Uitspraak
20.1257 AW
OVERWEGINGEN
.Uit de GPS-gegevens is gebleken dat appellant met het voertuig 23 keer voor het einde van de dienst ten minste een half uur tot maximaal een uur heeft stilgestaan op een locatie die niet werkgerelateerd is, waarvan 22 keer buiten de gemeentegrens van Landgraaf. Appellant was de bestuurder van het voertuig met kenteken [kenteken]. Ook is uit de observaties en het gesprek met appellant gebleken dat hij op een moment dat het bedrijfsvoertuig buiten de gemeentegrens van Landgraaf heeft stilgestaan twee halve literblikken bier heeft gedronken. Verder is uit de weekstaten en werkbonnen gebleken dat appellant de tijd die hij heeft stilgestaan als werkuren heeft verantwoord. Appellant heeft hierover verklaard dat hij weleens ergens een uur met het voertuig gaat stilstaan, veelal buiten de gemeente, en dat hij dit uur op de werkbon verantwoordt als werk. Ook heeft appellant verklaard dat hij soms bier drinkt in het uur dat hij en zijn collega stilstaan. Voormelde handelingen zijn uitgevoerd met en in een bedrijfsvoertuig met opdruk van de gemeente Landgraaf, terwijl appellant was gekleed in bedrijfskleding van deze gemeente.