ECLI:NL:GHAMS:2016:5150
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geschil over afgifte van facturen in verband met verbouwingswerkzaamheden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee appellanten en de geïntimeerde, [X] BOUW B.V., over de afgifte van facturen die verband houden met verbouwingswerkzaamheden aan het pand van de appellanten in Amsterdam. De appellanten hebben een incidentele vordering ingesteld op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waarin zij verzoeken om afschrift van de facturen die de geïntimeerde van haar onderaannemers en leveranciers heeft ontvangen. De appellanten stellen dat zij een rechtmatig belang hebben bij deze afschriften om te kunnen controleren of de door de geïntimeerde in rekening gebrachte bedragen in overeenstemming zijn met de gemaakte afspraken. De geïntimeerde heeft verweer gevoerd en betwist dat de appellanten recht hebben op de gevraagde informatie, stellende dat de vordering een 'fishing expedition' is en dat er geen bewijsnood aan de zijde van de appellanten is.
Het hof heeft in zijn beoordeling overwogen dat de appellanten voldoende rechtmatig belang hebben bij de afgifte van de facturen. Het hof oordeelt dat de gevraagde bescheiden voldoende bepaald zijn en dat er sprake is van een rechtsbetrekking tussen de partijen. De geïntimeerde heeft onvoldoende onderbouwd waarom het verstrekken van de facturen bezwaarlijk zou zijn. Het hof wijst de incidentele vordering van de appellanten toe en bepaalt dat de geïntimeerde binnen vier weken na betekening van het arrest de gevraagde afschriften moet verstrekken. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot het eindarrest.