Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2],
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 20 januari 2021,
- de akte uitlaten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
- de akte uitlaten van De Baer B.V.,
- de B16-formulieren van 10 maart 2021 waarbij partijen vonnis vragen,
- de e-mail van de griffier van de rechtbank aan mrs. Einig en Borger van 25 mei 2021 met verzoek te reageren op de offerte van de beoogd deskundige,
- de e-mail van mr. Einig van 26 mei 2021,
- de twee e-mails van mr. Borger van 26 mei 2021,
- de e-mail van de griffier van de rechtbank aan mrs. Einig en Borger van 27 mei 2021 met als bijlage de offerte van de beoogd deskundige,
- de e-mail van de griffier van de rechtbank aan mrs. Einig en Borger van 31 mei 2021 met reactie op de e-mails van mrs. Einig en Borger van 26 mei 2021,
- de e-mail van mr. Einig van 31 mei 2021
- de e-mail van mr. Borger van 3 juni 2021.
2.De verdere beoordeling
in conventie
Aantal deskundigen
Persoon deskundige en kosten voorschot deskundige
De Baer B.V. ingeschakelde heer [naam 2] . Uit de brief van 11 mei 2021 leidt de rechtbank af dat heer Bremen bij de beantwoording van de vragen, gebruik maakt van de expertise van een calculator die verbonden is aan Bremen Bouwadviseurs B.V. te Heerlen.
€ 79,00 exclusief btw. Hij denkt dat hij 48 uur nodigt heeft en de calculator 40 uur, voor het uitbrengen van het rapport.
Vraagstelling aan deskundige
De Baer B.V. lijkt dit zelf ook te onderkennen, met haar opmerking “Vraag 1 zou daarom, mede met het oog op vraag 2c, moeten zijn (..)”. De in de opsomming van De Baer B.V. genoemde keuken, bibliotheek, haard en inloopkast vallen, afhankelijk van de voortgang betreffende die zaken ten tijde in geding, reeds ofwel onder vraag 1, 2b ofwel onder vraag 3. De rechtbank zal vraag 1 gelet op het voorgaande ongewijzigd laten.
De Baer B.V. wenst in de vraagstelling voorts expliciet opgenomen te zien welke kosten zij in het kader van die nevenactiviteiten heeft voldaan/voorgeschoten voor haar opdrachtgevers [eisers in conventie, verweerders in reconventie] achten het wenselijk dat de “nevenactiviteiten” van De Baer B.V. limitatief worden opgesomd. Voor het opnemen van een nadere concrete invulling, dan wel een limitatieve opsomming op voorhand, van de nevenactiviteiten, ziet de rechtbank geen aanleiding. Het is bij uitstek aan de desbetreffende deskundige om, aan de hand van de facturen waaruit van werkzaamheden anders dan reguliere aannemingswerkzaamheden blijkt, de (geldelijke) waarde van deze werkzaamheden in kaart te brengen. Daarbij zullen in het bijzonder de als productie 4 door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ingebrachte lijst, alsmede de als productie 29 door De Baer B.V. ingebrachte urenverantwoording (in het bijzonder pagina 6 en 7) als richtsnoer kunnen dienen voor het in kaart brengen van werkzaamheden die (mogelijk) zijn aan te merken als verrichte nevenactiviteiten, dan wel kosten die thuishoren bij opdrachtgevers en zijn voorgeschoten. Doorslaggevend zijn bij het bepalen van de waarde van die nevenactiviteiten, en (mogelijk) in het kader van de (bouw)begeleiding voorgeschoten gelden, de verschillende facturen, zoals in vraag 2c ook is bepaald. Met de in het kader van de (bouw)begeleiding (mogelijk) voorgeschoten kosten, zoals bijvoorbeeld legeskosten en notariskosten is, gelet op hetgeen hiervoor onder r.o. 2.19.3 is overwogen, in vraag 2c reeds rekening gehouden. Deze vallen immers, voor zover daadwerkelijk voorgeschoten, onder de noemer (anders dan reguliere) bouwbegeleiding. Hiermee wordt de voorgestane toevoeging aan de vraagstelling “welke kosten heeft De Baer B.V. in dat kader voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] voldaan (die normaliter (..) door opdrachtgevers zelf (..)” reeds ondervangen. De rechtbank ziet, gelet op het voorgaande, in het door partijen aangevoerde geen aanleiding om over te gaan tot aanpassing van vraag 2c.
3.De beslissing
Bremen Bouwadviseurs B.V.;
a) Welke waarde vertegenwoordigde de omstreeks augustus 2018 geheel dan wel gedeeltelijk voltooide bouwwerkzaamheden?
b) Welke waarde vertegenwoordigde de omstreeks augustus 2018 door De Baer B.V. in en om het woonhuis geïnstalleerde/aangebrachte apparatuur/materialen en dergelijken?
c) welke waarde vertegenwoordigde de nevenactiviteiten die De Baer B.V. verricht heeft en die blijken uit verschillende facturen (onder meer bouwbegeleiding)?
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,