Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,
1.De procedure
In de zaken met nummers C/03/252433 / KG ZA 18-371 en C/03/253523 / KG ZA 18-424
(hierna: de deurwaarder) van 31 juli 2018 ex artikel 438 lid 4 Rv, met producties, en het exploot van betekening van dit proces-verbaal op 3 augustus 2018 in de zaak C/03/253523 / KG ZA 18-424
- de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. op 9 augustus 2018 toegezonden producties 13 tot en met 20
- de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. op 13 augustus 2018 toegezonden producties 21 en 22
- de eis in reconventie in de zaak C/03/252433 / KG ZA 18-371
- de door Hornbach op 10 augustus 2018 toegezonden producties 1 tot en met 20
- de gelijktijdige mondelinge behandeling van beide zaken
- de pleitnota van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s.
- de pleitnota van Hornbach
2.De feiten
In de zaken met nummers C/03/252433 / KG ZA 18-371 en C/03/253523 / KG ZA 18-424
Arbeitsgericht Ludwigshafen Am Rhein(Aktenzeichnen: 3 CA 1108/16) Hornbach is veroordeeld om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] te betalen een bedrag van € 570.000,00 (bruto).
Landesarbeitsgericht Rheinland-Pfalz (de deelstaatrechtbank voor arbeidszaken van Rheinland-Pfalz), is [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] veroordeeld om aan Hornbach te betalen € 570.836,84 in hoofdsom, te vermeerderen met rente en kosten.
€ 1.000.000,- ( [naam BV] uit kracht van de beschikking).
3.Het geschil
- (i. tm iii.) tot betaling van ieder € 100.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente ter zake reeds verbeurde dwangsommen,
- (iv. tm vi.) om binnen vijf dagen na betekening van het ten deze te wijzen
4.De beoordeling
8 februari 2018 volgt volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] c.s. immers dat de Duitse fiscus aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] het onverschuldigd aan loonbelasting betaalde bedrag van € 285.000,- dient te voldoen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] doet afstand van deze vordering op de Duitse fiscus ten gunste van Hornbach. Dit is volgens hen een toekomstige zekere omstandigheid. Hornbach heeft daarom geen belang meer bij voortzetting van de executie. Hornbach heeft volgens hen dan ook een ander doel voor ogen met de executie dan de incassering van € 570.000,-.
980,00
17 april 2018 zijn afgewezen.