ECLI:NL:RBLIM:2022:10198

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
03.103900.22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vervaardigen en bezit van kinderpornografisch materiaal

Op 13 december 2022 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in 1973 en wonende te Echt, werd bijgestaan door advocaat mr. M.J. Rubberg. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 29 november 2022, waarbij zowel de verdachte als zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie beschuldigde de verdachte van het vervaardigen van kinderporno van een minderjarig slachtoffer, het in bezit hebben van dergelijke beelden, en het heimelijk filmen van het slachtoffer met een tablet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 16 juni 2021 een video heeft gemaakt van het slachtoffer, dat op dat moment acht jaar oud was. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte het slachtoffer had aangeraakt en betast, maar sprak hem vrij van het vervaardigen van bepaalde afbeeldingen, omdat deze niet onder de reikwijdte van de wet vielen. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 200 uur. Daarnaast werd de verdachte verplicht om zich te houden aan bijzondere voorwaarden, waaronder behandeling en toezicht door de reclassering. De benadeelde partij, vertegenwoordigd door de moeder van het slachtoffer, kreeg een schadevergoeding toegewezen van € 1.956,78, bestaande uit materiële en immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.103900.22
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 13 december 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1973,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.J. Rubberg, advocaat kantoorhoudende te Echt.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 29 november 2022. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:kinderporno heeft vervaardigd van [slachtoffer] ;
Feit 2:kinderporno in zijn bezit heeft gehad, onder meer van [slachtoffer] ;
Feit 3:een tablet in de woonkamer heeft geplaatst, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt en daarmee een video van [slachtoffer] heeft vervaardigd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle feiten bewezen. Hiertoe heeft hij verwezen naar de melding van de heer [naam 1] , het onderzoek aan de tablets en de grotendeels bekennende verklaring van de verdachte ten aanzien van de feiten 1 en 2. De verdachte heeft ontkend dat hij [slachtoffer] op het filmpje aanraakt, maar gelet op de beschrijving van een daartoe gecertificeerde kinderpornorechercheur, die duidelijk aangeeft dat de verdachte [slachtoffer] aanraakt bij haar schouders, heupen en billen, acht de officier van justitie ook dit onderdeel op de tenlastelegging bewezen. Bovendien had de verdachte op dat moment een stijve penis en zegt hij seksuele dingen richting de camera. Gelet op de grote hoeveelheid foto’s en de ten laste gelegde periode, acht de officier eveneens bewezen dat de verdachte hier een gewoonte van heeft gemaakt.
Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat van een meisje van acht jaar oud, niet kan en mag worden verwacht dat zij wist dat ze werd gefilmd met de tablet die op het tv-meubel stond.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het aanraken van [slachtoffer] , dat ten laste is gelegd onder feit 1. De verdachte heeft meteen bekend en meegewerkt aan het onderzoek door de politie. Het aanraken heeft de verdachte echter van meet af aan ontkend. Ten aanzien van de feiten 1 en 2 moet de pleegperiode aanzienlijk worden ingekort. Bij de video van [slachtoffer] staat duidelijk dat de creatiedatum 16 juni 2021 betreft. Verder is uit het dossier niet gebleken dat de pleegperiode volledig is benut, omdat niet bekend is op welke datum de tablets kapot zijn gegaan. Op 2 augustus 2021 waren de tablets in ieder geval wel kapot. Gelet op de korte pleegperiode is geen sprake van een gewoonte, dus ook daarvan dient de verdachte te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2 zijn in de tenlastelegging alle onderdelen van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr.) opgenomen. De verdachte kan echter alleen worden veroordeeld voor het in bezit hebben van kinderporno.
De verdachte moet ook van feit 3 worden vrijgesproken. De tablet stond zichtbaar tegenover de bank, op het tv-meubel. Voor een bewezenverklaring van artikel 139f Sr. is vereist dat de aanwezigheid van het technisch hulpmiddel niet duidelijk kenbaar is gemaakt. Dat is hier niet het geval, nu de tablet duidelijk zichtbaar was voor het meisje.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Op 29 juli 2021 heeft [naam 1] zich gemeld op het politiebureau en onder meer het volgende verklaard. Melder heeft een seksuele relatie met [verdachte] (hierna: de verdachte) die steeds extremer wordt. Hij moest van de verdachte kinderondergoed aantrekken en zich tijdens de seks steeds kleiner en jonger voordoen. Ook had de verdachte een opblaaspop met kinderkleding. De verdachte had ook een witte tablet met daarop afbeeldingen van meisjes tussen de zes en tien jaar oud. Hij zou foto’s van hem bekende kindergezichten plakken op lichamen van kleine vrouwen. Ook heeft de verdachte hem een foto van een meisjeslichaam gestuurd waar de verdachte dan bij staat met zijn geslachtsdeel bij het gezicht van het meisje. [2]
Hierop is de politie op 2 augustus 2021 de woning van de verdachte, gelegen aan de [adres 2] te Echt, gemeente Echt-Susteren binnen getreden. Nadat verbalisanten aan de verdachte hadden meegedeeld waarom ze er waren, heeft de verdachte alle gegevensdragers in zijn woning aan de politie gegeven. Dit betroffen een grijze Samsung Galaxy Tab 2 (hierna: grijze tablet) en een zwarte Samsung Tab (hierna: zwarte tablet), welke beiden niet meer werkten. [3] De gegevensdragers zijn in beslag genomen. De grijze tablet laadde niet meer op en van de zwarte tablet was het beeldscherm kapot. [4] Door middel van een zogenaamde chip-off extractie heeft de politie de tablets alsnog kunnen uitlezen. [5]
Op de tablets zijn in totaal 524 kinderpornografische afbeeldingen, waarvan 523 foto’s en één video, aangetroffen waarop [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) te zien is. [6]
Op 22 februari 2022 heeft de politie nader onderzoek ingesteld naar de video die op de zwarte tablet is aangetroffen. De creatiedatum van de video is: 16-6-2021 15:35:12 en de bestandsnaam is: [bestandsnaam 1] . mp4. Verbalisant [naam 2] , een daartoe gecertificeerde kinderpornorechercheur heeft de video bekeken en een omschrijving van de video gerelateerd in een proces-verbaal beschrijving kinderpornografsich materiaal. [7]
Op 9 maart 2022 heeft [naam 3] namens haar dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , aangifte gedaan van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen en het heimelijk filmen van haar dochter [slachtoffer] . Aangeefster herkent haar dochter op de aan haar getoonde afbeeldingen. [8] [9]
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij inderdaad een video van [slachtoffer] heeft gemaakt, waarbij hij haar omkleedt. [slachtoffer] was destijds acht jaar oud. De verdachte heeft haar voor de camera gepositioneerd, waardoor hij haar misschien heeft aangeraakt. De verdachte ontkent dat hij [slachtoffer] bewust heeft aangeraakt bij haar heupen, billen en geslachtsdeel. De verdachte heeft het filmpje gemaakt, zodat hij er later screenshots van kon maken en waarbij hij het hoofd van [slachtoffer] op volwassen vrouwenlichamen plakte. Hij denkt dat hij een stijve penis had door de spanning en van de opwinding. De verdachte kan zich niet herinneren wanneer hij het filmpje precies heeft opgenomen. Het was in de zomer, want het was die dag mooi weer. De verdachte kan zich eveneens niet meer herinneren wanneer de tablets kapot zijn gegaan.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
Aanraken en betasten
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van het aanraken en betasten van de heupen, het geslachtsdeel, billen en schouders van [slachtoffer] . De rechtbank gaat uit van hetgeen is vastgelegd in het ambtsedig proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van daartoe gecertificeerde kinderpornorechercheur [naam 2] . De rechtbank ziet geen redenen om te twijfelen aan de juistheid daarvan en acht bewezen dat de verdachte [slachtoffer] heeft aangeraakt en betast op haar heupen, geslachtsdeel, billen en schouders.
Partiële vrijspraak vervaardigen kinderpornografische afbeeldingen
Het bijzondere van deze zaak is dat de verdachte foto’s heeft gecomponeerd door het slachtoffer in die foto’s - die evident een seksuele strekking hebben - te verwerken. Indachtig deze bijzonderheid ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of met betrekking tot voormelde afbeeldingen sprake is van “schijnbaar betrokken” zijn bij die seksuele handelingen van één of meer personen die, op het moment van componeren, kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, een en ander in de zin van artikel 240b Sr.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever met de toevoeging van het bestanddeel “schijnbaar is betrokken” (inwerkingtreding 1 oktober 2002) het bereik van artikel 240b Sr mede heeft willen uitbreiden tot virtuele kinderporno. Het gewijzigde artikel ziet met deze toevoeging op drie gevallen: (1) een afbeelding van een echt kind; (2) een afbeelding van een echte persoon die eruit ziet als een kind; (3) een realistische afbeelding van een niet bestaand kind.
De achtergrond van deze uitbreiding is dat behalve dat het kind beschermd dient te worden tegen de betrokkenheid bij de productie van kinderporno, het kind tevens beschermd dient te worden tegen gedrag dat kan worden gebruikt om kinderen aan te moedigen of te verleiden deel te nemen aan seksueel gedrag of gedrag dat deel kan gaan uitmaken van een subcultuur die seksueel misbruik van kinderen bevordert. Deze bescherming vereist dat er niet alleen geen ruimte dient te zijn voor het bestaan van echte kinderpornografische afbeeldingen, maar evenmin voor het bestaan van afbeeldingen die voor echt doorgaan.
Uit de wetsgeschiedenis blijkt voorts dat de wetgever de uitgebreide strafbaarstelling van virtuele kinderporno uitdrukkelijk heeft willen beperken tot realistische afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij naar het schijnt echte kinderen zijn betrokken. Dat betekent dat het in bezit hebben van een afbeelding waaruit aanstonds blijkt dat het gaat om een gemanipuleerde afbeelding die niet realistisch is, niet onder de reikwijdte van artikel 240b Sr. valt. Daarvoor is immers nodig dat de afbeelding schijnbaar levensechte kinderporno verbeeldt. De rechtbank verwijst in dit verband onder meer naar de uitspraak van de Hoge Raad van 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY9719.
De rechtbank heeft tijdens de terechtzitting zowel aan de officier van justitie als aan de raadsman toestemming gevraagd -een en ander indachtig de uitspraak van de Hoge Raad van 24 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1414- om de toonmap van de representatieve foto’s in de raadkamer te bekijken en over die foto’s een oordeel te vormen buiten het verband van de terechtzitting. De officier van justitie en de raadsman hebben de gevraagde toestemming verleend. Tijdens het raadkameroverleg heeft de rechtbank vervolgens de foto’s die in de tenlastelegging onder feit 1 worden genoemd (foto’s 7, 8, 9 en 10) nader bestudeerd. Deze foto’s, zo blijkt immers uit het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, betreffen een representatieve doorsnede van hetgeen bij de verdachte is aangetroffen aan verdacht materiaal. Uit de bestudering van de voornoemde foto’s is de rechtbank gebleken dat op die foto’s duidelijk te zien is dat [slachtoffer] in de foto, als het ware, erbij is geplakt. Het gaat immers steeds om het lichaam van een andere persoon dan [slachtoffer] -waarbij de eerste aanblik niet de conclusie rechtvaardigt dat het om het lichaam van een minderjarige persoon gaat-, waarbij het hoofd van [slachtoffer] vervolgens op dat lichaam is geplakt en de verdachte zelf ook in die foto is geplakt. De rechtbank is bij de bestudering van die foto’s aanstonds gebleken dat het om niet realistische digitaal gemanipuleerde afbeeldingen gaat. Dit zo zijnde is de rechtbank van oordeel dat de foto’s zoals deze in de tenlastelegging worden genoemd, en die representatief zijn voor de rest van het bij de verdachte aangetroffen materiaal, niet onder de reikwijdte van artikel 240b Sr vallen. Dit betekent dat de verdachte van het onder feit 1 tenlastegelegde vervaardigen van foto’s zal worden vrijgesproken.
Pleegperiode
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode merkt de rechtbank op dat zij in de hieronder te noemen bewezenverklaring uitgaat van een kortere pleegperiode, gelet op de onderzoeksbevindingen waaruit blijkt dat de verdachte de video van [slachtoffer] op 16 juni 2021 heeft gemaakt.
Partiële vrijspraak gewoonte
Gelet op bovengenoemde partiële vrijspraak van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen en uitgaande van een kortere pleegperiode dan ten laste is gelegd, is de rechtbank van oordeel dat het vervaardigen van één video niet maakt dat bewezen is dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal. De verdachte zal van dat onderdeel worden vrijgesproken.
Vrijspraak feit 2
De rechtbank stelt vast dat het materiaal (523 foto’s en 1 video) is aangetroffen op tablets die bij de verdachte in beslag zijn genomen. De rechtbank gaat bij de verdere beoordeling uit van de kortere periode dan tenlastegelegd, zoals bewezenverklaard onder feit 1. Die periode geldt immers ook bij de beoordeling van dit feit.
De politie beschrijft dat de twee tablets die door de verdachte werden overhandigd kapot waren. Uit de processen-verbaal bevindingen onderzoek tablets blijkt dat de tablets enkel na het verrichten van speciale handelingen toegankelijk waren.
Aan de verdachte wordt verweten dat hij in de ten laste gelegde periode kinderporno in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank stelt voorop dat het bezit van kinderporno als bedoeld in artikel 240b Sr. opzet in de vorm van een zekere beschikkingsmacht vereist. Die beschikkingsmacht vertaalt zich in het kunnen uitvoeren van verschillende handelingen met de afbeeldingen en video’s, zoals het openen, verzenden, uploaden etc. De onderhavige foto’s en video’s waren op het moment van aantreffen bij de verdachte alleen met speciale software te benaderen. Dit betekent dat op het moment van de inbeslagname van die tablets niet gesproken kan worden van beschikkingsmacht door de verdachte van het aangetroffen materiaal. De rechtbank heeft evenwel vastgesteld dat de verdachte de video van het slachtoffer op 16 juni 2021 heeft gemaakt. Dit betekent dat de verdachte op die dag de betreffende video in zijn bezit moet hebben gehad. Nu duidelijk is dat de tablets kapot waren tijdens de inbeslagname ervan, maar onduidelijk is op welk moment deze kapot zijn gegaan, kan, naar het oordeel van de rechtbank, enkel bewezenverklaring volgen van het bezit van de tenlastegelegde video op de dag waarop die video is gemaakt. Dat de verdachte op andere dagen beschikkingsmacht had over die video is de rechtbank noch uit het procesdossier noch uit het verhandelde ter terechtzitting gebleken. De laatstgenoemde conclusie geldt ook voor de tenlastegelegde foto’s. Het procesdossier biedt immers geen aanknopingspunten voor de beantwoording van essentiële vragen zoals met welk toestel -met de inbeslaggenomen tablets of met iets anders- of op welk moment de foto’s zijn gemaakt. Vastgesteld kan derhalve niet worden of en op welk moment de verdachte de beschikkingsmacht over die foto’s heeft gehad.
De rechtbank is, gelet op het voorgaande van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van de door hem gemaakte video van het slachtoffer op 16 juni 2021. Van de overige onderdelen van de tenlastelegging zal de verdachte worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 3, omdat de tablet zichtbaar tegenover de bank, op het tv-meubel stond. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
De verdachte heeft niet te kennen gegeven aan [slachtoffer] dat hij bezig was met opnemen. Van een kind van acht jaar oud kan niet worden verwacht dat zij wist, dan wel had kunnen weten dat ze werd gefilmd. Bovendien wordt een tablet niet uitsluitend gebruikt voor het maken van opnames, eerder voor andere handelingen.
Daar komt bij dat [slachtoffer] was toevertrouwd aan de zorg van de verdachte. Gelet op de jonge leeftijd van [slachtoffer] was ze te jong om te beseffen dat ze door de verdachte werd gefilmd. Artikel 139f Sr is in het leven geroepen met als doel te voorkomen dat in onze samenleving op ongecontroleerde wijze gebruik kan worden gemaakt van verborgen camera’s. Dergelijk niet-kenbaar gebruik van camera’s is onwenselijk omdat het een reëel risico in zich draagt dat daarmee een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer wordt gemaakt. [10] Indien een kind -in dit geval [slachtoffer] - gelijk zou worden getrokken met een volwassene, ontneem je haar de bescherming van het rechtsbelang, waarvoor dit artikel juist in het leven is geroepen. Bovendien is in dit geval daadwerkelijk een grove inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] .
Gelet op bovenstaande, acht de rechtbank het tenlastegelegde onder feit 3 wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1
in de periode van 16 juni 2021 tot en met 2 augustus 2021 te Echt, in de gemeente Echt-Susteren, een video/film,
van seksuele gedragingen, waarbij [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] is betrokken heeft vervaardigd, welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het met een hand betasten en/of aanraken van de billen van die [slachtoffer] , (video 1 met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv) en het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van/door die [slachtoffer] , en waarbij die [slachtoffer] , zich vervolgens in opeenvolgende filmfragmenten van haar kleding ontdoet en waarna door het camerastandpunt de wijze van kleden van die [slachtoffer] , en/of de uitsnede van de film nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer] , in beeld wordt gebracht, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (video 1 met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv) en het houden van zijn, verdachtes, stijve penis bij/naast het gezicht en het lichaam van die [slachtoffer] , en het met zijn, verdachtes, stijve penis naast/bij die [slachtoffer] gaan zitten en een arm om de schouders van die [slachtoffer] slaan en dicht bij die [slachtoffer] gaan staan en voor die [slachtoffer] gaan zitten en vervolgens in de richting van de door hem, verdachte, in werking gestelde camera kijken en zijn, verdachtes, tong uitsteken en naar de camera lopen en in de camera kijken en zeggen "Perfect kutje" en "Klein kontje" en "Haar lekker neuken", waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling (video 1, bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv).
Feit 3
Hij op 16 juni 2021 te Echt, in de gemeente Echt-Susteren, gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk van [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] ),
aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in de woonkamer van zijn, verdachtes, woning, gelegen aan de [adres 2] te Echt, een afbeelding heeft vervaardigd.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen
Feit 3
gebruikmakende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. De officier van justitie merkt daarbij op dat behandeling dient plaats te vinden zoals geadviseerd door de psycholoog, namelijk een klinische opname, zodat nader zicht kan worden gekregen op de seksualiteitsbeleving van de verdachte.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen van maximaal één week, en het overige gedeelte voorwaardelijk en daarnaast een forse taakstraf. In het voordeel van verdachte dient meegewogen te worden dat de verdachte van begin af aan alle medewerking heeft verleend, hij zijn verantwoordelijkheid neemt en ook hij dagelijks de gevolgen van zijn handelen ondervindt. Daarnaast heeft de verdachte vrijwillig hulp gezocht en dient rekening gehouden te worden met het advies van de psycholoog waaruit blijkt dat de verdachte kampt met een aantal stoornissen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit en de omstandigheden waaronder het is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft een video met een seksuele strekking van het minderjarige slachtoffer vervaardigd. Hij heeft het slachtoffer dat aan zijn zorg was toevertrouwd gefilmd terwijl zij zich aan het omkleden was en heeft daarbij haar billen aangeraakt. De verdachte heeft het in hem door de ouders van het slachtoffer gestelde vertrouwen op grove wijze beschaamd. De verdachte heeft tevens een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Het is een feit van algemene bekendheid dat misbruik van jonge kinderen hun seksuele ontwikkeling kan verstoren en het voor hen tevens grote psychische gevolgen kan hebben. De rechtbank neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij alleen maar oog heeft gehad voor zijn eigen seksuele lusten en gevoelens en misbruik heeft gemaakt van zijn positie en overwicht als verzorgende volwassene ten opzichte van het minderjarige slachtoffer. Het gedrag van de verdachte is bijzonder kwalijk en verwerpelijk..
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met het navolgende. Kinderporno gerelateerde feiten doen zich in meerdere gedaantes voor. Zo zijn er zaken waarin kinderen expliciet seksueel worden misbruikt. Zij worden bijvoorbeeld gefilmd of gefotografeerd terwijl zij seksuele handelingen moeten verrichten of ondergaan. Ook is in de jurisprudentie een categorie te ontwaren van gevallen waarin kinderen niet expliciet seksueel worden misbruikt, maar waar wel hun aanwezigheid wordt gebruikt om seksuele lusten op te wekken en te bevredigen. Het laatstgenoemde is aan de orde in het onderhavige geval. Hoewel dat gedrag zeer laakbaar en verwerpelijk is, verschilt de aard van het misbruik wezenlijk van die in de eerstgenoemde categorie. De rechtbank zal deze vaststelling bij de bepaling van de straf betrekken.
Ook kijkt de rechtbank naar de Landelijke Oriëntatiepunten voor Straftoemeting (LOVS). Bij bezit van kinderporno wordt volgens de LOVS opgelegd een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Bij het vervaardigen van kinderporno wordt volgens de LOVS een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren opgelegd. Deze bandbreedte zal de rechtbank als uitgangspunt nemen, met dien verstande dat afwijking daarvan -ofwel in mitigerende dan wel verzwarende zin- mogelijk is en wel door de werking van de factoren die ook in de LOVS worden genoemd, zoals de duur, aard, aantal van de verboden handelingen, leeftijd van het slachtoffer en de bereidheid tot gedragsverandering bij de verdachte.
De rechtbank houdt in strafverlichtende zin rekening met het beperkte aantal van het bij de verdachte aangetroffen verboden materiaal. Bewezenverklaard is immers één video die de verdachte heeft vervaardigd en vervolgens in zijn bezit heeft gehad. Mitigerend werkt ook het feit dat het om een relatief korte periode gaat waarin de verdachte de strafbare gedragingen heeft gepleegd. Ten slotte werkt in het voordeel van de verdachte dat hij spijt heeft betuigd tijdens de terechtzitting. De rechtbank heeft oprechtheid bij de verdachte geconstateerd en twijfelt daarom niet aan die spijtbetuiging.
Hoewel de rechtbank de verdachte heeft vrijgesproken van het vervaardigen en bezit van de foto’s, en hoewel er bij de verdachte geen pedofiele stoornis door de psycholoog Vuister is vastgesteld, levert het procesdossier voldoende aanwijzingen op dat de verdachte in de ondernemingen om zijn lusten te bevredigen een voorname rol voor minderjarige kinderen heeft ingeruimd. En dit baart de rechtbank zorgen. Tijdens de terechtzitting is gebleken dat de verdachte deze zorgen van de rechtbank deelt: hij heeft desgevraagd aangegeven graag te willen weten of en wat er met hem aan de hand is.
Deze zorgen worden feitelijk ook gedeeld door de voornoemde psycholoog. Hoewel er volgens hem een laag tot matig recidiverisico bestaat, vermoedt de psycholoog dat de verdachte, zonder toezicht en begeleiding, een hogere recidivekans zal hebben dan op grond van statistische variabelen kan worden vastgesteld. De psycholoog adviseert nadrukkelijk een behandeling/hulpverlening. Deze behandeling/hulpverlening zal in eerste instantie het dagelijks functioneren van de verdachte nader in kaart moeten brengen, waarbij ook zal moeten worden gelet op mogelijke ontsporingen in middelengebruik. De verdachte dient met name ook nader zicht te krijgen op zijn eigen door deviante kenmerken bepaalde seksualiteitsbeleving. De verdachte vertoont -ook op basis van een gebrekkige zelfreflectie- de neiging om zijn problemen in dit kader te ontkennen dan wel te bagatelliseren. Het zicht krijgen op de functionele en disfunctionele kenmerken van de eigen seksualiteitsbeleving zullen op termijn dienen te leiden tot het opstellen van een daderscenario, waar betrokkene ten tijde van de onderhavige psychologische rapportage nog geen enkel zicht op had. Een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden zou het passende juridische kader zijn, aldus de psycholoog.
In het rapport van 11 november 2022 adviseert de reclassering bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), meewerken aan middelencontrole en het vermijden van kinderporno.
De rechtbank zal aan de verdachte, alles overwegend en dus ook lettend op de aard van het aangetroffen materiaal, een taakstraf opleggen voor de duur van 200 uren en een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast zal de rechtbank aan de verdachte opleggen de voorwaarden zoals deze genoemd zijn door de reclassering. Op deze manier zal de verdachte voelen dat hetgeen hij gedaan heeft onacceptabel is. Daarnaast is hij een gewaarschuwd mens. Mocht hij weer overwegen om strafbare feiten te plegen, dan weet hij wat hem te wachten staat.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer] , vertegenwoordigd door [naam 3] vordert een schadevergoeding van in totaal € 1.956,78, bestaande uit € 456,78 materiële schade en € 1.500,00 immateriële schade, inclusief wettelijke rente en met toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel. De gestelde materiële schade bestaat uit parkeerkosten, verlof en reiskosten.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering geheel voor toewijzing in aanmerking komen, te vermeerderen met de wettelijke rente en toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Door de ouders wordt vergoeding van reiskosten gevorderd. De reiskosten voor het gesprek bij slachtofferhulp, het gesprek met de officier van justitie, de inhoudelijke behandeling van de zaak op de rechtbank in Maastricht en de afspraken bij de kinderpsycholoog, vormen een rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde feit. Deze kosten zijn voldoende onderbouwd en door de verdediging niet weersproken. Deze reiskosten ad € 17,52, € 52,80 en € 67,20 (totaal € 137,52) worden dan ook toegewezen. Ook de parkeerkosten die zij daarbij hebben gemaakt zijn voldoende onderbouwd en door de verdediging niet weersproken. Deze kosten ad € 6,00 worden eveneens toegewezen.
De ouders van [slachtoffer] maken verder aanspraak op vergoeding van de gevorderde verlofdagen. Dat zij als gevolg van het strafbare feit verlof hebben moeten nemen van het werk en dat daardoor schade is geleden, is door hen voldoende onderbouwd en op zichzelf ook niet weersproken. Deze kosten ad € 313,26 worden dan ook toegewezen.
Immateriële schade
Op basis van het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat door [slachtoffer] schade is geleden en dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van het bewezen verklaarde onder feit 1. Nu de verdachte wegens dit feit ook een straf opgelegd krijgt, is aan de formele voorwaarden voor ontvankelijkheid van de vordering voldaan.
Uit de onderbouwing die namens [slachtoffer] is gegeven, blijkt de rechtbank dat er sprake is van immateriële schade. De Nederlandse wet kent een restrictief stelsel ten aanzien van het toekennen van vergoedingen voor ander nadeel dan vermogensschade. Artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek geeft daartoe een limitatieve opsomming. Het recht op vergoeding bestaat slechts:
a. wanneer het oogmerk bestond zodanig nadeel toe te brengen (het oogmerk is gericht op smart);
b. bij lichamelijk letsel, aantasting in de eer of goede naam of aantasting van de persoon op andere wijze;
c. bij aantasting van de nagedachtenis van een overledene.
De schade die [slachtoffer] stelt te hebben geleden, valt onder de aantasting van de persoon op andere wijze. Voor de toewijsbaarheid van een vordering gebaseerd op de aantasting van een persoon op andere wijze, is volgens de Hoge Raad het uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Psychisch onbehagen of een zich gekwetst voelen is niet genoeg; het zal moeten gaan om een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Door de benadeelde zullen voldoende concrete gegevens aangevoerd moeten worden, waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval een psychische beschadiging is ontstaan. Nodig is daartoe dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel is vastgesteld. Daarnaast kunnen de aard en de bijzondere ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van aantasting in zijn persoon op andere wijze sprake is. Het strafbare feit vormt dan een dusdanig ernstige inbreuk op een fundamenteel recht dat dit in zichzelf als aantasting van de persoon op andere wijze moet worden beschouwd. Dan kan ook zonder dat sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld vergoeding van smartengeld aan de orde zijn.
Uit de verklaring van de kinderpsycholoog blijkt dat [slachtoffer] nog over onvoldoende copings- en emotieregulatie technieken bij spanningen beschikt en bij spanningen snel medische klachten zoals braken en misselijkheidsgevoelens ervaart. “Primaire effecten (herinneringen die zij zelf heeft aan het voorval) secundaire effecten (omdat ze nu opnieuw hoort over het voorval) en tertiaire effecten (omdat ze ziet en merkt wat het teweegbrengt met haar dierbaren) spelen een rol’’.
Het gevorderde bedrag van € 1.500,00 immateriële schade komt de rechtbank redelijk voor en zij zal dit bedrag aan [slachtoffer] toewijzen.
De rechtbank stelt de totale toewijsbare schade vast op
€ 1.956,78,te vermeerderen met de wettelijke rente en om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 139f en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde onder feit 2;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • bepaalt dat de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de
meldplicht:dat de veroordeelde zich binnen drie werkdagen (tussen 13:00 en 15:00 uur) na het ingaan van de proeftijd meldt bij SVG Reclassering Vincent van Gogh via het telefoonnummer 0475-319747, en dat hij zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
ambulante behandeling:dat de veroordeelde zich ambulant laat behandelen door de FPP de Rooyse Wissel of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde dient zich daarbij te houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. De veroordeelde laat zich bij een terugval in overmatig middelengebruik tijdens het behandeltraject opnemen in een zorginstelling voor zeven weken, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Indien daartoe aanleiding is - zoals bij een terugval in middelengebruik, bij overmatig middelengebruik of in geval van ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld - kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, zal na rechterlijke goedkeuring de verdachte zich op laten nemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
controle middelengebruik:de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van drugs en alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
kinderpornografisch materiaal vermijden:dat de veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornogragfisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen, van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen, van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd en het vervaardigen van kinderporno. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal acht keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte en vindt op een zodanige wijze plaats dat is gewaarborgd dat de persoonlijke levenssfeer van de veroordeelde daarbij niet verdergaand wordt beperkt dan nodig is voor het beoogde toezicht. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
  • geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- beveelt dat de gestelde voorwaarden, alsmede het door de reclassering uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe en veroordeelt de verdachte mitsdien om aan [slachtoffer] te betalen een bedrag van in totaal
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staatten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] van een bedrag van
    € 1.956,78, bij niet-betaling en verhaal te vervangen door
    176 dagen gijzeling, met dien verstande dat deze gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 juni 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.M.W. Nuijts, voorzitter, mr. D. Osmić en
mr. C.J.M. Brands, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.M.J.G.A. van Hinsberg, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 december 2022.
Buiten staat
Mr. C.J.M. Brands is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij
op één of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2020 tot en met 2 augustus 2021 te Echt, in de gemeente Echt-Susteren, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten foto's en/of een video/film - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten een of meer computer(s) (een tablet merk Samsung Tab 2, kleur grijs en/of een tablet merk Samsung Tab 2, kleur zwart)
van seksuele gedragingen, waarbij [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft vervaardigd,
welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van die [slachtoffer] , althans een persoon die kenneljk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(video 1 met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer] , althans deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen
en/of waarbij die [slachtoffer] , althans deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] , althans deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer] , althans deze persoon in beeld wordt gebracht,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(video 1 met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv en/of
en/of
het vastpakken en/of houden van zijn, verdachtes, althans een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met zijn, verdachtes, (stijve) penis naast/bij die [slachtoffer] gaan zitten en/of een arm om de schouder(s) van die [slachtoffer] slaan en/of (dicht) bij die [slachtoffer] gaan staan en/of voor die [slachtoffer] gaan zitten en/of (vervolgens) in (de richting van) de door hem, verdachte, in werking gestelde camera kijken en zijn, verdachtes, tong uitsteken en/of naar de camera lopen en/of in de camera kijken en zeggen "Perfect kutje" en/of "Klein kontje" en/of "Haar lekker neuken",
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(video 1, bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv en/of
foto 7 met bestandsnaam: [bestandsnaam 2] .jpg, p. 90-91 pv en/of
foto 8 met bestandsnaam: [bestandsnaam 3] .jpg, p. 91 pv en/of
foto 9 met bestandsnaam: [bestandsnaam 4] .jpg,
p. 91 pv en/of
foto 10 met bestandsnaam: [bestandsnaam 5] .jpg, p. 91
pv),
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
______________________________________________________
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een toonmap met (een representatieve collectie van) de afbeeldingen is samengesteld, die ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding, niet in het dossier is gevoegd en ook niet in afschrift zal worden verstrekt. De officier van justitie zal deze toonmap als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.
T.a.v. feit 2:
hij
op één of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2020 tot en met 2 augustus 2021 te Echt, in de gemeente Echt-Susteren, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten foto's en/of een video/film - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een of meer computer(s) (een tablet merk Samsung Tab 2, kleur grijs en/of een tablet merk Samsung Tab 2, kleur zwart) -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft
verspreid,
aangeboden,
openlijk tentoongesteld,
ingevoerd,
doorgevoerd,
uitgevoerd,
verworven,
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(video 1 met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv en/of
foto 4 met bestandsnaam: [bestandsnaam 12] .jpg, p. 90 en p. 33 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(video 1 met bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv en/of
foto 1 met bestandsnaam: [bestandsnaam 6] .ent, p. 27 pv en/of
foto 3 met bestandsnaam: [bestandsnaam 7] -5.htm,
p. 28 pv en/of
foto 4 met bestandsnaam: [bestandsnaam 7] -4.htm,
p. 28 pv en/of
foto 2 met bestandsnaam: [bestandsnaam 8] .jpg, p. 90 pv en/of
foto 3 met bestandsnaam: [bestandsnaam 9] .jpg, p. 90 pv en/of
foto 5 met bestandsnaam: [bestandsnaam 10] .jpg, p. 90 pv)
en/of
houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(video 1, bestandsnaam: [bestandsnaam 1] . mp4, p. 87-90 pv en/of
foto 2 met bestandsnaam: [bestandsnaam 11] .jpg, p. 27 pv en/of
foto 7 met bestandsnaam: [bestandsnaam 2] .jpg, p. 90-91 pv en/of
foto 8 met bestandsnaam: [bestandsnaam 3] .jpg, p. 91 pv en/of
foto 9 met bestandsnaam: [bestandsnaam 4] .jpg,
p. 91 pv en/of
foto 10 met bestandsnaam: [bestandsnaam 5] .jpg, p. 91
pv),
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een toonmap met (een representatieve collectie van) de afbeeldingen is samengesteld, die ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding, niet in het dossier is gevoegd en ook niet in afschrift zal worden verstrekt. De officier van justitie zal deze toonmap als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie.
T.a.v. feit 3:
hij
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2020 tot en met 2 augustus 2021 te Echt, in de gemeente Echt-Susteren, in elk geval in Nederland,
gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk
van [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] ),
aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in (de woonkamer van) zijn, verdachtes, woning, gelegen aan de [adres 2] te Echt, een afbeelding heeft vervaardigd;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, proces-verbaalnummer PL2300-2021114018, gesloten d.d. 12 april 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 118, alsmede de niet-doorgenummerde stukken.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2021, pagina’s 6 tot en met 9.
3.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 augustus 2021, pagina’s 12 en 13.
4.De kennisgeving van inbeslagneming Samsung Galaxy Tab 2 (grijs) en Samsung Tab 2 (zwart), pagina’ 17 en 18.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 november 2021, pagina 19; het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2022, pagina 20.
6.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 22 maart 2022, pagina’s 25 tot en met 31.
7.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal d.d. 22 maart 2022, pagina’s 86 tot en met 91.
8.Het proces-verbaal van aangifte door [naam 3] namens [slachtoffer] d.d. 9 maart 2022, pagina’s 92 en 93.
9.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 september 2022, niet-doorgenummerd.
10.Memorie van toelichting, 27 732, nr. 3, pagina 1.