ECLI:NL:RBLIM:2018:8695
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Kort geding inzake ontruiming woonruimte wegens huurachterstand met niet verschenen garantsteller
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 13 september 2018 uitspraak gedaan in een kort geding over de ontruiming van een woonruimte wegens huurachterstand. De eisende partij, QSP ESS B.V., vertegenwoordigd door mr. P.S. Kreupeling, vorderde ontruiming van de woning aan [adres 1] te [woonplaats 1] en betaling van een huurachterstand van € 2.345,97, alsook de huurtermijnen vanaf augustus 2018. De gedaagden, waaronder een garantsteller die niet verschenen was, werden opgeroepen om te verschijnen. De garantsteller kreeg verstek verleend, terwijl de huurder, vertegenwoordigd door mr. D.M. Gijzen, zich wel meldde tijdens de zitting op 6 september 2018.
De rechtbank oordeelde dat de huurder tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, wat leidde tot een huurachterstand van meer dan drie maanden. De vordering tot ontruiming werd gerechtvaardigd, gezien de structurele betalingsachterstanden en het spoedeisende belang van de verhuurder. De kantonrechter besloot dat de ontruiming binnen veertien dagen na betekening van het vonnis moest plaatsvinden. Tevens werd de huurder en de garantsteller hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de toekomstige huurtermijnen, met een maximum van € 5.000,00 voor de garantsteller. De proceskosten werden eveneens aan de huurder en garantsteller opgelegd, die als in het ongelijk gestelde partij werden aangemerkt.
De beslissing van de rechtbank benadrukt de noodzaak voor huurders om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen en de gevolgen van het niet nakomen daarvan, inclusief de mogelijkheid van ontruiming.