ECLI:NL:RBLIM:2021:9176

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 december 2021
Publicatiedatum
6 december 2021
Zaaknummer
C/03/286786 / HA ZA 20-647
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een koopovereenkomst tussen DK Trade Company B.V. en DocMorris N.V.

In deze zaak vordert DK Trade Company B.V. dat de rechtbank DocMorris N.V. veroordeelt tot nakoming van een koopovereenkomst die op 23 april 2020 zou zijn gesloten. DK Trade Company stelt dat er overeenstemming is bereikt over de levering van 500.000 stuks handdesinfectiemiddelen tegen een prijs van € 2,50 per stuk. DocMorris betwist echter dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen en voert aan dat de gesprekken slechts een kennismaking waren, waarbij nog veel onduidelijkheden bestonden over de producten en de voorwaarden. De rechtbank oordeelt dat er geen koopovereenkomst is gesloten, omdat er onvoldoende wilsovereenstemming was over de essentiële onderdelen van de overeenkomst. De rechtbank wijst de vorderingen van DK Trade Company af en veroordeelt haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en de noodzaak om overeenstemming te bereiken over alle essentiële elementen van een overeenkomst voordat deze als gesloten kan worden beschouwd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/286786 / HA ZA 20-647
Vonnis van 1 december 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DK TRADE COMPANY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat: mr. R.C. van Wieringhen Borski te Amsterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
DOCMORRIS N.V.,
gevestigd te Heerlen,
gedaagde,
advocaat: mr. N.E. Kuijer te Utrecht.
Partijen zullen hierna “Dk Trade Company” en “DocMorris” genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 35,
  • de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 16,
  • de akte overlegging aanvullende producties van Dk Trade Company ten behoeve van de mondelinge behandeling met de producties 36 tot en met 42,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 8 september 2021,
  • het door Dk Trade Company op 21 september 2021 ingediende B16-formulier met opmerkingen op het proces-verbaal,
  • het door DocMorris op 22 september 2021 ingediende B16-formulier met opmerkingen op het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
DocMorris is aanbieder en verkoper van farmaceutische producten en diensten op internet. DocMorris richt zich op de distributie van geneesmiddelen in de gezondheidssector van de Duitse markt. De heren [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] zijn gezamenlijk bevoegd bestuurder van DocMorris N.V.
2.2.
Dk Trade Company drijft een onderneming gericht op het voorbereiden van de distributie van wegwerpbussen gevuld met industriële gassen. Zij houdt zich bezig met de internationale import en export, de distributie en het transport van diverse goederen. [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] zijn gezamenlijk bevoegd bestuurder van Dk Trade Company.
2.3.
DocMorris heeft op een eerder tijdstip een overeenkomst gesloten met [bedrijf] (hierna: “ [bedrijf] ”) met betrekking tot de levering van een omvangrijke hoeveelheid Viprotect producten. Medio april 2020 werd duidelijk dat DocMorris door [bedrijf] was opgelicht. DocMorris heeft de door haar bestelde producten van Viprotect nooit ontvangen, terwijl zij voor deze producten wel had betaald.
2.4.
Vanaf medio april 2020 zijn Dk Trade Company en DocMorris met elkaar in gesprek gegaan over het aangaan van een overeenkomst met betrekking tot de afname van een grote hoeveelheid vloeibare alcoholische handdesinfectiemiddelen van het merk Viprotect.
2.5.
Op 21 april 2020 nam Dk Trade Company (in eerste instantie telefonisch) contact op met de heer [naam 4] , [functienaam 1] van DocMorris. Dk Trade Company bood in dit telefoongesprek aan handdesinfectiemiddelen direct aan DocMorris te leveren.
2.6.
Bij e-mailbericht van 21 april 2020 heeft de heer [naam 5] van Dk Trade Company onder meer het volgende aan [naam 4] bericht:
“Danke für das freundliche Telefon. Im Anhang Label mit DocM /DK Trade und ein Foto vom jetzigen Sample (noch mit [bedrijf] ).
Habe nach unserem Telefonat noch jemand in CN erreichen können; morgen werden aktualisierte Samples erstellt met BLANK Label (auch im Anhang).
Wir pushen die diese Woche noch zu veschicken; aber wird wahrscheinlich Montag.
Es werden alle Hebel in Bewegung gesetzt um 120.000 Stk zu [adres 3] in Rotterdam zu haben. (…).”
2.7.
DocMorris heeft Dk Trade Company op 22 april 2020 uitgenodigd voor een bijeenkomst de volgende dag bij haar op het hoofdkantoor in Heerlen met [naam 3] , [naam 4] en de heer [naam 6] , [functienaam 2] van DocMorris.
2.8.
Op 23 april 2020 vond deze bijeenkomst tussen partijen plaats. Dk Trade Company had een aantal flesjes meegenomen die gevuld waren met water.
2.9.
Op 23 april 2020 om 23.28 uur heeft [naam 5] van Dk Trade Company aan DocMorris per e-mailbericht het volgende medegedeeld:
“(…).We are very excited about the opportunity to start building a long term relationship with DocMorris.
In order to keep your customers happy and give you the needed financial security we working out a planning and want to offer the following:
Offer:
500.000pcs x 500ml Viprotect 75% Ethanol Händedesinfektionsmittel (Volumenanteil) CIF Rotterdam; 2,50€ per piece
Delivery plan: (one 40 foot container contains 48.000 pieces)
(…).
DocMorris N.V. agrees to the following:
  • After successful first delivery and continuous purchase orders by their clients for Viproduct Liquidstart on negotiation for a long term supply agreement with DK Trade and not promote a subsidiary product
  • In case of non delivery by DK Trade for whatever reason using money return clause to accept a payment plan worked out by DK Trade but not less than 50.000€ per month
All parties are aware that this points are based on oral agreements made during the first meeting at DocMorris; [adres 1] . Execution and details might differ but general intention persists. Both parties will do their best endeavors to find for any problem a suitable and reasonable solution in favor for a sustainable long term business relationship with a detailed supply agreement.
We added our lawyer in Cc; he will provide us with the buying terms towards the Chinese partner. These we of course also can ensure contractually back-to-back with DocMorris. (…).”
2.10.
Op 30 april 2020 heeft de Duitse advocaat van DocMorris aan [naam 4] bericht:
“(…). Wir haben hier mehrere Probleme:
Die Rezeptur weicht nicht unerheblich von der Rezeptur ab, welche von der BAuA in der Allgemeinverfügung freigegeben wurde – Zusatz von Glycerin
Hersteller ist keines der Unternehmen, welche in der Allgemeinverfügung genannt sind – also kann sich der Hersteller auch nicht auf die Allgemeinverfügung berufen
Ob zumindest der Wirkstoffhersteller nach Art. 95 der BiozidVO gelistet bei der BAuA gelistet ist wissen wir nicht – hiefür müsste DK Trade diesen offenleggen
Die Verkehrsfähigkeit des Produkts müsste gewährleistet sein, unabhängig davon, wo Sie dieses Verkaufen (Apotheke/LEH/Medizinischer Großhandel/Klinik).
Selbst wenn der (Wirkstoff-)Hersteller bei der BAuA gelistet wäre, hätten wir hier noch das Problem, dass die Rezeptur von der Allgemeinverfügung abweicht und es sich nicht um einen deutschen Hersteller handelt.
Nach alledem und vor dem Hintergrund, dass ich erhebliche Bedenken im Hinblick auf die seriosität der Akteure hinter DK Trade habe, würde ich von dem Vorhaben Abstand nehmen.”
2.11.
In de WhatsApp correspondentie van 1 en 2 mei 2020 tussen partijen, voor zover thans van belang, staat het volgende vermeld:
“5/1/20, 9:03 AM - [naam 4] DocMorris: Eine kurze Zwischenfrage, die von unseren Juristen kam: sind die Wirkstoffhersteller (v.a. Ethanol & Glycerin) nach Art. 95 der BiozidVO bei der BAuA gelistet?
(…).
5/1/20, 9:19 AM – Do [bedoeld is: [naam 5] , toevoeging rechtbank]:
Nein, haben eine Ausnahmegenehmigung bei Baua angefragt für die ersten 3 Container basiert auf EN Testergebnissen. Alle weiteren werden nach WHO Rezeptur produziert und sind somit vorläufig von der BiozidVO ausgenommen. Verwendeter Alkohol is min. 96% und vergällt.
(…).
5/1/20, 9:48 AM - [naam 4] DocMorris: Und das heißt es gibt dazu dann ein neues Sicherheitsdatenblatt?
5/1/20, 9:49 AM - [naam 4] DocMorris: Und wenn ja, habe ich das schon?
5/1/20, 9:58 AM - Do: Ja müsste in der Tat
(…).
5/1/20, 9:59 AM - [naam 4] DocMorris: P.S. wegen der samples: ich bin übrigens am Montag in Heerlen. (…).
(…).
5/2/20, 7:01 PM - Do: Samples sind da
5/2/20, 7:03 PM - Do: 5 x 500ml
5/2/20, 7:03 PM - [naam 4] DocMorris: Super, klasse!
5/2/20, 7:03 PM - [naam 4] DocMorris: Kommen die Montag in Heerlen an?
5/2/20, 7:04 PM - Do: Klaro :)
(…).”
2.12.
Op 4 mei 2020 zijn de gevraagde monsters door Dk Trade Company afgeleverd bij DocMorris in Heerlen.
2.13.
Op 5 mei 2020 heeft [naam 5] van Dk Trade Company een e-mailbericht aan [naam 4] van DocMorris verzonden. Hierin staat, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:
“Please sea attached the final label of 80% alcohol (v/v) product following WHO guideline.
Label design is according to BAuA guideline; please check if any amendments have to be made (also following CLP guidelines).
We double checked today with BAuA this morning; the exemption of BiozidVO applies for EU companies. The distributing company which sells the goods into the German market has to be written on the label.
Please let me know if you want to order so we can change the label accordingly.”
2.14.
Op 7 mei 2020 heeft [naam 4] telefonisch aan Dk Trade Company medegedeeld dat DocMorris geen producten van Dk Trade Company wenste af te nemen.
2.15.
De advocaat van Dk Trade Company heeft DocMorris per e-mail van 3 augustus 2020 als volgt bericht:
Demand for payment
Reference is made to the agreement concluded between DocMorris NV (‘DocMorris’) and DK Trade Company BV (‘DK Trade’) on 23 april 2020 regarding the sale and purchase of Viprotect liquid alcoholic hand desinfectants (the ‘Agreement’). Furthermore, reference is made to the extensive communications and negotiations the parties had over the past few months in negotiating, concluding and executing the Agreement.
(…).
Attached hereto as Annex 1 and 2 are the 18 pages hand out from DK Trade and the email of 23 April 2020 of 23.28 hrs from DK Trade confirming in detail the agreement earlier that day.
(…).
In a phone call on 7 may 2020, DocMorris informed DK Trade that it not want to proceed with the transaction. (…).
It goes without saying that the termination of the agreement per phone call of 7 May 2020 is not reasonable and legally valid. DK Trade is entitled to damages resulting from the breach of DocMorris’ contractual obligations. (…).’
2.16.
Bij e-mailbericht van 24 augustus 2020 heeft de (Nederlandse) advocaat van DocMorris haar standpunt gehandhaafd dat geen overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
2.17.
Op 17 december 2020 heeft Dk Trade Company DocMorris gedagvaard.
2.18.
In een verklaring van [naam 6] van 22 februari 2021 staat, voor zover thans belang, het volgende vermeld:
“(…). The meeting had the character of an introductory meeting, in which the two representatives of DK Trade presented themselves and their company. During the meeting, it became clear that DK Trade was the importing party in a previously intended purchasing transaction with [bedrijf] . That particular transaction had been cancelled due to the criminal prosecution of [bedrijf] . The representatives of DK Trade were looking for an alternative plan by directly approaching DocMorris to evaluate if a direct transaction with the latter was an option.
During the meeting, the following topics have been discussed:
- The business area in which DK Trade operates and prior transactions. During this part of the meeting 1 indicated that the reason for these questions was to shield/protect ourselves against maleficent parties;
- Quality of the product (quality certification was still pending at that time) and the
possibilities to change the composition of the product to meet German legal requirements;
- Evaluating the quantities that could potentially be produced and imported and in which time frame;
- The labelling of the products, that were not in conformity with the German legislation and the possibilities to alter these;
- Possible guarantees from the side of DK Trade in the event that we would enter into a business relationship;
- The representatives of DK Trade already informed us that they already had
invested/pledged a considerable sum of money in the setup of the transaction with [bedrijf] .
During the meeting, at no point there has been a decision to enter into a business relationship with DK Trade, nor has DocMorris given cause to assume that a deal was agreed upon. It has been an open discussion of the possibilities on either side to enter into a relationship. The meeting ended with the mutual promise that both parties would look into the possibilitv of a future transaction and would stay in touch to exchange information.
In the aftermath of the meeting, we have:
- performed background and credit checks on the company and because of the low proposed credit limit (1.250€) discussed (internally) that potential guarantees should be signed by the natural persons of DK Trade and not by their respective Limited Liabilities Companies. DK Trade has rejected this request;
- (re-)evaluated the requirements for acceptance by the German Law of the products, where serious doubts were raised.
To my recollection the discussion has not been conclusive towards the actual order of goods and DocMorris has not confirmed nor given reason to believe that there was a deal. As part of normal business negotiations, possibilities were explored thatIFit would come to a transaction, how this could then be arranged in legal, pharmaceutical, logistic and financial fields, but never to my knowledge has DK Trade been made a promise of a deal. (…).”
2.19.
In een verklaring van [naam 3] van 22 februari 2021 staat, voor zover thans belang, het volgende vermeld:
“(…). The meeting was set up as an introductory meeting in which parties got to know each other. I was requested to participate in this meeting because of the bad events and collaboration that had happened with [bedrijf] . The meeting was specially chosen to
be in person because of the unpleasant experience with [bedrijf] . Therefore, my particular role for this meeting was to get an initial idea of the products and the marketability of the products offered by DK Trade. In short, my role was that of the pharmacist getting more knowledge on the products that potentially could be marketed.
During the meeting we were solely in the opportunity to have a look at the labelling of the hand disinfectant bottles, since these bottles were filled with water. It turned out that the labelling was not compliant with the legal requirements for the German market. Furthermore, there were some issues with the certification. We understood that the necessary listing was still pending. Therefore, we requested DK Trade to provide additional information and to keep us informed about the certifications.
I left the meeting after approximately an hour. Only after DK Trade would have provided the further information and certification we requested for, we could revert back to DK Trade and proceed therefrom. In line with the foregoing, it was clear to me what the follow-up steps were to be taken (DK Trade would provide more information) and that [naam 4] and [naam 6] would continue the meeting.”
2.20.
In een verklaring van [naam 4] van 10 maart 2021 staat, voor zover thans belang, het volgende vermeld:
“(…). From the very first moment we had contact with DK Trade, DK Trade was absolutely aware about the [bedrijf] situation and the loss, which occurred out of this. This is why we asked DK Trade to come for a personal meeting, which was attended by a financial department employee.
DocMorris did mention that a second [bedrijf] case is not going to happen again and thus, DocMorris is taking deeper investigations at new potential suppliers, with regard to business partners’ financial situation, product marketability, etc.
In my position as VP Procurement my role in the contact with DK Trade was to get an understanding of DK Trade businesses, acting persons and esp. a commercial understanding of the offered products by DK Trade in terms of price, quantity and quality.
Meeting of 23 april 2020 and product requirements
The meeting on 23 April 2020 was an initial business meeting to offer DK Trade the chance to show its product offer to DocMorris. This is a normal business routine. In this meeting DK Trade presented their product idea. As, at that point, no product sample (the bottle was filled with water) and no reliable delivery timelines, financials etc were provided, we agreed on further discussions and investigations, whether it was possible to build a business relationship on it or not. Neither oral nor a written agreement has been given by DocMorris at any time during this meeting.
As DocMorris is the leading mail-order pharmacy brand within the German market, our product and service quality is one of the core assets and a major pillar of our reputation. Selling a non-marketable product may not only cause forced product recalls, but also loss in reputation and brand creditability. Normally DocMorris therefore only accepts fully registered products, which are legally approved and listed in the major register of the ABDATA database (German pharmacy register of products). As in this case there has been no listing, DocMorris needed to undertake a full survey and background check. Thus DK Trade has been asked to deliver real product samples, certificates, brand register,
labelling, which has been send to an external chancellery specialized in competition and regulatory law. (…).
As mentioned above, the conclusion of the meeting was to further investigate and request additional information to be able to draw a business conclusion. (…).”
2.21.
In een verklaring van [naam 5] van 19 augustus 2021 staat, voor zover thans belang, het volgende vermeld:
Fase 3: meeting DocMorris, orderbevestiging 500.000 stuks
23.04.2020
(…). [naam 7] en ik deden een korte introductie van DK Trade Company BV als bedrijf waarbij wij aangaven over een sterk zakelijk netwerk in China te beschikken. Hierna gaven wij de heren van DocMorris een sample van een fles Viprotect 75%, met het eerder per e-mail verzonden label, gevuld met water om een impressie van de flesvorm en het label te geven. Vervolgens gaven wij een toelichting over onze productiecapaciteit in China. Zoals eerder besproken gaven wij aan de 120.000 stuks flessen zo snel mogelijk te leveren, en de overige 30.000 stuks zo snel mogelijk te produceren. Wij hebben toegezegd dat de certificering exact hetzelfde zou zijn als besproken met [naam 8] , namelijk EN14476 en EN1500. Wij vroegen hoeveel DocMorris al had aangeboden/verkocht. [naam 4] antwoordde in de beginfase wekelijks en consistent minimaal 100.000 stuks nodig te hebben
om klanten tevreden te houden. Hierop gaf ik aan dat door de vier weken transporttijd en mogelijke vertragingen bij import in Rotterdam er minimaal 500.000 stuks nodig waren om consistent 100.000 stuks per week te kunnen leveren. [naam 4] en de andere bekrachtigden dat dit hen een goed plan leek en dat de producten zo snel mogelijk geleverd moesten worden en gaven daarbij aan graag duidelijke aankomstdata te ontvangen. Tevens verzocht [naam 4] om samples, zodat de klanten alvast een ‘look and feel’ konden krijgen van het product.
Omdat [naam 8] niet meer betrokken was bij het proces vroeg [naam 4] of er nog iets van de door ons voorgestelde prijs van 2,50 euro af kon. Daarop zei ik dat, aangezien DocMorris zo min mogelijk vooruit wilde betalen door het debacle met [naam 8] , wij de marge nodig hebben om de productie voor te kunnen financieren, zeker als dit later om orders tot 1.000.000 stuks zou gaan en zij hiervoor gunstige betaalcondities wilden krijgen. Hierop zeiden de heren dat ze inderdaad zo min mogelijk vooruit wilden betalen. (…).
Verder legde ik uit dat in het geval van problemen Alibaba garant staat voor de
betaling door de zogeheten Alibaba verzekering. Hierna zei [naam 4] : “OK, dann ist ja alles in trockenen Tuechern”. [naam 3] gaf aan dat hij door moest naar een ander gesprek, bedankte ons en zei tegen [naam 4] en [naam 6] : “Klären Sie dann bitte alle weiteren Details ab”.
Hierna werden de mogelijkheden besproken om het financiële risico van DocMorris zo klein mogelijk te houden door bijvoorbeeld een letter of credit of een ander soort garantie geven. Wij gaven aan de mogelijkheid te gaan onderzoeken met de opmerking dat wij niet de financiën hebben om de hele order voor DocMorris vooruit te financieren, wat begrepen werd door beide heren. Tenslotte werd afgesproken de bedrijfsgegevens van DK Trade Company BV op te sturen, waarna het gesprek werd beëindigd.
Voor ons was het duidelijk dat [naam 4] zojuist met goedkeuring van [naam 3] 350.000 stuks bij had besteld, en na het verstrekken van onze bedrijfsgegevens de aanbetaling door hen betaald zou worden. Verder gingen wij weg met het gevoel dat deze 500.000 stuks slechts een testorder waren en dat DocMorris op de lange termijn wilde doorgroeien naar regelmatige orders van 1.000.000 stuks.
‘s Avonds bevestigde ik de afspraken nog eens via e-mail aan DocMorris. Wij gaven onze
handelsagent [naam handelsagent] de bevestiging om de order zo snel mogelijk uit te voeren. Onze handelsagent vroeg ons zo veel en zo snel mogelijk aan te betalen, zodat de aan DocMoris geconfirmeerde leverdata ook aangehouden konden worden. Voor mij was er geen enkele twijfel dat DocMorris de producten bij ons had gekocht, anders hadden wij de betalingen voor deze producten nooit gedaan. Onze handelsagent stuurde deze betalingen door naar de producent. Dit is dan ook de reden dat wij per e-mail naar DocMoris bevestigden: “All parties are aware that this points are based on oral agreement made during the first meeting at DocMorris; [adres 1] . Execution
and details might differ but general intention persists.” En verder: “This E-Mail was stated due time limits in order to fulfill delivery plan and DocMorris customers needs”. Het was voor iedereen duidelijk dat het uitwerken van een schriftelijke leverovereenkomst gezien de pandemie en het snel leveren van de producten te veel tijd zou kosten. Daarom besloten wij de afspraken te mailen. Noch tijdens de vergadering noch tijdens een enkel moment daarna was er sprake van een strikt intern goedkeuringsproces bij DocMorris dat wij eerst zouden moeten doorlopen.(…).”
2.22.
In een verklaring van [naam 7] van 19 augustus 2021 staat, voor zover thans belang, het volgende vermeld:
“(…). Meeting 23 april 2020
(…). Zelf heb ik tijdens deze fase van het gesprek direct aangekaart dat wij niet naar Heerlen toe zijn gekomen om te spreken over de 150.000 Viprotect flessen die al door [naam 4] waren bevestigd (21 april). Ik benadrukte dat, mede door onze bestaande activiteiten, een eenmalige verkoop van 150.000 stuks voor ons niet bijzonder interessant zou zijn. Er werd door [naam 4] direct gereageerd met het uitspreken van grote, stabiele orders voor de korte en lange termijn. [naam 4] besprak orders van een half miljoen tot 1 miljoen stuks per week.
Nadat wij samples van ons product hadden laten zien leek de meeting een succes te zijn, zo werden er met betrekking tot de financiën details besproken over de betaling. Bovendien werd er benadrukt door [naam 4] met welke snelheid en in welke mate producten als deze door DocMorris in de markt gezet en verkocht werden.
Na het bovenstaande te hebben afgesloten, werd door [naam 4] geopperd dat alles dan
“in trockenen Tücher” zou zijn. Voor mij een onbekend begrip dus ik vroeg dan ook wat (fonetisch) “trookennen tachers” zijn. De reactie hierop was gelach. Na overleg met [naam 6] of ‘in trockenen Tücher” in het Nederlands ook een spreekwoord is (Droge Doekjes), kwamen we tot de conclusie dat ‘in trockenen Tücher” in het Nederlands iets zou betekenen als “in kannen en kruiken”. [naam 5] en ikzelf waren hier uiteraard positief door gestemd. Er is mijns inziens geen andere indruk van een gesprek mogelijk dan positief wanneer achteraf wordt gezegd dat het in kannen en kruiken is.
[naam 3] vertrok na de kennismaking en goedkeuring van het product. Hij verzocht [naam 4] en [naam 6] de details en formaliteiten als betaling, garantie en leverdata nogmaals door te nemen. Hierna vertrok iedereen om de afspraken zoals gemaakt voort te zetten. Er is op geen enkel moment aanleiding geweest om te geloven dat DocMorris zich zou terugtrekken of zich al had teruggetrokken. Tijdens de meeting presenteerde DK Trade enkel de producten die DocMorris al had gekocht van [bedrijf] .
(…). Naar mijn herinnering is er een akkoord bereikt over de levering van producten en de kwaliteit daarvan tijdens de meeting op 23 april. DocMorris heeft duidelijk gemaakt zoals boven omschreven het koop traject zonder [bedrijf] te zetten.
[naam 5] heeft na het gesprek en de bevestiging dan ook in China akkoord gegeven aan onze tussenpersoon om de betalingen door te zetten naar de producent.”

3.Het geschil

3.1.
Dk Trade Company vordert dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
DocMorris veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst van 23 april 2020 door:
I. aan Dk Trade Company tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een hoofdsom van € 982.800,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 8 augustus 2020, althans vanaf de datum van dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, en
II. de 393.120 stuks Viprotect producten binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis af te nemen door deze op te halen op het adres van het magazijn, gelegen te ( [postcode] ) [vestigingsplaats] (Duitsland) aan de [adres 2] , althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen locatie, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat DocMorris in gebreke blijft, met een maximum van € 25.000,00,
Subsidiair
III. DocMorris te veroordelen aan Dk Trade Company, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, schadevergoeding te betalen voor het bedrag ter hoogte van
€ 1.089.680,00, althans € 941.491,01, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 8 augustus 2020, althans vanaf de datum van dagvaarding, tot aan de dag van algehele voldoening, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag,
Zowel primair als subsidiair
IV. DocMorris te veroordelen aan Dk Trade Company, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen een bedrag van € 6.689,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf datum dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag,
V. DocMorris te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder de kosten van de deurwaarder voor de betekening van de dagvaarding, alsmede in de nakosten ad
€ 157,00 (exclusief btw), en in geval van betekening van het vonnis € 239,00 te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf de derde dag na betekening van het vonnis aan DocMorris tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Dk Trade Company legt aan haar vorderingen primair ten grondslag dat op
23 april 2020 een koopovereenkomst tot stand is gekomen en dat DocMorris toerekenbaar tekort schiet in de nakoming van die overeenkomst. Volgens Dk Trade Company dient DocMorris alsnog de overeengekomen koopprijs te betalen en de handdesinfectiemiddelen van Viprotect (hierna: “het product”) af te nemen. Subsidiair heeft Dk Trade Company haar vordering gegrond op de stelling dat het DocMorris niet meer vrijstond de onderhandelingen tussen partijen met betrekking tot het sluiten van een koopovereenkomst af te breken en dat zij om die reden gehouden is de dientengevolge door Dk Trade Company geleden schade te vergoeden.
3.3.
DocMorris voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Is een koopovereenkomst tussen partijen tot stand gekomen?

4.1.
De kern van het geschil is de vraag of partijen een koopovereenkomst met betrekking tot het product hebben gesloten. De rechtbank stelt voorop dat die vraag beantwoord dient te worden aan de hand van artikel 6:217 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: “BW”). Artikel 6:217 lid 1 BW bepaalt dat een overeenkomst tot stand komt door een aanbod en een aanvaarding daarvan. Onder een aanbod wordt verstaan een aan de wederpartij gedaan voorstel tot het aangaan van een overeenkomst, welk voorstel zodanig is bepaald dat door aanvaarding daarvan onmiddellijk een overeenkomst ontstaat. Hiermee is de koppeling van de voor de overeenkomst geldende eis van bepaalbaarheid, zoals opgenomen in artikel 6:227 BW, naar het aanbod gelegd (HR 29 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:765).
4.2.
De totstandkoming van een overeenkomst vereist in de eerste plaats wilsovereenstemming tussen partijen over de essentiële onderdelen van de overeenkomst. Bij een koopovereenkomst zullen de zaak, het aantal en de prijs in de regel tot de essentialia behoren, hoewel de afwezigheid van een prijsafspraak niet aan de totstandkoming van een geldige koopovereenkomst in de weg hoeft te staan (artikel 7:4 BW). Ook levertermijnen kunnen tot de essentialia van de overeenkomst behoren. De vraag of een overeenkomst met een bepaalde inhoud is tot stand gekomen, moet worden beantwoord aan de hand van de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en van wat zij in dat verband redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de Haviltex-maatstaf). Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang, in hun onderlinge samenhang bezien (HR 2 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2043). Nu Dk Trade Company zich op de rechtsgevolgen van het bestaan van de koopovereenkomst beroept, rusten op grond van artikel 150 Rv op haar de stelplicht en, bij gemotiveerde betwisting, de bewijslast aangaande de totstandkoming daarvan.
4.3.
Dk Trade Company heeft, ter onderbouwing van haar stelling dat zij een koopovereenkomst met DocMorris heeft gesloten, aangevoerd dat tijdens de bijeenkomst van 23 april 2020 mondeling overeenstemming tussen partijen is bereikt over de aankoop door DocMorris van 500.000 stuks van het product tegen een prijs € 2,50 per stuk, over de vereiste productspecificaties, over de productieplanning, over het leveringsschema en over eventuele financiële zekerheden om een tweede verlies voor DocMorris te voorkomen (randnummer 23 van de dagvaarding). Vervolgens heeft Dk Trade Company deze mondelinge overeenkomst per e-mailbericht van 23 april 2020 bevestigd. DocMorris heeft niet aangegeven nader onderzoek naar de producten te willen doen; het betrof immers dezelfde handdesinfectiemiddelen als welke DocMorris reeds eerder bij [bedrijf] had besteld. Slechts enkele details en specificaties stonden nog open voor nadere afstemming, aldus Dk Trade Company.
4.4.
DocMorris heeft gemotiveerd betwist dat tussen partijen overeenstemming is bereikt over de aankoop van het product. De inzet van de bespreking van 23 april 2020 was immers dat partijen met elkaar kennis zouden maken. Aan Dk Trade Company werd de mogelijkheid geboden zichzelf bij DocMorris te introduceren en toe te lichten welke producten zij in de aanbieding had. Gelet op de, toen, recente fraude door [bedrijf] was DocMorris extra voorzichtig en wilde zij zorgvuldig onderzoek doen naar zowel de financiële betrouwbaarheid van potentiële leveranciers als naar de ‘compliance’ van het product. Er bestonden vragen bij DocMorris over de toepasselijke wet- en regelgeving en de vraag of het product daar wel aan voldeed. DocMorris wilde eerst samples van het product ontvangen teneinde het product te kunnen beoordelen en een volledige screening uit te kunnen voeren. Daarnaast was het voor Dk Trade Company tijdens de bespreking nog onmogelijk om concrete mededelingen te doen over productvolumes en daaraan gekoppelde levertermijnen. Ten slotte zou Dk Trade Company haar bedrijfsgegevens, alsmede haar verzekerings- en inkoopcondities nog op een later tijdstip aan DocMorris doorgeven. Over allerlei essentiële onderwerpen had DocMorris tijdens die bespreking aanvullende informatie opgevraagd die nog door Dk Trade Company moest worden verstrekt. DocMorris ging er dan ook van uit dat voor beide partijen helder was dat er nog een verdere analyse moest plaatsvinden van het product en van Dk Trade Company als leverancier, alvorens partijen verder met elkaar konden spreken. Uit het e-mailbericht van 23 april 2020 van Dk Trade Company, dat ingestoken is als een aanbod, kan evenmin een overeenkomst worden gedestilleerd. Dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt, blijkt ook uit de e-mails en WhatsApp- berichten van Dk Trade Company van na 23 april 2020, waarin informatie wordt verstrekt die voor DocMorris nodig was om überhaupt te kunnen beoordelen of zij geïnteresseerd was in het product, aldus DocMorris.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken dat partijen tijdens de bespreking op 23 april 2020 een mondelinge koopovereenkomst met betrekking tot het product hebben gesloten. Daarvoor bestonden er, zoals door DocMorris terecht is betoogd, op dat moment nog te veel onbepaaldheden en onzekerheden. De rechtbank kent daarbij gewicht toe aan de navolgende feiten en omstandigheden.
Uit de verklaring van [naam 6] van 22 februari 2021 blijkt dat er tijdens de bespreking van 23 april 2020 op geen enkel moment is besloten om een zakelijke relatie met Dk Trade Company aan te gaan en dat DocMorris evenmin reden heeft gegeven om aan te nemen dat er al een overeenkomst met Dk Trade Company zou zijn gesloten. [naam 6] verklaart dat het een open discussie was over de mogelijkheden om een zakelijke relatie aan te gaan. De bijeenkomst eindigde volgens [naam 6] met de wederzijdse toezegging dat beide partijen de mogelijkheid voor een toekomstige transactie zouden onderzoeken en contact zouden houden om informatie uit te wisselen.
[naam 3] heeft verklaard, hetgeen overigens ook wordt bevestigd door Dk Trade Company zelf, dat DocMorris tijdens de vergadering enkel in de gelegenheid was om de etikettering van de flesjes van het product te bekijken, aangezien deze flesjes gevuld waren met water. Het product zelf kon niet worden beoordeeld, omdat er op dat moment nog geen samples beschikbaar waren. Het bleek, zo verklaart [naam 3] , dat de etikettering niet voldeed aan de wettelijke vereisten voor de Duitse markt. Bovendien waren er diverse problemen met de certificering van het product. Om die reden heeft DocMorris aan Dk Trade Company verzocht aanvullende informatie te verstrekken en DocMorris daarvan op de hoogte te houden, aldus [naam 3] .
[naam 4] heeft in zijn verklaring van 10 maart 2021 eveneens aangegeven dat ten tijde van de bijeenkomst van 23 april 2020 geen samples van het product beschikbaar waren en dat evenmin betrouwbare levertermijnen met betrekking tot het product of financiële gegevens van Dk Trade Company bekend waren. Partijen zijn daarom slechts overeengekomen om verder met elkaar te spreken en te onderzoeken of het al dan niet mogelijk zou zijn een zakelijke relatie in de toekomst op te bouwen.
Ook uit de verklaringen van [naam 5] en [naam 7] van Dk Trade Company kan niet worden afgeleid dat tussen partijen een mondelinge overeenkomst tot stand gekomen is. De stelling van [naam 7] dat [naam 4] zou hebben gezegd dat ‘alles in kannen en kruiken zou zijn’, is, gelet op hetgeen DocMorris daartegen heeft aangevoerd, onvoldoende om tot het oordeel te komen dat overeenstemming was bereikt. In de verklaringen van [naam 5] en [naam 7] wordt immers slechts in algemene bewoordingen betoogd dat partijen op 23 april 2020 een koopovereenkomst hebben gesloten, maar zij concretiseren onvoldoende wat deze overeenstemming in termen van productspecificaties, levertermijnen, betalingscondities en andere contractvoorwaarden dan precies inhield. De rechtbank houdt het er dan ook voor dat partijen de bijeenkomst op 23 april 2020 hebben beëindigd in de wetenschap dat er nog veel werk moest worden verricht. Tijdens de bijeenkomst van 23 april 2020 was allerminst duidelijk of het product en het label op haar verpakking aan Duitse wet- en regelgeving voldeden en dat moest in ieder geval nog nader worden onderzocht. Het product zelf kon toen niet onderzocht worden, omdat er nog geen samples beschikbaar waren. Deze zijn immers eerst op 5 mei 2020 bij DocMorris afgeleverd. Weliswaar heeft Dk Trade Company tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat zij al met DocMorris, voordat de testresultaten en benodigde certificaten binnen waren, overeenstemming had bereikt, maar die stelling heeft zij in het licht van het voorgaande onvoldoende onderbouwd, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat. Ook ten aanzien van andere elementen moest nog werk worden verricht. Zo waren de condities waaronder Dk Trade Company het product in China kon inkopen, getuige het e-mailbericht van [naam 5] van 23 april 2020, op dat moment bij DocMorris nog niet bekend. Blijkens de verklaring van [naam 5] van 19 augustus 2021 zouden daarnaast door Dk Trade Company de mogelijkheden worden onderzocht om enig financieel risico voor DocMorris zo klein mogelijk te houden, bijvoorbeeld door het verstrekken van een letter of credit of een ander soort garantie en zou Dk Trade Company haar bedrijfsgegevens nog toesturen aan DocMorris.
4.6.
Het door Dk Trade Company naar aanleiding van de bespreking aan DocMorris verzonden e-mailbericht van 23 april 2020 is niet te beschouwen als een bevestiging van een gesloten koopovereenkomst, maar vormt veeleer een duidelijke indicatie dat partijen juist nog niet tot overeenstemming waren gekomen. In de onderwerpregel en in tekst van het e-mailbericht wordt door Dk Trade Company verwezen naar een “offer" - hetgeen kan worden vertaald als: "aanbod" – aan DocMorris om 500.000 stuks van het product af te nemen. De rechtbank benadrukt dat uit het e-mailbericht blijkt dat specificaties over hoeveelheden en levertermijn van het product pas voor het eerst in dit e-mailbericht worden gedeeld met DocMorris. Ook daaruit volgt dat sprake is van een aanbod door Dk Trade Company en niet een bevestiging van een reeds eerder met DocMorris gesloten koopovereenkomst. De zin “Excecution and details might differ but general intention persists. Both parties will do their best endeavors to find for any problem an suitable and reasonable solution in favor for a sustainable long term business relationship”, hetgeen kan worden vertaald als: "De uitvoering en details kunnen verschillen, maar de algemene intentie blijft bestaan. Beide partijen zullen hun uiterste best doen om voor elk probleem een passende en redelijk oplossing te vinden ten gunste van een duurzame zakelijke relatie op lange termijn.”, is in deze context bezien onvoldoende om het bestaan van de gestelde koopovereenkomst af te leiden. Daar komt bij dat Dk Trade Company op 5 mei 2020, aldus ruim na de datum waarop zij stelt al een koopovereenkomst te hebben gesloten, het volgende bericht naar DocMorris heeft gemaild: “Please let me know if you want to order so we can change the label accordingly.”, hetgeen kan worden vertaald als: “Laat het me weten als je wilt bestellen zodat we het etiket kunnen aanpassen.” Ook uit de inhoud van dit e-mailbericht leidt de rechtbank af dat partijen op 23 april 2020 juist geen koopovereenkomst hebben gesloten.
4.7.
Op basis van de hierboven aangehaalde verklaringen van partijen, hun toelichting tijdens de mondelinge behandeling en de tussen hen gevoerde correspondentie komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat Dk Trade Company op 23 april 2020 geen koopovereenkomst met DocMorris heeft gesloten. Om die reden strandt de primaire vordering van Dk Trade Company.
Mocht DocMorris de onderhandelingen met Dk Trade Company afbreken?
4.8.
In het kader van de subsidiaire vordering van Dk Trade Company staat de vraag centraal of het DocMorris op 7 mei 2020 vrijstond de onderhandelingen met Dk Trade Company af te breken zonder schadeplichtig te worden. Voor de beantwoording van die vraag heeft als - strenge en tot terughoudendheid nopende - maatstaf te gelden dat ieder van de onderhandelende partijen - die verplicht zijn om hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen - vrij is om de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij.
4.9.
Naar het oordeel van de rechtbank stond het DocMorris op 7 mei 2020 vrij om de onderhandelingen af te breken en af te zien van het sluiten van een koopovereenkomst met Dk Trade Company. Gelet op de veelheid van elementen waarover partijen in het kader van een mogelijk te sluiten koopovereenkomst nog geen overeenstemming hadden bereikt, zoals productspecificaties, levertermijnen, betalingscondities en andere contractvoorwaarden (r.o.v. 4.5) kan niet worden geoordeeld dat aan de zijde van Dk Trade Company het gerechtvaardigd vertrouwen mocht bestaan dat een koopovereenkomst met DocMorris tot stand zou komen. Van het bestaan van feitelijke gedragingen als ware er uitvoering gegeven aan de overeenkomst, zoals door Dk Trade Company gesteld, is de rechtbank niet gebleken. Andere omstandigheden op basis waarvan het afbreken van onderhandelingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, zijn door Dk Trade Company niet naar voren gebracht.
4.10.
Nu het DocMorris vrij stond de onderhandelingen tussen haar en Dk Trade Company af te breken, dienen de financiële gevolgen daarvan voor risico van Dk Trade Company te blijven. Dit betekent dat de subsidiaire vordering van Dk Trade Company eveneens zal worden afgewezen.
4.11.
Dk Trade Company zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van DocMorris worden begroot op:
- griffierecht 4.131,00
- salaris advocaat
7.998,00(2,0 punten × tarief € 3.999,00)
Totaal € 12.129,00
4.12.
Nu niet is voldaan aan de vereisten voor toewijzing van de gevorderde handelsrente, zal de wettelijke rente worden toegewezen over de proceskosten. De door DocMorris gevorderde nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals verwoord in het dictum.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Dk Trade Company in de proceskosten, aan de zijde van DocMorris tot op heden begroot op € 12.129,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van voldoening,
5.3.
veroordeelt Dk Trade Company in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 157,00 zonder betekening en € 246,00 met betekening, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van voldoening.
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken op
1 december 2021. [1]

Voetnoten

1.type: AP