21.Zoals de Afdeling in haar uitspraakvan 11 december 2013 heeft overwogen, dient aan de voor bewoners mogelijk zeer ingrijpende gevolgen van de sluiting van een woning – die een inmenging in het in artikel 8 van het EVRM neergelegde recht kan vormen – een zwaar gewicht worden toegekend bij de beoordeling van de vraag of verweerder in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken en, zo ja, of de wijze waarop de bevoegdheid is toegepast evenredig is. Inherent aan een sluiting van een woning is dat een bewoner de woning moet verlaten. Dit is op zichzelf geen bijzondere omstandigheid. Dat wordt anders als belanghebbende een bijzondere binding heeft met de woning, bijvoorbeeld om medische redenen.
22. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit de overgelegde (recente) medische stukken van de psychotherapeut / GZ-psycholoog psychiater van 6 maart 2021 en de huisarts van 24 september 2021 dat het voor verzoekster op dit moment vanwege haar gezondheidssituatie van groot belang is dat ze een stabiele woonomgeving heeft en het dus nodig is dat ze in haar eigen woning / ‘safety place’ kan blijven. Verzoekster kampt met diverse psychische klachten, waarbij het aannemelijk is dat een verblijf elders vergaande (negatieve) consequenties voor haar zal hebben. Gelet op deze omstandigheden heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd waarom sluiting van de woning in dit geval evenredig is en niet had kunnen worden volstaan met een waarschuwing of een voorwaardelijke sluiting.
23. Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter dan ook aanleiding het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar.
24. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder aan verzoekster het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
25. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.496,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
De voorzieningenrechter:
- schorst het bestreden besluit tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- te betalen;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.496,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.J.E. Hamers-Aerts, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van J.M.M. Versteegh-Janssen, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2021
griffier de voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op: 11 oktober 2021
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Artikel 5:1, eerste lid, van de Awb bepaalt dat in deze wet wordt verstaan onder overtreding: een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.
Op grond van artikel 5:21 van de Awb wordt onder last onder bestuursdwang verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
Op grond van artikel 4:84 van de Awb kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van dit beleid. Op grond van deze afwijkingsbevoegdheid kan de burgemeester, in bijzondere gevallen, besluiten om redenen van redelijkheid en billijkheid, een eenmaal opgelegd besluit tot sluiting opheffen.
Artikel 3, van de Opiumwet bepaalt dat het verboden is een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid:
A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen;
B. te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren;
C. aanwezig te hebben;
D. te vervaardigen.
Hennep staat vermeld op lijst II.
Artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet bepaalt dat de burgemeester bevoegd is tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.
Damoclesbeleid Sittard-Geleen
6. De duur van de sluiting is afhankelijk van de overtreding en van de vraag of de woning/het lokaal reeds eerder gesloten is geweest en varieert van een sluiting voor drie maanden tot een sluiting voor onbepaalde tijd. Hierbij wordt verwezen naar de bijgevoegde handhavingsmatrix.
7. De onderhavige beleidsregels m.b.t. toepassing van artikel 13b Opiumwet vormen een richtlijn waarvan de burgemeester in voorkomende gevallen kan afwijken.
8. Voor het toepassen van de bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b Opiumwet wordt verwezen naar aanwezigheid van verdovende middelen op lijst I en II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet. Op lijst II is hennep in al zijn verschijningsvormen opgenomen, hiervan zijn alleen zaden uitgesloten. Op lijst II is Qat opgenomen, zijnde de bladeren en de takjes van de plant Catha Edulis Forsk.
9. Met betrekking tot de omschrijving van het “verkopen, afleveren, verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben” van verdovende middelen volgt uit het woord “daartoe” dat de enkele aanwezigheid van verdovende middelen – waaronder hennep in al zijn verschijningsvormen – ten behoeve van verkoop, aflevering of verstrekking de bevoegdheid verschaft tot sluiting. Teneinde een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te leggen is het niet vereist dat de verdovende middelen daadwerkelijk zijn verhandeld.
Woningen – handel in softdrugs en voorbereidingshandelingen softdrugs
22. Indien bij een eerste constatering van een overtreding sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van softdrugs of indien sprake is van
voorbereidingshandelingen softdrugs, wordt de woning zonder waarschuwing gesloten voor de duur van drie maanden.