RECHTBANK LIMBURG
zaaknummers: ROE 21/1708, 21/1755, 21/1830, 21/1898 en 21/1969
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 januari 2022 in de zaken tussen
in ROE 21/1708 en ROE 21/1755A. [eiseres 1] , uit [woonplaats 1] , eiseres in ROE 21/1708,
en
[eiseres 2], uit [woonplaats 2] , eiseres in ROE 21/1755,
(gemachtigde: mr. M.F. Vermaat),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Echt-Susteren, verweerder,
(gemachtigde: mr. V. Paulissen),
in ROE 21/1830
[eiseres 3], uit [woonplaats 3] , eiseres,
(gemachtigde: mr. M.F. Vermaat),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen, verweerder,
(gemachtigden: mr. T.J.A.M. Gielen en D.A.M.J. Mooren ),
in ROE 21/1898
[eiseres 4], uit [woonplaats 4] , eiseres,
(gemachtigde: mr. M.F. Vermaat),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw, verweerder,
(gemachtigden: mr. T.J.A.M. Gielen en D.A.M.J. Mooren ),
in ROE 21/1969
[eiseres 5], uit [woonplaats 5] , eiseres,
(gemachtigde: mr. M.F. Vermaat),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond, verweerder,
(gemachtigde: mr. D.I. Snackey en S. Slijpen).