De rechtbank stelt vast dat het Uwv eiseres bij besluit van 12 april 2019 heeft bericht dat zij per 30 april 2019 geen WIA-uitkering kan krijgen, omdat zij per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt geacht. Om de gevolgen van dit besluit en de actuele stand van zaken te bespreken, heeft verweerder eiseres bij brief van 21 mei 2019 uitgenodigd voor het spreekuur van bedrijfsarts [naam bedrijfsarts 2] op 29 mei 2019 om 09.00 uur.
In een e-mail van 27 mei 2019 heeft verweerder eiseres erop gewezen dat als zij niet op dit spreekuur verschijnt, haar bezoldiging zal worden opgeschort. Daarnaast heeft verweerder eiseres erop gewezen dat als de bedrijfsarts geen advies kan uitbrengen, omdat eiseres niet op het spreekuur verschijnt, verweerder haar op 3 juni 2019 om 07.30 uur op het werk verwacht om passende taken te verrichten.
In een e-mail van 28 mei 2019 heeft de gemachtigde van eiseres verweerder bericht dat eiseres niet op het spreekuur van de bedrijfsarts zal verschijnen, omdat ze door een Belgische arts en niet door een Nederlandse arts moet worden gekeurd en omdat ze te ziek is om op het spreekuur te verschijnen.
Eiseres is op woensdag 29 mei 2019 niet op het spreekuur van de bedrijfsarts verschenen. Eiseres is evenmin op maandag 3 juni 2019 op haar werk verschenen.
Bij e-mail van 4 juni 2019 heeft verweerder eiseres bericht dat haar bezoldiging vanaf 3 juni 2019 zal worden stopgezet.
Bij brief van 11 juni 2019 heeft verweerder eiseres opnieuw uitgenodigd voor het spreekuur van bedrijfsarts [naam bedrijfsarts 2] op 19 juni 2019 om 16.00 uur. Eiseres is op dit spreekuur wel verschenen. De bedrijfsarts heeft de actuele belastbaarheid van eiseres vastgesteld. Zij is van mening dat die hetzelfde is als de belastbaarheid die bedrijfsarts [naam bedrijfsarts 1] in januari 2019 heeft vastgesteld. Vanaf 10 juli 2019 zal eiseres tijdelijk geen duurzaam benutbare mogelijkheden hebben, omdat vanaf die datum een intensivering van haar behandeltraject zal gaan plaatsvinden.
Bij e-mail van 25 juni 2019 heeft verweerder eiseres over het advies van de bedrijfsarts bericht. Verweerder is op grond hiervan van mening dat eiseres op 3 juni 2019 aangepaste werkzaamheden had kunnen verrichten. Ook heeft verweerder eiseres nogmaals opgeroepen om woensdag 26 juni 2019 om 15.30 uur op het werk te verschijnen. Als aangepaste taak kan eiseres drie keer per week (op de maandag, de woensdag en de vrijdag van 16.00 tot 17.30 uur) bestek inpakken aan de bestekinpakmachine waarvan het tempo aangepast kan worden. Deze werkzaamheden kunnen bovendien zittend worden uitgevoerd. Bij de start van het tijdstip heeft verweerder rekening gehouden met het verzoek van eiseres om later op de dag aanwezig te zijn. Daarnaast zijn de meeste medewerkers om 16.00 uur klaar met werken en is de werkomgeving rustig en prikkelarm.
Eiseres is woensdag 26 juni 2019 op haar werk verschenen. De arbeidsdeskundige heeft op 26 juni 2019 ter plekke meegekeken of de aangeboden arbeid passend was voor eiseres. Na een uur is eiseres weer weggestuurd, omdat zij bij de bestekmachine in slaap was gevallen.
Bij e-mail van 27 juni 2019 heeft register arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige] bericht dat de door verweerder voorgestelde werkzaamheden passend zijn voor eiseres.
Op vrijdag 28 juni 2019 is eiseres niet op haar werk verschenen.