ECLI:NL:RBLIM:2019:913
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van arbeidsovereenkomst en toekenning transitievergoeding in arbeidsconflict met beschuldigingen van seksuele intimidatie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 januari 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen verzoekster, een onderneming in oud ijzer, en verweerster, een managementassistente. Verweerster was sinds 1 oktober 2006 in dienst bij verzoekster en was op 22 februari 2018 arbeidsongeschikt geraakt. Na een gedeeltelijke werkhervatting in mei 2018, meldde verweerster zich opnieuw volledig arbeidsongeschikt op 12 juli 2018. Tijdens deze periode heeft verweerster beschuldigingen van seksuele intimidatie geuit tegen de directeur van verzoekster, wat leidde tot een escalatie van de situatie. Verzoekster heeft daarop een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, terwijl verweerster een tegenverzoek deed om de arbeidsovereenkomst te ontbinden en een transitievergoeding te ontvangen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat beide partijen geen heil meer zagen in de voortzetting van de arbeidsovereenkomst en heeft het verzoek tot ontbinding toegewezen, met ingang van 1 maart 2019. De rechter oordeelde dat verweerster recht had op een transitievergoeding van € 22.109,12 bruto, te vermeerderen met rente vanaf 1 april 2019. De rechter heeft geen billijke vergoeding toegekend, omdat er geen ernstig verwijt aan verzoekster kon worden gemaakt. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij haar eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.