Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
[naam 1] B.V., te [plaats] , appellante, en
(gemachtigde: mr. H.L. Thiescheffer),
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak gaat het om de bestuurlijke boetes die zijn opgelegd aan appellanten, een transportbedrijf en haar directeur, voor overtredingen van de Meststoffenwet (Msw) bij het vervoeren van dierlijke meststoffen. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had boetes opgelegd vanwege het niet volledig en niet naar waarheid opmaken van vervoersbewijzen voor dierlijke mest (VDM's). De rechtbank Noord-Nederland had eerder de boetes gedeeltelijk vernietigd, maar de minister ging in hoger beroep. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de minister bevoegd was om de boetes op te leggen, maar dat er per VDM maximaal één boete voor de overtredingen mocht worden opgelegd. Het College concludeerde dat de minister de boetes had moeten matigen vanwege de overschrijding van de beslistermijn en de redelijke termijn, en stelde de hoogte van de boetes vast op € 7.525,80. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van appellanten.