Uitspraak
4.De rechtbank overweegt als volgt.
endaadwerkelijk met chroom VI houdende stoffen heeft gewerkt. In aanvulling op de lijst uit bijlage 1 bieden ook de functies waarbij het aannemelijk is dat er gedurende de periode van minimaal een jaar blootstelling heeft plaatsgevonden aan chroom VI houdende stoffen toegang tot een tegemoetkoming (op grond van artikel 2.2 van de Coulanceregeling). Het vereiste dat er ook daadwerkelijk moet zijn gewerkt met chroom VI houdende stoffen blijft daarmee, volgens verweerder, overeind.
blootgesteldaan chroom VI houdende stoffen gedurende de periode van een jaar of meer. Als het standpunt van verweerder zou worden gevolgd, zou het opnemen van het blootgesteld zijn aan chroom VI houdende stoffen van geen enkele waarde zijn. Immers, de werknemer die zelf werkzaam is met chroom VI houdende stoffen wordt (ook) altijd blootgesteld aan chroom VI.
15.De rechtbank overweegt over eisers functie/werkzaamheden het volgende.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming
- van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.503,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2018.