Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiseres sub 1], in hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van wijlen [erflater] ,
[eiseres sub 2], in hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van wijlen [erflater] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 december 2021, met producties,
- de verwijzing door de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, locatie Roermond, naar de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de akte houdende vermeerdering van eis, tevens overleggen aanvullende producties, met producties,
- de akte overlegging producties van [gedaagde] , met producties,
- de mondelinge behandeling van 8 februari 2022, met de pleitnota van de executeurs.
2.De feiten
5 juli 2021 verkregen voor het leggen van conservatoir beslag op de woning en aanhorigheden van [eiseres sub 2] , gelegen aan [adres] , te [plaats] . De vordering is daarbij begroot op € 30.000,00.
3.Het geschil
- [gedaagde] ten onrechte [eiseres sub 2] in privé aanspreekt en niet [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] tezamen in hun hoedanigheid van executeurs,
- [gedaagde] de verlofrechter in strijd met artikel 21 Rv onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd,
- niet voldaan is aan het vereiste voor het toestaan van conservatoir beslag, omdat de vordering nog niet opeisbaar is,
- het beslag disproportioneel is, omdat de gepretendeerde (niet opeisbare) vordering beduidend minder bedraagt dan het bedrag waarvoor verlof is gegeven,
- [eiseres sub 2] een direct en spoedeisend belang heeft bij het opheffen van het beslag, omdat zij afhankelijk is van de opbrengst van de verkoop van het onroerend goed voor haar levensonderhoud en het voldoen van opeisbare schulden van de nalatenschap, en omdat er serieuze kandidaat kopers zijn.
€ 10.000,00, althans een door de voorzieningenrehcter in goede justitie te bepalen dwangsom, voor iedere dag of dagdeel dat gedaagde nalaat aan haar verplichtingen ter zake te voldoen;
4.De beoordeling
Het spoedeisend belang
€ 200.000,00.