ECLI:NL:RBLIM:2019:3667
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het vertrouwensbeginsel bij woningsplitsing en handhaving door de gemeente
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 19 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade. De eiser had een last onder dwangsom opgelegd gekregen om een woningsplitsing ongedaan te maken, welke in strijd was met het bestemmingsplan. Eiser deed een beroep op het vertrouwensbeginsel, stellende dat de bouwinspecteur hem had toegezegd dat de splitsing was toegestaan. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een concrete, ondubbelzinnige toezegging, maar dat deze was gedaan door een niet-bevoegd persoon. Dit weerhield de rechtbank er niet van om te concluderen dat de belangen van de eiser bij het honoreren van zijn verwachtingen niet zwaarder wogen dan het algemeen belang van handhaving. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de gemeente, omdat deze onvoldoende gemotiveerd was en verweerder niet had aangetoond dat de belangen van eiser minder zwaar wogen dan het algemeen belang. De rechtbank droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, waarbij ook de mogelijkheid van schadevergoeding in de belangenafweging betrokken dient te worden.