ECLI:NL:RBLIM:2019:6145

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 juli 2019
Publicatiedatum
2 juli 2019
Zaaknummer
AWB - 18 _ 1038
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen evenementen- en omgevingsvergunning voor Solar Festival 2017 in Roermond

Op 3 juli 2019 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de bodemzaak betreffende het beroep van eisers tegen de evenementenvergunning en omgevingsvergunning voor het Solar Festival 2017, verleend door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Roermond. Eisers, waaronder Van Tuyl Beheer B.V. en Van Tuijl Vastgoed II B.V., stelden dat de vergunningen onvoldoende rekening hielden met geluidshinder, met name van muziekgeluid en stemgeluid van de camping. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester zich terecht baseerde op geluidrapporten en dat de vastgestelde geluidnormen aanvaardbaar waren. De rechtbank concludeerde dat de burgemeester niet verplicht was om aanvullende voorschriften op te nemen in de vergunningen, aangezien de geluidniveaus binnen de aanvaardbare grenzen bleven. De rechtbank wees het beroep van eisers ongegrond en verklaarde dat de vergunningen rechtmatig waren verleend. De uitspraak benadrukt de afweging tussen het belang van het evenement en de bescherming van het woon- en leefklimaat van omwonenden.

Uitspraak

RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 18/1038

uitspraak van de meervoudige kamer van 3 juli 2019 in de zaak tussen

[eiser] en 15 anderen, te Roermond, eisers

(gemachtigde: mr. T.D. Rijs),
en
de burgemeester van de gemeente Roermonden
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond, verweerders
(gemachtigde: mr. M.G.G. van Nisselroij).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
Solar Festival B.V., te Eindhoven
(gemachtigde: mr. M.L. Diepenhorst).

Procesverloop

Bij besluit van 30 mei 2017 (het primaire besluit 1) heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond (het college) aan Solar Festival B.V. (vergunninghouder) een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verleend voor de activiteit het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan ten behoeve van het houden van het Solarfestival 2017 aan de Maasplassen rondom het terrein van De Weerd, te Roermond (het terrein). De omgevingsvergunning heeft betrekking op de periode van 24 juli 2017 tot en met
12 augustus 2017.
Bij besluit van 7 juni 2017 (het primaire besluit 2) heeft de burgemeester van Roermond (de burgemeester) ingevolge artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening Roermond (APV) aan vergunninghouder onder meer een evenementenvergunning verleend ten behoeve van genoemd festival.
Deze primaire besluiten zijn op 12 juni 2017 bekendgemaakt. Eisers hebben tegen beide besluiten bezwaar gemaakt.
Bij brief van 26 maart 2018 (verzonden op 28 maart 2018) hebben verweerders eisers in kennis gesteld van hun respectievelijke besluiten om de bezwaren tegen de primaire besluiten 1 en 2 ongegrond te verklaren (het besteden besluit). De burgemeester heeft dit besluit op 14 maart 2018 genomen en het college op 20 maart 2018.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerders hebben een gezamenlijk verweerschrift ingediend.
Als reactie op het verweerschrift hebben eisers bij brief van 29 augustus 2018 een notitie van adviesbureau de Haan van10 augustus 2018 overgelegd.
Als reactie hierop hebben verweerders bij brief van 8 mei 2019 een notitie van Peutz B.V. (Peutz) van 2 mei 2019 overgelegd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 mei 2019.
Eisers zijn verschenen bij hun gemachtigde. Verweerders hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde en door mr. P.M.A. van Wersch, mr. S. Amorij, mr. C. Tielen, ing. R.T.P.J. Vorstermans en ing. R.M.C.G. Ververgaert, allen werkzaam bij de gemeente Roermond. Verweerders hebben ter zitting ing. T.J.M. van Diepen, werkzaam bij Peutz, als deskundige meegebracht. Vergunninghouder is verschenen, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en door [B.] en [S.].

Overwegingen

1. Het Solar Weekend Festival wordt sinds 2005 jaarlijks gehouden aan de Noorderplas nabij De Weerd, een recreatiegebied aan de oostoever van de Maas, gelegen in de gemeente Roermond. Het is een meerdaags cultureel- en muziekevenement dat in de open lucht wordt gehouden en waar door middel van geluidversterkende apparatuur onder andere dance- en housemuziek ten gehore wordt gebracht. Het terrein is onderverdeeld in een festivalterrein waar meerdere muziekpodia staan, een campingterrein voor de bezoekers van het festival waar drie muziekpodia staan en een camping voor de medewerkers van het festival. Indien in deze uitspraak wordt gesproken over camping of campingterrein, wordt de camping voor de bezoekers bedoeld. De camping biedt plaats aan 13.000 overnachtende bezoekers. Daarnaast worden er circa 10.700 dagbezoekers verwacht.
2. De burgemeester heeft, naar aanleiding van de uitspraak van deze rechtbank van
21 april 2017 (ECLI:NL:RBLIM:2017:3614) over de in 2015 verleende vergunningen, de evenementenvergunning voor Solar 2017 gewijzigd ten opzichte van de evenementenvergunning voor Solar 2016. De veranderingen ten opzichte van voorgaande edities betreffen:
  • een verlaging van het geluidniveau bij omliggende woningen als gevolg van het festivalterrein tot 70 dB(A);
  • het gefaseerd sluiten van de drie geluidarea’s op het campingterrein;
  • een extra onderzoek naar het stemgeluid als gevolg van de camping;
  • een aanvullende motivering ten aanzien van de eindtijd op de camping en de dB(C) normering.
3. De door eisers naar voren gebrachte beroepsgronden betreffen geluidaspecten die primair in het kader van de evenementenvergunning zijn geregeld.
Belanghebbenden
4. In het verweerschrift is betwist dat eisers Van Tuyl Beheer B.V. en Van Tuijl Vastgoed II B.V. belanghebbenden zijn als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank overweegt hierover dat ter zitting onweersproken door de gemachtigde van eisers is gesteld dat Van Tuijl Vastgoed II B.V. een kantoorruimte huurt aan De Weerd 86 en dat Van Tuyl Beheer B.V. eigenaar is van plassen in de buurt van het terrein en gevestigd is aan De Weerd 86. De rechtbank heeft geen reden hieraan te twijfelen. Gelet hierop zijn (ook) deze B.V.’s belanghebbenden bij het bestreden besluit.
Evenementenvergunning
5. Ingevolge artikel 2:25, eerste lid, van de APV, voor zover van belang, is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.
Ingevolge artikel 1:4, eerste lid, van de APV kunnen aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. Ingevolge het tweede lid van artikel 1:4 is degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
Ingevolge artikel 1:8 van de APV kan de vergunning of ontheffing door het daartoe bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:
a. de openbare orde;
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
6. De burgemeester heeft in het belang van de bescherming van het milieu aan de evenementenvergunning geluidvoorschriften verbonden. Daarbij heeft de burgemeester aansluiting gezocht bij de “Nota Evenementen met een luidruchtig karakter” (de Nota) die in januari 1996 door de Inspectie Milieuhygiëne Limburg is opgesteld. De Nota richt zich ten aanzien van de geluidnormering overdag en ’s-avonds op het waarborgen van de spraakverstaanbaarheid in woningen en in de nachtperiode op het vermijden van slaapverstoring. Uitgangspunt van de Nota is een normstelling die gericht is op de bescherming tegen geluidhinder van de binnenruimte van de in de omgeving van het festival gelegen woningen en andere geluidgevoelige objecten. In de woningen wordt uitgegaan van een vaste maximale waarde voor het achtergrondgeluid. Een stoorgeluid van 50 dB(A) in de woning is volgens de Nota de grens van wat in redelijkheid van een omwonende gevraagd kan worden te accepteren. De Nota gaat uit van een maximale gevelbelasting van 75 dB(A). De Nota voorziet niet in een dB(C)-normering.
7. In de evenementenvergunning is in artikel 8.5, onder 4, een grenswaarde van 55 dB(A) alsmede 68 dB(C) voor het equivalente geluidniveau (LAeq), gemeten over een periode van één minuut, als gevolg van activiteiten op het campingterrein ter plaatse van woningen, ongeacht atmosferische omstandigheden, opgenomen. In artikel 8.5, onder 2, is een grenswaarde van 70 dB(A) alsmede 90 dB(C) voor het LAeq, gemeten over een periode van één minuut, als gevolg van activiteiten op het festivalterrein, ter plaatse van woningen, bepaald.
8. In het rekenmodel geluid “Solar Weekend Festival 2017” Roermond van
18 mei 2017, opgesteld door dBcontrol, is geconcludeerd dat voor de camping de berekende geluidniveaus in de omgeving voldoen aan de norm van 55 dB(A) en 68 dB(C). Op de camping zijn meer uitgebreide maatregelen nodig om het basgeluid te beperken. In het rapport “Beschouwing publieksgeluid camping Solar nacht” van eveneens 18 mei 2017 van dBcontrol is, op grond van door de gemeente Roermond verrichte geluidmetingen bij Solar 2016, het effect van stemgeluid vanuit de camping in de nachtperiode op de woningen in de directe omgeving berekend. Geconcludeerd wordt dat er circa LAeq 37 dB(A) vanwege gemiddeld stemgeluid op de camping is te verwachten na afloop van het evenement. Een modellering van het maximale geluid van 1 persoon in het publiek wijst uit dat dit een invallend geluidniveau op woningen geeft rond de 60 dB(A) met als maximum 62 dB(A).
Piekniveau stemgeluid camping
9. Eisers voeren aan dat in de vergunning voorschriften dienen te worden gesteld voor de maximale geluidniveaus (LAmax) van stemgeluid afkomstig van de camping voor de nachtelijke periode na beëindiging van het muziekgeluid tot 7:00 uur. Met de bevindingen van Peutz en de “Beschouwing publieksgeluid camping Solar nacht” is volgens eisers niets gedaan in de voorschriften en handhaving van de geluidnormen. Door geen voorschriften te stellen, wordt in de nachtperiode ongelimiteerde geluidhinder ten gevolge van de camping toegestaan en kan niet adequaat worden ingegrepen. Gelet op de metingen van Adviesbureau de Haan B.V. bij de editie in 2016, traden in 2016 aanzienlijk hogere niveaus dan de berekende 62 dB(A) aan piekniveaus op. Eisers verzoeken daarom om bij wijze van voorlopige voorziening aan de evenementenvergunning en/of omgevingsvergunning het voorschrift te verbinden dat de LAmax na beëindiging van het muziekgeluid tot 7:00 uur maximaal 62 dB(A) mag bedragen.
9.1.
De rechtbank volgt eisers niet in hun betoog, nu uit het advies van Peutz van 23 december 2016 blijkt dat een piekgeluid van 67 tot 73 dB(A) LAmax kan worden gehanteerd inzake slaapverstoring. Indien piekgeluiden onder deze bovengrens blijven, is volgens Peutz het risico op slaapverstoring in redelijkheid acceptabel te achten. Uit het rapport van 18 mei 2017 “Beschouwing publieksgeluid camping Solar nacht” blijkt dat de door Peutz genoemde piekgeluiden niet kunnen worden overschreden door schreeuwende campinggasten. Immers, bij het schreeuwen van een persoon zal aan de bron het geluid van circa 110 dB(A) optreden, dat bij de dichtstbijzijnde woningen nog 60 dB(A) zal bedragen. Eisers hebben geen rapport overgelegd waaruit het tegendeel blijkt. Voorts is namens de burgemeester ter zitting onweersproken gesteld dat een norm voor stemgeluid niet te handhaven zal zijn. Aangezien de acceptabele piekgeluiden niet worden overschreden, heeft de burgemeester zich (in het verweerschrift) terecht op het standpunt gesteld dat er geen aanleiding is om in de evenementenvergunning een voorschrift op te nemen omtrent de LAmax afkomstig van de camping. Het betoog slaagt niet.
9.2.
Wat betreft het verzoek aan de rechtbank om bij wijze van een voorlopige voorziening aan de evenementenvergunning een voorschrift op te nemen, overweegt de rechtbank dat Solar 2017 reeds voorbij is, zodat eisers geen (spoedeisend) belang hebben bij dit verzoek. De rechtbank verwijst in dit verband ook naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 juli 2017 (ECLI:NL:RBLIM:2017:6933).
Equivalente niveau stemgeluid camping
10. Eisers bestrijden, gelet op de door Adviesbureau de Haan in 2016 en 2017 uitgevoerde geluidmetingen, de juistheid van het uitgangspunt van het LAeq van 50 dB(A), waarvan dBcontrol uit gaat. Volgens eisers had de burgemeester voor de nachtperiode voor het stemgeluid van de camping een norm van 45 dB(A) moeten opleggen, aangezien de burgemeester een geluidniveau van 45 dB(A) in de nachtperiode aanvaardbaar acht.
10.1.
Naar het oordeel van de rechtbank was de burgemeester niet gehouden een norm van 45 dB(A) voor het stemgeluid in de nachtperiode op te leggen aan vergunninghouder. Naar aanleiding van de metingen van Solar 2016, alsmede genoemde uitspraak van de rechtbank van 21 april 2017, heeft de burgemeester de evenementenvergunning aangepast en is nader onderzoek verricht naar het (mogelijke) stemgeluid op de camping. Blijkens genoemd onderzoek van dBcontrol “Beschouwing publieksgeluid camping Solar nacht” geeft een modellering van het publiek op de camping na afloop van het evenement aan dat een LAeq van 37 dB(A) vanwege gemiddeld stemgeluid op de camping is te verwachten. De tabel “Rekenresultaten model LAeq publiek op camping” geeft aan dat bij alle woningen de LAeq onder de 40 dB(A) blijft. Aangezien volgens het model de LAeq onder de 45 dB(A) blijft, was verweerder niet gehouden de norm op 45 dB(A) vast te stellen. Het betoog faalt.
Muziekgeluid: afwijking Nota
11. Volgens eisers is bij de beoordeling van de aanvragen ten onrechte niet meegenomen dat gedurende de hele nacht activiteiten op de camping plaatsvinden. Het is volgens eisers niet noodzakelijk dat het muziekgeluid bij de afbouwfase voor het campingterrein tot 1:30 uur wordt verlengd. Dit is ook in strijd met de Nota, waarin een maximale eindtijd van 01.00 uur is genoemd. De burgemeester heeft niet concreet met een rapport of onderzoek onderbouwd waarom het hoge geluidniveau nog een half uur langer dan de in de Nota genoemde maximale eindtijd mogelijk zou moeten zijn. Het standpunt van de burgemeester dat dit half uur langer noodzakelijk zou zijn voor crowdmanagement vanuit veiligheidsbelang, kan volgens eisers ook worden bereikt door het festival om 22:30 uur te laten eindigen in plaats van om 23.00 uur.
11.1.
De rechtbank overweegt dat in de Nota is vermeld dat op het moment dat de nachtperiode ingaat (om 23.00 uur) de beoordelingsmethode op basis van onder andere spraakverstaanbaarheid onvoldoende is. ’s-Nachts dient naast het hindercriterium ook het wel of niet kunnen slapen als toetsingscriterium te worden gehanteerd. In tabel 3 (ook getoetst aan slaapverstoring) is een aan te bevelen maximale gevelbelasting voor de nacht van 45 á 50 dB(A) opgenomen.
Volgens de Nota is het met betrekking tot de onderscheiden perioden van het etmaal waarover de beoordeling plaats vindt gebruikelijk en lijkt het verdedigbaar, dat voor dagen waarop een vrije dag volgt het tijdstip waarop de normstelling voor de nacht ingaat met 1 of 2 uur wordt verschoven tot 24.00 dan wel 01.00 uur.
Ingevolge artikel 8.2 van de evenementenvergunning is het toegestaan om op 5 en 6 augustus 2017 tot 01.30 uur op het campingterrein versterkt muziekgeluid ten gehore te brengen, met dien verstande dat de area’s gefaseerd worden gesloten conform het schema in bepaling 8.3.
11.2.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt met het opleggen van een grenswaarde van 55 dB(A) tot 01.00 uur in ieder geval voldaan aan de Nota, nu voor dagen waarop een vrije dag volgt het tijdstip waarop de norm voor de nacht ingaat kan worden verschoven van 23:00 uur tot 01:00 uur. In de evenementenvergunning wordt derhalve enkel van 01:00 tot 01:30 uur afgeweken van de in de Nota opgenomen maximale gevelbelasting voor de nacht. Daar komt bij dat voor dit half uur slechts 5 dB(A), en niet 10 dB(A) zoals door eisers gesteld, wordt afgeweken van de in de Nota genoemde maximale gevelbelasting. In de evenementenvergunning is immers opgenomen dat de LAeq ter plaatse van woningen niet meer mag bedragen dan 55 dB(A).
11.3.
Als motivering hiervoor heeft de burgemeester in het bestreden besluit het advies van de Commissie behandeling bezwaarschriften overgenomen. In dit advies is onder meer het volgende opgenomen:
“Het festival zelf is om 23:00 uur afgelopen. Na afloop vertrekken 12.000 tot 13.000 bezoekers te voet of per veer richting de camping. Het is van belang dat dit zo rustig mogelijk en zo gereguleerd mogelijk geschiedt, zodat er zich zo min mogelijk overlast in het kader van de handhaving van de openbare orde voordoet. (…) De hele groep zal rond 24:00 uur op de camping zijn en het is de bedoeling dat deze geleidelijk aan rustig worden. Daarom vinden op het gedeelte van de camping dat het meest veraf van de woningen van omwonenden ligt, diverse activiteiten plaats. Deze activiteiten worden vanaf 0:45 uur gefaseerd beëindigd. De gefaseerde sluiting van de drie area’s is als voorschrift opgenomen in de evenementenvergunning. De area die het dichtste bij de woningen ligt sluit als eerste. De laatste area ligt het verste weg van de omwonenden is qua geluidsuitstraling niet op de woningen gericht. (…). Om 1:15 uur zijn twee van de drie area’s gesloten.”
Tevens is in het bestreden besluit opgenomen dat het belang van een goed en ordentelijk verloop van het evenement - en de daarmee samenhangende veiligheidsaspecten - dusdanig zwaar weegt dat deze norm met deze eindtijd, die in relatief geringe mate afwijkt van wat de Nota aangeeft, aanvaardbaar wordt geacht. Het belang om de camping na het einde van het festivalprogramma stil te krijgen, in combinatie met het crowdmanagement, is afgewogen tegen de belangen van omwonenden. Tevens is het veiligheidsaspect onderwerp geweest van overleg tussen de burgemeester en vergunninghouder, waarbij het advies van veiligheidsdeskundigen is betrokken. Gelet hierop heeft de burgemeester naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid mogen afwijken van de Nota door het vergunnen van muziekgeluid van 01:00 uur tot 01:30 uur.
11.4.
Wat betreft het betoog van eisers dat het festival om 22:30 uur dient te stoppen, zodat er geen noodzaak meer is na 01:00 uur versterkte muziek ten gehore te brengen, overweegt de rechtbank dat het bestuursorgaan dient te beslissen op een aanvraag zoals die is ingediend. Met betrekking tot de afwijking van het toegestane geluidniveau van 5 dB(A), overweegt de rechtbank, dat uit het rapport van dBcontrol blijkt dat de LAeq ten gevolge van het stemgeluid ongeveer 37 dB(A) is. Het betoog faalt.
Muziekgeluid: dB(C) norm
12. Eisers stellen dat in tegenstelling tot de dB(A) norm, de dB(C) norm ten opzichte van 2016 ongewijzigd is gebleven, waarmee muziek met een karakter van ultra bas is toegestaan. Niet onderbouwd is dat het noodzakelijk en wenselijk is een dB(C) norm te hanteren met een verschil van 20 dB ten opzichte van de dB(A) norm. Een dergelijk verschil in normstelling komt bij evenementen nagenoeg niet voor.
12.1.
De burgemeester stelt zich in het bestreden besluit op het standpunt dat, blijkens de als bijlage bij de evenementenvergunning gevoegde notitie van Peutz van 17 mei 2017, geluid in de lagere frequenties, kenmerkend voor house-muziek, dat het dB(C) niveau bepaalt, grotendeels buiten het frequentiegebied valt dat van invloed is op de spraakverstaanbaarheid. Gelet hierop leidt begrenzing van het laagfrequente geluid in principe niet tot een verbeterde spraakverstaanbaarheid. Verlaging van de dB(A) norm van 75 naar 70 heeft niet tot gevolg dat dan ook de dB(C) norm verlaagd dient te worden. Tevens blijkt uit genoemde notitie van Peutz dat een norm van 90 dB(C) voor dit soort evenementen heel gebruikelijk is. Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 23 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2269) heeft Peutz op 3 oktober 2017 een advies uitgebracht waarin is vermeld dat voor de beoordeling van de optredende geluidniveaus in de woningen bij de lagere frequenties geen specifiek wettelijk beoordelingskader bestaat dat gebaseerd is op een breed gedragen wetenschappelijke consensus over de hinderlijkheid van dB(C) waarden in woningen. Geconcludeerd is dat de optredende geluidniveaus in dB(A) en dB(C) ten gevolge van het Solarfestival in de woningen niet zullen zorgen voor een significante verslechtering van de spraakverstaanbaarheid, ook geen gehoorschade zullen veroorzaken en daarmee er vanuit de Nota geen sprake is van onduldbare hinder.
12.2.
De rechtbank stelt allereerst vast dat niet betwist is dat een norm van 90 dB(C) gebruikelijk is voor soortgelijke evenementen als Solar. Evenmin is betwist dat de dB(A) norm van 75 naar 70 is verlaagd in verband met het aspect gevelwering en de spraakverstaanbaarheid in de woningen, alsmede dat begrenzing van het laagfrequente geluid in principe niet tot een verbeterde spraakverstaanbaarheid leidt.
12.3.
In de aanvraag voor de evenementenvergunning is beschreven dat mechanische en levende muziek zal worden gespeeld, bestaande uit onder meer house, pop, hip hop en techno. In het van de aanvraag deel uitmakende rapport van dBcontrol van 18 mei 2017 is deze muziek ingedeeld bij het housespectrum. Onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 8 augustus 2018 (ECLI: NL:RVS:2018:2673) - deze uitspraak is gedaan op het hoger beroep tegen de in rechtsoverweging 2 genoemde uitspraak van deze rechtbank - overweegt de rechtbank dat de burgemeester terecht is uitgegaan van de in de aanvraag opgegeven muzieksoorten en dat hij die mocht kwalificeren als housemuziek, conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai 1999 (de Handleiding). De burgemeester mag, gelet op de aan hem toekomende beoordelingsruimte, aansluiten bij de Handleiding. Aangezien de vergunde muziek het housespectrum betreft, hoeft de burgemeester in de in bezwaar gehandhaafde evenementenvergunning geen afweging te maken over de aanvaardbaarheid van de geluidhinder afkomstig van ultra bas. Ter zitting is onweersproken verklaard dat 90 dB(C) niet gedurende het gehele festival, maar enkel bij de climax van het feest wordt bereikt. Voorts blijkt uit de notitie “Nadere toelichting normstelling Solar festival” van Peutz van 17 mei 2017 dat in het merendeel van de acht onderzochte gemeenten voor een dergelijk (kortdurend) evenement een dB(C) grenswaarde is toegestaan van 90 dB(C) of hoger. Tevens blijkt uit deze notitie dat het verschil dB(A)-dB(C) bij openluchtpodia met housemuziek normaliter 15-20 dB is. Deze waarde is gebaseerd op talrijke geluidmetingen die onder andere door Peutz in de praktijk bij openluchtpodia zijn verricht, alsmede op basis van diverse evenementenvergunningen en/of omgevingsvergunningen. Ter zitting is onweersproken door de deskundige Diepen gesteld dat een verschil van 10-15 dB vaak wordt toegepast bij kleinere evenementen waar de afstand tot woningen klein is, zoals bij braderieën. Het betoog slaagt niet.
Omgevingsvergunning
13. Het gebruik van het terrein ten behoeve van het houden van het festival en het plaatsen van kampeermiddelen is in strijd met de ingevolge de bestemmingsplannen “Maas en Maasplassen” en “Diverse locaties buitengebied Maas en Maasplassen” op het terrein rustende bestemmingen. Het college heeft, met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang bezien met artikel 4, aanhef en onder 11, van Bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, een omgevingsvergunning verleend om dit strijdig gebruik toe te staan. Van deze bevoegdheid kan ingevolge het bepaalde in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van de Wabo slechts gebruik worden gemaakt indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De vraag of sprake is van een goed woon- en leefklimaat maakt onderdeel uit van de beoordeling of een activiteit in strijd met een goede ruimtelijke ordening is.
Buffer
14. Eisers voeren aan dat een afstand van minimaal 100 meter van de camping tot de dichtstbijzijnde woningen dient te worden aangehouden om onaanvaardbare hinder te voorkomen. Er is naar de mening van eisers een te kleine (korte) buffer tussen een aantal woningen en de camping waardoor, zoals in voorgaande jaren, onder andere stemgeluid gedurende de nacht voor geluidoverlast zorgt ondanks maatregelen vanuit de organisatie. Dit blijkt uit het meetverslag van adviesbureau de Haan B.V. met betrekking tot Solar 2017.
14.1.
Het college stelt zich in het bestreden besluit op het standpunt dat, gelet op het feit dat het een kortdurend evenement betreft, alsmede dat ’s-nachts 20 medewerkers worden ingezet om overlast te voorkomen, het woon- en leefklimaat van de omwonenden is gewaarborgd. Op grond van de onderzoeken van Peutz en dBcontrol van 18 mei 2017 acht het college het aannemelijk dat de kans op ontwaken door schreeuwende gasten beperkt is. Bij het schreeuwen van één persoon zal het geluid bij de dichtstbijzijnde woningen 60 dB(A) bedragen. Dit komt overeen met de standaardgrenswaarde voor maximale geluidniveaus in de nachtperiode op grond van het Activiteitenbesluit en de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening. Overigens is het gedeelte van de camping dat het meest nabij de woningen ligt een rustig gedeelte waar geen activiteiten plaatsvinden. Het aanhouden van een buffer groter dan 100 meter zou betekenen dat de belangen van vergunninghouder onevenredig worden geschaad, nu daardoor 4.000 tot 5.000 campingplaatsen zouden komen te vervallen.
14.2.
De rechtbank overweegt dat volgens de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” (VNG-brochure), waarbij het college ter invulling van een goed woon- en leefklimaat heeft mogen aansluiten, er tussen de grens van het kampeerterrein en de gevel van de woningen een afstand van 50 meter dient te worden aangehouden. Het college kan gemotiveerd afwijken van deze afstand. Niet betwist is dat de woningen aan De Weerd 5, 10 en 66 op een afstand van 35 meter liggen van de grens van de camping.
14.3.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college deugdelijk gemotiveerd waarom het, wat bovengenoemde drie woningen betreft, van de in de VNG-brochure genoemde minimum afstand van 50 meter is afgeweken en waarom dit aanvaardbaar is. Hiertoe overweegt de rechtbank dat niet betwist is dat in het onderhavige geval sprake is van een gemengd gebied, waarvoor op grond van de VNG-brochure sprake is van een goed woon- en leefklimaat indien de geluidbelasting op de omliggende woningen in de nachtperiode maximaal 45 dB(A) LAeq bedraagt. Daarnaast blijkt uit een notitie van Peutz van
23 december 2016 dat, uit oogpunt van het vermijden van slaapverstoring/ontwaakreacties, kan worden uitgegaan van een LAmax voor de gevel van 67 dB(A) tot 73 dB(A). Indien piekgeluiden onder deze bovengrens blijven, is het risico op slaapverstoring in de omgeving als gevolg van het festival in redelijkheid acceptabel. Volgens het eerdergenoemde onderzoek van dBcontrol van 18 mei 2017 “Beschouwing publieksgeluid camping Solar nacht” worden deze normen naar verwachting niet overschreden. Voorts betreft het een kortdurend evenement dat derhalve slechts gedurende een korte periode van invloed is op het woon- en leefklimaat. Daarnaast wordt door 20 zogenoemde camping guardians toegezien op het bewaren van de rust op het campingterrein, waardoor geluidpieken als gevolg van schreeuwende bezoekers beperkt zullen worden. Voorts is het gedeelte van de camping dat het meest nabij de woningen ligt een rustig gedeelte waar geen activiteiten plaatsvinden. Daarnaast is ter zitting gebleken dat vergunninghouder bij Solar 2018 extra geluidmaatregelen heeft genomen (en ook voor 2019 zal nemen) door het plaatsen van hekken met isolerende zeildoeken tussen de camping en de woningen. Gelet hierop heeft het college naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid af kunnen wijken van de in de VNG-brochure opgenomen afstand van 50 meter. De metingen van adviesbureau de Haan B.V. bij Solar 2017 maken dit niet anders, nu de omgevingsvergunning niet op grond hiervan is verleend. Deze metingen hebben plaatsgevonden na verlening van de omgevingsvergunning en kunnen wellicht in het kader van de handhaving een rol spelen.
14.4.
Nu het college op goede gronden een kortere afstand dan 50 meter heeft kunnen aanhouden, is de rechtbank tevens van oordeel dat het college geen buffer van 100 meter hoeft aan te houden. Ook deze beroepsgrond slaagt derhalve niet.
Voorschriften
15. Eisers voeren vervolgens aan dat in de omgevingsvergunning ten onrechte geen voorschriften met betrekking tot eindtijden en geluidniveaus van muziek- en stemgeluid zijn opgenomen. Nu er ten aanzien hiervan geen beperkingen zijn opgenomen, wordt een ongelimiteerd niveau aan muziekgeluid en overige (milieu)hinder toegestaan, waarmee geen goed woon- en leefklimaat is geborgd.
15.1.
De rechtbank overweegt dat het college een gemotiveerde afweging heeft gemaakt omtrent de aanvaardbaarheid van de verwachte geluiduitstraling van de geluidbronnen, die van invloed is op het woon- en leefklimaat (versterkt muziekgeluid en stemgeluid). Op basis hiervan heeft het college geconcludeerd dat het evenement in de aangevraagde omvang vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is en dat er geen ernstige en onduldbare akoestische overlast voor omwonenden zal plaatsvinden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college zich, gelet op de normstelling en voorschriften met betrekking tot versterkt muziekgeluid die in de evenementenvergunning voor Solar 2017 is opgenomen, op het standpunt mogen stellen dat het verbinden van nadere voorschriften aan de omgevingsvergunning niet nodig is. In de evenementenvergunning zijn in dit verband ten behoeve van hetzelfde evenement als waar de omgevingsvergunning betrekking op heeft eindtijden en geluidniveaus opgenomen.
Met betrekking tot het stemgeluid verwijst de rechtbank naar wat zij heeft overwogen over het niet hoeven opnemen van de door eisers gevraagde voorschriften hierover in de evenementenvergunning - zie rechtsoverwegingen 9 en 10 -. De rechtbank ziet geen reden waarom het college deze wel in de omgevingsvergunning zou dienen op te nemen.
Het opnemen van de gevraagde voorschriften in de omgevingsvergunning heeft volgens de rechtbank geen meerwaarde.
Indien eisers van mening zijn dat niet aan de in de evenementenvergunning opgenomen normen al dan niet in combinatie met de aan die vergunning ten grondslag gelegde akoestische rapporten wordt voldaan, kunnen zij een verzoek om handhaving indienen.
Ook dit betoog faalt.
Conclusie
16. Het beroep is ongegrond.
17. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.G.H. Seerden, voorzitter, en mr. R.M.M. Kleijkers en mr. J.M.E. Kessels, leden, in aanwezigheid van mr. P.M. van den Brekel, griffier
.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2019.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op: 3 juli 2019

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.