Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 augustus 2019, met producties 1 tot en met 14,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 9,
- het tussenvonnis van 4 december 2019 waarbij een comparitie van partijen is bevolen,
- de (ongenummerde) productie ten behoeve van de voorbereiding van de comparitie van [eiseres] ,
- het proces-verbaal van comparitie van 10 februari 2020,
- de conclusie van repliek, met producties 16 tot en met 22,
- de conclusie van dupliek,
- het tussenvonnis van 15 juli 2020 waarbij een comparitie van partijen is bevolen,
- het proces-verbaal van comparitie van 5 maart 2021,
- het B-16 formulier van [eiseres] ,
- de brief van deze rechtbank van 6 april 2021.
2.De feiten
€ 1.500.000,00. De paardenhouderij is op 11 juli 2019 aan [eiseres] geleverd. Er is geen afzonderlijke koopovereenkomst gesloten.
‘gebruikt’.
- De stukken met betrekking tot de cessie heb ik wel bij me, maar deze zijn nog niet in het geding gebracht. Deze worden met de conclusie in repliek in geding gebracht. Het bestaan van de cessie wordt niet betwist. (…)
- ik begrijp dat er verwarring is over de begrippen bouwvergunning, Baugenehmigung (akte 10-10-2020, p. 3) en bouwblok en de (al dan niet) daarmee samenhangende grondslagen van de vorderingen. Bij nader inzien had de dagvaarding dienaangaande duidelijker kunnen en moeten zijn. Ik wens dan ook te repliceren.
- met betrekking tot de cessie: er is niet voldaan aan de stelplicht, en er is geen bewijs geleverd. Er zijn geen stukken ingebracht. (…)
- de wederpartij draagt hier ter zitting steeds nieuwe zaken en andere grondslagen aan, waarop ik ter plekke niet kan reageren. (…)
- een bouwblok is niet hetzelfde als een vergunning. (…)”
3.Het geschil
- Aan de voorwaarden van het bestemmingsplan voor het bouwblok als opgenomen in artikel 25 van de koopovereenkomst (r.o. 2.4.) is niet voldaan. Het bouwvlak blijkt circa 7.000 m² te zijn en er zijn allerlei voorwaarden aan verbonden (zie over bouwblok en bouwvlak hierna rov. 4.3.5 e.v.). De familie [familienaam] mocht er vanuit gaan dat er een onvoorwaardelijk bouwvlak was. Er is dan ook niet geleverd wat is verkocht. Voorts zijn [gedaagden] tekortgeschoten in het volledig informeren van de familie [familienaam] terzake (proces-verbaal van 5 maart 2021, p. 3). De familie [familienaam] heeft de omgevingsvergunning zelf moeten aanvragen (op 9 mei 2019, zie r.o. 2.6.), met alle kosten van advies van dien, waaronder leges van € 35.000,00. Daarnaast zijn er allerlei kosten die op basis van het bestemmingsplan gemaakt (moeten) worden, zoals voor het uitdunnen van het bos en aanplanten van bomen en heggen (à € 144.500,00), en het slaan van een bluswaterput en aanleggen van een beregeningsinstallatie (à € 11.500,00) (dagvaarding, p. 7).
- [gedaagden] betwisten - vooreerst tijdens de mondelinge behandeling van 10 februari 2020 - dat sprake is van een rechtsgeldige cessie. Er is, aldus [gedaagden] , niet aangetoond dat de vordering van familie [familienaam] gecedeerd is aan [eiseres] In de conclusie van dupliek stellen [gedaagden] dat de bij conclusie van repliek overgelegde brief van 24 juli 2019 te laat is overgelegd en dat daaraan op grond van artikel 21 Rv voorbij moet worden gegaan. Voorts stellen [gedaagden] dat voornoemde brief noch het exploot van beslaglegging een ingebrekestelling bevat en dat de vorderingen onvoldoende duidelijk dan wel bepaalbaar omschreven zijn in de leveringsakte. De mededeling kan dan ook geen doel treffen.
- Er ligt geen vordering van de familie [familienaam] en daarmee ook geen op [eiseres] op [gedaagden] voor. Ten tijde van de overdracht van de paardenhouderij aan Heinrich B.V. was familie [familienaam] en daarmee ook Heinrich B.V. - de heer [familienaam] is als directeur/enig aandeelhouder van [eiseres] en daarmee dan ook te vereenzelvigen - reeds op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek van BKK en daarmee van de beweerdelijke gebreken. [eiseres] heeft deze gebreken welbewust aanvaard. Voorts is de paardenhouderij voor hetzelfde bedrag waarvoor familie [familienaam] deze heeft gekocht, verkocht aan de [eiseres] Familie [familienaam] heeft dan ook geen schade geleden.
- In artikel 25 van de koopovereenkomst staat dat er een bouwblok is afgegeven van