ECLI:NL:RBLIM:2020:7879
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in ontnemingsvordering wegens overschrijding termijn artikel 511b lid 1 Sv
Op 14 oktober 2020 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de ontnemingszaak tegen een verdachte, geboren in 1951. De zaak is behandeld op meerdere zittingen in 2019 en 2020, waarbij de verdediging betoogde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden in de ontnemingsvordering, omdat de termijn van twee jaar, zoals voorgeschreven in artikel 511b lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ontnemingsvordering niet tijdig was ingediend, aangezien de termijn begon te lopen op 11 oktober 2013, de datum van de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de strafzaak. De rechtbank concludeert dat de termijn fors is overschreden, en dat de wetgever deze termijn heeft ingesteld om te voorkomen dat het openbaar ministerie onterecht talmt met het indienen van ontnemingsvorderingen. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de ontnemingsvordering, waarbij zij ook opmerkt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de overschrijding van de termijn rechtvaardigen. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de noodzaak voor het openbaar ministerie om binnen de gestelde termijnen te handelen.