Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De geldigheid van de dagvaarding
4.De beoordeling van het bewijs
(foto 04)
(foto 06)
(foto 10)
(foto 15)
(foto 19)
(foto 23)
(foto 27)
(foto 29)
(foto 31)
(foto 33)
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De straf en/of de maatregel
zachte criteria’, nu niet is gebleken dat voorafgaande eerdere hulpverleningstrajecten niet succesvol waren. De hulpverleningstrajecten die er zijn geweest, zijn namelijk wel goed verlopen. De ISD-maatregel is een ultimum remedium en kan dus pas worden toegepast indien er geen andere middelen voorhanden zijn. Uit het reclasseringsadvies blijkt bovendien dat de verdachte niet gemotiveerd is voor het ondergaan van de ISD-maatregel. In een vonnis van de rechtbank Limburg van 1 augustus 2019 is overwogen dat, wanneer het ontbreekt aan motivatie voor een ISD-maatregel, geen ISD-maatregel wordt opgelegd maar volstaan dient te worden met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op deze omstandigheden, in combinatie met de huidige medische situatie van de verdachte alsmede de zeven maanden die de verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, heeft de raadsman bepleit te volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een duur gelijk aan de duur van het voorarrest.
8.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zoals dat hierboven onder 4.4 onder a t/m j is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert, zoals deze hierboven onder 5 zijn omschreven;
- verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren;
- wijst toede vordering van de benadeelde partij
[supermarkt 2]en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij te betalen
€ 300,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 2 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst gedeeltelijk toede vordering van de benadeelde partij
[supermarkt 2]en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij te betalen
€ 175,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 6 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening; - wijstde vordering van de benadeelde partij voor het overige
af; - veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst toede vordering van de benadeelde partij
[supermarkt 2]en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij te betalen
€ 203,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 3 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst toede vordering van de benadeelde partij
[winkel 2]en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij te betalen
€ 107,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 7 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst gedeeltelijk toede vordering van de benadeelde partij
[supermarkt 5]en veroordeelt de verdachte om aan de benadeelde partij te betalen
€ 438,56, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 30 november 2019 tot aan de dag der algehele voldoening; - wijstde vordering van de benadeelde partij voor het overige
af; - veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;