Op 4 juni 2019 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De verdachte, geboren in 1965 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op 21 mei 2019 in verstek behandeld. De officier van justitie beschuldigde de verdachte ervan 639 hennepplanten te hebben geteeld en elektriciteit te hebben gestolen in de periode van 4 oktober 2016 tot en met 11 juli 2017. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de hennepteelt. Hoewel de verdachte was betrapt op het ontvluchten van een woning met een hennepplantage, was er geen bewijs dat hij feitelijke beschikkingsmacht had over de planten of dat hij deze had verzorgd. De enkele wetenschap van de aanwezigheid van de hennepplanten was niet voldoende voor een veroordeling. Ook voor de diefstal van elektriciteit was er geen bewijs, waardoor de rechtbank besloot de verdachte integraal vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten.
Daarnaast was er een benadeelde partij, Enexis B.V., die een schadevergoeding van € 8.035,16 vorderde voor de diefstal van elektriciteit. De rechtbank verklaarde Enexis B.V. niet ontvankelijk in haar vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken van de diefstal. Het vonnis werd uitgesproken door mr. D. Osmić, voorzitter, en de rechters mr. A.M. Schutte en mr. M. Driever, in aanwezigheid van griffier mr. R.E.J. Maas.