Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 april 2020 in de zaak tussen
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
- het niet op juiste wijze verpakken van acht monsters vaste mest in een voorgeschreven monsterverpakking door de vervoerder (8x feitcode M511);
- het niet aanbrengen van een registratienummer per opslagruimte voor meststoffen door de intermediair (5x feitcode M166);
- het niet bijhouden van een inzichtelijke administratie per onderneming door de intermediair, waaronder een administratie H1-staat (feitcode M158);
- het wijzigen en onleesbaar maken van gegevens op 11 vervoersbewijzen dierlijke meststoffen (VDM’s) door de vervoerder (11x feitcode M305);
- het niet naar waarheid opmaken van elf VDM’s door de vervoerder (11x feitcode M303).
(1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 525,00 en een wegingsfactor 0,5).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit 1 voor zover het de hoogte van de boete betreft;
- herroept het primaire besluit 1;
- stelt de boete vast op een bedrag van € 5.886,00;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit 1 voor zover het de hoogte van de boete betreft;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 525,00;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit 2 voor zover het de hoogte van de boete betreft;
- herroept het primaire besluit 2;
- stelt de boete vast op een bedrag van € 5.886,00;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit 2 voor zover het de hoogte van de boete betreft;
- bepaalt dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht van € 338,00 terugbetaalt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 525,00.