door de verdachte. De verdachte gebruikt dan meerdere scheldwoorden en wordt steeds dreigender in het contact. [slachtoffer 4] schrijft in deze aanvullende verklaring: Zo laat hij weten dat hij niet zal stoppen totdat ik er helemaal ziek van word. Hij zal er persoonlijk voor zorgen dat ik nooit meer mijn huidige werk kan doen. Geen aangifte zal hem kunnen tegenhouden. Op 24 februari 2021 heeft [slachtoffer 4] een stopbrief naar de verdachte gestuurd, maar vervolgens belde de verdachte hem die dag toch vele malen.
[slachtoffer 4] heeft voicemailberichten aan de politie laten horen, waarop te horen is dat meermaals de volgende termen worden gezegd: achterlijke, crimineel, stalking, laster en smaad, stalker, tuig, pisvlek en machtsmisbruik.
Op 14 juni 2021 heeft [slachtoffer 4] wederom aangifte gedaan tegen de verdachte. Hij heeft in zijn aangifte verklaard dat hij sinds 10 juni 2021 opnieuw gestalkt wordt door de verdachte. [slachtoffer 4] verklaart dat de verdachte gemiddeld tien keer per dag belt op zijn werktelefoon en naar de bereikbaarheidsdienst van het HRT-team. De verdachte belt dan met een anoniem telefoonnummer. [slachtoffer 4] beschrijft dat de verdachte de volgende momenten heeft gebeld:
- donderdag 10 juni 2021 - 16 keer;
- vrijdag 11 juni 2021 - 20 keer;
- zaterdag 12 juni 2021 - 4 keer;
- zondag 13 juni 2021 - 8 keer;
- maandag 14 juni 2021 (tussen 09:00 uur en 10:00 uur) - 2 keer.
In de gesprekken begint de verdachte direct te schelden en dreigen. Zo zegt hij: ‘ik ga je keeltje opensnijden’ en dreigt hij met de woorden: ‘ik weet waar je woont, ik zal net zolang zoeken tot dat ik je gevonden heb. Ik kom je thuis opzoeken en zal voor de ogen van je gezin je keel opensnijden. Ik zal je keel langzaam opensnijden zodat je zoveel mogelijk pijn zult lijden. Je moet je voorbereiden om te sterven, het zal bloederig worden. Je moet dagelijks achterom kijken want onverwachts zal ik voor je deur staan.’
[slachtoffer 2]
Op 17 maart 2021 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan tegen de verdachte. [slachtoffer 2] heeft in zijn aangifte verklaard dat hij de verdachte niet persoonlijk kent, maar dat hij via
social mediamet hem in contact is gekomen. Vervolgens heeft de verdachte hem meerdere malen, zowel per e-mail als per telefoon, bedreigd.
Zo heeft de verdachte hem op 15 maart 2021 onder meer de woorden toegevoegd: ‘Hou je bek jongen, jij spamt mij niet meer, jij belt mij niet meer, jij mailt mij niet meer en is dat wel zo, dan zijn de consequenties voor jou menneke. En dan bedoel ik niet dat jij een paar boksen krijgt, maar dat je niet meer opstaat, snap je me?!’. [slachtoffer 2] heeft dit gesprek opgenomen. De politie heeft de opname beluisterd en letterlijk uitgewerkt. De verbalisant hoorde dat de stem op het geluidsfragment, de stem van [verdachte] was.
Nadat [slachtoffer 2] op 23 maart 2021 meldde dat hij zijn aangifte wilde intrekken, omdat hij liever had dat de verdachte geholpen werd voor zijn psychische problemen,heeft hij op 2 juni 2021 laten weten dat hij de aangifte toch wilde doorzetten. Op 15 mei 2021 is hij namelijk gebeld door de verdachte, die riep: ‘Pedofiel, Kinderverkrachter, ik ga je keel doorsnijden’.
[naam advocatenkantoor]
Op 21 juni 2021 heeft [aangever] aangifte gedaan namens [naam advocatenkantoor] . [aangever] heeft verklaard dat de verdachte een voormalig cliënt van het kantoor is en dat hij hen sinds een discussie over een factuur stelselmatig lastigvalt. Op 6 mei 2021 heeft advocaat [naam advocaat] een e-mail aan de verdachte gestuurd, waarin zij onder meer mededeelt: ‘Ik verbied u hierbij uitdrukkelijk nog verder contact op te nemen met mij of met mijn medewerkers’ en ‘indien u onverhoopt geen gevolg geeft aan mijn sommatie ons kantoor nog verder te belagen en ons te bedreigen zal ik zonder verder aankondiging de politie inschakelen.’
De verdachte bleef echter twee tot drie keer per week anoniem naar het kantoor bellen. Hij bleef dan vaak vijf minuten lang achter elkaar bellen. Eerst belde de verdachte met zijn eigen telefoonnummer maar sinds dit telefoonnummer door het kantoor geblokkeerd is, belde hij anoniem. Ook heeft hij op 6 juni 2021 op de mobiele telefoon van mevrouw [naam advocaat] gebeld en haar voicemail ingesproken met de woorden: ‘Ik weet waar je woont’. Ook heeft hij diverse voicemailberichten achtergelaten waarin hij mevrouw [naam advocaat] uitmaakt voor dief, oplichter en crimineel.
In totaal is er in de periode 3 mei 2021 tot en met 18 juli 2021, 26 keer gebeld naar het advocatenkantoor en zijn er drie voicemailberichten ingesproken door de verdachte.
Stopgesprek op 2 juni 2021
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] wilden op 2 juni 2021 naar aanleiding van bedreiging een stopgesprek voeren met de verdachte en zijn naar de woning van de verdachte in [woonplaats] gegaan. Na het aanbellen hoorden zij via de intercom een manspersoon spreken. Dit bleek de verdachte te zijn. Toen de verbalisanten mededeelden dat zij van de politie waren, begon hij met stemverheffende toon te schreeuwen. Ook begon de verdachte vanaf het balkon te schreeuwen naar de verbalisanten. Op het balkon keek hij de verbalisanten recht in de ogen aan en wees hij met zijn vinger in de richting van de verbalisanten, terwijl hij schreeuwde: ‘Zijn jullie nog hier opgekankerd nu. Kale flikker met een bril, de kankerfascist. Vieze kankerlijers, Kankerfascisten. Ik kom zo naar buiten en sla ik jullie kop van de romp’. De verdachte heeft deze teksten meermaals herhaald. De verbalisanten voelden zich door deze teksten bedreigd.
Aanhouding verdachte op 22 juni 2021
Op 22 juni 2021 waren vier verbalisanten van de Ondersteuningsgroep van de politie Limburg, te weten de verbalisanten met dienstnummers 174296, 124716, 174192 en 173821, belast met de aanhouding van de verdachte. Tijdens de briefing voorafgaand aan de aanhouding van de verdachte werd medegedeeld dat de verdachte meerdere hulpverleners had bedreigd waarvan aangifte is gedaan, dat hij recent voor de politie was gevlucht en dat zijn vriendin toen zou hebben verklaard dat de verdachte een mes had gepakt waarmee hij de politie wilde aanvallen. Bij het betreden van de woning van de verdachte in [woonplaats] werd de voordeur geforceerd en meermaals geroepen dat het de politie betrof die de woning betrad.
Verbalisant 174296 heeft beschreven dat de verdachte in de woonkamer voor de bank, stond en dat hij in zijn rechterhand een mes, dreigend, voor zijn borst, met de punt in de richting van de verbalisanten, vasthield. De verdachte stond op dat moment op ongeveer 1,5 meter afstand van hem. Verbalisant 174296 voelde zich hierdoor ernstig bedreigd en hield zijn vuurwapen in het holster vast. Gezien de eerdere uitspraak van de vriendin van de verdachte vreesde de verbalisant voor zijn leven en voor het leven van zijn collega. Verbalisant 174296 beschrijft dat de verdachte niet reageerde op mededelingen dat hij het mes moest laten vallen.
Verbalisant 124716 heeft beschreven dat hij zag dat de verdachte een zilverkleurig stanleymes vasthield in zijn rechterhand. Hij hield het mes op schouderhoogte en wees daarmee in de richting van de verbalisanten. De verdachte schreeuwde, terwijl hij voor de bank in de woonkamer stond. Gezien de gemoedstoestand van de verdachte en omdat hij een mes vasthield, vreesde de verbalisant dat de verdachte hen te lijf wilde gaan. Verbalisant 124716 was bang dat hij of een van zijn collega’s gewond zouden raken. Hij vond de situatie dreigend. Verbalisant 124716 richtte zijn vuurwapen op de verdachte en riep dat de verdachte zijn mes moest laten vallen. Dit deed de verdachte in eerste instantie niet.
Verbalisant 174192 heeft beschreven dat hij zag dat de verdachte in zijn rechterhand een stanleymes vasthield. De verdachte was aan het schreeuwen en liet het mes, ondanks dat hij door meerdere collega’s werd aangesproken, niet vallen. De verdachte hield zijn rechterhand met daarin het mes hoog in de lucht en dreigde daarmee in de richting van de verbalisanten. Verbalisant 174192 beschrijft de situatie als bijzonder gevaarlijk, omdat de verdachte gelijk het mes vasthield.
Verbalisant 173821 heeft beschreven dat hij de verdachte aantrof in de woonkamer. De verdachte hield in zijn rechterhand een stanleymes vast. Hij hield het stanleymes op schouderhoogte, het lemmet was uitgeschoven en het mes was naar voren gericht. Verbalisant 173821 riep dat de verdachte het mes moest laten vallen en richtte zijn dienstwapen op de verdachte. De verdachte gilde en schreeuwde en deed vervolgens een stap naar achteren. Verbalisant 173821 was bang dat de verdachte de confrontatie met hem zou aangaan en hem met het mes zou steken of snijden. De afstand tussen hem en de verdachte bedroeg op dat moment ongeveer 2 meter. Verbalisant 173821 zag dat collega 174296 de woonkamer binnenstapte, terwijl de verdachte voor de bank bleef staan en het mes op schouderhoogte meermaals naar voren en achteren haalde. De verdachte maakte een steekbeweging.
De verbalisanten hebben alle vier aangifte gedaan van bedreiging.In de woning van de verdachte werd een stanleymes in beslag genomen.
De bewijsoverwegingen
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen acht de rechtbank de feiten onder parketnummer 03/164698-21 (de bedreiging van politieagenten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , de bedreiging van vier leden van de ondersteuningsgroep en de belagingen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en de medewerkers van [naam advocatenkantoor] ) alsmede het ten laste gelegde onder parketnummer 03/060316-22 (de bedreiging van [slachtoffer 2] ) bewezen. De rechtbank overweegt ten aanzien van het bewijs in het bijzonder het volgende.
Feit 2 onder parketnummer 03/164698-21
Onder dit feit is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij vier leden van de ondersteuningsgroep van de politie heeft bedreigd. De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat de verdachte een stanleymes aan de politieagenten heeft getoond, dat hij met het stanleymes in de richting van de agenten voor hen heeft gestaan en dat hij steekbewegingen heeft gemaakt in de richting van de agenten. De rechtbank ziet geen reden om aan de waarnemingen van de agenten te twijfelen, ook al verklaart slechts een van de agenten expliciet gezien te hebben dat de verdachte met het mes steekbewegingen maakte. De politieagenten hebben verklaard dat zij zich bedreigd voelden door dit handelen van de verdachte en dit handelen levert ook een strafbare bedreiging op, zodat de rechtbank feit 2 bewezen acht zoals dit ten laste is gelegd.
Feiten 3 en 4 onder parketnummer 03/164698-21
Onder de feiten 3 en 4 (in de zaak met parketnummer 03/164698-21) wordt de verdachte primair verweten dat hij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] heeft belaagd. Volgens de verdediging kan niet bewezen worden dat de verdachte stelselmatig met hen contact heeft gezocht en heeft de verdachte ook geen inbreuk gemaakt op hun levenssfeer.
De rechtbank stelt voorop dat bij de beoordeling of er sprake is van stelselmatigheid relevant zijn de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen, de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van de slachtoffers (HR 15 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3495). Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] vaak meerdere keren per dag belde, e-mails stuurde en hun voicemail insprak, terwijl zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 4] aan de verdachte duidelijk hadden gemaakt dat zij dit contact niet wensten. Door aldus in een kort tijdsbestek meerdere keren per dag contact te zoeken, waarbij dit contact ook gezien de inhoud ervan steeds specifieker en indringender werd, is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan het vereiste van stelselmatigheid (zie ook HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3625). Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank ook af dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] geen andere keuze liet dan het al dan niet aanvaarden van contact met de verdachte. Dit betekent dat de verdachte hen feitelijk heeft gedwongen te dulden dat de verdachte stelselmatig contact had met hen en dat de verdachte aldus inbreuk heeft gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer (zie HR 31 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU7080). Dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] kent vanuit een zakelijke relatie, doet hier niet aan af, temeer niet nu bij de veelvuldige contacten ook sprake was van bedreigingen aan de persoon van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] . Dit betekent dat sprake is van belaging, zodat de rechtbank het onder 3 en 4 primair ten laste gelegde bewezen acht. Feit 5 onder parketnummer 03/164698-21
Aan de verdachte wordt verweten dat hij de medewerkers van [naam advocatenkantoor] heeft belaagd. De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat niet is voldaan de vereisten die gelden voor een klachtdelict. De rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank begrijpt de aangifte die [aangever] namens het kantoor [naam advocatenkantoor] heeft gedaan zo dat hij aangifte heeft gedaan namens alle medewerkers van het kantoor, dus namens de individuele personen. Dat dit ook de bedoeling van [aangever] was en dat ook de overige werknemers van [naam advocatenkantoor] vervolging van de verdachte wensten, leidt de rechtbank ook af uit de e-mail die [naam advocaat] op 6 mei 2021 naar de verdachte heeft gestuurd. Hierin geeft zij aan dat zij de verdachte uitdrukkelijk verbiedt om nog verder contact op te nemen met haar of een van haar medewerkers, omdat anders zonder verdere aankondiging de politie ingeschakeld zal worden. Aan de vereisten voor een klachtdelict is dan ook voldaan.
Bij de beoordeling of de gedragingen van de verdachte jegens de medewerkers van [naam advocatenkantoor] belaging opleveren, is het volgende van belang. Uit de aangifte met bijlagen blijkt dat het de verdachte moet zijn geweest die veelvuldig naar [naam advocatenkantoor] heeft gebeld. Door aldus in een korte periode vaak meerdere keren per dag contact te zoeken, waarbij dit contact ook gezien de inhoud ervan steeds specifieker en indringender werd, is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan het vereiste van stelselmatigheid (zie ook hier HR 13 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3625). Ook levert dit handelen een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de medewerkers van [naam advocatenkantoor] op. De verdachte liet hen immers geen keuze in het al dan niet aanvaarden van contact met de verdachte. Dit betekent dat de verdachte hen feitelijk heeft gedwongen te dulden dat de verdachte stelselmatig contact had met hen en dat de verdachte aldus inbreuk heeft gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer (zie het hierboven reeds aangehaalde arrest HR 31 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU7080). Dat er een zakelijke relatie bestond tussen de verdachte en het kantoor, doet hieraan niet af en neemt op zichzelf de wederrechtelijkheid van het handelen van de verdachte niet weg. Dit betekent dat sprake is van belaging, zodat de rechtbank feit 5 bewezen acht. De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig bewijs bevat dat de verdachte uitwerpselen heeft achtergelaten op de parkeerplaats van het kantoor en dat hij ’s nachts met de brievenbus heeft geklepperd. Van deze delen van de tenlastelegging zal de verdachte daarom vrijgesproken worden.
Het ten laste gelegde onder parketnummer 03/060316-22
De verdachte wordt verweten dat hij [slachtoffer 2] heeft bedreigd. De rechtbank acht ook bewezen dat de verdachte de bedreiging die onder het tweede gedachtestreepje staat vermeld, heeft geuit richting [slachtoffer 2] . Dit zijn namelijk specifieke bedreigende termen zoals door onder anderen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 4] in hun aangiften genoemd. Dat de verdachte ook in andere zaken bewoordingen als ‘pedofiel’ en ‘kinderverkrachter’ heeft geuit en gedreigd heeft om de geadresseerde de keel door te snijden, biedt naar het oordeel van de rechtbank dan ook steun aan de verklaring van [slachtoffer 2] dat de verdachte deze bewoordingen richting hem geuit heeft. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de verdachte deze bedreiging heeft geuit.
Vrijspraak in de zaak met parketnummer 03/060320-22
In de zaak met parketnummer 03/060320-22 is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij [slachtoffer 3] heeft bedreigd door hem dreigend de woorden toe te voegen ‘en als ik erachter kom dat jij met je gore kinderverkrachterhandjes aan mijn kinderen hebt gezeten of komt, dan is het te laat, dan kun je erop rekenen dat ik een keer achter je staat om je keel door te snijden voor je gezin, dat is geen bedreiging maar een belofte, ga daar maar weer aangifte van doen pedofiel’.
[slachtoffer 3] verklaart in zijn aangifte dat hij zich bedreigd voelde door de woorden van de verdachte, die inhielden: ‘ik ben nog niet klaar met jou, ik zal jou vinden en ik zal jouw keel komen doorsnijden en kijken hoe je doodbloedt en stikt’. Dit zijn niet de woorden die in de tenlastelegging vermeld staan. De woorden zoals tenlastegelegd komen voor in het dossier met parketnummer 03-164698-21, maar dan als de tekst van een voicemail gericht aan een andere aangever. Nu de woorden in de tenlastelegging zo afwijken van de woorden in de aangifte van [slachtoffer 3] , met name door de woorden pedofiel en kinderverkrachter waarover de aangever in het geheel niet rept, kan de rechtbank evenmin concluderen dat de verdachte woorden van een ‘gelijke dreigende aard of strekking geeft geuit’. Om die reden moet de verdachte van het tenlastegelegde vrijgesproken worden.