Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[appellant 2],
1.Het verloop van de procedure
- het verzoek van de bewindvoerder mevrouw Brekelmans (bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling) van 14 januari 2019;
- de reactie per e-mailbericht van 14 januari 2019 namens de rechter-commissaris:
- De informatie in het verslag geeft geen aanleiding om, met inachtneming van artikel 1.2 onder 6 recofa-richtlijnen en de recofa notitie verkorte looptijd schuldsanering, tot verkorting over te gaan;
- De bewindvoerder behoort te weten dat voor de kosten beschermingsbewind bijzondere bijstand aangevraagd moet worden en dat deze niet zonder meer vrijgelaten worden;
- Omdat er nog geen uitsluitsel is over de kosten bsbv is de beslissing t.a.v. het boedelsurplus inderdaad aangehouden, de bewindvoerder alsmede de budgetbeheerder en de saniet riskeren een boedelachterstand, maar als bepaalde toeslagen onterecht aan de boedel zijn betaald is het akkoord om deze toeslagen door te betalen aan de budgetbeheerder , nadrukkelijk voor eigen risico en verantwoording;
- T.a.v. de huur zijn er geen nieuwe feiten en omstandigheden naar voren gebracht en wordt de eerdere beslissingen gehandhaafd;
- Er zal geen verhoor gehouden worden.
- het beroepschrift ex artikel 315 Faillissementswet (Fw);
- de zienswijze van de rechter-commissaris neergelegd in zijn brief van 30 januari 2019;
- het e-mailbericht van mr. van Riet van 26 februari 2019 met daarin de zienswijze van mevrouw Brekelmans en een tweetal bijlagen.