3.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1, feit 2 en feit 3
[slachtoffer 1]
Bewijsmiddelen overzicht
Op 2 februari 2017 vond er een informatief gesprek met [slachtoffer 1] plaats. In dat gesprek verklaarde zij onder meer dat:
- Het doen van aangifte geen zin had, omdat zij het nooit zou winnen van [verdachte] . Hij zou altijd sterker staan dan zij;
- zij in die tijd in een scheidingsprocedure zat, zij schulden had en er met haar kind alleen voor stond;
- zij in Leeuwarden in een blijf-van-mijn-lijf-huis had verbleven;
- zij daarna bij haar ouders was gaan inwonen en nog een aanvraag voor een uitkering moest doen bij het UWV;
- [verdachte] aan de deur bij haar stond met vorderingen waar zij een betalingsregeling voor wilde treffen. Hierop zou [verdachte] gezegd hebben dat zij dit ook in natura kon betalen;
- hij daarmee bedoelde dat zij dan zijn hoertje was en zij hierover moest nadenken;
- [verdachte] haar bang maakte en haar vertelde dat zij anders nog veel dieper in de shit zou raken;
- zij twee keer seks met hem had gehad;
- zij met die ‘klusjes’ 70 euro verdiende en dat zij met dat geld dan vervolgens naar het kantoor moest gaan om haar schuld te betalen;
- zij twee keer bij haar thuis voor seks hadden afgesproken;
- die twee keer seks gebeurde op de manier zoals hij dat wilde;
- zij met seks bedoelde pijpen, vol erop, van voor en van achter;
- wanneer hij de deur uit was zij moest huilen;
- zij zich een keer gewassen had met de inhoud van een fles chloor omdat zij zich zo vies voelde;
- zij op de vraag waarom zij was ingegaan op zijn voorstellen, verklaarde dat zij geen andere keus had;
- zij destijds twee maanden bij haar ouders inwoonde en helemaal geen geld had;
- zij nu nog steeds bang is voor [verdachte] ;
- [verdachte] hierin veel sterker staat dan zij, omdat hij gerechtsdeurwaarder is;
- [verdachte] altijd safe seks had. Hij had altijd condooms bij zich;
- het haar heel hoog zat en deze beelden nu weer terugkwamen (opmerking verbalisanten: wij zagen dat zij heel emotioneel werd en begon te huilen);
- zij hem heel vaak had willen slaan, maar zich heel angstig voelde als ze hem zag;
- zij niet meer op de slaapkamer kon slapen waar dit allemaal gebeurd is;
- dit met [verdachte] allemaal gebeurd was op de slaapkamer van haar ouders in Elsloo. (opmerking rechtbank: Elsloo ligt in de gemeente Stein.)
Op 2 mei 2017 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan. Zij verklaarde onder meer als volgt:
Ik wil aangifte doen van gedwongen seks hebben met een deurwaarder om van dit geld mijn schulden te kunnen betalen. Hij heet [voornaam verdachte] . Het was niet meneer [verdachte] ; het was gewoon [voornaam verdachte] . (…) Het heeft zich afgespeeld in de periode maart tot september in het jaar dat ik 30 werd. Dit is dus in het jaar 2002. (…) Ik heb naar het Kantoor [naam deurwaarderskantoor] gebeld met een mededeling dat ik het geld, 150 gulden, in twee keer moest betalen. Ik vertelde de receptioniste/baliemedewerkster dat ik het niet kon betalen. [verdachte] belde mij terug en vroeg of ik al betaald had omdat mijn termijn verstreken was. Ik vertelde hem dat ik dat echt niet kon betalen. Hij zei mij dat hij morgen wel even langs kwam. Ik dacht dat hij een regeling met mij kon treffen. Maar toen kwam het voorstel dat ik seks met hem moest hebben. Vervolgens is dit ook gebeurd. Ik had toen geen andere keus. (…) Ik heb nooit seks gehad met [verdachte] zonder condoom. Hij had zelf altijd condooms bij zich. Na de seks legde hij in de gebruikte condoom een knoop en stopte deze vervolgens in een papiertje of tissue en stopte deze in zijn jaszak. Ook de verpakking nam hij mee in zijn jaszak. (…)
De eerste keer dat gerechtsdeurwaarder [verdachte] bij mij aan de deur stond, was toen ik nog bij mijn ex [naam 1] woonde, in [plaats 1] . Omdat ik ernstig mishandeld werd door [naam 1] , ben ik naar [plaats 2] gegaan. Ik heb daar in een blijf-van-mijn-lijf-huis gezeten, samen met mijn kind. Ik ben uiteindelijk gescheiden van [naam 1] en bleef met een schuld achter. Ik heb 1.5 jaar in [plaats 2] gewoond. Daarna ben ik teruggekomen naar mijn ouders. Kort daarna stond [verdachte] voor de deur van mijn ouders en mij. Ik wist dat hij een echte deurwaarder was omdat hij papieren bij zich had en ik hiervan uitging. (…) Hij wist dat ik in de procedure zat van het UWV. Mijn ouders vertelden hem dat ik op dat moment nog geen cent had en nog de bijstandsuitkering moest aanvragen. Hij wist precies in welke situatie ik mij bevond. Hij heeft gezegd dat wij het anders konden regelen. In natura betalen. Ik dacht toen nog “Zorg in Natura”. Ik dacht dat er zo’n potje bestond. Hij vertelde mij dat dit niet was wat hij bedoelde. Hij bedoelde geen relatie, maar het hebben van seks. Zo kon ik geld verdienen en de schuld betalen op kantoor. Dat ik zijn ‘hoertje’ zou zijn, heeft hij niet letterlijk gezegd. Hij zei dat ik zijn seksvriendin was. De reden dat ik uiteindelijk op zijn voorstel bent ingegaan, was om niet dieper in de shit te raken. Met shit bedoel ik de schulden. Het zou kunnen dat ik van de gemeente geld zou krijgen om nieuwe spulletjes te kopen om weer opnieuw te beginnen en dat hij dan zou komen om de spulletjes weg te nemen. Hij vertelde mij dat hij ook de spullen van mijn ouders in beslag kon nemen, omdat ik bij hen woonde, of ik zou via een notariële akte vastgelegd moeten hebben dat de spullen in de woning waar ik verbleef, in eigendom van mijn ouders waren. Deze akte hadden wij niet. Ik voelde mij genoodzaakt om dan toch maar in te gaan op zijn voorstel. Ik dacht dan is de schuld betaald en ben ik ervan af. (…) Hij heeft mij nog jaren lastig gevallen zonder dat ik toegaf seks met hem te hebben.
[slachtoffer 1] heeft in 2005 een klacht ingediend bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders. [slachtoffer 1] gaf in deze klacht aan dat deurwaarder [verdachte] haar al 2 jaar ongewenste en zeer ontoepasselijke sms-berichten stuurde en haar meerdere malen heeft voorgesteld de schulden te betalen door middel van geslachtsgemeenschap met hem.
In het verweerschrift van de verdachte opgesteld door zijn toenmalige raadsman staat het volgende:
Cliënt heeft mevrouw [slachtoffer 1] nader te noemen klaagster, omstreeks 2000 beroepsmatig leren kennen i.v.m. echtscheidingsproblemen en schulden. (…)
Kortom, in de periode van 2000 tot 2005 heeft cliënt klaagster willen helpen bij haar maatschappelijke en financiële problemen.
[slachtoffer 2]
Op 20 februari 2017 heeft er een informatief gesprek met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] , plaatsgevonden. In dat gesprek verklaarde zij onder meer dat:
- zij schulden had en een uitkering;
- [verdachte] toen bij haar aan de deur kwam als gerechtsdeurwaarder;
- [verdachte] haar vertelde dat wanneer zij niet zou betalen, zij in de problemen zou komen;
- [verdachte] terug zou komen met de politie en een slotenmaker en dat zij uit het huis gezet kon worden;
- zij daardoor haar kinderen kwijt kon raken;
- zij toen jong en dom was;
- zij toen 18 jaar oud was en op de [adres 4] in Maastricht woonde;
- [verdachte] aan haar vroeg of zij ruimdenkend was en dat ze ook op een ander manier van haar schulden af kon komen;
- zij uiteindelijk hiermee had ingestemd omdat ze haar huis niet wilde kwijt raken;
- hij de politie achter zich had staan;
- zij daarom ingegaan was op zijn voorstel;
- zijn voorstel was dat zij haar schulden kon afbouwen met seks;
- [verdachte] eerst, voordat hij dat voorstel deed, een aantal keren bij haar aan de deur stond om haar bang te maken;
- hij haar bang maakte met de aanmaningen en dagvaardingen;
- zij zich in een hoek gedreven voelde;
- zij destijds vond dat zij geen ander keuze had;
- zij bang was om haar huis en haar kinderen kwijt te raken;
- het alles bij elkaar was;
- hij haar leven kapot zou maken door met de politie terug te komen;
- het heel moeilijk was om van hem af te komen;
- zij het gevoel kreeg dat ze door [verdachte] gestalkt werd;
- er altijd een condoom werd gebruikt dat [verdachte] bij zich had;
- als hij klaar was met de seks, hij altijd het gebruikte condoom mee nam om geen
- bewijs achter te laten;
- ze echt seks gehad hebben en dat hij zijn penis in haar stopte;
- hij zelf condooms mee nam en deze uit zijn zak van zijn hemd haalde;
- wanneer zij vaker seks met [verdachte] had, de schulden kleiner zouden worden;
- zij de afspraak met [verdachte] had dat er na elke seks met hem door [verdachte] 50 of 100 euro in mindering zou worden gebracht op haar schulden;
- zij na de seks een kwitantie van [verdachte] kreeg dat ze afbetaald had;
- [verdachte] na de eerste keer wekelijks bij haar aan de deur kwam;
- hij altijd brieven, papieren bij zich had;
- zij ontelbare keren seks heeft gehad met [verdachte] ;
- wanneer zij haar schuld had afgelost en weer een nieuwe schuld had gekregen, hij daarom begon te lachen;
- hij haar had gevraagd of zij bereid was om de schulden nog verder af te lossen;
- hij regelmatig voor de deur stond met zijn Mercedes;
- zij op een gegeven moment een wrak werd;
- zij bang was om [verdachte] tegen te komen;
- zij hiervan een ‘Mercedes fobie’ had gekregen;
- als er een Mercedes voor haar deur stond, zij de gordijnen dicht deed;
- (noot verbalisanten: Wij zagen dat [slachtoffer 2] begon te huilen.)
- zij niet meer naar de winkel durfde te gaan;
- zij de kinderen niet naar school durfde te brengen.
Op 9 maart 2017 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan van verkrachting gepleegd op de [adres 4] te Maastricht. Zij verklaarde onder meer als volgt:
Ik wil aangifte doen tegen deurwaarder [verdachte] . Ik was in die tijd een stuk naïever en labieler. Er waren boetes die betaald moesten worden en hij kon mijn leven verwoesten door mij op straat te zetten. Dat is de reden dat ik toch op zijn voorstel ben ingegaan. Wanneer ik er niet op in zou zijn gegaan, zou [verdachte] terugkomen met een slotenmaker en de politie. Dat was voor mij de reden om er op in te gaan toentertijd. Voor mijn gevoel was het dat [verdachte] de seks ging afdwingen. Als ik er niet mee akkoord ging, stond ik op straat. (…) De schulden zijn ontstaan toen ik 18 jaar oud werd en volgens de wet volwassen was. Ik had toen 40.000 euro schuld door mijn ex. Ik was nog geen 16 jaar toen ik mijn ex leerde kennen. Het was een knipperlicht relatie. De relatie escaleerde vaak. Toen ik nog net geen 18 jaar was heb ik gedwongen in de prostitutie gewerkt. Ik ben daarna op de [adres 4] te Maastricht gaan wonen. Echter was ik toen bijna uitgeteld van mijn oudste dochter en ik ben daarom eerst een paar maanden bij mijn vader gaan inwonen omdat ik hulp nodig had. Ik was toen net 19 jaar oud. (…) [verdachte] stond diverse malen als gerechtsdeurwaarder aan mijn deur. Ik heb echte seks gehad met de deurwaarder, ik ben op zijn penis gaan zitten. We hebben gemeenschap gehad. Ik heb hem gepijpt. (…) Hij kwam mij melden dat ik schulden had en dat er een betalingsregeling getroffen moest worden. Hij stelde zich voor als gerechtsdeurwaarder [naam deurwaarderskantoor] . Hij had papieren in zijn hand waarop stond dat ik een wanbetaler was en dat er een betalingsregeling getroffen moest worden. Hij had altijd papieren in zijn hand. Hij zei: je weet toch wat de consequenties zijn als je niet betaalt, dat je in de problemen komt en dat er dan een openbare verkoop zal plaatsvinden. Verder zou hij genoodzaakt zijn met de politie en slotenmaker terug te komen om beslag te leggen op mijn goederen. Ik voelde me toen met de rug tegen de muur gezet. Ik moest betalen of een betalingsregeling treffen of ik werd uit mijn huis gezet. Hij vroeg of ik ruimdenkend was. Ik weet niet meer precies hoe hij dat vroeg, maar het kwam erop neer om in natura te betalen. Te betalen met seks. Ik heb ingestemd met het voorstel dat er iedere keer 50 of 100 euro van mijn schuld zou worden afgeschreven in ruil voor seks. Ik stemde in omdat hij zei dat hij met de politie terug zou komen. Ik was dom en naïef. Ik was bang om mijn huis en daardoor mijn kinderen kwijt te raken. Dat ik instemde met zijn voorstel, was eigenlijk niet vrijwillig. Ik bevond mij in een zodanige positie dat ik geen andere keus had. Ik heb hem ook vaker gezegd dat ik er helemaal geen zin meer in had. Hij zei mij dan dat ik aan mijn schulden en huishouden moest denken. Ik vond de seks met [verdachte] nog veel erger dan de seks die ik had als prostituee, omdat hij in de naam van de koningin aan de deur kwam en dat als ik niet zou ingaan op zijn seks, hij terug zou komen met politie en slotenmaker. Wat voor keus had ik dan. [verdachte] wist van alles over mij en mijn financiële situatie en gezinssituatie. (…) Ik durfde niet naar de politie te gaan. En wie geloven ze nou. Een koninklijke gerechtsdeurwaarder of een meisje met een strafblad; een crimineel verleden. (…)
Ik kan me herinneren dat ik mij na de eerste keer seks vies voelde en mij schaamde. Ik zakte door de grond. Ik wilde mij zo snel mogelijk douchen omdat ik mij heel vies voelde. Ik voelde mij vernederd. (…) Hij nam zijn condoom ook altijd mee. Hij legde een knoop in het gebruikte condoom en nam deze mee. (…) Hij had dan een reeds uitgeprinte kwitantie bij zich. Op deze kwitantie stond al het afgesproken bedrag, de naam [naam deurwaarderskantoor] , datum en dat het bedrag voldaan was. Tevens zijn handtekening. Hij had dat zogenaamd gevorderd en gekregen van mij. Hij overhandigde de kwitantie na de seks. (…) Ik had kunnen weigeren, maar ik wist wat er op het spel stond. Ik werd voor het blok gesteld, anders zou ik op straat komen te staan. (…) Na de eerste keer seks zag ik dat hij het condoom van zijn penis afhaalde en dat hij een knoop in het condoom maakte. Daarna deed hij het gebruikte condoom terug in de verpakking waar hij hem uitgehaald had en stopte deze in zijn broekzak of in zijn borstzak van zijn blouse. (…) Ik herinner me zijn Mercedes. (…) Ik wist dat de schulden minder werden, omdat ik kwitanties kreeg. En ik heb ook wel eens overzichten gezien waaruit bleek dat de schulden minder werden. (…) Binnen twee weken was hij terug voor de tweede keer seks. Ik heb vervolgens jaren, bijna wekelijks seks met die [verdachte] gehad.
Op 16 maart 2017 heeft [slachtoffer 2] nog een verklaring afgelegd, waarin zij verklaarde:
Soms wilde hij mij vingeren. Hij stopte zijn vinger dan in mijn vagina met de
bedoeling deze vochtig te maken. (…) Soms zei hij dat hij het zo fijn vond dat we het zo konden regelen en dat ik het deed voor mijn kindje, mijn spulletjes en mijn schulden. (…) Op de kwitantie stond een bedrag tussen de 50 en 100 euro. (…) Ik had veel te vaak seksueel contact met [verdachte] . Het vond plaats in de periode toen de schuld begon. Ik denk 2004/2005. Hij belde of hij stond gewoon voor de deur voor het maken van een afspraak. Ik denk dat de eerste periode ongeveer een jaar heeft geduurd totdat deze schuld was afgelost. We hadden dan een tijdje geen contact. Totdat ik weer een nieuwe schuld had dankzij mijn ex. Ik denk dat er wel drie of vier verschillende periodes van schulden zijn geweest. (…) Meestal kwam hij tweemaal in de maand. (…) Hij kwam altijd in diensttijd aan de deur en niet in privétijd. Hij kwam altijd onder kantooruren. Hij had altijd een brief bij zich van het bedrijf van de gerechtsdeurwaarderskantoor [naam deurwaarderskantoor] . Dat wil niet zeggen dat de brief voor mij persoonlijk bedoeld was. Hij had gewoon papieren bij zich. (…) De laatste keer dat ik seksueel contact had met [verdachte] weet ik niet maar ik denk dat ik nu acht of negen jaar geen seksueel contact heb gehad met [verdachte] . [verdachte] was lastig de laatste maanden. Hij stond bijna dagelijks bij mij voor de deur. Ik had hem al vaker gezegd dat hij mij niet moest stalken. (…) Ik heb [verdachte] wel eens afgetrokken en gepijpt. (…) Ik heb in mijn hoofd letsel opgelopen door dat seksuele contact met [verdachte] . Ik heb me opgesloten in mijn woning. Ik kwam niet meer buiten. Ik voelde me ongemakkelijk. Ik was bang [verdachte] tegen te komen en was bang dat mensen mij nakeken. Ik schaamde mij. Het is toch aan het licht gekomen in de buurt waar ik woonde. Ik voelde me bekeken in de winkel.
Uit onderzoek aan het financieel/administratief overzicht van de zogenaamde repertoires of dossiers van alle betrokkenen/cliënten/debiteuren, waar verdachte als gerechtsdeurwaarder ambtelijke handelingen bij had uitgevoerd, bleek dat [slachtoffer 2] in de periode van 2005 tot en met 2014 zes keer ambtelijk contact heeft gehad met verdachte waarvan één keer in persoon. [slachtoffer 2] had toen een aanzienlijke schuldenlast blijkens het overzicht. In verband met de bewaarplicht van dit soort dossiers van zeven jaren waren geen gegevens uit eerdere jaren meer aanwezig.
[slachtoffer 3]
Op 28 maart 2017 heeft [slachtoffer 3] aangifte gedaan van verkrachting gepleegd door [verdachte] op de [adres 2] te Geleen, binnen de gemeente Sittard-Geleen, en de [adres 3] 125 in de gemeente Sittard-Geleen. Zij verklaarde onder meer als volgt:
Ik doe aangifte tegen [verdachte] . [verdachte] is gerechtsdeurwaarder. Toen ik hem voor het eerst leerde kennen, was dat door een schuld die ik had bij CZ. Hij kwam bij mij aan de deur met een schuld die ik binnen 14 dagen af moest betalen. Ik kon dat niet betalen. Uiteindelijk heeft hij in ons eerste gesprek gevraagd of ik een vriend had en of ik kinderen had. Ik heb [voornaam verdachte] gevraagd om de schuld in termijnen te kunnen betalen en hij vroeg of ik werkte. Ik werkte toen enkele uurtjes in de huishouding en de rest werd aangevuld door de sociale dienst. Dit was nooit genoeg om de schuld af te betalen. Hij vertelde mij toen dat we het op een andere manier konden inkleden. Ik vroeg wat hij daarmee bedoelde. Hij vertelde mij dat ik zijn vriendinnetje zou kunnen worden en dat hij er voor zou zorgen dat ik van mijn schuld af kwam. Hij zou er voor zorgen dat mijn schuld weg zou zijn. (…) Ik wil jullie vertellen dat ik op 15-jarige leeftijd het huis had verlaten. Ik ben toen de vader van mijn kinderen tegen gekomen. Hij heeft mij mishandeld in deze 10 jaar. Het heeft heel wat gedaan bij mij dat ik daar uiteindelijk ben vertrokken en terug ging naar mijn ouders met de kinderen naar Geleen. Ik heb dan voor het eerst een appartement gekregen en ik was heel dom met het geld. Ik had nog nooit een rekening hoeven te betalen en wist niet met geld om te gaan. Dit verhaal had ik ook gedeeld met [verdachte] . (…) Mijn gehele schuld zat toen rond de 10.000 euro. (…) Toen hij bij mij aan de deur stond, stelde hij zich voor als gerechtsdeurwaarder [verdachte] . Ik heb de stukken gezien waarop stond dat ik een schuld had. Hij liet deze snel zien. Hij vertelde mij dat ik een schuld had van 700 euro bij CZ en dat deze schuld binnen twee weken afgelost moest worden, anders zou hij mijn spullen uit mijn woning weghalen en hij zei dat hij daartoe gerechtigd was. Hij stond binnen enkele dagen weer aan de deur. Hij vroeg toen of ik erover nagedacht had om zijn vriendinnetje te worden. Ik had er niet over nagedacht. Ik wist ook niet of hij dit serieus bedoelde. Hij heeft toen gezegd dat als ik met hem naar bed zou gaan hij de rekening zou betalen. Ik weet zeker dat ik toen nog een keer de vraag en het antwoord herhaald heb naar hem. Als ik een keer met jou naar bed ga, betaal jij mijn rekening? Hierop antwoordde hij dat ik mij daar geen zorgen over hoefde te maken. (…) Toen zei hij dat ik schulden had en dat het lastig ging worden om dit te betalen. Hij kon het beter maken. Hij vertelde mij dat hij mijn spullen in beslag kon nemen en ik werd toen wel heel bang. Ik had twee kinderen om voor te zorgen. Hij schetste twee werelden. Of ik koos voor zijn vriendinnetje te worden en dat ik mij nergens meer zorgen over hoefde te maken en dat mijn schulden zouden verdwijnen of de keerzijde dat hij met de politie terug zou komen en dat hij alles in beslag ging nemen. Ik had geen keus. Ik had alleen maar in mijn hoofd dat ik voor mijn kinderen moest zorgen. Ik voelde mij zo machteloos en kon naar mijn mening geen kant op. Ik kende hem niet en het was iemand met gezag. (…) De volgende ontmoeting was drie of vier dagen daarna. Hij belde mij of ik thuis was. Hij is na het telefoontje naar mij gekomen en ik heb hem binnen gelaten. Hij had weer een document bij zich wat hij op tafel legde en waar niet mijn naam op stond. Hij vroeg of ik erover nagedacht had. Ik vroeg hem nog dat hij ervoor zou zorgen dat de rekening weg was wanneer ik seks met hem had. Hij zei dat hij alles zou regelen en dat ik het breder zou krijgen. Hij zou mij gaan helpen op deze manier. Uiteindelijk heb ik ja gezegd tegen zijn voorstel. We zijn op mijn slaapkamer beland. Hij heeft mij van onder gelikt. Uiteindelijk heeft hij een condoom omgedaan en hebben wij seks gehad. Het condoom dat hij had gebruikt, draaide hij in een tissue. Ik zei nog dat de prullenbak in de keuken stond en hij zei: “Nee, die neem ik mee.” Ik weet nog dat hij 100 euro op het nachtkastje gooide. Ik vroeg nog: “Waarvoor is dat?” Hij zei dat dat was voor het breder te hebben. Ik vroeg nog dat hij toch zou zorgen voor de rekening. Hij zei dat ik me daar geen zorgen over hoefde te maken. Hij liep naar de woonkamer en zei tot de volgende keer. (…) Met seks bedoel ik dat ik voelde dat hij met zijn penis in mijn vagina kwam. De condoom haalde hij uit zijn broekzak en legde deze op mijn nachtkastje. (…) Gevoelsmatig was het niet vrijwillig. Het was een beslissing om een stukje veiligheid te creëren voor mij en mijn kinderen. Het was noodgedwongen omdat hij anders mijn spullen kwam weghalen en dat ik met mijn kinderen op straat zou komen te staan. Het seksuele contact is nooit vrijwillig geweest. Hij zei iedere keer: “Ik help je toch, jij bent de enige, je kunt boodschappen doen voor je kinderen. Je kunt blijven wonen.” Het was voor mij psychische dwang. Als hij op seksbezoek wilde komen, kon ik dit niet weigeren want hij zei dan meestal dat hij er al was en dan begon hij weer over mijn schuld. Hij zei dat hij niet voor niets hier bij mij aan de deur stond. (…) Mijn moeder is er, volgens mij in het derde jaar, achter gekomen dat ik [voornaam verdachte] kende. Dat ik contact had met een deurwaarder. In die tijd belde [voornaam verdachte] mij op een gegeven moment op. [voornaam verdachte] vertelde mij dat hij bij mijn ouders moest zijn voor een schuld. [voornaam verdachte] zei tegen mij dat ik niet bang hoefde te zijn en natuurlijk zou hij dit wel regelen, het waren tenslotte mijn ouders. De seks met [voornaam verdachte] ging door. (…) Ik zag hem een keer in de week en soms twee keer per week op zijn verzoek. (…) Er is nooit iets anders gebeurd dan likken, vingeren, penetreren, betasten en ik heb hem wel eens moeten pijpen. Hij gebruikte altijd een condoom. Na gebruik legde hij hier een knoopje in, frommelde het in een tissue en stopte het terug in zijn borstzak. (…) Ik durfde geen nee te zeggen omdat ik bang was voor de consequenties. Hij wist van mijn verleden en speelde daar gewoon op in. (…) In die periode zat ik met leefgeld met twee kinderen op 42 euro per week. (…) Het heeft vier jaar geduurd. (…) Hij had een hondje, een terriër, die bleef altijd in de auto zitten. (…) In het bed heb ik altijd geslapen totdat [voornaam verdachte] bij mij over de vloer kwam. Ik heb daarna nooit meer in mijn bed geslapen. Ik kon het gewoon niet meer. Ik heb heel lang op de bank geleefd. (…) Door het toedoen van [verdachte] heb ik mij opgesloten gevoeld in mijn eigen huis. Ik was toen al een emotioneel wrak.
Op 30 maart 2017 heeft [slachtoffer 3] aanvullend als volgt verklaard:
Het is geen grote man, maar op de manier hoe hij sprak, de intonatie en hoe hij overkwam, was hij overweldigend. Hij had altijd een antwoord klaar. Hij was goed in woorden. Overweldigend is niet het goede woord. Hij stond altijd boven mij. Ik was ondergeschikt aan hem. Ik voelde mij zo nederig tegenover hem. (…) Ik heb zijn aanwijzingen altijd als een robot opgevolgd. Ik voelde dat dit niet klopte en dat mijn lichaam weerstand ging bieden. Het heeft ook heel lang geduurd voordat ik excuses gingen zoeken zodat ik niet met hem seks hoefde te hebben. Dit heeft twee jaar geduurd. Als er werd gebeld of geklopt keek ik heel voorzichtig in het kijkgaatje in de voordeur en als ik hem zag dan liep ik heel voorzichtig terug zodat hij mij niet hoorde. Ik had in die tijd de gordijnen dicht van de woonkamer. Wanneer ik heel stil was, vertrok hij op een gegeven moment. Toen begon [voornaam verdachte] op de deuren te kloppen. Eerst kwam hij altijd aan de voordeur maar na een tijdje kwam hij ook achterom. (…) Hij heeft niet altijd geld achter gelaten. (…) Wij hebben een keer seks gehad op een andere plek dan in mijn woning aan de [adres 2] in Geleen. Dit was in een appartementencomplex op de [adres 3] te Geleen. We hadden daar seks omdat ik herhaaldelijk had gezegd dat we in mijn woning geen seks konden hebben. Dit was een smoes in de hoop dat het niet doorging. We liepen de trappen op en van één van die appartementen opende hij de deur met een van de sleutels die hij bij zich had. Het hele appartement was leeg. Overal was beton en er waren geen gordijnen. Ik vroeg hem nog: “Wil je het hier doen, er hangt niets voor de ramen.” Hij lachte toen vies en zei nee kom maar mee. We gingen door het gangetje van de keuken naar de deur van de badkamer. In deze badkamer waren geen ramen; alleen een luikje boven de deur. Ik heb een aantal keren nee, nee gezegd maar ik ging uiteindelijk weer akkoord omdat ik naar huis wilde. Ik had mijn handen op de rand van de badkuip staan en was met de rug naar hem toe gekeerd. Daarbij stond ik gebukt naar voren. Hij is achter mij komen te staan en zo hebben we gemeenschap gehad. (…) De relatie is begonnen ergens vanaf 2004/2005 en in 2010 [De rechtbank begrijpt dat dit 2009 moet zijn blijkens de GBA-bevraging] heb ik mij ingeschreven in Eindhoven en stopte de relatie. De relatie duurde vier of vijf jaar. (…) Ik durfde niet eerder met deze informatie naar de politie te stappen. De reden daarvoor was dat hij altijd liet merken dat een gerechtsdeurwaarder hoger was dan de politie. Hij bepaalde wat er met mij ging gebeuren en hij kon mij buiten zetten met hulp van de politie. De politie hielp hem alleen maar. Hij had de macht. In die tijd geloofde ik dat. Hij zei vaker: “Ik heb de macht en ik kan je eruit zetten.” Ik ben uiteindelijk naar [plaats 3] verhuisd. Ik deed dit omdat dit in mijn ogen de enige manier was om van [voornaam verdachte] af te komen.
Uit het GBA-bevraging met betrekking tot [slachtoffer 3] blijkt dat zij zich op 17 juni 2009 heeft ingeschreven in [plaats 3] .
Uit onderzoek aan het financieel/administratief overzicht van de zogenaamde repertoires of dossiers van alle betrokkenen/cliënten/debiteuren, waar verdachte als gerechtsdeurwaarder ambtelijke handelingen bij had uitgevoerd, bleek dat [slachtoffer 3] in de periode van 2004 tot en met 2009 25 keer ambtelijk contact heeft gehad met verdachte waarvan 7 keer in persoon. In 2004 is er vijf keer ambtelijk contact geweest, in 2005 was dit drie keer, in 2007 tien keer, in 2008 drie keer en in 2004 tot april vier keer. [slachtoffer 3] had toen een aanzienlijke schuldenlast blijkens het overzicht.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard:
Wij ( [slachtoffer 1] en ik) hebben verschillende keren een seksafspraak gemaakt, maar op de dag van de afspraak was ze niet thuis. Ik wilde graag contact met haar als ik in de buurt was. Er zijn sms-berichten over en weer gestuurd.
Het klopt dat ik seks met [slachtoffer 2] heb gehad. Ik had altijd papieren bij mij als ik aan de deur kwam.
Het klopt dat ik seks met [slachtoffer 3] heb gehad. De relatie tussen ons heeft lang geduurd. Ik ben wel eens bij haar geweest voor schulden. Er is bij haar thuis over gesproken. Het klopt dat wij seks hebben gehad in een leeg appartement.
Het verhaal dat ik een knoopje in een gebruikte condoom legde, het condoom in een papiertje deed en meenam klopt.
Deurwaarder
Uit het proces-verbaal van bevindingen volgt dat verdachte vanaf juni 1988 werkzaam is als toegevoegd kandidaat-deurwaarder. Met ingang van 1 februari 1995 is hij aangewezen als eerste toegevoegd kandidaat-deurwaarder op het kantoor van [naam deurwaarderskantoor] , deurwaarder bij de arrondissementsrechtbank Maastricht en het kantongerecht te Sittard. Bij Koninklijk Besluit van 19 mei 1995 is hij benoemd tot deurwaarder in vaste dienst bij de arrondissementsrechtbank te Maastricht en het kantongerecht te Sittard. De beëdiging in die functie vond plaats op 28 juni 1995.
De getuige [naam deurwaarder] heeft in zijn verhoor aangegeven dat hij en verdachte het deurwaarderskantoor [naam deurwaarderskantoor] hebben opgericht in 1997.
Uit het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het deurwaarderskantoor volgt dat verdachte tot 12 januari 2017 werkzaam was als deurwaarder bij deurwaarderskantoor [naam deurwaarderskantoor] .
Overwegingen van de rechtbank
Juridisch kader ‘andere feitelijkheid’
Aan verdachte zijn drie verkrachtingen ten laste gelegd. Verkrachting is strafbaar gesteld in artikel 242 Sr. Dit artikel stelt strafbaar degene die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
De aangeefsters hebben verklaard dat verdachte geen geweld heeft gebruikt om hen te dwingen tot seksuele handelingen en dat verdachte hen ook niet heeft bedreigd met geweld. De rechtbank ziet zich in deze zaak dus voor de vraag gesteld of sprake was van andere feitelijkheden of bedreiging met andere feitelijkheden waardoor de aangeefsters gedwongen werden tot de seksuele handelingen.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad (Hoge Raad 12 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7767) volgt dat van ‘door een andere feitelijkheid dwingen tot het plegen dan wel dulden van ontuchtige handelingen’ slechts sprake kan zijn indien een verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer die handelingen tegen zijn of haar wil heeft gepleegd dan wel geduld. De feitelijkheid moet zodanig zijn dat capitulatie van het slachtoffer normaal te verwachten was. Juridisch kader ‘steunbewijs’
Zedenzaken kenmerken zich doorgaans door het feit dat er slechts twee personen aanwezig waren bij de seksuele handelingen: het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader. Ook in deze zaak is dit het geval. Dit brengt met zich dat, bij een zwijgende of ontkennende verdachte, veelal slechts de verklaringen van het veronderstelde slachtoffer als wettig bewijsmiddel voorhanden zijn. Op grond van het bepaalde in artikel 342, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, is echter de enkele verklaring van één getuige (in casu de aangeefster) in beginsel onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen (vgl. Hoge Raad 26 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2094). Daar staat tegenover dat, met name in zedenzaken, een geringe mate aan steunbewijs in combinatie met de verklaringen van het slachtoffer onder omstandigheden reeds voldoende wettig bewijs kan opleveren. Niet is vereist dat het steunbewijs betrekking dient te hebben op de tenlastegelegde gedragingen (vgl. Hoge Raad 15 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:717). Met voornoemde uitgangspunten indachtig komt de rechtbank tot de volgende overwegingen.
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] in 2002 samen met haar kind bij haar ouders woonde in [plaats 4] . Daarvoor woonde zij in een blijf-van-mijn-lijf-huis vanwege huiselijk geweld gepleegd door haar partner. Haar financiële situatie was slecht. Verdachte kwam toen in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder met vorderingen bij [slachtoffer 1] aan de deur. Toen zij haar betalingsregeling niet kon nakomen, heeft zij het deurwaarderkantoor [naam deurwaarderskantoor] gebeld. Zij had immers nog geen financiële middelen en was nog bezig met het aanvragen van een uitkering. Verdachte belde haar terug en zei dat hij de volgende dag langs zou komen. Hij kende [slachtoffer 1] al sinds 2000 en wist van haar persoonlijke en financiële problemen. Als verdachte bij haar ouders aan de deur staat, doet verdachte [slachtoffer 1] een voorstel. Hij stelt haar voor om het anders te regelen en haar schuld in natura te betalen. Als zij seks met hem heeft, kan ze geld verdienen en met dat geld de schuld op het deurwaarderskantoor afbetalen. Hij vertelt haar dat zij anders veel dieper in de schulden zou raken. Hij kan niet alleen haar spullen maar ook die van haar ouders in beslag nemen omdat zij bij hen woont. [slachtoffer 1] voelt zich gedwongen om in te gaan op het voorstel van verdachte en heeft tweemaal seks gehad met verdachte in de periode van maart tot en met september 2002. Zij had geen andere keus omdat zij geen geld had, niet verder in de schulden wilde raken en niet wilde dat er beslag op spullen van haar ouders werd gelegd.
De rechtbank acht bovengenoemde omstandigheden bewezen op grond van de aangifte, het informatieve gesprek van [slachtoffer 1] , het verweerschrift van verdachte op de klacht van aangeefster en de stukken waaruit volgt dat verdachte gerechtsdeurwaarder was.
Het dossier bevat geen ander bewijsmateriaal dat verdachte [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen. De rechtbank is desalniettemin van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] voldoende worden ondersteund door ander bewijs. Allereerst vindt de rechtbank die steun in de verklaring van verdachte zelf. Hij heeft bevestigd dat hij [slachtoffer 1] kent en dat hij seks wilde met [slachtoffer 1] De rechtbank ziet daarnaast ook steunbewijs in de verklaringen van de aangeefsters [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] Deze aangeefsters verklaren weliswaar alleen over hun eigen seksuele contact met de verdachte, maar zijn toch bruikbaar voor het steunbewijs. De verklaringen komen immers in de kern overeen. Zij verklaren allen over eenzelfde modus operandi van verdachte, te weten: dat verdachte bij hen aan de deur kwam als gerechtsdeurwaarder, zij schulden hadden, verdachte hen een voorstel deed om seks te hebben in ruil voor schuldenverlaging, druk zette door te dreigen met de machtsmiddelen die hij zou hebben als gerechtsdeurwaarder zoals de inboedel in beslag nemen en huisuitzetting en dat verdachte macht en overwicht had. Ook kwam hij altijd aan de deur met papieren en onder werktijd. Daarnaast verklaren ook [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dat verdachte na de seks een knoopje in het condoom legde en het condoom in een tissue of papiertje deed of terug in de verpakking stopte. Vervolgens nam hij het condoom en de verpakking hiervan mee in zijn jaszak of borstzak. Verdachte heeft deze handelswijze ook bevestigd. De rechtbank ziet laatst genoemde omstandigheid als doorslaggevend punt voor het feit dat [slachtoffer 1] seks heeft gehad met de verdachte. Zij kon dit niet weten als zij geen seks met hem had gehad. Het is een opvallende verrichting die niet algemeen bekend was.
De rechtbank dient vervolgens een oordeel te geven over de vraag of het seksueel contact tussen verdachte en [slachtoffer 1] gekwalificeerd kan worden als verkrachting. De rechtbank neemt de volgende omstandigheden in ogenschouw.
Verdachte wist van de financiële en psychische situatie van [slachtoffer 1] Zij was een alleenstaande gescheiden moeder komend uit een gewelddadige relatie met financiële problemen. Het was voor hem duidelijk dat zij de schulden niet kon betalen en dat het water haar aan de lippen stond. Vervolgens maakte hij misbruik van deze kwetsbaarheid door in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder haar een voorstel te doen om seks met hem te hebben in ruil voor geld om haar schulden te kunnen betalen. Als zij niet op dit voorstel zou ingaan, zou haar situatie alleen maar erger worden; er zouden meer schulden volgen en ook zouden haar spullen en die van haar ouders in beslag worden genomen. [slachtoffer 1] stond met haar rug tegen de muur en zag geen andere uitweg. Van keuzevrijheid was daardoor geen sprake. Verdachte heeft, misbruik makend van zijn ambt als deurwaarder, [slachtoffer 1] voorgehouden welke machtsmiddelen hij zou kunnen inzetten als ze geen seks met hem zou hebben. Daarbij maakte verdachte eveneens misbruik van de slechte financiële positie waarin [slachtoffer 1] zich bevond en haar psychische kwetsbaarheid. Verdachte heeft met zijn handelen bewust een zodanig bedreigende situatie gecreëerd dat [slachtoffer 1] niet anders kon dan capituleren en de seksuele handelingen ondergaan.
De omstandigheid dat verdachte daadwerkelijk geld heeft achtergelaten na de seks, maakt niet dat er sprake was van vrijwilligheid binnen een ‘gewone’ overeenkomst waarbij de een seksuele dienst verleent en de ander daarvoor betaalt.
In het licht van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte met bovengenoemde feitelijkheden en dreiging met feitelijkheden [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot seksuele handelingen. Het opzet van verdachte ligt in de door hem gepleegde handelingen besloten. Dit maakt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte zijn penis in de anus van [slachtoffer 1] heeft geduwd en/of gebracht. Uit het verhoor van [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris volgt immers dat zij anale seks met verdachte heeft geweigerd. De rechtbank acht evenmin bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen door te dreigen mannen op haar af te sturen. Verdachte heeft dit namelijk volgens [slachtoffer 1] pas gezegd nadat hij en [slachtoffer 1] seks hadden. Omdat de seksuele handelingen toen al hadden plaatsgevonden kan deze opmerking niet meer worden gezien als dwangmiddel. De rechtbank zal verdachte op deze punten partieel vrijspreken.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 2] in 2004 of 2005 met verdachte in aanraking kwam in zijn functie als gerechtsdeurwaarder. Op dat moment had zij een schuld van 40.000 euro. Zij was net 19 jaar oud, kwam uit een tumultueuze periode van gedwongen prostitutie en een moeizame relatie, had een kind gekregen en woonde alleen in een huis in Maastricht. In haar verklaringen noemt ze zichzelf jong, dom, naïef en labiel. Verdachte stond meerdere keren in zijn functie als gerechtsdeurwaarder met aanmaningen en dagvaardingen bij [slachtoffer 2] aan de deur om te melden dat zij schulden had en er een betalingsregeling getroffen moest worden. Verdachte wist van haar financiële situatie en gezinssituatie. Hij zei dat als zij niet zou betalen, hij genoodzaakt was met de politie en slotenmaker terug te komen om beslag te leggen op haar goederen. Ook zou er een openbare verkoop plaatsvinden. Hij kon haar leven verwoesten door haar op straat te zetten. Hij maakte haar daarmee bang en zij voelde zich in een hoek gedreven. Vervolgens vroeg hij of ze ruimdenkend was. Zij kon op een andere manier van haar schulden afkomen. In ruil voor seks met verdachte zou er iedere keer 50 tot 100 euro in mindering worden gebracht op haar schuld. Zij stemde in omdat hij zei dat hij met de politie terug zou komen. Ze was bang om haar huis en kinderen kwijt te raken. Vervolgens heeft verdachte [slachtoffer 2] jarenlang veelvuldig thuis bezocht en seks met haar gehad. Er zijn drie of vier verschillende periodes van schulden geweest. In die periodes hadden zij seks. Als [slachtoffer 2] tegen verdachte zei dat zij er geen zin meer in had, dan zei hij haar dat zij aan haar schulden, huishouden en kinderen moest denken. Zij zou op straat komen te staan en haar kinderen kwijtraken
De rechtbank dient te beoordelen of het seksuele contact gekwalificeerd kan worden als verkrachting. De rechtbank neemt in dit geval de volgende omstandigheden in ogenschouw.
Verdachte wist van de financiële en persoonlijke situatie van [slachtoffer 2] Zij was een 19-jarige alleenstaande moeder, ontsnapt uit de prostitutie, met grote schulden. Het was voor verdachte duidelijk dat zij de schulden niet kon afbetalen en dat het water haar aan de lippen stond. Vervolgens maakte hij misbruik van deze kwetsbaarheid door in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder haar een voorstel te doen om seks te hebben in ruil voor schuldenverlichting. Om dit voorstel kracht bij te zetten voerde hij de psychische druk op door meerdere keren tegen haar te zeggen dat als zij niet akkoord zou gaan met zijn voorstel, hij terug zou komen met de politie en slotenmaker, haar spullen in beslag zou nemen, hij haar (en dus haar kinderen) uit huis zou zetten en er een openbare verkoop zou plaatsvinden. Hij maakte haar daarmee bang. Zij voelde zich met de rug tegen de muur gezet en ervoer dat zij geen andere keus had. Naar de politie durfde zij niet omdat zij dacht dat zij toch niet geloofd zou worden. Zij moest kiezen tussen twee kwaden, waarbij de rechtbank begrijpt dat het op straat komen te staan met haar kinderen de meest kwade optie was. Zij is overstag gegaan en het seksuele contact heeft jaren gespeeld. In die tijd herinnerde verdachte haar telkens aan de consequenties als zij wilde stoppen met het ondergaan van de seksuele handelingen. Ook in deze zaak heeft verdachte misbruik gemaakt van zijn overwicht als gerechtsdeurwaarder en de machtsmiddelen die hij zou hebben. De rechtbank acht in dit verband ook de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] van belang. Zij ondersteunen de verklaringen van [slachtoffer 2] met betrekking tot de modus operandi van de verdachte en de seks onder dwang door overwicht, de dreiging machtsmiddelen in te zetten en de afhankelijkheidssituatie tussen de aangeefsters en de verdachte. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij ten aanzien van feit 1 hierover heeft geschreven. [slachtoffer 2] voelde zich volledig afhankelijk van hem. Naast dat er sprake was van een overwicht als gerechtsdeurwaarder, had verdachte ook in leeftijd overwicht. Hij was begin 50 en zij was net 19 jaar oud geworden. Verdachte heeft met zijn handelen bewust een zodanig bedreigende situatie gecreëerd dat [slachtoffer 2] niet anders kon dan capituleren en de seksuele handelingen ondergaan.
Dat het seksuele contact tussen verdachte en [slachtoffer 2] vrijwillig is geweest zoals de verdachte heeft gesteld, acht de rechtbank dus onaannemelijk. De omstandigheid dat verdachte kwitanties heeft achtergelaten (en naar mag worden aangenomen die bedragen heeft afgedragen aan de schuldeisers) na de seks, maakt niet dat er sprake was van vrijwilligheid binnen een ‘gewone’ overeenkomst waarbij de een seksuele dienst verleent en de ander daarvoor betaalt.
In het licht van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte met bovengenoemde feitelijkheden en dreiging met feitelijkheden [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot seksuele handelingen. Het opzet van verdachte ligt in de door hem gepleegde handelingen besloten. Verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan verkrachting.
De rechtbank gaat niet mee in het verweer van de raadsman dat verdachte enkel een voorstel heeft gedaan, dat [slachtoffer 2] deze kon weigeren en dat [slachtoffer 2] bedenktijd had. Zij verwijst naar hetgeen zij daarover heeft opgenomen onder feit 1.
De rechtbank verwerpt eveneens de stelling dat het seksuele contact tussen verdachte en [slachtoffer 2] los stond van zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder. Uit de verklaringen van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] volgt immers dat verdachte altijd tijdens kantooruren langskwam en dat hij altijd papieren bij zich had. Dat hij weleens geen ambtelijke stukken uitreikte, doet daar niets aan af. Doorslaggevend is verder de verklaring van [slachtoffer 2] dat zij alleen seks hadden in de periodes dat verdachte een schuld kwam innen. Verdachte zette in die periodes telkens in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder weer druk op [slachtoffer 2] om het seksuele contact weer te herstellen en te behouden. Die druk bestond uit het schermen met bevoegdheden van een deurwaarder, zoals ontruiming en inbeslagname.
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 3] in 2004 in aanraking komt met verdachte in zijn hoedanigheid als gerechtsdeurwaarder. [slachtoffer 3] Zij had toen een schuldenlast van 10.000 euro, kwam uit een gewelddadige relatie van tien jaar, woonde in een appartement met haar kinderen en had nooit geleerd om met geld om te gaan. Zij heeft haar situatie met verdachte gedeeld. Verdachte kwam bij haar aan de deur met de mededeling dat zij een schuld had bij CZ en dat deze schuld binnen veertien dagen afbetaald moest worden, anders zou hij haar spullen uit haar woning laten halen. Hij gaf aan dat hij daartoe gerechtigd was. Hij was hoger dan de politie en hij kon bepalen wat er met haar ging gebeuren. Hij kon haar met behulp van de politie buiten zetten en dan zou zij, met haar kinderen, op straat komen te staan. Hij zei haar vervolgens dat ze het anders konden inkleden. Als zij zijn vriendinnetje zou worden dan zou hij ervoor zorgen dat zij van haar schuld af kwam. Hij zou er voor zorgen dat haar schuld weg zou zijn. Hij heeft haar vervolgens binnen enkele dagen weer opnieuw thuis opgezocht en haar gevraagd of zij erover had nagedacht. Hij heeft vervolgens gezegd dat als zij met hem naar bed zou gaan, hij de rekening zou betalen. Zij hoefde zich daarover geen zorgen te maken. Vervolgens zei hij haar dat het lastig ging worden voor haar om de schulden te betalen en dat hij het beter kon maken. Hij schetste twee werelden: of zij zou zijn vriendin worden waarbij zij zich nergens meer zorgen over hoefde te maken en haar schulden zouden verdwijnen, of hij zou terugkomen met de politie en alles in beslagnemen. Hij had de macht om haar (en haar kinderen) uit haar woning te zetten. Zij was bang en had alleen maar in haar hoofd dat zij voor haar kinderen moest zorgen en voelde zich machteloos. Ze kon naar haar mening geen kant op. Ze kende hem niet en hij was iemand met gezag. Nadat zij instemde met zijn voorstel, hadden zij seks. Daarna gooide hij 100 euro op haar nachtkastje. Waar zij dacht maar een keer seks met hem te hoeven hebben, was dit niet het geval. Er volgden nog vele keren, waarbij hij in de meeste gevallen een geldbedrag aan [slachtoffer 3] gaf na de seks. Telkens zei hij tegen haar dat ze het breder en beter zou krijgen en dat zij toch goed voor haar kinderen wilde zorgen. Hij zei dan dat hij haar toch hielp, zij boodschappen kon doen voor de kinderen, zij in haar woning kon blijven, zij aan haar schuld moest denken en dat hij toch niet voor niks aan de deur stond. Het seksuele contact vond een of twee keer per week plaats en duurde voort totdat zij verhuisde naar [plaats 3] in juni 2009.
De rechtbank neemt voor de vraag of het seksuele contact tussen verdachte en [slachtoffer 3] kan worden gekwalificeerd als verkrachting, de volgende omstandigheden in overweging.
Verdachte wist van de financiële en persoonlijke situatie van [slachtoffer 3] Zij was een alleenstaande moeder, ontsnapt uit een gewelddadige relatie en achtergebleven met grote schulden. Hij heeft vervolgens gebruik gemaakt van deze kwetsbaarheid om haar in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder het voorstel te doen om zijn seksvriendin te worden en er zo voor te zorgen dat haar schulden minder zouden worden en zouden verdwijnen. Ook hier zette hij dit voorstel kracht bij door haar bang te maken door te dreigen met de politie, inbeslagname van spullen en ontruiming van de woning indien zij zijn voorstel niet zou accepteren. Zij moest kiezen tussen twee kwaden, waarbij de rechtbank begrijpt dat het op straat komen te staan met haar kinderen de meest kwade optie was. Verdachte heeft met zijn handelen bewust een zodanig bedreigende situatie gecreëerd dat [slachtoffer 3] niet anders kon dan capituleren en de seksuele handelingen ondergaan. Ook voor dit feit acht de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van belang. Zij ondersteunen de verklaringen van [slachtoffer 3] met betrekking tot de modus operandi van de verdachte en hoe het contact met de verdachte werd ervaren. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij hierover heeft geschreven onder feit 1. Aldus heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan verkrachting.
De rechtbank gaat niet mee in het verweer van de raadsman dat verdachte [slachtoffer 3] enkel een voorstel heeft gedaan dat zij kon weigeren en dat zij bedenktijd had. Zij verwijst naar hetgeen zij daarover heeft opgenomen onder feit 1.
De rechtbank verwerpt eveneens de stelling dat het seksuele contact tussen verdachte en [slachtoffer 3] los stond van zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder. Zij verwijst naar hetgeen zij daarover heeft opgenomen onder de overweging ten aanzien van feit 2.
Ten aanzien van feit 4
Bewijsmiddelen overzicht
Op 24 februari 2017 heeft er een informatief gesprek met [slachtoffer 4] plaatsgevonden. In dat gesprek verklaarde zij onder meer dat:
- de eerste keer dat deurwaarder [verdachte] voor mijn deur stond was vorig jaar;
- ik op dat moment een aantal kinderen bij me had die ik opvang;
- dit is geweest op 15 juni 2016;
- hij toen vroeg of [naam 2] mijn partner was;
- hij toen tegen mij zei dat hij een dwangbevel bij zich had dat bestemd was voor [naam 2] ;
- hij op dat moment in de gang van mijn woning stond;
- hij mij weer vroeg of ik een partner had;
- ik tegen hem zei dat ik wel een man in huis had, maar geen partner;
- hij mij vroeg of ik dan een relatie had;
- ik aan hem vroeg: “Wat is een relatie? Ik vind het veilig om een man in huis te hebben en als ik af en toe met die man naar bed ga, hoeft dat nog niet te zeggen dat ik een relatie met hem heb.”;
- er een discussie ontstond of ik nu wel of geen relatie had;
- op dat moment die deurwaarder mij van top tot teen bekeek;
- en toen tegen mij zei: “Ik zou met jou ook wel seks willen hebben.”;
- hij tegen mij zei dat hij best [naam 2] wilde zijn;
- hij liep de hele tijd met mij mee;
- hij zei dat hij mij ook kon helpen om tot een oplossing te komen, om ervoor te zorgen dat er geen beslag gelegd kon worden;
- hij weer tegen mij zei dat die [naam 2] maar bofte met zo’n vrouw als ik;
- hij tegen mij zei dat wanneer ik seks met [naam 2] had ik ook seks met hem kon hebben;
- ik toen heel spontaan tegen hem zei dat ik in dat geval wel op zoek zou gaan naar een lekker ding en niet naar zo’n oude man, althans woorden van gelijke strekking;
- hij hierop ‘agressief’ reageerde en “Wat?” tegen mij riep;
- hij toen naar mij toe kwam gelopen;
- hij tegen mij zei: “Wat ben ik een oud menneke? Ik ben helemaal geen oud menneke”;
- hij mij toen begon te kietelen aan mijn zij en armen;
- ik in paniek raakte en terug wilde lopen maar niet verder kon omdat ik met mijn rug tegen de koelkast en de glazen deur stond;
- hij mij toen met zijn linkerhand boven mijn rechterborst vasthield en tegen de koelkast duwde en met zijn rechterhand op een stoeiende manier bleef kietelen;
- hij toen tegen mij zei: “Het is toch een voordeel dat kleine kinderen niet kunnen praten.”
Op 24 maart 2017 heeft [slachtoffer 4] aangifte gedaan van aanranding gepleegd door [verdachte] op 15 juni 2016 in haar woning gelegen te Elsloo. Zij verklaarde onder meer als volgt:
Op 15 juni 2016 stond deurwaarder [verdachte] bij mij aan de deur. Hij had papieren in zijn handen en zei dat hij op zoek was naar [naam 2] . Hij stond op een gegeven moment in de gang. Ik liep naar binnen omdat ik op de kinderen moest letten. Hij bekeek me van top tot teen met een twinkeling in zijn ogen, een beetje uitdagend zeg maar. De allereerste zin die hij tegen mij zei was: “Luister, maar ik wil ook seks met jou.” Ik liep in de richting van de keuken waarbij die man achter mij aan is gelopen en deze zin een paar keer tegen mij zei. Opeens zei die man tegen mij: “Goh, die [naam 2] boft wel met jou.” Die man bleef maar tegen mij zeggen dat hij seks met mij wilde. (…) Ik zei toen tegen hem dat ik naar kantoor zou komen of [naam 2] zodat er een betalingsregeling kon worden gemaakt, waarop hij tegen mij zei dat ik dan ook bij hem terecht zou komen omdat hij de eigenaar zou zijn van het kantoor. Toen zei die man alweer tegen mij dat hij seks met mij wilde. Hij liep in de richting van het eiland in de keuken toen hij alweer tegen mij zei dat hij seks met hem wilde. Toen heb ik hem aangekeken en tegen hem gezegd: “Als ik seks wil, doe ik dat niet met zo’n ouwe viezerik zoals jij, dan pak ik wel een jonger iemand als jij.” Ik zag en hoorde toen dat die man naar mij toe kwam gelopen en tegen mij zei: “Wat? Vind je mij een ouwe viezerik?” Dat was ook het moment dat die man vier of vijf passen naar mij toe maakte en mij vastpakte. Ik voelde dat die man mij met zijn wijsvingers in mijn zij en mijn maag aan het duwen was, waardoor ik een aantal passen naar achteren maakte. Hierdoor kwam ik klem te zitten in de hoek van de ijskast en de glazen deur, waardoor hij mij met zijn rechterhand vast of klem zette tegen de ijskast en de glazen deur. Met zijn linkerhand begon hij mij te kietelen. Ik zag kans om onder zijn linkerarm weg te duiken en weg te lopen in de richting van de kinderen. Hij zei toen dat het een voordeel was dat die kleine kinderen niet konden praten. (…) Ongeveer een half uur nadat [verdachte] bij me was weggegaan, is [naam 3] bij me gekomen. Mijn zus heb ik als laatste gebeld, wel diezelfde dag nog.
De getuige [naam 3] verklaarde onder meer als volgt:
Vraag verbalisanten: wat kunt u vertellen over [slachtoffer 4] in combinatie met een deurwaarder?
[slachtoffer 4] is mijn gastouder. Ik kwam die dag mijn dochter ophalen. Ik zag dat [slachtoffer 4] aangeslagen was. Normaal is [slachtoffer 4] vrolijk en enthousiast. Nu was ze stiller. Ik zag een bedrukt gezicht bij [slachtoffer 4] Ik vroeg aan haar wat er aan de hand was. Ze vertelde dat ze zojuist een deurwaarder aan de deur had gehad die in eerste instantie vragen had over het bedrijf van haar man. Echter daarna had hij seksueel getinte vragen aan haar gesteld. Hij vroeg zelfs of zij met hem naar bed wilde gaan. (…) Hij zei dat [slachtoffer 4] er goed uitzag. Volgens [slachtoffer 4] flirtte hij met haar. (…) De deurwaarder had tegen [slachtoffer 4] gezegd dat wanneer zij met hem naar bed zou gaan, haar bedrijf buiten beschouwing bleef. (…) [slachtoffer 4] vertelde dat zij zich in het nauw gedreven voelde. De deurwaarder was haar nagelopen in de keuken en ze hadden om het keukenblok gelopen. Daarna had hij haar in een hoek gedreven van de koelkast en het washok. Zij vertelde mij dat ze geen kant uit kon. Hij zou daar ook nog gestoeid hebben met haar. Ik zag dat ze aangeslagen was. Ik ben psychiatrisch verpleegkundige dus ik kan hier wel een inschatting van maken en begreep dat het serieus was.
De zus van [slachtoffer 4] verklaarde onder meer als volgt:
[slachtoffer 4] is mijn jongste zusje. Ze belde me helemaal overstuur op: “Wat ik je nu ga vertellen, dat gelooft niemand.” Ik zei dat ze even rustig moest doen. Toen zei ze: “Die man wilde seksuele handelingen voor geld, terwijl hij niet eens voor mij kwam maar voor [naam 2] . De man was een deurwaarder en was een beetje opdringerig om binnen te komen. Hij duwde me in de hoek, zodat ik eigenlijk geen kant op kon.” Ik ben naar haar in Elsloo gereden. Ze was erg overstuur. Ze ratelde helemaal. Het was niet [slachtoffer 4] zelf. Je merkte dat er iets niet pluis was. (…) Ze was een beetje panisch. Ik weet dat ze zei dat hij haar in de hoek dreef en dat hij haar vastpakte en tegen haar op stond.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard:
Het is juist dat ik op 15 juni 2016 met een vordering voor [naam 2] bij [slachtoffer 4] in de woning ben geweest. Ze zei: “Hij woont hier niet. Hij komt maar eens in de twee/drie maanden. Wij hebben een seksrelatie.” Ze was heel erg tegendraads. Ze zei: “Je kunt me toch niks maken. Alles is van mij.” Ik heb toen gezegd dat als [naam 2] op haar adres staat ingeschreven en als er notarieel niets is vastgelegd, ik beslag kan leggen. Vervolgens heb ik gezegd dat zij een probleem zou hebben, als haar vriend niets zou doen. Ze zei: “Ik heb alleen een seksrelatie.” Daarop heb ik gezegd: “Dat zou ik ook wel willen met jou.” Ik heb dat misschien vaker gezegd. Zij was tegendraads. Ik heb haar niet vastgepakt Ik heb gebaren gemaakt in haar richting en haar daarbij misschien per ongeluk geraakt.
Uit onderzoek aan het financieel/administratief overzicht van de zogenaamde repertoires of dossiers van alle betrokkenen/cliënten/debiteuren, waar verdachte als gerechtsdeurwaarder ambtelijke handelingen bij had uitgevoerd, bleek dat [slachtoffer 4] op 15 juni 2016 in persoon ambtelijk contact heeft gehad met verdachte. Dit ambtelijk contact betrof een betekening ten behoeve van [naam 2] .
Bewijsoverwegingen
Voldoende steunbewijs?
Over de gepleegde handelingen door verdachte – het kietelen, aanraken en betasten – heeft alleen [slachtoffer 4] verklaard. Verdachte heeft ontkend dit te hebben gedaan en de getuigen hebben de handelingen zelf niet gezien.
De rechtbank overweegt daaromtrent het navolgende.
In deze zaak is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 4] voldoende worden ondersteund door ander bewijs. Allereerst vindt de rechtbank steunbewijs in de verklaring van verdachte zelf. Hij bevestigt de verklaring van [slachtoffer 4] dat hij op die dag bij haar in de woning is geweest, een stuk had voor [naam 2] , hij en [slachtoffer 4] een discussie hadden, hij meermalen heeft gezegd dat hij wel een seksrelatie met [slachtoffer 4] zou willen hebben en dat er een situatie ontstond dat hij handgebaren naar haar maakte. Naast deze verklaring vindt de rechtbank steunbewijs in de getuigenverklaringen [naam 3] en de zus van [slachtoffer 4] . Deze verklaringen zijn weliswaar te herleiden tot dezelfde bron, te weten [slachtoffer 4] zelf, maar zijn toch bruikbaar voor het steunbewijs. Zij verklaren dat [slachtoffer 4] hen heeft verteld dat de deurwaarder seks met haar wilde en dat hij haar vervolgens klem zette in een hoek en haar vastpakte/met haar stoeide. Het feit dat deze getuigen dit meteen na het voorval van [slachtoffer 4] hebben gehoord in combinatie met de emoties die zij op dat moment bij [slachtoffer 4] zien, sterkt de rechtbank in haar oordeel dat het voorval zich zo heeft afgespeeld als [slachtoffer 4] heeft verklaard. De rechtbank acht dus bewezen dat verdachte [slachtoffer 4] heeft gekieteld, aangeraakt en betast in haar zij.
Ontuchtige handelingen?
Hoewel kietelen, aanraken en betasten niet per definitie ontuchtig hoeft te zijn, acht de rechtbank dit in deze zaak wel ontuchtige handelingen. Verdachte was als gerechtsdeurwaarder bij [slachtoffer 4] in de woning, hij heeft meermalen tegen haar gezegd wel een seksrelatie met haar te willen en heeft haar vervolgens in een hoek van de keuken klemgezet. Het vervolgens kietelen, aanraken en betasten van [slachtoffer 4] krijgt in deze context een seksuele lading en is daarmee ontuchtig.
De rechtbank acht dus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 4] heeft aangerand.
Ten aanzien van feit 5, feit 6, feit 7 en feit 8
Verdachte wordt onder de feiten 5 tot en met 8 verweten dat hij als ambtenaar aan de aangeefsters [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] ., [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] een gift of belofte dan wel een dienst heeft gevraagd, te weten seksuele handelingen, teneinde hem te bewegen om (in strijd met zijn plicht) in zijn bediening iets te doen en/of na te laten.
Op grond van het procesdossier is vast komen te staan dat verdachte als gerechtsdeurwaarder bij voornoemde aangeefsters aan de deur kwam met stukken van het deurwaarderskantoor. Op het moment dat bleek dat de aangeefsters de afbetaling van hun schulden niet meer konden nakomen, stelde verdachte aan hen voor iets te kunnen regelen. Zo heeft aangeefster [slachtoffer 5] verklaard dat verdachte zei dat als zij tegen een vergoeding met de verdachte naar bed gaat, haar schulden minder zullen worden en heeft aangeefster [slachtoffer 6] . verklaard dat de verdachte zei dat als zij een avondje vrije seks met hem heeft, hij iets voor haar kon regelen. Aangeefster [slachtoffer 7] heeft verklaard dat hij haar een voorstel deed om het op een andere manier te regelen; ze konden het op een date gooien met zijn tweetjes, een leuke avond en leuke nacht. Hij zou haar meteen cash geld geven om haar schuld te kunnen betalen. En aangeefster [slachtoffer 8] heeft verklaard dat de verdachte haar voorstelde om in natura te betalen. Haar schulden zouden dan verdwijnen.
De rechtbank acht de vraagstelling van verdachte zeer ongepast. Aangeefsters geven aan zich hierdoor onbehaaglijk te hebben gevoeld. Verdachte heeft als ambtenaar door misbruik van zijn gezag geprobeerd de aangeefsters iets te laten doen, te weten het verrichten van seksuele handelingen. Dergelijk gedrag is in artikel 365 Sr strafbaar gesteld. Dit artikel is verdachte echter niet tenlastegelegd. Hem wordt passieve omkoping (artikel 363 lid 1 sub 3 Sr) verweten. Daarvoor moet bewezen worden dat hij als ambtenaar een gift, belofte of dienst heeft gevraagd aan de aangeefsters teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen of na te laten. Dat de verdachte als ambtenaar seksuele handelingen van de aangeefsters heeft gevraagd staat wel vast. De rechtbank verwijst hiervoor naar de vele min of meer gelijkluidende aangiftes die in grote lijnen sporen met de gang van zaken in de feiten 1 tot en 4. Wat daarentegen naar het oordeel van de rechtbank op grond van het dossier onvoldoende is komen vast te staan, is wat verdachte als tegenprestatie zou verrichten en of hij dit in zijn bediening doet of nalaat. De aangeefsters [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] . en [slachtoffer 8] verklaren niet te weten wat de verdachte in zijn bediening zou doen of laten om ervoor te zorgen dat hun schulden minder zouden worden of zouden verdwijnen. Verdachte heeft geïmpliceerd iets te doen of na te laten voor de aangeefsters, maar laat in het midden welke ambtshandeling dat zal zijn. In tegenstelling tot de verklaringen van de aangeefsters in de zaken 1 tot en met 4 dreigt verdachte hier niet met inbeslagname en/of huisuitzetting. In het geval van [slachtoffer 7] is dit wat anders. Tegen haar heeft verdachte aangegeven contant geld te geven zodat zij haar schulden kan betalen. Die handeling van verdachte is echter op zichzelf geen handeling die hij pleegt in zijn bediening.
De officier van justitie heeft gesteld dat de Hoge Raad in het geval van actieve omkoping (artikel 177 Sr.), heeft geoordeeld dat er van een concrete tegenprestatie geen sprake hoeft te zijn en dat de gift, belofte of dienst ook kan zien op het creëren van een relatie met de ambtenaar met als doel het krijgen van een voorkeursbehandeling. Volgens de officier van justitie is deze redenering ook toepasbaar op passieve omkoping. Als het al zo zou zijn dat deze bepaling ook op passieve omkoping van toepassing is, dan maakt dit het oordeel van de rechtbank niet anders. Ook een voorkeursbehandeling impliceert immers dat verdachte iets zal doen of nalaten in zijn bediening en juist de omstandigheid dat de verdachte
in zijn bedieningeen tegenprestatie zal verrichten en wat die dan zou inhouden is in dit dossier onvoldoende vast te stellen.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de feiten 5 tot en met 8.