ECLI:NL:RBLIM:2019:5194

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 juni 2019
Publicatiedatum
5 juni 2019
Zaaknummer
03/142161-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens hennepteelt en diefstal van elektriciteit

Op 4 juni 2019 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De verdachte, geboren in 1965 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op 21 mei 2019 in verstek behandeld. De officier van justitie beschuldigde de verdachte ervan 639 hennepplanten te hebben geteeld en elektriciteit te hebben gestolen in de periode van 4 oktober 2016 tot en met 11 juli 2017. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de hennepteelt. Hoewel de verdachte was betrapt op het ontvluchten van een woning met een hennepplantage, was er geen bewijs dat hij feitelijke beschikkingsmacht had over de planten of dat hij deze had verzorgd. De enkele wetenschap van de aanwezigheid van de hennepplanten was niet voldoende voor een veroordeling. Ook voor de diefstal van elektriciteit was er geen bewijs, waardoor de rechtbank besloot de verdachte integraal vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten.

Daarnaast was er een benadeelde partij, Enexis B.V., die een schadevergoeding van € 8.035,16 vorderde voor de diefstal van elektriciteit. De rechtbank verklaarde Enexis B.V. niet ontvankelijk in haar vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken van de diefstal. Het vonnis werd uitgesproken door mr. D. Osmić, voorzitter, en de rechters mr. A.M. Schutte en mr. M. Driever, in aanwezigheid van griffier mr. R.E.J. Maas.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/142161-18
Verstek
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 4 juni 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 21 mei 2019. Tegen de verdachte is verstek verleend. De officier van justitie heeft zijn standpunt kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte al dan niet samen met anderen:
Feit 1: 639 hennepplanten heeft geteeld dan wel aanwezig heeft gehad op 11 juli 2017;
Feit 2: elektriciteit heeft gestolen in de periode van 4 oktober 2016 tot en met 11 juli 2017.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen, aangezien de verdachte op heterdaad is betrapt toen hij de woning ontvluchtte. Gelet op de omstandigheden in de woning kan het niet anders dan dat de verdachte betrokken was bij de hennepteelt. Voor feit 2 moet vrijspraak volgen, aangezien op basis van de inhoud van het dossier niet kan worden vastgesteld dat de verdachte ook betrokken was bij de diefstal van stroom.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van voordeel dat er onvoldoende bewijs voorhanden is om tot een veroordeling ter zake van het ten laste gelegde opzettelijk telen (en bereiden en bewerken en verwerken) dan wel het opzettelijk aanwezig hebben van de hennepplanten te kunnen komen. De verdachte is weliswaar gevlucht voor de politie uit een woning waar zich een in werking zijnde hennepplantage bevond en gelet op de omstandigheden in de woning moet hij ook wetenschap hebben gehad van de hennepplantage die zich daar bevond, maar die enkele wetenschap is onvoldoende om te kunnen aannemen dat verdachte opzet had op het telen dan wel het aanwezig hebben van de aangetroffen hennepplanten. Ook voor een bewezenverklaring van dit laatste dient er immers, blijkens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad [1] , meer te zijn dan de enkele wetenschap van de aanwezigheid. Nergens blijkt uit dat de verdachte feitelijke beschikkingsmacht had over de hennepplanten of dat hij die planten heeft verzorgd. Dat de verdachte voor de politie vluchtte, kan ook ingegeven zijn door het feit dat hij illegaal in Nederland verblijft. Ook voor verdachte’s betrokkenheid bij de diefstal van stroom is er geen bewijs. De verdachte zal dan ook integraal worden vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

4.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij Enexis B.V. vordert een schadevergoeding van € 8.035,16 ter zake van feit 2.
In artikel 361 van het Wetboek van Strafvordering is onder andere bepaald dat de benadeelde partij alleen ontvankelijk zal zijn in haar vordering indien de verdachte enige straf of maatregel wordt opgelegd en aan de benadeelde partij rechtstreekse schade is toegebracht door een bewezenverklaard feit. Aangezien de verdachte wordt vrijgesproken van (onder andere) de diefstal van stroom, verklaart de rechtbank Enexis B.V. niet ontvankelijk in haar vordering.

5.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
-
spreekt de verdachte vrijvan de ten laste gelegde feiten;
Benadeelde partij
  • verklaart de benadeelde partij, Enexis B.V., gevestigd te ‘s Hertogenbosch,
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten, door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot tot heden op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Osmić, voorzitter, mr. A.M. Schutte en mr. M. Driever, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.E.J. Maas, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 4 juni 2019.
Buiten staat
Mr. A.M Schutte is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 11 juli 2017 te Heel, gemeente Maasgouw tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 639, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2.
hij, in of omstreeks de periode 04 oktober 2016 tot en met 11 juli 2017, Heel in de gemeente Maasgouw, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning heeft weggenomen elektrische energie, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s), zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking van de verzegeling;

Voetnoten