9.3De verwijzing naar wat eiseres overigens in bezwaar nog heeft aangevoerd, voor zover gehandhaafd, werpt geen ander licht op de zaak. In het bestreden besluit is de minister op de bezwaren ingegaan en heeft hij ter zake een standpunt ingenomen. Met de herhaling van de bezwaren zijn de standpunten niet weerlegd.
10. De hiervoor gegeven overwegingen brengen de rechtbank tot het oordeel dat de overtreding is aangetoond en de minister bevoegd was eiseres daarvoor een bestuurlijke boete op te leggen. Eiseres heeft niet kunnen weerleggen dat ze champost heeft afgevoerd en de daarmee afgevoerde fosfaat niet heeft verantwoord.
11. De rechtbank is niet gebleken van omstandigheden op grond waarvan moet worden vastgesteld dat eiseres niet of minder verwijtbaar heeft gehandeld. De minister heeft eiseres dan ook een bestuurlijke boete kunnen opleggen.
12. De rechtbank komt ook tot het oordeel dat de minister bij het bepalen van de hoogte van de bestuurlijke boete van een juiste omvang van de overtreding is uitgegaan. De minister mocht er, op grond van het boeterapport, van uitgaan dat eiseres 3.300 m³ champost heeft afgevoerd zonder te verantwoorden De hoeveelheid op zich heeft eiseres ook niet betwist. De minister mocht er vervolgens van uitgaan dat 3.300 m³ champost 1650 ton champost is. De minister heeft verder terecht met toepassing van het voor 2013 geldende wettelijke forfait berekend hoeveel fosfaat eiseres heeft afgevoerd en de boete -uitgaande van € 11,- per kg niet-verantwoorde fosfaat- terecht in beginsel vastgesteld op € 74.415,-. De rechtbank is niet gebleken van bijzondere omstandigheden die grond geven voor het oordeel dat de opgelegde boete te hoog is.
Dit betekent dat het beroep in zoverre niet slaagt.
13. Wat betreft de administratieve overtredingen voert eiseres alleen aan dat sprake is
van dubbele bestraffing. Zij geeft als voorbeeld dat zij wordt bestraft voor zowel het niet opmaken van VDM’s als het niet naar waarheid opmaken van VDM’s.
14. De minister neemt het standpunt in dat van dubbele bestraffing geen sprake is, omdat hij gedragingen die feitelijke en juridisch gezien als één gedraging heeft aangemerkt, niet dubbel heeft beboet.
15. De rechtbank is van oordeel dat het niet opmaken van VDM’s en het niet naar waarheid opmaken van VDM’s feitelijk en juridisch twee verschillende gedragingen zijn. In het eerste geval wordt er geen VDM opgemaakt, terwijl dat wel had gemoeten. In het tweede geval wordt er wel een VDM opgemaakt, maar zijn de daarop vermelde gegevens niet waar. De minister heeft deze gedragingen dan ook afzonderlijk mogen beboeten.
De rechtbank is ook overigens niet gebleken dat de minister eiseres voor één en dezelfde gedraging meerdere bestuurlijke boetes heeft opgelegd. Het beroep slaagt daarom ook in zoverre niet.
16. Eiseres bestrijdt het standpunt van verweerder, dat hij niet in strijd met het vertrouwensbeginsel heeft besloten. Zij voert aan dat de NVWA het bedrijf van Sikes Champignons B.V. in 2012 heeft gecontroleerd en toen geen overtredingen heeft vastgesteld. Volgens eiseres heeft de NVWA daarmee de manier waarop Sikes handelt, ter naleving van het bij of krachtens de Msw bepaalde, geaccordeerd. Eiseres stelt op gelijke wijze te handelen en er daarom op mocht vertrouwen rechtens juist te handelen.
17. De minister stelt zich op het standpunt dat het positief uitvallen van de controle niet betekent dat de gang van zaken bij Sikes geaccordeerd is, laat staan dat eiseres daaraan een gerechtvaardigd vertrouwen kan ontlenen. Daarbij heeft de minister aangegeven dat het maar een beperkte controle betrof en bij Sikes geen gegevens zijn opgevraagd.
18. Vaste rechtspraak is dat voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel nodig is dat een aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete en ondubbelzinnige toezegging is gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van het CBb van
19. De rechtbank stelt vast dat de positief uitgevallen controle van het bedrijf van Sikes geen concrete en ondubbelzinnige toezegging inhoudt dat Sikes handelt conform het bij of krachtens de Msw bepaalde. Een positief uitgevallen controle betekent alleen dat binnen de omvang van de controle in 2012 geen overtreding is geconstateerd. De brief van
18 december 2013 waarin Sikes daarover wordt geïnformeerd geeft geen andere informatie en houdt ook niet meer in dan dat. Daarbij komt nog dat onbetwist is dat het slechts om een beperkte controle ging en dat bij Sikes helemaal geen informatie is opgevraagd. Sikes kon dan ook aan het gegeven, dat de controle van haar bedrijf over 2012 niet tot vaststelling van een overtreding heeft geleid, noch aan de brief van 18 december 2013, waarin Sikes daarover werd geïnformeerd, het gerechtvaardigde vertrouwen ontlenen, dat zij in de toekomst bij eenzelfde handelwijze rechtens juist handelde. De rechtbank verwijst naar de uitspraak van heden op het beroep van Sikes, waarin zij tot dat oordeel is gekomen (ECLI:N:RBLIM:2018:8316). Het vertrouwen dat eiseres aan de controle ontleent, is afgeleid van het vertrouwen dat Sikes daaraan ontleende en daarom al evenmin gerechtvaardigd. Eiseres is er dan ook niet in geslaagd het standpunt van de minister te weerleggen.
20. Gelet op de hiervoor gegeven overwegingen is het beroep ongegrond. Dit betekent dat het bestreden besluit en de daarbij aan eiseres opgelegde (totale) bestuurlijke boete van
€ 82.377,75 stand houden.
21. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.