De rechtbank gaat bij de beoordeling van de incidentele vordering uit van het volgende.
Eiseressen vorderen in de hoofdzaak dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat de een betalende de ander voor dat deel van de betaling zal zijn bevrijd, veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan [eiseres in de hoofdzaak en in het incident sub 1] te voldoen € 46.645,50 inclusief BTW, primair te vermeerderen met de wettelijke rente over € 18.150,00 vanaf 1 juli 2020, over € 18.550,00 vanaf 5 augustus 2020 en over € 10.345,50 vanaf 19 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, althans subsidiair (zoals de rechtbank “subisdiair” leest) te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf (zoals de rechtbank “vandaf” leest) de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
II. gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat de een betalende de ander voor dat deel van de betaling zal zijn bevrijd, veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan [eiseres in de hoofdzaak en in het incident sub 1] te voldoen € 3.079,46 inclusief BTW te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf (zoals de rechtbank “vandaf” leest) de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
III. gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat de een betalende de ander voor dat deel van de betaling zal zijn bevrijd, veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan Beverages (zoals de rechtbank “Beverges” leest) Holding te voldoen € 18.313,35 inclusief BTW, primair te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 18.313,35 vanaf 12 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening en subsidiair (zoals de rechtbank “subisidiair” leest) te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf (zoals de rechtbank “vandaf” leest) de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat de een betalende de ander voor dat deel van de betaling zal zijn bevrijd, veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan eiseressen (zoals de rechtbank “eisers” leest) te voldoen de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.424,59, althans een ander door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf de datum van het in dezen te wijzen vonnis, tot aan de dag der algehele voldoening;
V. gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat de een betalende de ander voor dat deel van de betaling zal zijn bevrijd, veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan eisers te voldoen de kosten van deze procedure, de beslagkosten daarbij inbegrepen, en, voor het geval voldoening niet binnen deze termijn plaatsvindt, te vermeerderen niet de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW te rekenen vanaf de datum waarop deze termijn verstrijkt tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat de een betalende de ander voor dat deel van de betaling zal zijn bevrijd, veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis aan eiseressen (zoals de rechtbank “eisers” leest) te voldoen de nakosten.
Eiseressen leggen hieraan, samengevat, ten grondslag dat RvK voor hen een aantal projecten heeft begeleid en/of begroot en/of beheerd ter zake in elk geval bouwwerkzaamheden aan twee panden aan de [adres 1] te [plaats] . Eiseressen hebben de betreffende facturen betaald. RvK heeft echter voor sommige door eiseressen betaalde werkzaamheden, ook facturen gestuurd en betaald gekregen van RV Infra en wel voor € 64.958,85 incl. btw. Een en ander is in strijd met BW-bepalingen die de lastgeving regelen. De feitelijke bouwwerkzaamheden zijn (gedeeltelijk) uitgevoerd door grondverzetbedrijf RV Infra, ingeschakeld door eiseressen. Eiseressen hebben door RV Infra aan hen gestuurde facturen betaald voor in totaal € 426.566,45 incl. btw. Rv Infra zal in de totaalsom van € 426.566,45 ook hebben opgenomen het eerder genoemde bedrag van € 64.958,85. Van dit bedrag van € 64.958,85 heeft [eiseres in de hoofdzaak en in het incident sub 1] € 46.645,50 incl. btw betaald en Beverages € 18.313,35 incl. btw. Daarnaast heeft [eiseres in de hoofdzaak en in het incident sub 1] over een onterecht opgenomen post van € 42.416,82 3% algemene kosten betaald, en wel € 3.079,46 incl. btw. [gedaagde in de hoofdzaak en in het incident sub 2] heeft als getrapt bestuurder en enig aandeelhouder van RvK een en ander (mee)bedisseld (zie randnr. 54 dagvaarding) en is uit dien hoofde aansprakelijk.