Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal binnentreding woning [a-straat 1] te Hilversum, ondertekend op 15 april 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , ordner 6, bijlagenummer AH-014.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Op 29 maart 2013 zijn de in het proces-verbaal genoemde verbalisanten binnengetreden in de woning aan de [a-straat 1] te Hilversum. Bij het zoekend rondkijken in die woning werd op de eerste verdieping in een omgebouwde (tweede) slaapkamer, van ca. 10 m2 een hennepkweek vastgesteld met 96 hennepplanten.
Vervolgens werd op de tweede verdieping, op de zolderruimte van ca. 25m2, een hennepkweek vastgesteld met 158 hennepplanten.
Op de zolderverdieping werden ter hoogte van het trapgat resten gevonden van vermoedelijk een eerdere hennepteelt. Wij, verbalisanten, zagen dat deze resten gedroogd en volgroeid waren.
Tijdens het zoekend rondkijken werd vastgesteld dat er een aantal bescheiden en pasjes zichtbaar in de woning lagen. Deze waren onder meer voorzien van de naam [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1983.
In de eerste slaapkamer waarin tevens het schakelbord was geplaatst, is vastgesteld dat er kleding en schoenen lagen en een bed stond.
In de badkamer werden naast gebruikelijke spullen als handdoeken, shampoo en haargel, tevens chemicaliën en een mengton ten behoeve van de hennepkwekerij gevonden. De keuken vertoonde gebruikssporen.
2. Een proces-verbaal van 29 maart 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , ordner 4, bijlagenummer V1-02, vanaf pagina 2.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 29 maart 2013 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
De factuur van Nuon betrof de betaling voor een woning aan de [a-straat 1] in Hilversum. Ik weet dat er een meisje in die woning zit. Ik had een sleutel van deze woning, die heb ik aan haar terug gegeven omdat ik op vakantie ging. U vraagt mij wat daar in de woning te vinden is. Ik kan u vertellen dat er wietplantjes in de woning aanwezig zijn. U kunt de planten vinden in de woning op 1 hoog en op zolder. Ik weet dat er ongeveer 8 lampen op de eerste verdieping staan en 10 boven. De lampen zorgen ervoor dat de planten groeien. Het gaat volgens mij om een paar honderd planten.
3. Een proces-verbaal van 10 april 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] , ordner 4, bijlagenummer V2-01, vanaf pagina 2.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 10 april 2010 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van verdachte:
U vraagt wat ik kan vertellen over het adres [a-straat 1] te Hilversum. Ik heb daar ongeveer twee maanden mogen logeren. Ik ben daar terechtgekomen via een persoon die ik ken als [betrokkene 1] . De verbalisanten tonen de verdachte een kopie van het paspoort van [betrokkene 1] (D-001) en vragen of dit [betrokkene 1] is waarover zij sprak. Ja, dit is [betrokkene 1] .
De verbalisanten tonen de verdachte foto's van de [a-straat 1] te Hilversum.
U toont mij foto's, daarop herken ik (...) de woning waar ik verbleven heb. De acceptgiro (op een foto) met het adres [a-straat 1] ken ik niet. Ik heb wel post gehad op de naam van [betrokkene 2] . Die post heb ik op tafel gelegd. Als de post binnenkwam, onder meer van Nuon, dan moest ik [betrokkene 1] bellen en dan werd de post opgehaald. (Het hof begrijpt hier en verder dat bedoeld wordt [betrokkene 1] ).
[betrokkene 1] haalde dan de post op bij mij. Die afspraak had ik met [betrokkene 1] gemaakt. In het huis maakte ik gebruik van de woonkamer, toilet en keuken. Op de eerste verdieping maakte ik gebruik van de badkamer en een slaapkamertje, waar mijn bed stond.
Ik weet en ik heb gezien dat er in de woning op de [a-straat 1] bekabelingen lagen die over de trap naar de slaapkamer gingen. Er was ook een slaapkamer op de eerste verdieping die ik niet heb gebruikt. Deze slaapkamer was dicht. Ik zag wel de gaten in die deur en de bekabeling die hier naar binnen ging vanuit de trap.
U toont mij een foto van de binnenzijde van de badkamer. Wat in de badkamer staat, heb ik allemaal gezien in de tijd dat ik er was. Dat ik twee maanden in de woning heb verbleven in oktober en november 2013 [de Hoge Raad leest: 2012] klopt nog steeds. Ik heb nooit vragen gesteld aan [betrokkene 1] , maar ik wist natuurlijk wel dat er iets niet in orde was. Ik had wel het vermoeden dat er een hennepplantage in de slaapkamer was en op zolder.
4. Een proces-verbaal van 26 april 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 5] , ordner 4, bijlagenummer G3-01.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 26 maart 2013 tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [betrokkene 3] :
Ik woon sinds 1 juni 1994 op het adres [a-straat 2] te Hilversum.
U vraagt of ik weet wie de eigenaar is van de woning aan de [a-straat 1] .
Na september 2012 is er een vrouwtje uit Almere komen wonen. Die "engerd met die bus" kwam regelmatig langs om spullen voor de wiet-kwekerij af te leveren. Ik zag dan potten en zakken grond die vanuit zijn bus de woning binnen werden gebracht. Ook hoorde ik die "engerd" wel dingen zeggen als: "die afzuiger gaat mee en deze blijft hier". Ik hoorde die afzuiger ook in mijn woning tekeer gaan elke dag, zeker die afzuiger boven. Onze woningen zijn zeer gehorig. Als ik wel eens visite had dan vroeg men mij wat bromt er toch hier, dat was de afzuiger van de buren op de [a-straat 1] .
In mei/juni 2012 heeft een schilder bij mij de buitenboel geschilderd. Hij vroeg mij of ik nog steeds plantjes had, hij bedoelde wietplantjes. Hij rook dit duidelijk. Mijn broer had ook al een wietlucht geroken toen hij in 2012 een aanbouw aan mijn woning had gebouwd. Hij hoorde ook regelmatig de afzuiger aanslaan op de [a-straat 1] .
5. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 17 maart 2014.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
In de badkamer heb ik wel de installatie gezien en ik wist dat er iets niet pluis was. In de woning waren twee ruimtes afgesloten maar ik wist niet waarom. Ik heb niet gevraagd waar de pomp en leidingen voor dienden.
6. Aangifte, ondertekend op 10 april 2013 door Liander N.V.
Deze aangifte en de tekst van de begeleidende brief daarbij houden in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 29 maart 2013 is op het adres [a-straat 1] te Hilversum fraude aan de energievoorziening geconstateerd.
Uit het door Liander N.V. ingestelde onderzoek is gebleken dat er een hennepplantage was ingericht in bovengenoemd perceel in ieder geval in de periode van juni 2012 tot 29 maart 2013. Dit betekent dat er in deze periode vermoedelijk sprake is geweest van tenminste vier eerdere oogsten. De aangetroffen teelt was ten minste twee weken oud."