4.1.Op grond van artikel 1.13 van de planregels wordt onder ‘bed and breakfast’ verstaan:
‘het bedrijfsmatig en op kleine schaal tegen betaling aanbieden van logies/overnachting in een daarvoor geschikte woning gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met ontbijtmogelijkheid. Deze voorziening is nadrukkelijk niet bedoeld voor het laten overnachten van tijdelijke arbeiders of seizoensarbeiders.’
Op grond van artikel 1.84 van de planregels wordt onder ‘wonen’ verstaan:
‘wonen in een woning, zijnde een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden of maximaal vier personen die geen huishouden vormen.’
Op grond van artikel 1.85 van de planregels wordt onder ‘woning’ verstaan:
‘een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden of maximaal vier personen die geen huishouden vormen.’
Op grond van artikel 13.1 van de planregels zijn de voor 'Wonen' aangewezen gronden onder meer bestemd voor wonen.
Op grond van artikel 13.3.1, onder f, van de planregels wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als verblijfsrecreatie, behoudens bestaande B&B’s. Het gebruik van een perceel wijzigen door dit als B&B te gaan gebruiken, is op grond van dit artikel uit de planregels gebruik dat in strijd is met het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kent een afwijkingsmogelijkheid op grond waarvan het mogelijk is om een omgevingsvergunning te krijgen voor gebruik als B&B.
Die afwijkingsmogelijkheid is gegeven in artikel 13.4.3 van de planregels op grond waarvan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning kan afwijken van het bepaalde in artikel 13.3.1 voor het gebruik ten behoeve van een bed en breakfast in de woning en/of in de bijbehorende bouwwerken, mits:
de exploitant van het bed en breakfast de hoofdbewoner is van de woning;
maximaal 25% van de bewoonde oppervlakte mag worden ingericht als bed en breakfast;
er maximaal 4 slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers per bouwperceel worden toegestaan;
er qua bouwkundige opzet, indeling en maatvoering geen zelfstandige woning ontstaat;
uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien;
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
1. de verkeersveiligheid;
2. het woon- en leefklimaat;
3. de milieusituatie;
4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5. Uit artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1°, van de Wabo volgt dat de omgevingsvergunning bij toepassing van een binnenplanse afwijkingsregeling slechts kan worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij geldt dat verweerder bij zijn besluitvorming beleidsruimte heeft. Dat betekent dat verweerder de keuze heeft om zijn bevoegdheid tot afwijking van het bestemmingsplan al dan niet te gebruiken. De voorzieningenrechter toetst of verweerder bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de mogelijkheid van toepassing door verweerder van de afwijkingsbevoegdheid in artikel 13.4.3 van de planregels wel ingeperkt. Uit de tekst van de bepaling blijkt immers dat verweerder alleen van het bepaalde in artikel 13.3.1 van de planregels mag afwijken onder de in de tekst genoemde voorwaarden. Bij de vraag of aan die voorwaarden wordt voldaan heeft verweerder wel beoordelingsruimte.